College Bescherming Persoonsgegevens


16 juni 2004

Structureel toezicht op zorgverzekeraars noodzakelijk

Op verzoek van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) heeft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) geadviseerd over de nieuwe Zorgverzekeringswet. De Zorgverzekeringswet (Zvw) voorziet in een verplichte standaard zorgverzekering die onder meer eigen verantwoordelijkheid en marktwerking in de zorgsector moet bevorderen.

Het CBP adviseert de Minister een aantal onderdelen uit het wetsvoorstel aan te passen. In het wetsvoorstel moet nader onderbouwd worden waarom, in afwachting van de invoering van het Zorgidentificatienummer (ZIN), het sofinummer gebruikt wordt bij gegevensuitwisseling tussen de verschillende zorgverleners. Deze keuze is in strijd met het advies van de commissie Van Thijn, die invoering van sectorspecifieke nummers, zoals het ZIN voorschrijft. Dit advies is destijds door het kabinet onderschreven. Een sectornummer dat gelijk is aan het sofinummer, is alleen mogelijk wanneer er voldoende waarborgen zijn om misbruik te voorkomen. In het wetsvoorstel is niet duidelijk welke waarborgen bij het gebruik van het sofinummer getroffen zijn.

Het CBP signaleert tevens dat structureel toezicht op zorgverzekeraars door het College Toezicht Zorgverzekeringen en andere toezichthouders zich met name zal beperken tot het signaleren van onrechtmatigheden op verzekeringstechnisch, financieel en administratief terrein. Het CBP is echter van oordeel dat ook structureel toezicht op de verwerking van persoonsgegevens door zorgverzekeraars noodzakelijk is. Het CBP is hiertoe bevoegd maar acht het, gelet op zijn omvang en taakstelling, niet mogelijk zelf structureel toezicht te houden op de gegevenshuishouding van zorgverzekeraars. Het CBP heeft de Minister geadviseerd om het toezicht op de verwerking van persoonsgegevens specifiek op te nemen in het wetsvoorstel.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.

Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.