Ministerie van Buitenlandse Zaken

Buitenlandse Zaken over de bevrijding van Arjan Erkel

Verklaring van het Ministerie van Buitenlandse Zaken over de bevrijding van Arjan Erkel

Ministerie van Buitenlandse Zaken
Persbericht
Datum: 28 mei 2004

De volgende verklaring werd tijdens een persconferentie op vrijdag 28 mei uitgesproken door Peter van Wulfften Palthe, directeur-generaal Regiobeleid en Consulaire Zaken, naar aanleiding van een publicatie in de Franse krant Le Monde over de bevrijding van Arjan Erkel:

"Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft tot nu toe geen inhoudelijke mededelingen gedaan over de wijze waarop de vrijlating van Arjan Erkel tot stand is gekomen en over de rol die het zelf daarbij heeft gespeeld. De reden daarvoor is dat Buitenlandse Zaken doorgaans geen mededelingen doet over zijn werkwijzen in ontvoeringszaken. Dat zou namelijk de effectiviteit van actie van het Ministerie tav. mogelijke nieuwe ontvoeringszaken ernstig kunnen schaden. Er is ook nog een andere reden dat wij dit niet in de openbaarheid hebben willen brengen. Dat is om medewerkers van NGO's en internationale organisaties die in het veld humanitair werk verrichten, vaak onder zeer moeilijke omstandigheden, niet nodeloos in gevaar te brengen. AzG is zo'n organisatie.

Wij weten dat het Franse dagblad Le Monde gedateerd zaterdag 29 mei in een artikel stelt dat de Nederlandse regering AzG zou chanteren door na de vrijlating van Arjan Erkel het betaalde losgeld van deze organisatie terug te eisen. De chantage zou er, volgens Le Monde, uit bestaan dat indien AzG niet betaalt, de Nederlandse regering financiële bijdragen aan AzG zou stoppen. Aangezien dit artikel een aantal cruciale onwaarheden en onjuistheden bevat, heeft de Minister van Buitenlandse Zaken besloten dat opening van zaken moet worden gegeven.

Op 8 april 2004 deed zich een kleine opening voor in de ontvoeringszaak van Arjan Erkel, die toen al 20 maanden aan de gang was. Het ging om een bericht dat binnenkwam bij de Nederlandse ambassade in Moskou en waarin werd gesteld dat voor de bevrijding van Arjan Erkel binnen 24 uur door de organisatie Artsen zonder Grenzen in Dagestan een som geld moest worden afgeleverd.

Het bericht maakte een serieuze indruk.

Naar aanleiding daarvan is onmiddellijk contact opgenomen met Artsen zonder Grenzen, zowel met de Directeur-Generaal op het hoofdkantoor in Genève als met de AzG vertegenwoordiger in Moskou. De reactie van Artsen zonder Grenzen was dat de organisatie niet in staat was het gevraagde bedrag in zijn geheel binnen deze korte termijn op te hoesten. De organisatie had al enige tijd eerder een envelop met contant geld op de Nederlandse ambassade in Moskou gedeponeerd, voor het geval op korte termijn losgeld betaald moest worden. De organisatie kon echter het restant niet onmiddellijk in Moskou aangeleverd krijgen. Daarom is afgesproken dat het Ministerie van Buitenlandse Zaken het ontbrekende bedrag zou voorschieten en dat het voorgeschoten bedrag door Artsen zonder Grenzen zo gauw als mogelijk zou worden terugbetaald. Zowel de Directeur-Generaal in Genève als de lokaal vertegenwoordiger in Moskou hebben deze afspraak bevestigd.

BZ heeft bewust voor deze benadering gekozen. Daarvoor golden 2 overwegingen. De eerste was dat wij het belang van een spoedige vrijlating en de veilige terugkeer van Arjan Erkel wilden laten prevaleren boven procedurele en tijdrovende complicaties bij het bijeenbrengen door AzG van het gevraagde losgeld. Daarom heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken besloten het bedrag voor te schieten. Immers, ervaringen met eerdere pogingen om Arjan vrij te krijgen hadden namelijk uitgewezen dat een dergelijk opening zich zeer snel weer sluit. De andere overweging was dat Artsen zonder Grenzen een serieuze organisatie is die op zijn woord kan worden geloofd. Wij hopen dan ook nog steeds dat Artsen zonder Grenzen zich aan zijn belofte zal houden en het voorgeschoten bedrag zal terugbetalen."

Noot voor de redactie,