Ingezonden persbericht


Open brief van Landschap Noord-Holland
aan de leden van Provinciale en Gedeputeerde Staten van Noord-Holland

Er is de afgelopen dagen nogal wat commotie ontstaan over het uitmaaien van jonge nog niet vliegvlugge weidevogeljongen. De Stichting Landschap Noord-Holland wil graag haar standpunt kenbaar maken en enkele oplossingen aandragen.

Inleiding
Landschap Noord-Holland wil geen 'oorlog' tussen natuurbeschermers en boeren. We achten boeren juist van groot belang om de weidevogelwaarden in Noord-Holland in stand te houden. Zonder boeren en hun agrarische werkzaamheden zien we geen toekomst voor de bedreigde grutto, watersnip, zomertaling en kemphaan. Met name voor de grutto hebben we in Noord-Holland een bijzondere verplichting, een aanzienlijk deel van de wereldpopulatie broedt immers in onze provincie. Landschap Noord-Holland wil graag een rol spelen bij het oplossen van de problemen. Wij hebben een positie tussen boeren, weidevogelvrijwilligers en natuurorganisaties in en zijn bovendien beheerder van enkele belangrijke weidevogelreservaten.

Weidevogelbescherming
Sinds 1994 coördineert Landschap Noord-Holland de vrijwillige weidevogelbescherming in Noord-Holland. In Waterland hebben we dit gedelegeerd aan de Vereniging Agrarisch Natuurbeheer Waterland. In 2003 beschermden 1.066 vrijwilligers bij 822 agrariërs de weidevogellegsels op bijna 20.000 hectare grasland. Heel veel boeren hebben hart voor weidevogels en vaak worden op vrijwillige basis extra inspanningen gedaan om weidevogels te beschermen. Vrijwilligers spelen een belangrijke rol in het enthousiasmeren van de boer.
Aanvankelijk richtte de weidevogelbescherming zich vooral op het beschermen van legsels. Nu is er ook steeds meer aandacht voor het uitvliegen van de jongen. We werden daartoe aangezet door een SOVON-onderzoek uit 2001 waaruit bleek dat de geringe overlevingskans van gruttojongen een belangrijke rol speelt bij de achteruitgang van de gruttopopulatie.

Oorzaken van het probleem
Ondanks de samenwerking tussen boeren en natuurbeschermers, moeten wij vaststellen dat de huidige aanpak haar tekortkomingen kent. Dit blijkt vooral wanneer de kuikens het nest verlaten en in diezelfde periode wordt gemaaid. Aan de problemen die nu uitvergroot in de pers komen, liggen de volgende algemene oorzaken ten grondslag:
* Weilanden worden beter ontwaterd, waardoor er eerder gemaaid kan worden. Vaak al in de eerste week van mei.
* Door betere bemesting is er een snellere grasgroei. * Er wordt nu massaler gemaaid, grote stukken tegelijk door vele boeren tegelijk.
* Er wordt door verbetering van machines sneller gemaaid. * Het percentage maailand neemt toe ten opzichte van beweid land. * Boeren moeten steeds economischer produceren.
* Het nog niet adequaat zijn van de regelgeving van het Rijk. Bij het maaien wordt een deel van de jonge vogels gedood en er is na het maaien ook minder voedsel en geen dekking aanwezig. Dit geldt vooral voor jonge kuikens.

Mogelijke oplossingen

Verbeteren van het mozaïekbeheer
Het organiseren van mozaïekbeheer kan binnen agrarische natuurverengingen wordt nog onvoldoende in praktijk gebracht. De belangrijkste reden die hiervoor wordt aangedragen is dat boeren onvoldoende worden gecompenseerd voor hun productieverlies. Het optimaliseren van het mozaïekbeheer kan door gebiedsgerichte gruttoplannen. Natuurbeheerders, boeren en vrijwilligers kijken per gebied, welk beheer noodzakelijk is, wat de beheerskosten zijn en hoe dat gefinancierd kan worden.
Ondersteuning van die vrijwilligers blijft dan noodzakelijk. Met het wegvallen van het rijksbudget is de basisondersteuning verminderd. Extra budget is nodig om naast nestbescherming ook hulp te verlenen bij voorlichting en beschermingsacties voor weidevogeljongen.

Gedragscode
In navolging van 'Het Bosschap' die een gedragscode heeft opgesteld (ondertekend door de minister van LNV) voor het beheer van bossen, kan een gedragscode worden gemaakt voor gesubsidieerd weidevogelbeheer. Het opstellen daarvan moet in nauw overleg met agrariërs. Ons voostel is dat in deze gedragscode staat dat de beheermaatregelen zo min mogelijk verstoring te weeg moeten brengen tijdens het hele traject van nestvorming: leggen van eieren, uitkomen en vliegvlug worden van kuikens.
Voor het opstellen van zo'n gedragscode zijn agrariërs, agrarische natuurverenigingen, natuurbeheerders, vogelbescherming en het Ministerie van LNV belangrijke partijen.

Veenweidepakket in Programma Beheer
De tekortkomingen in het weidevogelbeheer, met name daar waar het gaat om de kuikenbescherming, moeten ook binnen de subsidieregeling Programma Beheer opgelost worden. Programma Beheer omvat de landelijke Subsidieregeling Natuur (SN) en de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN). In het nog te ontwikkelen veenweidepakket, moet behoud en herstel van weidevogelpopulaties een belangrijke opdracht zijn. De bovengenoemde gedragscode voor weidevogelbeheer, dient onlosmakelijk aan dit pakket verbonden te zijn. Daardoor kunnen werkzaamheden tijdens de kuikenperiode niet meer plaatsvinden, tenzij dit onder begeleiding gebeurt. Programma Beheer houdt nu onvoldoende rekening met de bescherming van nesten en kuikens. Zo kent de subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer twee pakketten weidevogelgrasland waarbij op 1 of 8 juni mag worden gemaaid. Er kunnen dan nog veel kuikens aanwezig zijn. Daarnaast is het de subsidieaanvragers toegestaan om tijdens de periode dat de kuikens uitkomen en zelfs tijdens de broedperiode, een deel van het grasland te maaien of te begrazen. Ook hier bestaat geen verplichting de kuikens of eieren te beschermen. Gelukkig zijn er steeds meer boeren die hier vrijwillig aan mee werken.
Het oplossen van de genoemde tekortkomingen bij de landelijke subsidiepakketten, is een belangrijke taak van de landelijke en van de provinciale politiek.

Onderzoek is nodig
Met klem willen wij vragen te onderzoeken waarom er voor de agrarische bedrijfsvoering vroeg gemaaid dient te worden. Ook de consequenties voor de bedrijfsvoering van het invoeren van een zorgplicht dient onderzocht te worden. Mogelijk dat aangesloten kan worden bij onderzoek dat nu wordt uitgevoerd in het kader van het project Nederland Gruttoland.

De rol van Landschap Noord-Holland
Landschap Noord-Holland zou graag het weidevogelbeheer willen optimaliseren met vrijwillige weidevogelbescherming, maar ook met reservaatbeheer en samen met boeren en natuurorganisaties. Bij het veranderen van de regelgeving en het opstellen van een gedragscode kan Landschap Noord-Holland een initiërende en stimulerende rol vervullen. We willen dit doen binnen het Nationaal Landschap Laag Holland.

Voor nader overleg kunt met mij u contact opnemen.

Met vriendelijke groet,

Jan Manderfeld,
directeur

Postbus 257
1900 AG Castricum
telefoon 0251-662244
fax 0251-673 559
e-mail info@landschapnoordholland.nl