Ministerie van Algemene Zaken


1red14400
04-06-2004, NOS, Gesprek met de minister-president, N.2, 18.50 uur

MINISTER-PRESIDENT BALKENENDE NA AFLOOP VAN DE WEKELIJKSE

MINISTERRAAD OVER HET MOGELIJKE KABINETSBESLUIT TOT VERLENGING


VAN HET MANDAAT IN IRAK, DE EUROPESE VERKIEZINGEN, EN DE POSITIE


VAN RUUD LUBBERS

MOGELIJKE VERLENGING MANDAAT IRAK

SCHILHAM:
Meneer Balkenende, het moment nadert dat u de knoop moet doorhakken. Blijven de Nederlandse militairen in Irak?


BALKENENDE:
Dat is een besluit dat we volgende week als ministerraad willen nemen. Zo'n besluit moet je uiteraard altijd zeer zorgvuldig voorbereiden.

SCHILHAM:
U heeft er vandaag over gesproken. Zijn de twijfels nou nog groot in het kabinet?


BALKENENDE:
Nee, maar er moet wel worden gelet op grote zorgvuldigheid bij de voorbereiding. Vandaag hebben minister Bot en minister Kamp ons bijgepraat over de laatste stand van zaken. En u weet dat bijvoorbeeld de betrokkenheid van de Verenigde Naties erg belangrijk is voor ons. Op het ogenblik ligt er een resolutie en die komt al in belangrijke mate tegemoet aan wat Nederland wil. En daar wordt over gesproken. Het gaat de goede kant uit.

SCHILHAM:
Maar wacht u echt op het moment waarop helemaal duidelijk is wat voor resolutie er komt?


BALKENENDE:
Op het ogenblik wordt er hard gewerkt binnen de Verenigde Naties. Op het ogenblik zijn wij bezig om te kijken hoe ver het er mee staat. Dat zal volgende week dan ook worden gewogen. Maar we moeten natuurlijk wel door naar de besluitvorming.

SCHILHAM:
Maar er is een hele grote kans dat die resolutie volgende week nog niet klaar is.


BALKENENDE:
Maar ik denk wel dat er dan een situatie is dat er een veel beter beeld ontstaat hoe er wordt gedacht. U weet dat landen als de Verenigde Staten, Engeland een belangrijke rol spelen. Frankrijk, Duitsland, China hebben hun eigen opvattingen. En op het ogenblik merken we dat de landen elkaar proberen te benaderen. Wat dat betreft is het ook goed dat we nog een aantal dagen hebben om te kijken hoe die ontwikkelingen zich gaan aftekenen.

SCHILHAM:
Maar u weet ook hoe ongewis de onderhandelingsprocessen bij de Verenigde Naties kunnen zijn. Dus als die resolutie er niet is volgende week vrijdag kunt u dan toch een verantwoord besluit nemen of de Nederlanders daar moeten blijven.


BALKENENDE:
Laten we nog niet gaan speculeren wat er nu precies gaat gebeuren met de resolutie van de Verenigde Naties. Wat er ligt is al goed. En op het ogenblik merk je dat landen proberen elkaar

te vinden. Dat gaat de goede kant uit en wat dat betreft is het ook goed dat we de komende dagen kunnen zien hoe het debat zich in de VN ontwikkelt.

SCHILHAM:
Maar als het Nederlandse kabinet volgende week vrijdag zegt: onze militairen blijven daar, en de resolutie is nog niet helemaal klaar, niet uitonderhandeld, dan heb je ook geen enkele invloed meer, want dan heb je je positie al bepaald.


BALKENENDE:
Laat ik nog niet speculeren over de precieze vormgeving van het besluit van het kabinet volgende week. We hebben trouwens ook altijd gezegd: de resolutie is zeer wenselijk, maar het is niet een 100-procentsvoorwaarde. Daar zijn we ook altijd eerlijk in geweest. Dat is een constante positie geweest van het Nederlandse kabinet. Maar ik ben wel blij hoe op het ogenblik het debat in de VN zich ontwikkelt.

SCHILHAM:
Gaat u voor volgende week vrijdag nog met Wouter Bos praten?


BALKENENDE:
Ik zal kijken wat wij volgende week zullen hebben aan contacten met deze en genen. U weet ook dat het een goed gebruik is om bij dit soort belangrijke onderwerpen niet alleen te spreken met de regeringspartijen. Wat dat betreft zal ook een gesprek met de heer Bos plaats kunnen vinden. Maar zoals gezegd, dat zullen we even moeten bekijken.

SCHILHAM:
Maar hij kan een uitnodiging op het Torentje verwachten? Want u heeft altijd gezegd: het is mij een lief ding waard dat de PvdA ook meedoet aan dit besluit. Of in ieder geval zich er achter kan scharen.


BALKENENDE:
Ik hoop oprecht dat er sprake kan zijn van een zo breed mogelijk draagvlak wanneer we zouden besluiten om de missie in Irak te verlengen. Niet alleen steun van regeringspartijen, maar ook steun van oppositiepartijen als het kan. Maar dat moet ook mogelijk worden gemaakt. Ik hoop ook dat de ontwikkelingen binnen de Verenigde Naties bij de PvdA er toe zullen leiden dat men ook daar oog voor heeft. Maar goed, zoals gezegd, dat zullen we volgende week moeten afwachten.

SCHILHAM:
Maar bent u dan zelfs bereid om in uw besluitvorming rekening te houden met de wensen van de PvdA als u het zo belangrijk vindt dat ook de oppositie een besluit steunt?


BALKENENDE:
Ik moet natuurlijk afwachten wat er gaat gebeuren. Er zijn wel eens momenten geweest dat de heer Bos heeft gezegd: het is genoeg geweest. Tegelijkertijd zijn er ook weer signalen dat men zegt: wat zal de VN gaan doen? Dat zullen we af moeten wachten wanneer wij klaar zijn met onze voorbereiding. Het is ook niet zo dat je als kabinet je besluitvorming afhankelijk kan laten zijn van de grootste oppositiepartij. Maar je probeert elkaar wel te overtuigen. Wat dat betreft hoop ik ook dat de PvdA goed nagaat wat er op het ogenblik afspeelt binnen de VN.

SCHILHAM:
Is het eigenlijk toeval dat het besluit nu valt een dag na de Europese verkiezingen van volgende week donderdag?


BALKENENDE:

Nee, dat heeft geen overweging gespeeld, want als eerder grote mate van duidelijkheid zou zijn geweest bij de VN, dan had je mogelijk de zaak al eerder aan de orde kunnen krijgen. Ik denk dat de week die we nu hebben echt wel winst is ten aanzien van de zorgvuldigheid van de voorbereiding.

SCHILHAM:
Ik zou wel een reden kunnen bedenken. Namelijk omdat het een heel gevoelig besluit is en dan is het misschien een beetje riskant om te nemen in een tijd met verhoogde politieke spanning, namelijk door de campagne.


BALKENENDE:
Ik geloof niet dat u van dit kabinet kunt zeggen dat we bang zijn voor besluiten. Datgene wat gedaan moet worden, dat wordt ook gedaan. Daar zijn we ook eerlijk in. We staan voor grote en belangrijke uitdagingen. Er moeten soms moeilijke beslissingen worden genomen. En wij zijn niet een kabinet dat zaken vooruit schuift. Dat doen we ook niet met dit onderwerp, maar wanneer op het ogenblik iedereen binnen de VN hard werkt aan de nieuwe resolutie, dan is het ook goed om als kabinet daar rekening mee te houden.

EUROPESE VERKIEZINGEN

SCHILHAM:
We hadden het over de campagne voor de verkiezingen volgende week donderdag. Heeft u het idee dat de dingen die we binnenlands politiek zien, de manoeuvres, iets te maken hebben met de campagne. Bijvoorbeeld VVD-fractieleider Van Aartsen die dreigt het kabinet op te blazen, de oppositie die felle verwijten maakt over de oplopende werkloosheid, twee oppositiepartijen die minister Donner naar huis willen sturen. Heeft dat allemaal iets te maken met die campagne?


BALKENENDE:
We weten natuurlijk allemaal dat voor verkiezingen de politieke temperatuur wat begint op te lopen. Wanneer je bijvoorbeeld een debat hebt over de werkgelegenheid, wanneer doe je dat? Dat gebeurt bij de Algemene Politieke Beschouwingen in september. Dan praat je over de algemene beleidslijnen. En dan is het nu misschien een wat willekeurig moment. Kijk, ik ben natuurlijk altijd graag bereid om over de werkgelegenheid te praten, omdat het gaat om mensen. Om zorg die bij families bestaat wanneer je baan verloren gaat. En dat is wat dat betreft een reden om zeer alert te zijn. Daarom zijn we ook met beleid bezig om zaken vooruit te komen. Dan heeft de heer Bos gezegd: ik ga het kabinet voorhouden dat het niet goed gaat. En dan zie je soms wat merkwaardige ontwikkelingen. De heer Bos zegt bijvoorbeeld: ik ga wel akkoord met wat hogere looneisen van de kant van de vakbeweging. Dat is niet goed, want als de loonontwikkeling oploopt, dan zul je zien dat dat niet goed is voor de werkgelegenheid, niet goed voor de concurrentiepositie, ook niet goed voor de solidariteit. En tegelijkertijd zegt de heer Bos dan: ik ga wel akkoord met een zekere loonsverhoging, en dan moet de overheid weer de loonkosten gaan compenseren. Dat is eigenlijk een dubbel signaal. En dat is een beetje merkwaardig.

SCHILHAM:
U praat er nu enigszins laconiek over. Het viel me op in het debat dat u heel erg geraakt was door het verwijt van de oppositie dat dit kabinet de werkgelegenheid doelbewust zou schaden. Waarom heeft u daar niet wat schouder-op-halend op gereageerd met de gedachte: ach, het is campagnetijd?


BALKENENDE:
Er worden soms wel heel grote woorden gebruikt. Ik hoorde dat de heer Bos bijvoorbeeld gisteren Duitsland zou hebben gezegd dat deze regering de verzorgingsstaat afbreekt.

SCHILHAM:
Dat is toch ook campagnetaal.


BALKENENDE:
Ik vind dat eerlijk gezegd een karikatuur van de werkelijkheid. Wij zien onder ogen de problemen waar Nederland voor staat. En iedereen weet dat als je een behoorlijk financieringstekort hebt, als bedrijven op het ogenblik voor een belangrijk deel failliet gaan. Er gebeurt te veel in Nederland. Daar kun je je ogen niet voor sluiten. En dan kun je nooit zeggen dat je een verzorgingsstaat aan het kapot maken bent. Dat vind ik wel verkiezingstaal die eigenlijk niet helemaal past bij de waardigheid die het politieke debat zou moeten hebben.

SCHILHAM:
Hoe spannend zijn die verkiezingen volgende week eigenlijk voor u? Want hoe je het ook wendt of keert het is toch een soort eerste beoordeling door de kiezer van dit kabinet. Al gaat het natuurlijk over Europa.


BALKENENDE:
De beoordeling van dit kabinet zal gebeuren bij de volgende verkiezing. Wij zijn nu druk bezig om onze agenda voor de toekomst handen en voeten te geven. Om de zaak in de steigers te zetten. Ik ben ingenomen met het feit dat tal van onderwerpen die zijn blijven liggen, het debat over de toekomst van de gezondheidszorg, de WAO, de administratieve lasten voor bedrijven, het is knap lastig als ondernemer om te opereren, al die zake zijn we nu stevig op de agenda aan het zetten. We zijn daar hard mee aan de slag. En we moeten erop worden beoordeeld wanneer er volgende verkiezingen in Nederland zijn.

SCHILHAM:
Gaat er dan helemaal geen signaal uit van die verkiezingen van volgende week? U denkt toch niet dat alle mensen zich laten leiden bij hun stemgedrag door wat de Europese lijsttrekkers allemaal doen?


BALKENENDE:
Het is wel mijn taak als minister-president om nog eens goed aan te geven dat het gaat om Europese verkiezingen. En ik vind ook heel goed dat er een debat over Europa plaats vindt. De goede dingen en die dingen waarvan je zegt: Dat zal anders moeten. Een levendig Europees debat is ook nodig, want we weten dat onze toekomst in Europa ligt. Processen van uitbreiding van de EU, de toekomst van de Europese economie, de strijd tegen terrorisme, dat zijn onderwerpen die de burgers gewoon raken. En dan zeg ik: Laten we alsjeblieft zorgen dat het debat daar over gaat.

SCHILHAM:
Stel dat u donderdag steun in de rug krijgt van de kiezer, dan zegt u ook niet volgende week vrijdag: Ziet u wel, we zitten op de goede weg als kabinet?


BALKENENDE:
Peilingen gaan op en neer. Ik heb altijd gezegd: Je moet je niet laten leiden door peilingen. Je moet je laten leiden door de belangen van Nederlandse mensen. Dat is wat je te doen staat. En ook bij deze verkiezingen ­ hoe de uitkomst ook is en voor welke partij ­ we moeten goed onder ogen zien: het zijn Europese verkiezingen en de beoordeling van de kiezer, dat zal gebeuren bij de volgende Tweede Kamerverkiezingen.

RUUD LUBBERS

SCHILHAM:
U heeft contact gehad met de VN-baas, Kofi Annan, van de week om over die positie te praten. Heeft u daaruit de indruk gekregen hoe het gaat aflopen?


BALKENENDE:
Nee. U kunt zich voorstellen dat een minister-president veel contacten heeft met zijn collega's , maar ook met de SG van de VN. Ik heb hele goede contacten met de heer Annan. Toen ik hem aan de lijn had om ook over andere onderwerpen te spreken, heb ik wel gewezen op het belang van een zekere snelheid bij het onderzoek omdat niemand gebaat is met een lange duur daarvan. Dus wat dat betreft heb ik nog wel eens onderlijnd het belang van snelheid, maar uiteraard bemoei ik me niet met de inhoud van het onderzoek.

SCHILHAM:
U zag ook schade opdoemen voor Nederland van dat langdurige onderzoek?


BALKENENDE:
Nederland denk ik als land niet direct. Lubbers is iemand die zich volledig inzet voor het lot van vluchtelingen. Op het ogenblik moeten we afwachten wat uit het onderzoek komt. Uiteraard voor de persoon van de heer Lubbers, uiteraard voor de organisatie de UNHCR. Het raakt ook anderen. En wat dat betreft ben je gebaat met snelheid. Toen ik de heer Annan aan de lijn had, heb ik ook gezegd: Het is van belang dat er snel duidelijkheid komt. Maar over de inhoud daar hebben we het natuurlijk niet over gehad, dat kon ook nog niet.

SCHILHAM:
Ziet u het goed aflopen?


BALKENENDE:
Ik ga nu niet speculeren op de uitkomst. Ik merk vandaag ook weer in een krant dat er al speculaties zijn over mogelijke uitkomsten van het onderzoek. Ik constateer alleen dat er geen enkele bevestiging van de geruchten zijn. Ik wil gewoon afwachten wat uit het onderzoek komt. En dan kunnen we de zaak verder bekijken. Maar niet nu. (Letterlijke tekst, ongecorrigeerd, MT / GB)