AEDES

Huurders in geliberaliseerde sector niet rechteloos

'Huurders in geliberaliseerde woningen zijn niet rechteloos. Ook voor hen geldt de huurbescherming uit het Burgerlijk Wetboek, en als een verhuurder zich daar niet aan houdt, dan heeft die een probleem. Waarom zou het algemeen overeenkomstenrecht niet toereikend zijn voor het wonen?' Dit zegt Aedes-voorzitter Willem van Leeuwen morgen tijdens de ontvangst van het Woonbondonderzoek over huurders in de geliberaliseerde sector.

Huurders in de geliberaliseerde sector hebben gewoon een huurcontract. Huurbescherming geldt ook voor hen. De zogenaamde liberalisatie gaat alleen over de huurprijs. Het betekent dat een verhuurder meer vrijheid heeft om de huurprijs vast te stellen. Per saldo zal dat neerkomen op een meer marktgerichte prijs voor een geliberaliseerde woning. Overigens gelden delen van de huurprijsregels evengoed in de geliberaliseerde sector, onder andere de mogelijkheid van toetsing van de huurprijs.

Huurprijsbescherming is een interventie in de markt. Bij schaarste is het goed om mensen op deze manier te beschermen voor schaarste-huurprijzen. Maar huurprijsbescherming is er niet omdat mensen niet voor zichzelf zouden kunnen zorgen. Waar mensen dat wel kunnen, en waar de markt haar werk kan doen, vervalt de noodzaak van die regeling.

Het Woonbondonderzoek verwart overigens nogal gemakkelijk betaalbaarheid van het wonen met vrijheid in het uitgavenpatroon. Primaire levensbehoeften worden in het onderzoek gelijk gesteld aan vakanties en andere luxe uitgaven. Het is uiteraard de verantwoordelijkheid van de mensen zelf om daarin heldere keuzes te maken. Het kan niet zo zijn dat huurwoningen over de gehele linie beneden de kostprijs worden verhuurd omdat de bewoners anders hun uitgavenpatroon moeten aanpassen.

Mensen die een huurcontract afsluiten voor een geliberaliseerde woning worden geacht te weten wat ze doen. Als blijkt dat ze dat niet weten, dan kan gedacht worden aan het verbeteren van de voorlichting erover. Het liberaliseren van huurprijzen in lopende contracten, zoals voorgesteld in de uitgangspuntennotitie van minister Dekker van VROM, vergt vanzelfsprekend een aparte en zorgvuldige overgangsregeling.

Aedes heeft kanttekeningen bij een aantal elementen uit het Woonbondonderzoek, maar de thematiek is belangrijk genoeg om er aandacht aan te schenken. Aedes ziet evenwel geen aanleiding om te stoppen met de voorzichtige liberalisering van een deel van de huurwoningen, daar waar de context het toelaat. Meer geliberaliseerde woningen betekent meer marktwerking. Vanzelfsprekend zal daarbij de Woonbond zich als consumentenorganisatie sterker kunnen manifesteren, in een gezond stelsel van checks and balances.

EINDE PERSBERICHT