Universiteit Twente

De wasmachine aan het internet

Elk apparaat straks zijn eigen webserver?
Met het internet zijn straks vooral apparaten verbonden die we niet eens meer als computer herkennen. Dagelijkse gebruiksvoorwerpen, deursloten, netwerken van minuscule sensoren, allemaal met ingebouwde webservers. Ze communiceren `ad hoc' en zo mogelijk draadloos met elkaar. Juist om dat voor de gebruiker zo vanzelfsprekend mogelijk te laten plaatsvinden, is er achter de schermen een hoop coördinatie nodig. Ook zijn afgeslankte communicatieprotocollen nodig om het energieverbruik binnen de perken te houden. Dat stelt prof.dr.ir. Boudewijn Haverkort in zijn intreerede `Verborgen Verbonden' als hoogleraar Ontwerp en Analyse van Communicatiesystemen aan de Universiteit Twente. Haverkort houdt zijn rede op 10 juni. "Het verdwijnproces zet zich in," aldus Haverkort: nu al zijn op veel plaatsen embedded systemen te vinden die veel functies herbergen in hard- en software. Vooral de `networked embedded systems' zijn aan een opmars begonnen, nu al in de auto bijvoorbeeld. Huidige functionaliteit zal steeds meer worden geïntegreerd. De gebruiker boeit het niet of hij een muziekbestand afspeelt dat in zijn directe omgeving is opgeslagen, of dat ergens van een computer in Australië gehaald moet worden. De vanzelfsprekendheid die de gebruiker wil ervaren, vertaalt zich daardoor in een grote complexiteit `achter de schermen'.
Elke byte telt weer
Bij de vroege computers telde iedere byte, omdat geheugen erg duur was. Programmeurs waren getraind in zeer zuinig programmeren. Nu begint opnieuw iedere byte te tellen. Geheugen is weliswaar spotgoedkoop, maar wat nu gaat tellen is het energieverbruik. De batterij ontwikkelt zich veel langzamer dan de geheugens en processoren. Met name voor mobiele toepassingen is zuinig ontwerpen en zuinig communiceren het devies. Dat is ook een reden voor het maken van ad hoc verbindingen: elke sensor heeft zelf een beperkt bereik maar draagt de informatie over aan zijn buren. Coördinatieproblemen alom, voorspelt Haverkort.
Revolutie
Of het TCP/IP-protocol daarbij nog lang van dienst zal zijn, is ook de vraag. De versie 4 versie van het protocol is nog steeds in gebruik, maar heeft wel beperkingen, zoals een limiet van vier miljard internetadressenadressen. Van de versie 6 (IPv6) is veel verwacht, maar de geplande revolutie is volgens Haverkort uitgebleven. Naar de prestaties van TCP/IP wordt veel onderzoek gedaan. Het lijkt dat er "niets anders is", maar in de vroege dagen van telefonie leek er ook nooit iets anders te zijn dan circuitschakeling, waarbij voor elk gesprek een verbinding wordt gereserveerd.
Voor al deze ontwikkelingen blijven opleidingen nodig waarin een gedegen methodische en systeem-gerichte basis wordt gelegd, concludeert de hoogleraar. Zonder zo'n basis waren de bedenkers van Google bijvoorbeeld ook nooit groot geworden. Toepassingsgerichte vakken mogen populairder zijn, en het opleuken van de opleidingen mag meer studenten trekken, maar het eindniveau moet toch doorslaggevend zijn, aldus Haverkort.
Noot voor de pers
Prof.dr.ir. Boudewijn Haverkort is als hoogleraar verbonden aan de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica van de Universiteit Twente. Zijn onderzoek maakt deel uit van het Centrum voor Telematica en Informatietechnologie (CTIT). De integrale tekst van zijn rede is beschikbaar.
Contactpersoon voor de pers: ir Wiebe van der Veen, tel (053) 4894244, email w.r.vanderveen@utwente.nl

Laatst gewijzigd op 09-06-2004 © Universiteit Twente Printversie