Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Antwoorden op kamervragen van het Kamerlid van Heemskerk over beleggingsactiviteiten van zorgverzekeraars (2030414310)

1.
Bent u bekend met de berichtgeving over zorgverzekeraars, waarbij de winstontwikkeling sterk afhankelijk is van beleggingen? 1)

1.
Ja. De betreffende berichtgeving is gebaseerd op de concernjaarverslagen, waarin de verantwoordingen van het ziekenfonds en de particuliere ziektekostenverzekeringen zijn geconsolideerd.

2.
Hoe zijn de grote verschillen in beleggingsresultaten in hetzelfde jaar te verklaren (-16 miljoen euro versus + 69 miljoen euro)?

2.
Dit betreft een zeer groot aantal mogelijke oorzaken. Ik noem er hier slechts twee: de vermogensomvang en de verhouding tussen de wettelijke vermogens (ZFW en AWBZ) en de private vermogens, waarvoor verschillende wettelijke regimes gelden. Ik ben alleen betrokken bij de uitvoering van de ZFW en de AWBZ. Het restant van mijn antwoord richt zich dan ook daarop.

3.
Hoe is het toezicht georganiseerd op beleggingsactiviteiten van zorgverzekeraars?

3.
Ik richt mij hier op de ZFW en AWBZ. Hiervoor geldt een uitgebreide wet- en regelgeving waarin grenzen zijn gesteld aan het minimale vermogen waarover een ziekenfonds moet beschikken, wat de maximale omvang van de wettelijke vermogens mag zijn en hoe deze vermogens belegd mogen worden. In de Regeling beleggingsvoorschriften ziekenfondsen (Stcrt. 2 november 2000, nr. 213, gewijzigd 4 juli 2001, nr. 126) heb ik regels gesteld met betrekking tot de belegging van gelden waarover ziekenfondsen beschikken. Op grond van deze regeling heeft het College voor zorgverzekeringen (CVZ) beleidsregels opgesteld voor de toepassing van deze regeling: de Regeling beleidsregels beleggingen ziekenfondsen (Strct. 6 september 2001, nr. 172, gewijzigd 29 september 2003, nr. 187). De beleidsregels beogen enerzijds om vanuit het publieke belang ongewenste risico's uit te sluiten en anderzijds de ziekenfondsen zoveel mogelijk de eigen verantwoordelijkheid te laten voor het financieel beheer. Het College van toezicht op de zorgverzekeringen (CTZ) houdt toezicht op de naleving van bovengenoemde beleggingsvoorschriften. Dat gebeurt via de door het CTZ jaarlijks bij alle ziekenfondsen uitgevoerde rechtmatigheidsonderzoeken, waarover het CTZ mij op grond van art. 1x1 ZFW rapporteert. Zonodig voert het CTZ daarnaast ook aanvullend onderzoek uit. Ten aanzien van de beleggingen van ziekenfondsen heeft het CTZ een zogenaamd Speerpuntenonderzoek Beleggingen en Solvabiliteit uitgevoerd, gevolgd door een vervolgonderzoek, en mij daarover gerapporteerd in respectievelijk februari en december 2003. De rapportages maken duidelijk in hoeverre de ziekenfondsen voldoen aan de beleggingsvoorschriften. Het CTZ constateert in zijn rapport van december 2003 dat ziekenfondsen de samenstelling van hun beleggingsportefeuille hebben aangepast aan de wettelijke voorschriften, zodat er op dat punt een duidelijke verbetering is opgetreden. Daar waar het CTZ nog gebreken constateert, treedt hij corrigerend op.

2

Daarnaast stelt het CVZ jaarlijks een Vermogens en -beleggingsrapportage op waarin de ontwikkeling in de vermogens en de beleggingen van ziekenfondsen wordt beschreven. Deze rapportage is gebaseerd op de financiële verantwoordingen van de ziekenfondsen. De rapportage over 2003 wordt naar verwachting in juni 2004 door het CVZ vastgesteld.

4.
Op welke wijze kan worden voorkomen dat slechte beleggingsresultaten kunnen leiden tot hogere premies, versmalling van het verzekerde ziektekostenpakket of kwalitatief mindere dienstverlening door de zorgverzekeraar in kwestie?

4.
De wet- en regelgeving omtrent de beleggingen heeft tot doel de vanuit het publieke belang ongewenste risico's uit te sluiten. Dit is geconcretiseerd door de eisen dat de minimaal vereiste solvabiliteit niet in gevaar mag komen door de beleggingsactiviteiten en dat over een periode van vijf jaar het resultaat op de beleggingen van de wettelijke middelen niet negatief mag zijn. Binnen deze kaders kunnen ziekenfondsen naar een zo hoog mogelijk beleggingsrendement streven. Naar mate zij hierin beter slagen zullen de premies minder snel hoeven te stijgen.
De omvang van het pakket is wettelijk bepaald. Het CTZ ziet erop toe dat de dienstverlening door de ziekenfondsen aan minimale standaarden voldoet. Wanneer een ziekenfonds (onder meer als gevolg van relatief slechtere beleggingsresultaten) zijn premies moet verhogen of zijn dienstverlening zal verminderen, zal dat tot een vertrek van verzekerden kunnen leiden en omgekeerd: het zogenaamde stemmen met de voeten. Dit is een onderdeel van het regelsysteem binnen de ZFW.

5.
Rapporteren zorgverzekeraars ook over de uitvoeringskosten van hun beleggingsactiviteiten? Zo ja, welke trends vallen hierbij waar te nemen? Zo neen, waarom niet?

5.
Ja, maar het is moeilijk hieruit een trend aan af te geven. Ik merk wel op dat een goed vermogensbeheer (met daarbij ook een grotere kans op positieve rendementen) beheersinspanningen vereisen. Daarnaast hebben ziekenfondsen zich in 2002 en 2003 moeten inspannen om hun beleggingen in overeenstemming te brengen met de gewijzigde wet- en regelgeving die tot doel heeft de vanuit het publieke belang ongewenste risico's te uit te sluiten.

6.
Worden de beleggingsresultaten vergeleken met andere zorgverzekeraars, of beleggingsinstellingen via benchmarks, of op basis van rendementen uit het verleden?

6.
Nee. In de Vermogens- en beleggingsrapportage van het CVZ wordt wel ingegaan op de verschillen tussen de verschillende ziekenfondsen.

7.
Op welke wijze kan het toezicht door College voor zorgverzekeringen (CVZ) en/of Pensioen- en verzekeringskamer (PVK) worden verbeterd?

7.
Ik zie op dit moment geen reden om aan de dringen op wijzigingen in de activiteiten van het CVZ (het stellen van beleidsregels en de signaleringsfunctie of het CTZ (het toezicht op de ziekenfondsen) op het punt van de beleggingen. De PVK heeft uitsluitend bemoeienis met de private verzekeringen, die buiten mijn directe verantwoordelijkheid vallen.

3

8.
Welke beleidsconclusies trekt u uit de fluctuerende beleggingsresultaten en het toezicht hierop?

8.
Geen.

9.
Weet de minister per zorgverzekeraar welk deel van de totale winst bestaat uit winst uit beleggingen?

9.
In hun financiële verslagen verantwoorden ziekenfondsen zich hierover. In de Vermogens- en beleggingsrapportage van het CVZ zal hieraan ook aandacht worden geschonken.

1) Financieel Dagblad, 25 april jl., "Beleggingen steunen resultaat VGZ".


---- --