stukken - Antwoorden op kamervragen over de demonstratie naar
aanleiding van de dood van sjeik Yassin
Antwoorden op kamervragen over de demonstratie naar aanleiding van de dood
van sjeik Yassin
14 mei 2004
Vragen van de leden Externe link Slob en Externe link Rouvoet
(beiden ChristenUnie) aan de ministers van Binnenlandse Zaken en
Koninkrijksrelaties en van Justitie over demonstratie naar aanleiding
van de dood van sjeik Yassin. (Ingezonden 30 maart 2004)
---
1. Vraag
Was u tevoren op de hoogte van de (aangekondigde) demonstratie,
georganiseerd door - naar verluidt - o.a. de Arabisch Europese Liga
Nederland (AEL-NL), het Nederlands Palestina Komitee (NPK), de
Internationale Socialisten (IS), het Komitee Marokkaanse Arbeiders
Nederland (KMAN) en Emcemo in Amsterdam op 27 maart 2004, naar
aanleiding van de dood van sjeik Yassin in de Gaza-strook? 1)
1. Antwoord
Ja, via de media.
2. Vraag
Is vergunning verleend voor deze demonstratie? Zo ja, onder welke
voorwaarden is toestemming verleend?
2. Antwoord
Terzake de beantwoording van de vragen 2 tot en met 4 heb ik
ambtsbericht opgevraagd bij de burgemeester van Amsterdam gezien het
feit dat dit een lokale aangelegenheid betreft.
Voor een demonstratie hoeft geen vergunning te worden verleend. Het
houden van een betoging of demonstratie is op grond van de Wet
openbare manifestaties toegestaan. Om de orde tijdens een betoging te
kunnen handhaven is het echter noodzakelijk dat de gemeente hiervan
tijdig in kennis wordt gesteld. Dat is in dit geval dan ook gebeurd.
Nadat de gemeente in kennis werd gesteld is met de organisatoren
overlegd over veiligheids- en openbare orde maatregelen die tijdens de
demonstratie zouden gelden.
In Amsterdam is het gebruikelijk dat organisatoren van demonstraties
van enige omvang zorgdragen voor een eigen ordedienst, die erop
toeziet dat deelnemers aan de demonstratie geen gedragingen vertonen
of uitingen doen die in strijd zijn met de wet, daarbij uiteraard
rekening houdend met de vrijheid van meningsuiting, waarbij de politie
uiteraard de eindverantwoordelijkheid voor handhaving van de openbare
orde behoudt. Naast de eigen ordedienst is er bovendien politie
aanwezig voor de begeleiding van de demonstratie. Wanneer bepaalde
gedragingen of uitingen worden geconstateerd die niet kunnen worden
getolereerd en de ordedienst van de organisatoren treedt daar
onvoldoende tegen op, dan zal de politie optreden. In het uiterste
geval kan, op last van het bevoegd gezag, de demonstratie ontbonden
worden.
3. Vraag
Welke afspraken zijn gemaakt om te voorkomen dat deze demonstratie
gepaard gaat met het overtreden van het strafrecht, in het bijzonder
de non-discriminatiebepalingen in de zin van artikel 137c WvSr en
volgende?
3. Antwoord
In de Amsterdamse driehoek wordt gesproken over mogelijke
demonstraties. Dat is ook bij deze demonstratie gebeurd. In de
driehoek zijn de beleids- en tolerantiegrenzen vastgesteld. De
beleidsmaatregelen en tolerantiegrenzen worden door de lokale
gezagsdriehoek schriftelijk vastgelegd in een draaiboek. Voor wat
betreft de non-discriminatiebepalingen geldt dat discriminatie in
woord of geschrift nooit wordt getolereerd. Meestal wordt met de
organisatie afgesproken dat in eerste instantie de eigen ordedienst
optreedt. In het verleden zijn hier goede ervaringen mee opgedaan. In
dit geval is in de gezagsdriehoek afgesproken dat in geval van
discriminatie in woord of geschrift de politie onmiddellijk daartegen
optreedt, dat wil zeggen dat het gedrag beëindigd wordt, dan wel de
discriminatoire teksten verwijderd worden. Het streven van de politie
is aanhouding van personen die zich aan discriminatie schuldig maken.
Dit kan veelal alleen wanneer deze gedragingen naar een individu
herleidbaar zijn. Wanneer een groep zich schuldig maakt aan dergelijk
gedrag (bijv. het roepen van leuzen), dan is de inzet van de
ordedienst en de politie erop gericht het gedrag te beëindigen.
4. Vraag
Zijn er maatregelen genomen, dan wel afspraken gemaakt om provocaties
tussen bevolkingsgroepen te voorkomen, bijvoorbeeld met betrekking tot
teksten of afbeeldingen die worden meegedragen?
4. Antwoord
Ja. Om provocaties tussen bevolkingsgroepen te voorkomen zijn in de
gezagsdriehoek in de vorm van beleidsmaatregelen en tolerantiegrenzen
de volgende maatregelen genomen en afspraken gemaakt:
- Het meevoeren van spandoeken met racistische leuzen en/of
antisemitische leuzen, waaronder begrepen hakenkruizen, is niet
acceptabel. Wanneer dit toch geschiedt zal de politie onmiddellijk de
organisatie aanspreken om dit te beëindigen en te voorkomen. Het
streven is erop gericht dergelijke spandoeken zo vroeg mogelijk in de
demonstratie, uit het publiek te (laten) halen. Indien de organisatie
daarin niet slaagt zal in geval van groepsgewijze (massale)
overtredingen door de Algemeen Commandant besloten worden op te
treden. Hierbij wordt rekening gehouden met kans op escalatie. Ook
hierbij wordt overleg gevoerd met de burgemeester.
- Bij racistische leuzen door individuele personen wordt conform het
hierboven vermelde uitgangspunt gehandeld;
- Tegen beledigende leuzen wordt in beginsel niet opgetreden,
belediging is namelijk een klachtdelict. Ook het meevoeren van
portretten is niet strafbaar. Zoals hierboven reeds is aangegeven kan
bij grootschalige racistische spreekkoren de demonstratie/manifestatie
op last van het bevoegd gezag worden beëindigd.
1) de website van de Ararbisch Europese Liga, Externe link www.ael.nl
---
---
---
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties