Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van

uw kenmerk

ons kenmerk
TRCJZ/2004/3694
datum
28-05-2004

onderwerp
Kamervragen over mogelijke misbruik Rbv en Ruimte voor Ruimte regeling

bijlagen

Geachte Voorzitter,

Hierbij ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, de antwoorden op de vragen van het lid Waalkens (PvdA) inzake mogelijk misbruik van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (hierna: Rbv) en de ruimte-voor-ruimte regeling. De heer Waalkens heeft het in zijn vragen over misbruik van de Wet herstructurering varkenshouderij, maar uit zijn vraagstelling blijkt dat hij doelt op de Rbv.

datum
28-05-2004

kenmerk
TRCJZ/2004/3694

bijlage

1
VRAAG
Is het u bekend dat boeren in Gelderland op grote schaal misbruik maken van de regelingen om stallen te laten slopen, waarbij de stallen óf niet gesloopt worden, of op een onjuiste manier gesloopt worden?

ANTWOORD
Ons is bekend dat er in een bericht in de Gelderlander van 14 april heeft gestaan met als kop 'Massale fraude door boeren'. Het is daarentegen niet gebleken dat er op grote schaal misbruik zou worden gemaakt van de Rbv. Ik verwijs op dit punt ook naar onze brief aan de Tweede Kamer over fraude met milieuvergunningen en specifiek over vermeend misbruik van de Rbv van 20 juni 2003 (niet-dossierstuk 2002-2003 lnv0300443). Overtredingen van de asbestregels uit de sloopvergunningen en de arbowetgeving, alsmede van de bestemmingsplanregels komen inderdaad voor.

3 en 4
SAMENGEVOEGDE VRAGEN

3. Kunt u rapporteren in hoeveel gevallen overtredingen zijn geconstateerd bij de uitvoer van de stallensloop in Nederland en daarbij onderscheid maken tussen niet daadwerkelijk slopen en niet-correct slopen bij asbestproblematiek?

4. Zijn alle gebruikers van de regelingen gecontroleerd? Zo neen, bent u van plan dit alsnog te doen?

ANTWOORD
Het onderzoek naar de uitkomst van het ruimte-voor-ruimte project is alleen in Gelderland uitgevoerd. Bij onderzoek op 385 locaties werd 29 maal proces verbaal opgemaakt tegen asbestverwijderingsbedrijven en 41 maal tegen boeren die de asbestregelgeving overtraden. Ook bleek in circa 40 procent van de gevallen het bestemmingsplan te zijn overtreden.

Er wordt zowel administratief (in 100 procent van de gevallen) als fysiek (steekproefgewijs) gecontroleerd of alle gebouwen tijdig en geheel zijn afgebroken. De administratieve controle betreft onder andere de verklaring van het sloopbedrijf, die bij de aanvraag tot subsidievaststelling moet worden gevoegd.
Er zijn in totaal circa 2400 aanvragen voor sloopsubsidie gedaan tijdens de eerste en tweede openstelling van de Rbv. Tot nu toe is bij 260 aanvragers fysiek gecontroleerd en is gebleken dat in 13 gevallen met betrekking tot de sloop niet aan alle voorwaarden is voldaan. Eén aanvrager had zijn stallen in het geheel niet afgebroken. Drie aanvragers hadden hun stallen te laat afgebroken. In negen gevallen was een gedeelte van de stallen niet afgebroken, waarvan het in vijf gevallen ging om stalgedeelten van langgevelboerderijen of stalgedeelten die een architectonisch geheel vormen met het woonhuis, wat niet duidelijk was aangegeven door de aanvrager. In die laatst genoemde gevallen hoefde niet alsnog gesloopt te worden. Het is de bedoeling uiteindelijk bij 45 procent van alle sloopaanvragen fysiek te controleren of voldaan is aan de voorwaarden die in de Rbv worden gesteld.

2
VRAAG
Welke inspectiedienst (de AID of de VROM-Inspectie) ziet toe op de daadwerkelijke stallensloop bij gebruik van een stallensloopregeling?

ANTWOORD
Het agentschap LASER (deel van de Dienst Regelingen i.o.) van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit ziet toe op de naleving van de in de Rbv opgenomen voorwaarden inzake de sloop van stallen waarvoor subsidie op grond van de Rbv is ontvangen. De Algemene Inspectiedienst wordt ingeschakeld als er sprake is van vermeende fraude.
Voor de sloop van stallen dienen gemeenten een sloopvergunning af te geven, waarbij zij zelf dienen toe te zien op de handhaving daarvan. De asbestregels uit het Asbestverwijderingsbesluit dienen te worden geïmplementeerd in bouwverordeningen en ook ten aanzien hiervan zijn gemeenten verantwoordelijk voor de naleving. Gemeenten zijn tevens verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van bestemmingsplannen. De VROM-inspectie heeft binnen dit onderzoek ondersteuning verleend in het kader van strafrechtelijke opsporing.

5
VRAAG
Welke sancties gelden hierbij? Worden de geldelijke bijdragen teruggevorderd? Zo neen, waarom niet?

ANTWOORD
Indien is gebleken dat een aanvrager niet aan alle voorwaarden van de Rbv voor de sloop van de gebouwen heeft voldaan, dan wordt de subsidie, afhankelijk van de aard van de overtreding, gekort of zelfs geheel ingetrokken en teruggevorderd. Tot nu toe is EUR 346.000 aan subsidie teruggevorderd.
Tevens zijn er processen-verbaal opgesteld bij geconstateerde overtredingen van sloopvergunningen. In een aantal gevallen wordt eventueel wederrechtelijk verkregen economisch voordeel teruggevorderd door het Openbaar Ministerie.

6
VRAAG
Wat gaat u doen om misbruik in de toekomst te voorkomen?

ANTWOORD
Onder verwijzing naar het antwoord op vraag 1 kan geconstateerd worden dat van grootschalig misbruik van de Rbv geen sprake is. Met behulp van adequate controle- en handhavingmechanismen zal ook in de toekomst bij gebleken misbruik van de Rbv sanctionerend worden opgetreden. Daarnaast wordt bezien of de bevindingen van het genoemde onderzoek aanleiding geven tot een andere afstemming tussen diverse subsidieregelingen en de daarbij behorende voorwaarden, zoals op het gebied van asbestverwijdering (ik verwijs ook naar de bovengenoemde brief van 2o juni 2003, inzake dit zelfde onderwerp).

De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,

dr. C.P. Veerman

PDF-versie van de brief

Voor downloaden van PDF-bestanden: Zie het origineel
Kamervragen over mogelijke misbruik Rbv en Ruimte voor Ruimte regeling (PDF-formaat, 49 kB)


---