http://www.minszw.nl
MIN SZW: Toespraak minister De Geus
Nr. 2004/125
10 juni 2004
Embargo:
10 juni 2004 tot
16.45 uur
Minister De Geus: Meer ondernemers aan de slag.
Het is in het belang van de werkgelegenheid dat meer mensen in
Nederland kiezen voor het zelfstandig ondernemerschap. Ook mensen met
een uitkering en ouderen zouden vaker voor zichzelf kunnen
beginnen.
Minister De Geus wees erop dat allochtone Nederlanders eerder geneigd
zijn een eigen bedrijf te starten dan autochtonen. Het aantal
bedrijven van etnische ondernemers groeit sterk. Maar in totaal is het
aantal startende ondernemers in Nederland vorig jaar gedaald, terwijl
het in de andere Europese landen juist is toegenomen.
Toespraak door minister mr. A.J. de Geus van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid op het jaarcongres van de Werkgeversvereniging AWVN op
10 juni 2004 in Lelystad.
Het thema dat u vandaag op uw congres behandelt, arbeidsparticipatie,
ligt mij na aan het hart. Ik vind het een goede zaak dat ook u
arbeidsparticipatie ziet als een onderwerp dat aandacht verdient.
Inderdaad, 'Wie slim is doet mee'. Want als het gaat om de broodnodige
toename van het aantal mensen dat betaald werk verricht, spelen
werkgevers een belangrijke rol.
Ondernemers ontplooien activiteiten die werk en welvaart scheppen. In
2002 kwam de helft van de 120.000 nieuwe banen die in dat jaar werd
gegenereerd door mensen die voor het eerst een bedrijf opzetten, bij
starters dus. De samenleving kan niet buiten het scheppend vermogen
van ondernemers. Toch zijn die ondernemers relatief schaars. Want de
meeste jongeren kiezen als ze van school komen voor de ogenschijnlijk
veel grotere zekerheid van het werknemersbestaan.
Slechts vijf procent van de beroepsbevolking in Nederland denkt erover
in de nabije toekomst een bedrijf op te zetten. De animo voor
zelfstandig ondernemerschap is niet alleen in Nederland, maar in heel
Europa veel geringer dan in Amerika. En in Europa zit Nederland met
het aantal initiatieven voor een eigen onderneming een stuk onder het
gemiddelde.
In Nederland is een loopbaan als werknemer de norm. Ondernemer worden
is uitzondering. Dat is jammer. Want u weet hoe mooi, spannend,
dynamisch en ook bevredigend het ondernemersbestaan doorgaans is.
Ondernemen is voor Amerikanen veel vanzelfsprekender dan voor
Europeanen. Dat blijkt als we kijken naar wat er gebeurt met mensen
die hun eigen bedrijf op willen zetten. Twee keer zoveel Europeanen
als Amerikanen raken tijdens dat proces ontmoedigd en staken hun
poging een bedrijf te starten. Dat heeft te maken met de grotere angst
in Europa om failliet te gaan. Amerikanen stappen luchthartiger over
een faillissement heen dan Europeanen.
Bovendien werpen we in Europa hogere drempels op met een
administratieve lastendruk die hier hoger is, is er minder
risicokapitaal beschikbaar en zijn de lasten voor sociale zekerheid
bij ons hoger dan in Amerika.
Meestal heb ik het, als het gaat over de verhoging van het aantal
mensen dat werkt, over drie groepen. Over oudere werknemers die langer
door moeten werken. Over de arbeidsdeelname van vrouwen die nog toe
kan nemen. Over mensen met een arbeidshandicap die onvoldoende
deelnemen aan het arbeidsproces. Drie groepen mensen die we moeten
stimuleren langer door te werken of weer te gaan werken.
Want we moeten ons niet op het verkeerde been laten zetten door de
werkloosheid waarmee we sinds enkele jaren te maken hebben. Eerder dan
u misschien verwacht zullen vergrijzing en ontgroening toeslaan op de
arbeidsmarkt. Het zal dan moeilijk worden vacatures vervuld te
krijgen.
Daarom is het goed nu te proberen de jongeren die dreigen uit de boot
te vallen op stage- of werkervaringsplaatsen te krijgen, zodat ze
straks volledig inzetbaar zijn. Want we hebben die jongeren dringend
nodig om de vergrijsde samenleving betaalbaar te houden.
Maar vandaag wil ik het hebben over mensen zoals u. Ondernemers. Er
moeten meer ondernemers aan de slag op onze arbeidsmarkt.
De komende acht jaar zijn er tenminste 120.000 nieuwe ondernemers
nodig. Omdat er 120.000 ondernemers zijn die de komende acht jaar
stoppen en hun bedrijf over willen dragen. Voor een goede overdracht
is ongeveer drie jaar nodig. Er zal in Nederland de komende jaren dus
flink moeten worden geïnvesteerd in het overdragen van
ondernemerschap.
Maar daarmee hebben we nog niet méér ondernemers in Nederland. Ik vind
het van belang te bevorderen dat er meer mensen kiezen voor het
bestaan als zelfstandig ondernemer.
Ondernemerschap niet alleen van de traditionele groepen. Maar ook en
in toenemende mate ondernemerschap van de mensen die minder
gemakkelijk als werknemer aan de slag komen. Zoals sommige ouderen. De
laatste jaren neemt het aantal ouderen onder starters gelukkig toe. En
in een aantal sectoren is zelfs meer dan de helft van de zelfstandigen
zonder personeel boven de 45.
Ondernemerschap ook vanuit de bijstand. We hebben regelingen die
voorzien in financiële hulp voor mensen in de bijstand die een eigen
bedrijf willen beginnen. Toch kiezen jaarlijks minder dan tweeduizend
mensen ervoor de bijstand te verlaten via de weg van het
ondernemerschap.
Ondernemerschap van gedeeltelijk arbeidsgeschikten. Ook voor mensen
met een arbeidshandicap kan zelfstandig ondernemerschap een goede
keuze zijn om een herstart te maken op de arbeidsmarkt.
Ondernemerschap van etnische groepen. Veel allochtonen zijn veel
eerder geneigd hun eigen bedrijf te starten dan autochtone
Nederlanders. Vooral landgenoten van Turkse, Chinese en Hindoestaanse
afkomst beginnen vaker hun eigen onderneming dan onze traditionele
landgenoten. Het aantal bedrijven van etnische ondernemers is de
afgelopen jaren gegroeid: van 12.000 in 1990 naar bijna 25.000 in het
jaar 2000.
Veel allochtonen zien het ondernemerschap niet alleen als een manier
om de kost te verdienen, maar ook als een goede manier om hun
onderwijsachterstand of hun taalachterstand te overwinnen. Opvallend
is ook het grote aantal allochtone vrouwen dat een eigen bedrijf
start.
Maar als ik hier de zaal inkijk, dan heb ik niet de indruk dat ik
vandaag de Allochtone Werkgeversvereniging Nederland toespreek. De
vraag is of een van mijn opvolgers ooit het woord zal voeren voor een
volle zaal met leden van de Allochtone Werkgeversvereniging
Nederland.
Ik vind trouwens ook niet dat er een aparte werkgeversvereniging voor
allochtonen moet komen. Maar het zou wel goed zijn als
werkgeversverenigingen in de toekomst een wat kleurrijkere aanblik
bieden dan vandaag de dag.
Organisaties als de Werkgeversvereniging AWVN zijn tamelijk onbekend
in allochtone kringen. De allochtoon die een eigen bedrijf begint
maakt meestal gebruik van het eigen netwerk. Voor startkapitaal doet
de allochtoon vaak een beroep op de eigen familie of op een allochtone
bank.
Etnische ondernemers maken amper gebruik van de kennis en
mogelijkheden van Kamers van Koophandel, zijn zelden aangesloten bij
winkeliersverenigingen of werkgeversorganisaties en zitten zelden op
bedrijventerreinen.
De branche-organisaties van hun kant hebben zich tot nu toe weinig
ingespannen om allochtone ondernemers te werven.
Het aantal ondernemers is de afgelopen tien jaar toegenomen en
bedraagt op het ogenblik een kleine elf procent van de Nederlandse
beroepsbevolking. Daarmee nemen we in Europa een gemiddelde positie
in. Maar in Nederland is vorig jaar het aantal startende ondernemers
gedaald, terwijl dat aantal starters in veel andere Westerse landen
juist toenam.
We moeten ons in Nederland inspannen om te bevorderen dat meer mensen
een eigen onderneming beginnen. We werken daar al aan door de
administratieve lasten te verminderen. Meer dan tot nu toe zullen we
ondernemerschap moeten bevorderen voor mensen die een uitkering
ontvangen. UWV en gemeenten zouden meer gespitst moeten zijn op
ondernemerschap als alternatief voor een baan.
Voor ouderen kan ondernemerschap een goed alternatief zijn voor
vervroegde uittreding. We gaan onderzoeken waarom ouderen niet veel
vaker een eigen bedrijf beginnen. We willen belemmeringen wegnemen en
onderzoeken hoe we het ondernemerschap voor ouderen aantrekkelijk
kunnen maken.
Geen vrij baan voor alle vrije jongens - en meisjes - zonder ook maar
de geringste bemoeienis van de overheid. Wel willen we voor beginnende
ondernemers zoveel mogelijk knelpunten en hindernissen wegnemen. In
het belang van een goedfunctionerende arbeidsmarkt.
- LET OP EMBARGO -
10 jun 04 16:45
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid