Gebruikelijke zorg
1 juni 2004
Gebruikelijke zorg en indicatie
Het College voor Zorgverzekeringen schreef de staatssecretaris op 27
mei onder meer over de uitwerking van gebruikelijke zorg bij de
indicatiestelling. Zij acht de monetarisering van de mantelzorg een
ongewenst effect van de toepassing Richtlijn gebruikelijke zorg. Zij
geeft daarbij de staatssecretaris twee maatregelen ter overweging:
Verruiming van het begrip gebruikelijke zorg. Daarmee zou
mantelzorg, meer dan nu, afdwingbaar worden.
Het opnemen van een bepaling in de PGB-regeling die het voor de
budgethouder onmogelijk maakt om inwonende familieleden in te huren.
In deze brief wordt overigens opgemerkt dat het vergoeden van
mantelzorg niet als volledig ongewenst kan worden gekwalificeerd.
Huisgenoten en andere mantelzorgers zien (gedeeltelijk) af van ander
betaald werk, waardoor zij deze zorg kunnen leveren en verzekerden in
veel gevallen niet zijn aangewezen op intramurale voorzieningen.
De voorgestelde bepaling die het voor de budgethouder onmogelijk maakt
om inwonende familieleden in te huren acht de Federatie van
Ouderverenigingen (FvO), waartoe ook het budgethoudersnetwerk Naar
Keuze hoort, uitgesloten. Voor budgethouders uit onze doel-groep is
dit juist de meerwaarde van het PGB en vaak ook bittere noodzaak omdat
gevestigde instanties niet bereid of in staat zijn de benodigde zorg
te leveren. Dit heeft de FvO per brief aan het CvZ laten weten.
Federatie van Ouderverenigingen