Persbericht
Landelijke invoering meerpersoonscelgebruik
30 juni 2004
Meerpersoonscelgebruik in de penitentiaire inrichtingen kan landelijk
worden ingevoerd. Uit de evaluatie van de eerste fase van het
meerpersoonscelgebruik komt naar voren dat wat betreft de
arbeidsomstandigheden, de veiligheid en het welbevinden van het
personeel er onvoldoende aanleiding is om af te zien van landelijke
invoering van meerpersoonscelgebruik in de huizen van bewaring.
Dit is de belangrijkste conclusie uit het rapport Kiezen voor Delen?,
de evaluatie van de eerste fase van de invoering van
meerpersoonscelgebruik. Het onderzoek is in de periode januari tot mei
2004 uitgevoerd door IVA Beleidsonderzoek en Advies in opdracht van
het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) van het
ministerie van Justitie.
Het onderzoek is gedaan in de zeven clusters die meerpersoonscellen
hebben (Utrecht, Vught, Tilburg, Breda, Limburg Zuid, Achterhoek en
Rijnmond).
Minister Donner van Justitie heeft het rapport vandaag aangeboden aan
de Eerste en Tweede Kamer. Dit ter voorbereiding op de behandeling
van het wetsvoorstel in de Eerste Kamer tot wijziging van de
Penitentiaire beginselenwet waardoor meerpersooncelgebruik het
vrijwillige karakter verliest in de huizen van bewaring.
De minister schrijft in de brief aan de Eerste Kamer dat er uit het
rapport geen zaken naar voren komen die aanleiding zouden zijn om het
wetsvoorstel of de geplande invoering van meerspersoonscellen te
wijzigen.
De onderzoekers hebben bekeken welke gevolgen het invoeren van
meerpersoonscelgebruik heeft op de arbeidsomstandigheden, de
veiligheid en het welbevinden van het personeel en de gedetineerden.
Daarnaast moest een antwoord worden gegeven onder welke voorwaarden
tot landelijke invoering van meerpersoonscelgebruik kan worden
ingegaan.
Uit het onderzoek blijkt onder meer dat de meeste medewerkers het
werken op een meerpersoonscel-afdeling niet als onveilig ervaren. Wel
moet er meer aandacht zijn voor de werkinstructies in het kader van de
zwaardere werklast en de toegenomen complexiteit van de werkzaamheden.
Daarnaast geeft het personeel te kennen dat de combinatie van
meerpersoonscelgebruik met de voortgaande bezuinigingen tot gevolg kan
hebben dat er minder gelegenheid zal zijn voor het onderhouden van de
contacten met gedetineerden.
De huidige contra-indicaties voor de plaatsing van gedetineerden
werken vaak belemmerend op het bezetten van meerpersoonscellen. De
onderzoekers geven aan dat bij landelijke invoering van het
meerpersoonscelgebruik de werkbaarheid van de huidige
contra-indicaties opnieuw bekeken moet worden.
Personeel vindt het belangrijk een zekere mate van inspraak en
betrokkenheid te hebben bij de selectie en matching van gedetineerden
voor meerpersoonscelgebruik. Dit is volgens de onderzoekers nodig om
een veilig klimaat op afdelingen met meerpersoonscellen te waarborgen.
Verder komt naar voren dat de extra personele formatie die voor de
afdelingen met meerpersoonscelgebruik beschikbaar is gesteld niet
altijd even adequaat is ingevuld en ook niet in alle gevallen
toereikend is in het licht van de complexiteit van de werkzaamheden op
deze afdelingen.
Gedetineerden die een cel delen vinden het prettig als er bij de
dagprogrammering volgens een wisselrooster wordt gewerkt. Zo heeft
men toch enkele uren per dag enige privacy.
Gedetineerden spreken de vrees uit dat door het
meerpersoonscelgebruik in combinatie met bezuinigingsmaatregelen een
verslechtering van het detentieklimaat plaatsvindt en een verharding
van de relatie met de penitentiaire inrichtingswerkers. Als
meerpersoonscelgebruik wordt ingevoerd dan is het volgens de
onderzoekers belangrijk om gedetineerden te betrekken bij het
selecteren van een celgenoot. Overigens geven de onderzoekers er de
voorkeur aan om bij de landelijke invoering de beleidslijn te
handhaven dat met positieve incentives wordt gestimuleerd om een cel
te delen.
De minister zal de conclusies en aanbevelingen uit het rapport
betrekken bij de landelijke invoering van het meerpersoonscelgebruik.
Ministerie van Justitie