Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk
ASEA/AEV/37568

Onderwerp Datum
Effecten van niet-doorgaan loonmatiging 2 juni 2004

Tijdens de regeling van werkzaamheden heeft het Kamerlid Verburg gevraagd, welke gevolgen het uitblijven van loonmatiging kan hebben voor de Nederlandse economie.

Het Centraal Planbureau heeft in een notitie van 15 oktober 2003 aangegeven welke effecten loonmatiging in 2004 en 2005 heeft op economische grootheden als het BBP, de werkgelegenheid, werkloosheid en EMU-saldo. In deze notitie wordt uitgegaan van 0,5%-punt matiging in 2004 en nog eens 1,5%-punt matiging in 2005. Deze matiging heeft vooral gunstige effecten voor werkgelegenheid (een stijging van 0,4% in 2005, oplopend tot 0,6% 2007) en voor de werkloosheid (een daling van 0,3%-punt in 2005 oplopend tot 0,5%-punt 2007). Deze effecten blijven buiten bereik indien de veronderstelde loonmatiging niet tot stand komt. Overigens hebben de Nederlandse groei- en werkgelegenheidscijfers in de jaren negentig laten zien hoe groot de effecten van een aanhoudende loonmatiging uiteindelijk kunnen zijn. Bij dit alles zij bovendien bedacht dat het belang van loonmatiging onder invloed van een verdere internationalisering van de wereldeconomie alleen nog maar kan toenemen.

Als blijkt dat het Najaarsakkoord wordt opgezegd of niet wordt nageleefd, zal het kabinet dit in relatie brengen met de volgende passage uit het Hoofdlijnenakkoord:

"Het algemeen verbindend verklaren van CAO's wordt niet ter discussie gesteld, ervan uitgaande dat de sociale partners de verantwoordelijkheid nemen om in de Stichting van de Arbeid goede afspraken te maken en deze na te komen."

2

Na ommekomst van de door de vakbeweging aangekondigde referenda onder de vakbondsleden en het daarop volgende besluit van de Stichting van de Arbeid over de uitkomsten van het voorjaarsoverleg, zal duidelijk worden of het Najaarsakkoord van november 2003 in stand blijft, en of men de gemaakte afspraken nakomt of niet.
Dan zal ook het instrument van algemeen verbindend verklaren van de loonafspraken al dan niet ter discussie komen te staan.

Met het oog daarop bereid ik momenteel de juridische en bestuurlijke vormgeving voor van een eventuele inzet van het instrument van algemeen verbindend verklaren met betrekking tot loonafspraken, met als uitgangspunt dat het kabinet ongewenste loonstijgingen niet zal ondersteunen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(mr. A.J. de Geus)