Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Stand van zaken economische dossiers tijdens EU-voorzitterschap
Nummer: 581

Datum: 28-06-2004


Van alle economische dossiers hebben de dienstenrichtlijn, de voortgang van het wetgevingspakket chemische stoffen (REACH), betere regelgeving, de mid term review van de Lissabonstrategie en op extern handelspolitiek vlak de Doha-ronde de meeste prioriteit het komende half jaar. Dat schrijven de bewindslieden van Economische Zaken minister Brinkhorst en staatssecretaris Van Gennip vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. De brief geeft de laatste stand van zaken en voornemens op de belangrijkste economische dossiers weer.
Voor wat betreft de evaluatie van de Lissabon-strategie vormt het rapport van de high level group onder leiding van Wim Kok dat voor 1 november zal uitkomen een belangrijk document dat op de agenda van de Raad voor Concurrentievermogen in november zal staan. De Raad voor Concurrentievermogen levert mede op basis van dit rapport inbreng voor de voorjaarstop van 2005.
Tijdens het voorzitterschap zal geprobeerd worden zo veel mogelijk voortgang te boeken bij de behandeling van de zogenoemde dienstenrichtlijn. Doel hiervan is om belemmeringen voor vrije vestiging en het vrij verkeer van diensten voor grensoverschrijdende dienstverleners weg te nemen en op die manier het Europese concurrentievermogen en de economische groei te stimuleren. Diensten vertegenwoordigen 70% van het BNP en de werkgelegenheid in de meeste lidstaten.
Het streven om zo veel mogelijk voortgang te boeken geldt ook bij de behandeling van het wetgevingspakket Chemische stoffen, ook wel REACH (Registration, Evaluation, Authorisation of Chemicals) genoemd. Het gaat hier om een nieuwe verordening over de registratie en toelating van chemische stoffen. Het uitgangspunt van het voorstel is dat voortaan niet overheden, maar bedrijven verantwoordelijk zijn voor het leveren van informatie om de toelaatbaarheid van stoffen te beoordelen. Lopende effectenstudies van REACH zullen worden afgerond en begin september naar de Tweede Kamer worden gestuurd.
Op het punt van betere regelgeving zal de Raad in september een lijst van te vereenvoudigen regelgeving opstellen.
Voor wat betreft het consumentenbeleid zal tijdens het Nederlandse voorzitterschap worden verkend of een politiek akkoord over de verordening over het afschaffen van verboden op verkoopbevorderende activiteiten mogelijk is. In het kader van corporate governance zal worden gestreefd naar een politiek akkoord over de richtlijn grensoverschrijdende fusies.
Het dossier gemeenschapsoctrooi zal formeel pas weer op de Raad voor Concurrentievermogen worden geagendeerd als er zicht is op enige beweging aan de kant van de paar landen die het dossier nu blokkeren. (met name Duitsland en Spanje). Dit in verband met de benodigde unanimiteit op dit dossier.
Voor wat betreft het onderwerp structuurfondsen en cohesiebeleid stel het Nederlandse voorzitterschap zich ten doel om in december 2004 m.b.t. den nieuwe financiële perspectieven richtsnoeren en principes overeen te komen.
Op het gebied van de internationale handelspolitiek wil Nederland bevorderen dat het multilaterale handelssysteem een nieuwe impuls krijgt. Dit zou in juli moeten leiden tot een akkoord over een onderhandelingsraamwerk voor het verdere verloop van de ronde.
Hiertoe is een is een extra informele bijeenkomst van handelsministers ingelast op 11 juli.
Daarnaast staan bij het handelsbeleid onder meer de gevolgen van de EU-uitbreiding, de WTO-toetreding van Rusland en het vrijhandelsverdrag tussen de EU en Mercosur op de agenda.




Ministerie van Economische Zaken