Den Haag, 2 juni 2004
Vragen van het lid Bussemaker (PvdA) aan de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
over de magere resultaten van de Taskforce Jeugdwerkloosheid
1. Bent u op de hoogte van de uitspraken van de voorzitter van de Taskforce Jeugdwerkloosheid, Hans de Boer, over de magere resultaten van de Taskforce tot nu toe?
2. Wat is naar uw mening de reden dat er tot nu toe slechts 2377 extra jeugdbanen, een kwart minder dan de Taskforce zelf voorspelde, zijn vervuld?
3. Deelt u de mening van de voorzitter dat bij veel werkgevers de sense of urgency als het gaat om jeugdwerkloosheid ontbreekt?
4. Hoe denkt u dit gevoel van urgentie over te kunnen brengen als uit de cijfers blijkt dat ook bij de overheid zelf dit gevoel ontbreekt?
5. Kunt u aangeven hoeveel jongeren er op dit moment werkloos zijn en hoeveel jongeren er deze maand van school zullen komen? Bent u zich ervan bewust dat de jongeren die nu werkloos zijn, op de arbeidsmarkt zullen worden verdrongen door de jongeren die de komende tijd van school komen?
6. Deelt u de mening dat de overheid meer zou moeten investeren in banen en scholing om zo een daad te stellen waardoor ook andere werkgevers meer jeugdbanen zullen creëren?
7. Op welke andere manieren kan de overheid een meer aanjagende rol kunnen spelen?
8. Deelt u de mening dat de overheid een nationaal convenant moet sluiten met werkgevers, vakbeweging en opleidingsinstituten voor het creëren van leerwerktrajecten, zodat er een nationaal opleidingsplan voor de niet-opgeleide jeugd komt?
9. Kunt u de Kamer op de hoogte houden rond de vorderingen en resultaten van dit convenant?
Het financieel dagblad 2 juni 2004, Metro 2 juni 2004 en de Volkskrant 2 juni 2004.
---
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Partij van de Arbeid