Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA `s-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk
12 mei 2004 AAM/ASAM/04/38610
nr. 2030414150
Onderwerp Datum
Kamervragen van het lid Varela 2 juni 2004

./. Hierbij zend ik u mede namens de minister van Economische Zaken de antwoorden op de vragen van het lid Varela (LPF) over een enorme run op sofi-nummers.

Hoogachtend,
de Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(M. Rutte)

2

2030414150

Vraag 1
Bent u op de hoogte van een artikel waarin melding wordt gemaakt van een enorme run op sofi-nummers?

Antwoord vraag 1
Ja.

Vraag 2
Hoe verhoudt zich deze enorme toestroom met de berekeningen van het CPB van afgelopen januari en de uitspraken van de minister van Economische Zaken dat het allemaal reuze mee zou gaan vallen?

Antwoord vraag 2
Het grote aantal personen dat zich begin mei bij de Belastingdienst aanmeldde werd mede veroorzaakt door geruchten dat met een sofi-nummer een uitkering in Nederland kan worden aangevraagd en dat aan het bezit van een sofi-nummer van oudsher een schijn van legaliteit is toegeschreven. Laat ik voorop stellen dat een sofi-nummer slechts een administratief hulpmiddel is waarmee gegevens van belastingplichtig- en premieplichtigen snel en accuraat kunnen worden verwerkt. Een sofi-nummer geeft dus nergens recht op, dus ook niet op arbeid en verblijfsstatus of overheidsverstrekkingen.
De cijfers van het CPB, waarop de minister van Economische Zaken zich baseerde, gaan uit van daadwerkelijke vraag naar arbeid van werknemers uit de Midden- en Oost-Europese landen door Nederlandse werkgevers.

Vraag 3
Kunt u het aantal vacatures kwalificeren in de sectoren die in aanmerking zijn gekomen voor een verkorte procedure voor een tewerkstellingsvergunning?

Antwoord vraag 3
Op basis van gegevens van afgegeven tewerkstellingsvergunningen van het afgelopen jaar betreft dit ongeveer 1250 tot 1500 vacatures. Indien een tijdelijke vrijstelling wordt verleend voor seizoenswerkzaamheden in de land- en tuinbouw (open teelten) betreft dit mogelijk circa 3500 tewerkstellingsvergunningen extra die via een verkorte procedure worden afgegeven.

Vraag 4
Hoe groot acht u de kans dat een belangrijk deel van deze werkbeluste Oost-Europeanen bij gebrek aan vacatures waarop zij mogen reageren in de illegaliteit zullen verdwijnen? Met andere woorden, bent u van mening, dat de vrijheid van reizen en de grote inkomensverschillen de illegaliteit in de hand werkt?

Antwoord vraag 4

3

Het is reeds bekend dat een groot aantal mensen illegaal in Nederland op dit moment aan het werk is. Ook voor 1 mei konden mensen uit de Midden- en Oost-Europese (MOE) landen vrij eenvoudig naar ons land toekomen. Het terug dringen van de illegaliteit heeft voor het kabinet de hoogste prioriteit. Om de illegaliteit tegen te gaan heeft het kabinet in de Illegalennota, welke 23 april naar de TK is verstuurd, extra maatregelen genomen. Daarnaast heb ik met Staatssecretaris Wijn maatregelen getroffen om de illegale tewerkstelling tegen te gaan (Tweede Kamer, vergaderjaar 2003-2004, 17050, nr 261). Gezien deze maatregelen zal het voor werkgevers een stuk minder aantrekkelijk zijn om illegalen in dienst te nemen en zal de vraag naar illegale arbeid afnemen.

Vraag 5
Deelt u de mening dat dat op termijn een slechte invloed kan hebben op de loonontwikkelingen in Nederland?

Antwoord vraag 5
Op termijn zal er vrij verkeer van werknemers zijn. Dit zal ertoe kunnen leiden dat vooral daar waar tekorten aan werknemers zijn, dat deze vacatures eenvoudiger kunnen worden ingevuld door werknemers uit de EU. Dit zal een loondrukkend effect hebben. Immers, bij tekorten aan personeel zullen de salariseisen toenemen. Een loondrukkend effect heeft een positief effect op onze concurrentiepositie.

Vraag 6
Hoe beoordeelt u deze ontwikkeling gezien de snel toenemende werkloosheid onder de Nederlandse werknemers (plusminus 14000 per maand), het groeiend aantal scholieren dat er niet in slaagt een stageplek te veroveren en de toename van het aantal Nederlanders dat door de armoedegrens dreigt te zakken?

Zie ook antwoord op vraag 4. Het is niet alleen onaanvaardbaar dat het kabinet bij illegale tewerkstelling sociale premies en belastingen mist, het leidt ook tot oneerlijke concurrentie ten opzichte van bedrijven die zich wel aan de regels houden. Deze kunnen door illegale praktijken uit de markt worden gedrukt. Ook is de verdringing van Nederlands arbeidsaanbod, waaronder scholieren die een stageplek zoeken en werkzoekenden met een uitkering, door illegale tewerkstelling ontoelaatbaar.

Vraag 7
Hoe schat u de kans in dat een belangrijk deel van de Oost-Europeanen die hier geen baan kunnen vinden, met het sofi-nummer via de Kamer van Koophandel gewoon een eigen klusbedrijfje zullen beginnen? Zodat zij zich niet meer aan de CAO hoeven te houden als het gaat om hun eigen arbeid? Hoe ziet u deze ontwikkeling in het licht van de concurrentie van deze bedrijfjes met het reguliere bedrijfsleven?

Antwoord vraag 7
Reeds sinds de associatieverdragen met de MOE-landen in 1993 is het voor inwoners uit de Midden- en Oost-Europese landen mogelijk om in Nederland als zelfstandige zonder personeel werkzaam te zijn. De mensen die deze behoefte hadden, hebben dit ook reeds gedaan.

4