Publicaties TNS NIPO onderzoek
28 juni 2004
Nederlander ziet Moslim niet staan
Slechts veertien procent positief over Islam
Nederlanders hebben nauwelijks contact met moslims, willen niets
over de islam weten en toch denkt ruim eenderde negatief over deze
bevolkingsgroep. Slechts veertien procent oordeelt positief. Een
op de zes voelt zich daadwerkelijk bedreigd.
Onder Nederlanders heerst een latente angst voor moslims, blijkt
uit een enquête die TNS NIPO - in opdracht van de Volkskrant -
heeft uitgevoerd onder 813 autochtone Nederlanders van zestien
jaar en ouder. Doel van het onderzoek is de sentimenten van
autochtone Nederlanders te peilen ten opzichte van allochtonen en
moslims en de gevolgen daarvan voor hun gedrag in het dagelijks
leven. De ondervraagden maken vrijwel geen onderscheid tussen
allochtonen en moslims. Sinds 11 september heten allochtonen
moslims te zijn, blijkt uit gesprekken met islam-deskundigen.
Degenen die zich bedreigd voelen (16%), hebben vooral last van de
fysieke aanwezigheid van allochtone c.q. moslimjongeren op straat.
Als tweede angstbron wordt de dreiging van een terroristische
aanslag door fundamentalistische moslims genoemd. Op de derde
plaats komt de vrees op termijn te moeten leven naar de regels van
moslims.
Personen die zeggen regelmatig contact te hebben met moslims,
voelen zich minder bedreigd dan degenen die geen moslims in werk-,
familie- of vriendenkring hebben. Dat contact ontbreekt totaal bij
67 procent van de Nederlanders. Ze kennen de moslims alleen van de
straat of televisie. Jongeren (16 tot 34 jaar) hebben iets vaker
contact met moslims. Een kwart van de jongeren heeft islamitische
collega's, achttien procent van hen heeft ook moslimvrienden of
-kennissen.
De media staan sinds 11 september bol van de verhalen over de
islam en moslims en in boekwinkels zijn vele aan de islam
gerelateerde boeken te koop. Toch zegt 65 procent van de
Nederlanders niet zo veel en zestien procent helemaal niets van
deze religie af te weten. Achttien procent claimt een grote
islamkennis.
Naarmate iemand meer kennis heeft van de islam, staat hij
positiever tegenover moslims. Degenen die veel zeggen te weten,
zijn in 28 procent van de gevallen positief. 38 procent is
neutraal en 36 procent negatief. Jongeren oordelen vaker negatief
(43%) dan gemiddeld en mannen (42%) zijn vaker negatief dan
vrouwen (31 procent).
Opmerkelijk is dat tweederde van de Nederlanders graag wil dat hun
kinderen met veel verschillende culturen in aanraking komen. Toch
gaat de helft onmiddellijk verhuizen naar een blanke wijk als er
te veel allochtonen in hun buurt komen wonen.
B7448 | Methode: TNS NIPObase (CASI) | Het veldwerk heeft
plaatsgevonden van 17 tot en met 20 juni 2004. Hierbij zijn 813
personen van zestien jaar en ouder ondervraagd (n=813).
Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO i.o.v. de
Volkskrant vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen
met Peter Kanne (tel: 020 522 59 24).
TNS NIPO