College Bescherming Persoonsgegevens


28 juni 2004

Advies conceptbesluit Documentatie vennootschappen

De Minister van Justitie heeft het College bescherming persoonsgegevens (CBP) om advies gevraagd over het conceptbesluit Documentatie vennootschappen. Dit besluit geeft uitvoering aan de Wet documentatie vennootschappen die onder ander het gebruik regelt van vennootgegevens voor de voorkoming en bestrijding van het misbruik van vennootschappen. Het conceptbesluit stuit naar het oordeel van het CBP niet op onoverkomelijke bezwaren. Het CBP adviseert de Minister echter een tweetal onderdelen uit het conceptbesluit aan te passen.

In het conceptbesluit Documentatie vennootschappen is een regeling opgenomen voor het verstrekken van gegevens naar een land buiten Europese Unie zonder passend beschermingsniveau. Naar het oordeel van het CBP is deze regeling onvoldoende. Het CBP adviseert de Minister een toetsingskader op te stellen op basis waarvan doorgifte mogelijk is en de wettelijke grondslag van het algemeen zwaarwegend belang nader uit te werken en te concretiseren. De Minister dient vervolgens aan de hand van deze criteria zelf de afweging te maken of doorgifte toegestaan is. Het CBP dringt er op aan de schriftelijke adviesplicht aan de Minister voor doorgifte in deze afzonderlijke gevallen uit het conceptbesluit te schrappen.

In het conceptbesluit Documentatie vennootschappen wordt ook vastgelegd welke vennootgegevens worden geregistreerd. Naast algemene gegevens (zoals bijvoorbeeld naam- en adresgegevens), financiële gegevens en strafrechtelijke gegevens wordt ook het sofinummer en het A-nummer uit de Gemeentelijke Basisadministratie vastgelegd. Het CBP is van oordeel dat in het huidige conceptbesluit onvoldoende duidelijk wordt waarom het sofinummer gebruikt wordt.

Doorgifte van persoonsgegevens
De Wet bescherming persoonsgegevens (WBP), die sinds 1 september 2001 van kracht is, bevat regels over de doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Unie. Hoofdregel is dat persoonsgegevens alleen mogen worden doorgegeven naar derde landen met een passend beschermingsniveau. Buiten die gevallen is doorgifte alleen toegestaan op basis van een wettelijke uitzondering of met vergunning van de Minister van Justitie. De afgifte van een vergunning vindt plaats nadat het CBP daarover advies heeft uitgebracht. Meer informatie over dit onderwerp is te vinden in de brochure Derde landen. De doorgifte van persoonsgegevens naar landen buiten de Europese Unie.

Over het CBP
Het College bescherming persoonsgegevens (CBP) houdt -onder de Wet bescherming persoonsgegevens (WBP)- toezicht op de naleving van wetten die het gebruik van persoonsgegevens regelen. Bij het CBP moet het gebruik van persoonsgegevens worden gemeld, tenzij hiervoor een vrijstelling geldt.
Het CBP adviseert de regering en organisaties over de bescherming van persoonsgegevens en onderwerpen die daarmee samenhangen. Het CBP toetst gedragscodes en bemiddelt in geschillen tussen burgers en gebruikers van persoonsgegevens. Op eigen initiatief of op verzoek van een belanghebbende kan het CBP onderzoeken of de manier waarop persoonsgegevens in een bepaalde situatie zijn gebruikt, in overeenstemming is met de wet en daaraan zonodig gevolgen verbinden. Voor in gebreke blijven bij de melding kan een boete worden opgelegd. Bij overtreding van de wet of daarop gebaseerde regelingen kan het CBP overgaan tot bestuursdwang of een dwangsom opleggen.