Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Financiën
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
25 juni 2004

KABINET AKKOORD MET FISCAAL RAAMWERK VUT, PREPENSIOEN EN

LEVENSLOOPREGELING

De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Wijn van Financiën en minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ingestemd met een wetsvoorstel voor een nieuw fiscaal raamwerk van de behandeling van vervroegde uittreding (VUT), prepensioen. Met het wetsvoorstel wordt ook een fiscaal ondersteunde levensloopregeling geïntroduceerd. Het wetsvoorstel vloeit voort uit de kabinetsvoorstellen van 3 mei jl. om de aftrekbaarheid van premies voor VUT en prepensioen met ingang van 1 januari 2006 te schrappen.

Het nieuwe fiscale raamwerk gaat op 1 januari 2005 in, waarbij voor bestaande regelingen nog tot
1 januari 2006 het huidige fiscale regime blijft gelden. In de periode van 1 januari 2006 tot 1 januari 2011 geldt dat de aftrek van VUT-premies bij de werknemer (en het deel van de prepensioenregelingen dat is gefinancierd op omslagbasis) nog voor de helft blijft bestaan. De huidige fiscale bevoordeling van prepensioenregelingen waarbij iedereen voor zijn eigen uitkering spaart (kapitaaldekking), blijft op grond van overgangsrecht in stand voor werknemers die op 31 december 2005 60 jaar of ouder zijn.

Het kabinet stelt ten opzichte van de eerdere voorstellen een aantal belangrijke versoepelingen voor. Zo zal de gehele VUT-uitkering niet ineens worden belast op het moment dat men met de VUT gaat. Daarnaast ziet het kabinet af van het voornemen om de ruimte voor het fiscaal vriendelijk opbouwen van ouderdomspensioen te beperken tot 70 procent van het laatstverdiende loon. Het blijft mogelijk om een ouderdomspensioen op te bouwen tot 100 procent van het laatstverdiende loon. Deze mogelijkheid is vooral van belang om meer ruimte te bieden voor mensen die jong begonnen zijn met werken. Zij kunnen er voor kiezen deze extra ruimte in te zetten voor vervroegde pensionering.

Tenslotte stelt het kabinet een wijziging van de levensloopregeling voor. In afwijking van het oorspronkelijke voorstel mogen werknemers het opgespaarde verlof ook volledig inzetten om eerder te stoppen met werken. Het maximale bedrag dat men mag sparen komt overeen met een verlof van 2,1 jaar tegen 70 procent van het laatstverdiende loon.

Samengevat zijn de maatregelen:

Prepensioen

- Voor werknemers die op 31 december 2005 60 jaar of ouder zijn, verandert er niets.
- Voor werknemers jonger dan 60 op 31 december 2005, zijn met ingang van 1 januari 2006 de aanspraken niet langer belastingvrij. Dat betekent dat de premies niet meer mogen worden afgetrokken. De uitkering die deze werknemer te zijner tijd ontvangt, is echter wel belastingvrij.
- Opgebouwde aanspraken worden gerespecteerd.

VUT

- Voor VUT-regelingen, en prepensioen dat niet via kapitaaldekking is gefinancierd, komt tussen 1 januari 2006 en 1 januari 2011 een heffing van 26% over de werkgeversbijdrage. In deze periode mag de werknemer zijn premies nog voor de helft van zijn belastbaar inkomen aftrekken. De uitkeringen worden belast.
- Vanaf 1 januari 2011 gaat de heffing over de werkgeversbijdrage naar 52%. Werknemerspremies zijn dan niet langer aftrekbaar en de uitkering blijft belast.

Levensloop

- werknemers mogen per jaar maximaal 12% van het loon belastingvrij sparen.
- werknemers mogen het spaarsaldo gebruiken om onbetaald verlof te financieren gedurende de loopbaan en/of voorafgaand aan pensionering.
- het maximum saldo is 150% van het jaarloon, en is hervulbaar.

De ministerraad heeft ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.

RVD, 25.06.2004