Algemene Rekenkamer

Algemene Rekenkamer

- 16 juni 2004 -

Onvoldoende kennis over potentiële zorgvraag en aanbod van zorg

Kwetsbare positie van verslaafden met meervoudige problemen vraagt om betere samenwerking

De organisaties in de verslaafdenzorg slagen er niet voldoende in om de behandeling en zorg voor verslaafden met meervoudige problemen te combineren met hulpverlening op het gebied van wonen, financiën en werk of dagbesteding. De 43 centrumgemeenten zouden in hun regio hierover de regie moeten voeren. De Algemene Rekenkamer constateert in het rapport Zorg voor verslaafden dat er nog nauwelijks beleidsmatige samenwerking tussen centrumgemeenten, zorgkantoren en verslavingszorginstellingen bestaat. Daarnaast hebben centrumgemeenten en zorgkantoren onvoldoende kennis van de potentiële zorgvraag én van hun eigen en elkaars zorgaanbod.

Exacte cijfers over omvang verslavingsproblematiek ontbreken Over de omvang van de zorgvraag van verslaafden is niet zoveel bekend, exacte cijfers over de omvang van de verslavingsproblematiek ontbreken. Ook is er geen informatie over het aantal verslaafden met meervoudige problematiek. De gegevens over het bereik van de verslavingszorg zijn ook (nog) onvolledig. Schattingen geven wel aan dat er een grote onzichtbare groep alcohol- en cocaïneverslaafden bestaat die geen zorgvraag uit. Centrumgemeenten en zorgkantoren hebben hierdoor onvoldoende kennis over de potentiële zorgvraag.

Actieve signalering en snelle behandeling van groot belang Het vraaggestuurde systeem van de minister van VWS sluit niet aan op de realiteit van verslavingsproblematiek. Door de aard van hun probleem uiten verslaafden hun zorgvraag niet of ze ontkennen de verslaving en blijven hierdoor buiten het zicht van de hulpverlening. Uit het onderzoek blijkt dat signaleerders (zoals huisartsen) vaak geen specifieke kennis hebben om verslaving te herkennen. Door actieve en vroegtijdige signalering kan adequate hulp worden verleend en bestaat een betere kans op herstel en reïntegratie. Ook is het belangrijk dat na signalering de behandeling snel kan beginnen. Er zijn soms behoorlijke wachttijden en ruim een kwart van de verslaafden haakt af voordat de behandeling is gestart. Het ontbreken van het juiste behandel- en zorgaanbod wordt als belangrijke reden voor uitval genoemd.

Samenwerking kan beter
Uit het onderzoek blijkt dat de centrumgemeenten hun regierol nog onvoldoende vervullen. Zij kunnen niet alle betrokken organisaties direct aansturen. Verschillende organisaties, zoals bijvoorbeeld de (klinische) verslavingszorg en de woningcorporaties, hebben verschillende belangen en vallen onder verschillende wetten. Voor de zorgkantoren is het financieel belang van de verslavingszorg niet groot en het maatschappelijk belang ervan wordt vaak onvoldoende onderkend. Ook het bestaan van verschillende regio-indelingen vormt een belemmering in de samenwerking. Voor het slagen van het verslavingszorgbeleid is onderlinge afstemming op regionaal /centrumgemeente niveau cruciaal.
Samenwerking rond individuele cliënten is er wel. Gegevensuitwisseling is hierbij essentieel, de (onbekendheid met de) privacywetgeving wordt vaak als een belemmering gezien in de samenwerking. Overleggen zijn in sommige regio's structureel, maar in de meeste incidenteel. Organisaties die hun diensten aanbieden op het gebied van financiën, wonen en reïntegratie hebben meestal geen deskundigheid in huis om met verslaafden om te gaan. Daarom is begeleiding door de verslavingszorg bij het organiseren van deze hulp erg belangrijk, maar deze ontbreekt vaak.

Minister VWS: herkent knelpunten
De minister van VWS laat in een reactie weten dat een deel van de genoemde knelpunten wordt opgepakt. Binnenkort zal het Kabinet een plan van aanpak van verloedering en overlast naar de Tweede Kamer sturen. Doelgroep van dit plan zijn verslaafden en psychiatrische patiënten met meervoudige problemen. Hierin zullen een aantal concrete voorstellen worden gedaan om de regie op lokaal niveau te versterken. De minister geeft aan dat hij alleen verantwoordelijk is voor de verslavingszorg, de overige beleidsterreinen rekent hij niet tot zijn verantwoordelijkheid. De Algemene Rekenkamer beveelt aan dat, voor realiseren van het doel 'vergroten van de maatschappelijke (re)integratie van verslaafden', de minister van VWS de andere bewindspersonen uitnodigt voor het nemen van een gezamenlijke verantwoordelijkheid. De minister gaat niet in op de verbetering van de informatie over de aard en omvang van de verslavingsproblematiek (potentiële zorgvraag). Deze informatie is van belang voor het goed functioneren van de signaleringsfunctie binnen een zorgnetwerk.