Persbericht
Eerste Kamer stemt in met identificatieplicht
22 juni 2004
De Eerste Kamer is akkoord gegaan met een wetsvoorstel van minister
Donner van Justitie over de invoering van de identificatieplicht als
onderdeel van een breed pakket aan maatregelen om de rechtshandhaving
te versterken. De leeftijd waarop de identificatieplicht ingaat, is
gesteld op veertien jaar; het wetsvoorstel treedt op 1 januari 2005 in
werking.
Benadrukt wordt dat het moet gaan om identiteitscontroles die passen
in het kader van de taakuitoefening van de politieambtenaar of
toezichthouder. Er komen geen afzonderlijke controles op het bezit van
identiteitsbewijzen.
Het kabinet wil nu geen nieuwe aparte identificatiekaart invoeren. Aan
de identificatieplicht kan worden voldaan met de bestaande, erkende
identificatiebewijzen. Voor personen met de Nederlandse nationaliteit
zijn dat het paspoort en de Nederlandse identiteitskaart. Voor
vreemdelingen gelden de documenten die zijn aangewezen in de
Vreemdelingenwet 2000, zoals het vreemdelingendocument. Men kan zich
niet legitimeren met een verlopen of anderszins ongeldig
identiteitsbewijs. Nieuw is dat ook het rijbewijs als algemeen
identiteitsbewijs wordt erkend, behalve voor de situatie waarin voor
een goede controle gegevens over verblijfsstatus en nationaliteit
noodzakelijk zijn.
Het wetsvoorstel geeft geen aanvullende bevoegdheid voor het huidige
vreemdelingentoezicht. Controle op identiteit kan alleen als sprake is
van een geobjectiveerd redelijk vermoeden van illegaal verblijf.
De uitgebreide identificatieplicht richt zich op betere handhaving van
wet en regelgeving. Bij controles op naleving door politie en
toezichthouders blijft het criterium dat zij noodzakelijk zijn voor
een redelijke taakuitoefening. Daarom ziet het kabinet geen grond in
de vrees dat invoering van algemene identificatieplicht buitenlanders
of vreemdelingen onevenredig zal treffen.
Ministerie van Justitie