Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
DIRECTIE AUDIT EN TOEZICHTBELEID
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
drs. K. van der Steenhoven, Secretaris-Generaal
Rijnstraat 50
2515 XP Den Haag
Datum Uw brief (kenmerk) Ons kenmerk Inlichtingen
18 juni 2004 - ATB 2004 - 283 M drs. J.M.L. van der Wielen RA MGA
T 070 - 342 7362
F 070 - 342 7987
E j.m.l.wielen@minfin.nl
Onderwerp
Lopend onderzoek werkwijze auditdienst OCW en rol voormalig directeur
Naar aanleiding van de brief van 22 mei 2004 van de "verontruste ambtenaren
OCW" aan de fractieleiders van de PvdA, de SP en GroenLinks in de Tweede
Kamer, zijn wij op 7 juni 2004 overeengekomen dat de directie Audit en
Toezichtbeleid van het ministerie van Financiën op uw verzoek bij het ministerie
van OCW een onderzoek verricht naar het proces van planning, uitvoering en
rapportering door de departementale auditdienst van OCW over de jaren 1999-
2003 met betrekking tot de controle op de personele uitgaven voor in het bijzonder
hogere ambtenaren en de toereikendheid van dit proces, met bijzondere aandacht
voor de rol van de voormalige directeur van de departementale auditdienst van
OCW daarin. Zoals afgesproken, heeft ons onderzoek zich gericht op de
procesmatige aanpak van de departementale auditdienst van OCW en hebben wij
géén toetsing of beoordeling verricht ten aanzien van de rechtmatigheid van de
personele uitgaven en evenmin van het terzake gevoerde financiële beheer. Ook
eventueel aan de voormalig directeur of medewerkers van de departementale
auditdienst van OCW toegekende toelagen, uitkeringen, vergoedingen of
voorschotten hebben géén deel uitgemaakt van het onderzoeksobject. In het kader
van het onderzoek hebben wij geen accountantscontrole toegepast.
Zoals afgesproken, zullen wij u medio augustus 2004 ons rapport van bevindingen
doen toekomen. Wij zijn thans bezig met de afronding daarvan, waarbij
betrokkenen in de gelegenheid zullen worden gesteld inlichtingen te geven in de
vorm van wederhoor. Vooruitlopend daarop informeren wij u bij deze op uw
verzoek reeds over onze voorlopige hoofdbevindingen, die wij u op 17 juni 2004
mondeling hebben toegelicht en die zijn afgestemd met betrokkenen.
Uit de door ons op basis van het gestelde in de overeenkomst verrichte
werkzaamheden is niet gebleken dat de voormalig directeur van de
departementale auditdienst van OCW in de onderzochte periode (1999-2003) zou
hebben getracht de aard en omvang van de geplande controle-inspanning op de
personele lasten te beperken dan wel dat hij zou hebben gepoogd de uitkomsten
van die controles toe te dekken.
De reikwijdte van de door de departementale auditdienst van OCW over de
onderzochte jaren verrichte audits was in overeenstemming met de bepalingen van
de Comptabiliteitswet betreffende de wettelijke taak van de departementale
auditdienst.
Over onze bevindingen ten aanzien van de wijze van planning, uitvoering en
rapportering door de departementale auditdienst van OCW van de met betrekking
tot de personele uitgaven over de periode 1999-2003 verrichte controles zullen wij
u medio augustus nader informeren.
DE AUDITMANAGER, DE DIRECTEUR AUDIT EN TOEZICHTBELEID,
drs. J.M.L. van der Wielen RA P.H.E. Bartholomeus RA
2 / 2