Ingezonden persbericht

De Geus houdt informatie achter (voor Kamerdebat komende week)
20 juni 2004

Minister De Geus houdt informatie achter

Opnieuw blijkt Minister De Geus informatie achter te houden voor de Kamer. Dit blijkt uit een gisteren verstuurde brief van branchevereniging Phoenix (www.kiesjereintegratie.nl) voor reïntegratiebedrijven. Met het
oog op het IRO (Individuele Reintegratie Overeenkomst)-debat deze week in de Tweede Kamer doet Phoenix de Kamerleden diverse interne richtlijnen van het UWV toekomen zodat zij optimaal zijn voorbereid op het debat. De brief van Phoenix aan Kamerleden inclusief geheime interne UWV richtlijnen en reeds opgestelde concept-wetgeving is te lezen op de site www.kiesjereintegratie.nl

Phoenix is een groot voorstander van de IRO, Individuele Reintegratie Overeenkomst, waarbij alle WW-ers en WAO-ers zelf hun reïntegratiebureau mogen kiezen. Phoenix noemt de IRO een uitingsvorm van 'de rechten van de mens'.


---

Voor meer informatie kunt u bellen met Ir J. Philippe Blankert CIRM tel. 06-51604366 of e-mailen naar bestuur@kiesjereintegratie.nl

Bijlage: brief aan Tweede Kamer


1
Aan de leden van de Vaste Tweede Kamer Commissie SPOED Van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Van:
Phoenix
Branchevereniging voor reïntegratie- en loopbaanbedrijven KvK Rotterdam 24354412
De Savornin Lohmanlaan 112 B
3038 NR Rotterdam
www.kiesjereintegratie.nl
Bestuur@kiesjereintegratie.nl

Betreft: informatie voor uw debat over de IRO, komende week

Rotterdam, 19 juni 2004

Geachte leden,

Allereerst dank voor het contact dat zich tussen u (Kamerlid) en onze branchevereniging Phoenix voor reintegratiebedrijven begint te ontwikkelen. Wij zijn blij met het bericht dat u onze vorige brief (d.d. 16 maart 2004) in uw overleg heeft betrokken, en zijn ook zeer blij dat diverse Kamerleden om ons input hebben gevraagd voor het Kamerdebat komende week over de IRO (Individuele Reintegratie Overeenkomst).

Wij geven u graag de volgende punten mee:


1) de `geheime' interne richtlijn van het UWV die de IRO op 5.000 euro begrensd
2) de concept wetgeving IRO die reeds een maand geleden door Minister De Geus is opgesteld
3) de grote toekomst voor de IRO en de superioriteit van de IRO ten opzichte van massale aanbestedingen
4) de normale resultaatfinanciering van de IRO
5) fraudegevoeligheid van het begrip `kosten'
6) de voorgestelde resultaatfinanciering voor `moeilijk plaatsbaren'
7) vergoeding van opleiding binnen de IRO

8) gelijke behandeling van branchevereniging Phoenix ten op zichte van Borea
9) het op komst zijnde IRO-keurmerk

10) inzicht in trajectplan voor cliënten

11) `voorschakeltrajecten'

12) IRO ook voor speciale bijstandsgroepen


---

Ad 1) de `geheime' interne richtlijn van het UWV die de IRO op 5.000 euro begrensd

Via een van onze Phoenix-leden (een van de 75 bij ons aangesloten reintegratiebureaus) kregen wij een interne UWV richtlijn in handen; de fax-kopie vindt u als bijlage 1. Op de richtlijn staat o.a. `RvB 25 maart 2004' wat betekent dat de Raad van Bestuur van het UWV deze richtlijn heeft opgemaakt en gedistribueerd op 25 maart 2004. Er wordt hierin gezegd dat de IRO in het algemeen wordt gelimiteerd tot 5.000 euro (inclusief of exclusief BTW?). Wij vragen ons af of u hierover door de Minister tijdig bent geïnformeerd. Tot nu toe repte Minister De Geus namelijk steeds over een bovengrens van 12.000 euro in plaats van 5.000 (zie sozawe stukken december 2003).

Ad 2) de concept wetgeving IRO die reeds een maand geleden door Minister De Geus opgesteld

Reeds een maand geleden was de concept wetgeving voor de IRO bekend. Deze informatie is ons via een insider van het UWV toegespeeld. Ook in dit geval betwijfelen wij of u tijdig door De Minister bent geïnformeerd. De 3 PDF documenten zijn vandaag o.a. naar de heer Ulenbelt van de SP gemaild, zodat u de documenten bij hem kunt opvragen.

Ad 3) de grote toekomst voor de IRO en de superioriteit van de IRO ten opzichte van massale aanbestedingen
.
Wij zijn bijzonder blij met de komst van de IRO. Ook zeer veel cliënten zijn er blij mee. Het zijn vaak cliënten met eigen initiatief, goede opleiding en werkervaring. Middels de IRO kunnen zij voor een (niet duurder!) maar kwalitatief veel hoogwaardiger traject kiezen bij een gespecialiseerd bureau dat genoeg niveau heeft om hun sparringpartner te zijn.

Het aanbesteden van grote kavels voor reïntegatie leidt er zoals bekend toe dat de bureaus die de aanbesteding hebben gewonnen, zich ten opzichte van klanten als monopolisten gedragen, alles behalve klantvriendelijk zijn, na het opstrijken van de startbonus de klant aan zijn lot overlaten, de klant die dan begint te sputteren en/of een ander bureau intimideren met de dreiging de uitkering te korten (terwijl zij hiertoe geen bevoegdheid hebben). De resultaatbonus staat stoer, maar veel grote RIB's (ReIntegratieBureau's) die een kavel hebben gewonnen doen er niets voor. Zij begrijpen goed dat niet 1,7 miljoen mensen (WW, WAO en bijstand) gereïntegreerd kunnen worden op een totaal van 6 miljoen arbeidsjaren per jaar in Nederland, en beschouwen de resultaatbonus als `toevalsbonus': als iemand toevallig werk vindt, strijken ze hem graag op, maar ze gaan er niet voor werken. De grote RIB's begrijpen dat meer werkgelegenheid totaal niet maakbaar is middels reintegratie.

Wij kennen zeer veel cliënten die erg dankbaar zijn dat de IRO bestaat en die er vol lof over zijn. Als u concrete verhalen wilt hebben: Stichting IkWilWerken is een witboek/zwartboek aan het aanleggen met verhalen, er zijn nu 100 verhalen verzameld. Als de 200 zijn bereikt wordt de pers ingelicht. U kunt desgewenst het witboek/zwartboek opvragen bij Stichting IkWilWerken.

Ad 4) de normale resultaatfinanciering van de IRO.

De huidige resultaatfinanciering die door het UWV wordt gehanteerd is: 20% vergoeding bij de start, 30% na 6 maanden en de laatste 50% als er plaatsing geschiedt. Wij vinden het woord `plaatsing' bijzonder ongelukkig, het gaat immers om het vergroten van het individuele initiatief en zelfsturing bij het zoeken naar werk. Werkzoekenden zijn geen debielen die als dozen moeten (of kunnen) worden doorgeschoven.

---

Het moment van financiering vinden wij laat, en de 50% resultaat afhankelijkheid wel zeer groot. Immers: al 20 jaar reintegreert per jaar slechts 34% van de WW-ers en 4% van de WAO-ers (SCP, `De uitkering van de baan') wat betekent dat bureaus meestal de tweede 50% niet vergoed krijgen.

Ad 5) fraudegevoeligheid van het begrip `kosten'

Als de normale resultaatvergoeding 50% is, en al zou 40% worden `geplaatst' (veelal UWV doelstelling) dan betekent dat dat een gemiddeld RIB slechts 70% van zijn kosten vergoed krijgt. Dat overleeft natuurlijk geen enkel RIB. Het spreken van vergoeding van `kosten' leidt er ook toe dat op zeer grote schaal wordt gefraudeerd: het aantal sessies dat richting UWV wordt opgevoerd wordt bewust overdreven (om de 30% missende kostendekking te compenseren), ofwel er wordt een hogere prijs per sessie berekend om zodoende de niet vergoede kosten te dekken. Het moet of uit de lengte of uit de breedte komen.

Of mensen worden in groepssessies begeleid waar dat minder zinvol is, immers het laten begeleiden van 8 werkzoekenden tegelijk door 1 trainer bespaart een 8-voud op de kosten.

Het richting UWV om zeer begrijpelijke redenen (kostendekking, bedrijfseconomisch overleven) overdrijven van het aantal sessies of de kosten per sessie vinden wij in strikte zin onder fraude vallen. Door de ongelukkige formulering van `vergoeding van kosten' in plaats van `vergoeding van begroting' wordt `fraude' in deze zin gestimuleerd.

Wij hebben `normen en waarden' man MP Balkenende twee maanden geleden over deze kwestie geschreven; hij berichtte ons dat hij de brief zou doorgeven aan Minister De Geus, maar (helaas zoals gewoonlijk) heeft Minister De Geus nog niets van zich laten horen.

Wij pleiten simpelweg voor de formulering van `x% van begroting' in plaats van `x% van kosten'.

Ad 6) de voorgestelde resultaatfinanciering voor `moeilijk plaatsbaren'

De voorgestelde 80-20% vergoeding voor de moeilijk plaatsbaren, zoals de Kamer heeft voorgesteld, vinden wij een uitstekend idee. De reactie van Minister De Geus `om dan te overwegen de IRO in te trekken' zien wij als een zeer doorzichtig dreigement met het doel om meer geld te krijgen.

Als de 80-20% financiering voor de moeilijk plaatsbaren niet mocht doorgaan, geven wij u op een blaadje mee dat bijna elk RIB een `moeilijk plaatsbare' vrij snel na de intake aan zijn/haar lot zal overlaten, omdat de kans om de erin te steken moeite middels `resultaatbonus' terug te verdienen zeer laag is.

Ad 7) vergoeding van opleiding binnen de IRO

Het UWV reageert in talloze gevallen met `opleiding is alleen mogelijk als er baangarantie aan vast zit'. Wie kan een baan in deze tijden 100% beloven? Deze zeer veel gehoorde reactie komt eveneens van een `geheime interne richtlijn' van het UWV waarin staat dat medewerkers opleidingsaanvragen op deze manier moeten afschepen. Een informant van ons durfde wel deze geheime interne richtlijn van het UWV aan ons door de telefoon op te lezen, maar durfde niet aan om ons deze interne richtlijn te faxen, omdat hij/zij (wij geven geen aanwijzingen!) dan bang was
---

zijn baan te verliezen. Dit is eigenlijk te zot voor woorden, op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur zou elke burger deze richtlijn moeten kunnen inzien.

In veel gevallen ­ denk aan ICT-ers met snel verouderende kennis, of herintreders ­ is opleiding op zijn plaats. Zeker als we ook in Nederland kennisland willen investeren. Wat nu standaard gebeurt is dat grote RIB's tegen cliënten zeggen dat `opleiding niet mag' of `het niet mag van het UWV'. De grote RIB's weten zelf best dat dit onzin is, maar om de relatie met het UWV (met het oog op gunning van toekomstige kavels) soepel te laten zijn.

Wij pleiten voor een openbare richtlijn ten aanzien van het vergoeden van opleidingen.

Eveneens pleiten wij voor het 100% vergoeden van opleidingen in een reintegratietraject. Als dat namelijk niet gebeurt, zal een RIB richting een cliënt meestal opleiding ontmoedigen. Immers: het RIB lijdt resultaatrisico (het niet krijgen van de 50% bij plaatsing) en zal dus ongaarne een deel van zijn budget 100% uitgeven aan een opleidingsinstelling.

Ad 8) gelijke behandeling van branchevereniging Phoenix ten op zichte van branchevereniging Borea

Wij willen graag onze zorg met u delen dat tot nu toe zowel RWI, UWV als Ministerie van SoZaWe stelselmatig weigeren ons (branchevereniging Phoenix) bij overleg te betrekken, terwijl de langer bestaande branchevereniging Borea in allerlei overleggen wordt betrokken. Dit is een vorm van `staatssteun'/bevoordeling van Borea. Wij zijn geen rijke club en e.e.a. is voor ons duur om juridisch te vervolgen, maar bij blijvend ongelijke behandeling zullen wij de Minister bestuursrechtelijk vervolgen.

Verder loopt er een procedure van ons bij de Nma. Kern hiervan is dat branchevereniging Borea concurrentie uitsluit:
a) de branchevereniging Borea vermengt het begrip branchevereniging met het begrip keurmerk bij het naar buiten treden
b) bedrijven van branchevereniging Borea doen 68% van de opdrachten in de markt, terwijl men de markt probeert af te schermen door het `Borea keurmerk' dat ­ zo blijkt uit het boek van Stichting IkWilWerken ­ geen enkele garantie biedt voor kwaliteit vanuit de klant.
c) Om in Nederland een keurmerk als keurmerk van overheidswege voor te schrijven moet aan 3 voorwaarden worden voldaan:

1) er moet onafhankelijke toelating zijn

2) er moet dezelfde prijs gelden voor iedereen
3) het moet betaalbaar zijn voor kleine bedrijven

Aan geen van de 3 voorwaarden wordt voldaan:

Ad 1) het keurmerk Borea heeft dezelfde naam als branchevereniging Borea en is aldus niet onafhankelijk. Bovendien blijkt uit de statuten van Stichting Borea Keurmerk (KvK 18067711 te Tilburg) dat alleen bestuursleden van branchevereniging Borea zitting mogen hebben in het bestuur van Stichting Borea Keurmerk. Hiermee lijkt ons subjectiviteit, en intentie tot subjectiviteit van meet af aan (bij de oprichting van de Stichting) gewaarborgd. Het valt te verwachten dat Borea deze onvolkomenheid snel zal willen rechtzetten door de passage in de statuten te veranderen en `stromannen' (m/v) in het bestuur van de Stichting te benoemen.


---

Ad 2) bureaus die niet lid zijn van branchevereniging Borea moeten meer betalen voor het keurmerk dan leden van de branchevereniging Borea. Tijdens de Nma op 3 juni gaf Borea toe dat een Phoenix-eenpitter per jaar 4300 euro voor het keurmerk zou moeten betalen, terwijl heel Kliq met honderden consulenten in totaal slechts 4000 euro per jaar betaalt voor het keurmerk.

Ad 3) het Borea keurmerk is net zoiets procedureels en obligaats als het ISO keurmerk. Het beschrijven van interne procedures (waar in het Borea keurmerk zeer zwaar de nadruk op ligt) weegt voor een eenpitter zeer veel zwaarder dan voor een bureau van een paar honderd mensen.

Wij hebben zowel Raad van Bestuur als Minister De Geus gevraagd in staatsbrochures Phoenix gelijk te behandelen met Borea. Beiden antwoorden echter niet en blijven Borea als enige branchevereniging noemen. Zij zullen door ons voor de bestuursrechter worden gesleept.

Uw hulp bij het rechtzetten van bovenstaande onrechtmatigheden zouden wij zeer waarderen!

Ad 9) het op komst zijnde IRO-keurmerk

Er is op dit moment een apart keurmerk in ontwikkeling voor de IRO, het IRO-keurmerk, dat thans wordt uitgewerkt door dr. A.J. Scholten, van de Stichting IRO keurmerk i/o (e-mail: a.j.scholten@planet.nl). De IRO met zijn typische `keuze door de klant', maatwerk en `klant centraal' vereist een ander keurmerk dan voor het massale aanbesteden van kavels.

Ad 10) Inzicht in trajectplan voor cliënten

Branchevereniging Phoenix heeft als interne richtlijn dat bureaus de klant een volledig uitgewerkt begeleidingsplan moeten tonen en laten mede-ondertekenen. Wij vinden dit een zeer gezond uitgangspunt, dat ook voor reguliere (massale kavel-aanbesteding) trajecten zou moeten gelden. In de massatrajecten ziet een klant gewoonlijk geen enkel trajectplan, moet hij/zij `voor gezien' tekenen waar dat achteraf wordt uitgelegd als `voor akkoord getekend', en is het trajectplan gewoonlijk flinterdun. Wij kennen trajectplannen (van massale aanbestedingen) met 7 pagina's personalia, en qua inhoudelijke beschrijving alleen `het product aanbodversterking'. Een dergelijk flinterdun trajectplan biedt een klant geen enkel houvast en geen enkele controle. Veel cliënten zijn niet mondig genoeg om bij slechte behandeling bij de massale kavel-trajecten te protesteren als zij verwaarloosd worden.

Ook wat dat betreft is de IRO veel beter: middels de IRO is er echte marktwerking tot op cliënt niveau: de cliënt kan zelf kiezen tussen bureaus en om concept trajectplannen vragen alvorens akkoord te gaan. In tegenstelling tot de cliënten die onderdeel zijn van een massaal kavel-project en die door het RIB geïntimideerd worden met korting op de uitkering bij de eerste minste opmerking.

De aanbestedsingsmarkt is absoluut geen vrije markt: de kavels zijn kunstmatig zo hoog gesteld dat alleen zeer grote en kapitaalkrachtige RIB's mee kunnen doen. Na de aanbesteding mist elke controle op klanttevredenheid, juistheid van de bij offrering opgevoerde trajectprijs en het aantal uitgevoerde sessies.

Wij pleiten voor inspraak voor alle cliënten ten aanzien van hun trajectplan, en een overheidscampagne waarin klanten bewust worden gemaakt van hun rechten en worden opgeroepen niet alleen bij IRO's, maar ook bij gewone trajecten te vragen om een gedetailleerd
---

trajectplan alvorens akkoord te gaan. Wij vinden het schrijnend dat zeer veel mensen proberen aan werklozen (WW, WAO bijstand) zoveel mogelijk te verdienen o.a. door ze zo slecht mogelijk te informeren over hun rechten.

Ad 11) de rol van `voorschakeltrajecten' bij IRO's

Minister De Geus heeft altijd gezegd dat voor de IRO hetzelfde programma van eisen (pve) moet gelden als voor de massale aanbestedingen van de `vrije ruimte'. Dit `pve' voor de vrije ruimte is in te zien op www.aanbestedingreintegratie.nl . Het goede van dit pve is dat mensen die zich nog niet lekker genoeg in hun vel voelen om aan het eigenlijk reintegratiestuk te beginnen van de reintegratie, een 100% vergoed voorschakeltraject kunnen krijgen waarin herstel centraal staat.

Desgevraagd heeft Minister De Geus ons nog niet geantwoord over de mogelijkheid van een 100% vergoed voorschakeltraject bij de IRO. Mocht Minister De Geus een 80-20% financiering voor moeilijk plaatsbaren blokkeren, dan is deze 100% vergoeding van voorschakeltrajecten (voor IRO's evenals voor massa-kavel trajecten) een goed onderhandelingsargument voor u.

Ad 12) vrije keuze reïntegratiebureaus voor speciale groepen.

Helaas mogen mensen die toevallig een bijstandsuitkering hebben nu niet kiezen tussen reintegratiebureaus, in tegenstelling tot hun collega's die `nog WW' hebben (of WAO). Wij zijn zoals bekend ook een voorstander van marktwerking en vrije keuze voor mensen met een bijstand.

Branchevereniging Phoenix raakt in toenemende mate gespecialiseerd in het begeleiden van ex- gedetineerden en ex-psychiatrische patiënten, veelal door in deze groepen gespecialiseerde kleine bureaus.

Helaas maken de meeste gemeenten geen onderscheid tussen (bijvoorbeeld) ex-gedetineerden die juist in de bijstand terechtkomen en overige mensen in de bijstand. Een gevolg is dat mensen die vervroegd worden vrijgelaten (wegens de doelstelling van justitie 14% te bezuinigen) plotseling op straat komen zonder goedgekeurde uitkering of andere begeleiding, en binnen 2 maanden in criminaliteit terugvallen. In de gemeente Rotterdam bijvoorbeeld worden mensen met bijstand in 4 postcode groepen ingedeeld, en volgens deze 4 postcode groepen ingedeeld bij 1 van de 4 massale reintegratiebureaus. Zeer graag zou Phoenix de mogelijkheid willen hebben om bij gemeenten op ex-gedetineerden toegespitste reintegratietrajecten aan te bieden, waar ex- gedetineerden zelf in vrijheid (!) voor mogen kiezen.

Tot slot

Wij informeren u bovenstaand met alle plezier en zijn u dankbaar voor voorgaande vragen uwerzijds. Wij wensen u succes in het debat en hopen op een glorieuze overwinning van de IRO, een vorm van: `de vrijheid van de mens'!

Hoogachtend,

Ir J. Philippe Blankert CIRM
Bestuurder branchevereniging Phoenix voor reïntegratie- en loopbaanbureaus


---


7

---- --