Kantonrechters brengen uniformiteit in meerderjarigenbewind en
mentorschap
Bron: Raad voor de rechtspraak 's-Gravenhage
Datum actualiteit: 2-06-2004
De kantonrechters in Nederland hebben afspraken gemaakt met betrekking
tot het meerderjarigenbewind en mentorschap. Naast een uniforme
taakbeschrijving van bewindvoerders en mentoren zijn er nu eenduidige
richtlijnen over de verantwoordingsplicht, het toezicht van de
kantonrechter en de samenloop met andere vormen van bewind en de
beloning. De aanbevelingen zullen in alle kantonsectoren van de
rechtbanken vanaf 1 juni worden toegepast. In bijzondere gevallen zal
de kantonrechter hiervan afwijken.
Meerderjarigenbewind en mentorschap zijn juridische
beschermingsmaatregelen voor meerderjarigen die niet of niet volledig
in staat zijn voor hun eigen belangen op te komen maar voor wie
curatele een te zwaar middel is.
Bij bewind gaat het om financiële zaken.
Een mentor bewaakt de niet-vermogensrechtelijke belangen, bijvoorbeeld
op het gebied van (medische) verzorging, behandelplannen, begeleiding
en woonvorm.
Per jaar worden ongeveer 8000 nieuwe onderbewindstellingen
uitgesproken en wordt voor ongeveer 3000 mensen een mentor benoemd.
Uit onderzoek is gebleken dat behoefte bestaat aan heldere landelijke
beleidslijnen en meer uniforme rechtstoepassing op het gebied van
bewindvoering en mentorschap. Zo bestaat er voor veel bewindvoerders
onduidelijkheid over hun takenpakket in relatie tot hun beloning. De
wettelijke regeling is ten aanzien van de taken niet erg duidelijk en
schiet ten aanzien van de beloning vaak te kort. Daarnaast bestaat er
behoefte aan meer eenduidigheid over de gevallen waarin zij vooraf
toestemming van de kantonrechter nodig hebben om geld uit te geven of
namens de meerderjarige mogen schenken. Ook werden verschillen
geconstateerd in de wijze waarop de kantonrechters toezicht
uitoefenden op het bewind.
Bewindvoering en mentorschap zijn twee ingrijpende
beschermingsmaatregelen die de rechten van de betrokkene beperken.
Afgesproken is dat de kantonrechter de meerderjarige daarom altijd
moet horen om te kunnen vaststellen of de maatregel nodig is. Ook moet
de kantonrechter onderzoeken of het noodzakelijk is dat het hele
vermogen onder bewind wordt gesteld. Verder bieden de aanbevelingen
duidelijkheid over bijvoorbeeld de geconstateerde knelpunten bij een
voorgenomen uitgave of schenking en over de frequentie van de
verantwoordingsplicht van bewindvoerders. Ook de vraag of er twee
bewindvoerders of mentoren benoemd kunnen worden, en zo ja, wat
daarvan de gevolgen zijn, wordt in de aanbevelingen beantwoord.
Anders dan bij de totstandkoming van de wettelijke regeling in 1982
was voorzien, is bewindvoering niet uitsluitend een kwestie van
mantelzorg, maar een beroep geworden. Aan beroepsmatige bewindvoerders
kunnen professionele eisen worden gesteld. De kantonrechters zijn
echter van mening dat vercommercialisering van het mentorschap niet
moet worden bevorderd.
De aanbevelingen zijn voorzien van een uitgebreide toelichting en
treden per 1 juni 2004 in werking. Na twee jaar volgt een evaluatie.
Zij zijn gepubliceerd op
www.rechtspraak.nl/reglementen/LOK/default.htm onder Reglementen bij
Richtlijnen/aanbevelingen kantonrechtspraak