Weigering WAO-uitkering in verband met opzettelijk veroorzaken arbeidsongeschiktheid

Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht

Datum actualiteit: 30-06-2004

Namens de werkgever is de stelling betrokken dat de werknemer willens en wetens de aanmerkelijke kans heeft aanvaard dat hij door bepaalde gedragingen arbeidsongeschikt zou worden, nu hij na aanzienlijk alcoholgebruik toch aan het verkeer is gaan deelnemen, en deze situatie voor de toepassing van artikel 28, aanhef en onder e, van de WAO gelijk te stellen is met opzettelijk veroorzaakte arbeidsongeschiktheid. Nu de arbeidsongeschiktheid van de werknemer zo niet geheel dan toch in overwegende mate berust op een niet op enigerlei wijze met het verkeersongeval in verband te brengen oorzaak (een acute rughernia), kan geen sprake zijn van een situatie waarin de arbeidsongeschiktheid opzettelijk is veroorzaakt, als bedoeld in artikel 28, aanhef en onder e, van de WAO. De Raad laat in het midden wat er zij van de zienswijze van appellante dat ook voorwaardelijke opzet als een voldoende grondslag zou moeten worden aangemerkt voor het opleggen van een maatregel met toepassing van genoemde bepaling

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AP0543

Zie het origineel