Algemeen Ambtsbericht China, april 2004
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
1 INLEIDING
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in China beschreven, voor
zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die
afkomstig zijn uit China en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen
Chinese asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere
ambtsberichten over de situatie in China (laatstelijk 28 maart 2003). Het algemeen
ambtsbericht beslaat de periode van april 2003 tot en met maart 2004.
Dit algemeen ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie van openbare
bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende
organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties,
vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bovendien liggen bevindingen ter
plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen
in China en in EU-lidstaten aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag.
In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde
openbare bronnen. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is
opgenomen in de literatuurlijst. Overigens zijn de tekstpassages waarbij wordt
verwezen naar openbare bronnen, in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die
op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek,
veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan
door een overzicht van de recente geschiedenis van China. Ook is een korte
passage over de geografie en de bevolking van China opgenomen.
In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in China geschetst. Na een
beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij China
partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna volgt de
beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke
mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht.
In hoofdstuk vier komen oorzaken van migratiestromen en de mogelijkheden voor
(her)vestiging in China aan de orde. Tevens zal worden ingegaan op het beleid van
een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit China en activiteiten
van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde.
Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf.
4
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
2 LANDENINFORMATIE
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
Het aantal inwoners van China bedraagt ongeveer 1,3 miljard mensen. De Han-
Chinezen vormen 92% van de totale bevolking. China kent daarnaast 55 etnische
minderheidsgroepen. In de tijd van Mao Zedong (1949-1976) konden minderheden
een officiële status aanvragen. Ongeveer 400 groepen hebben gereageerd op de
oproep maar daarvan zijn slechts 55 groepen officieel erkend als minderheid. Deze
officieel erkende minderheden maken in totaal 8% uit van de totale bevolking in
China. De grootste minderheid wordt gevormd door de Zhuang (16 miljoen, wonen
vooral in Guangxi). Andere minderheden zijn de Manchu (10 miljoen), Hui
(9 miljoen, moslims, wonen vooral in Ningxia), Miao (8 miljoen), Oeigoeren
(7 miljoen, moslims, vormen de grootste bevolkingsgroep in de regio Xinjiang), Yi
(7 miljoen), Tibetanen (5 miljoen, boeddhisten, Tibet), Mongolen (5 miljoen,
Binnen-Mongolië), Buyi (3 miljoen) en Koreanen (2 miljoen), Dai, Bai, She, Lahu,
etc. De Hakka (40 miljoen), die onder andere een eigen taal hebben, zijn niet
officieel erkend als minderheid maar worden gerekend tot de Han-bevolking. Er
bestaat een grote groep die zichzelf aanduidt als Hakka. In de hukou
(huishoudregistratie) van iedere inwoner van China staat aangegeven tot welke
bevolkingsgroep hij of zij behoort.
Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) werden de talen, religies en culturen
van minderheden beschouwd als achterlijk en onderdeel van de `vier ouden' (oud
denken, oude cultuur, oude moraliteit en oude gewoonten) die moesten worden
afgeschaft. Minderheden werden in die tijd gedwongen te assimileren met de Han-
bevolking.
Met de komst van Deng Xiaoping in 1978 kwam er verandering in de situatie van
de minderheden. De `vier ouden' werden vervangen door de `vier
moderniseringen' en minderheden kregen een voorkeursbehandeling om hen te
helpen zich sneller te ontwikkelen. Zo mochten minderheden meer kinderen
hebben dan Han-Chinezen, werd onderwijs op scholen in hun eigen taal gegeven
en waren de toelatingseisen lager dan die voor Han-scholen. Er kwamen quota
voor politieke vertegenwoordigers van minderheden in het Nationaal
Volkscongres (National People's Congress, NPC, het parlement) en er werden
maatregelen getroffen om gebieden waar veel minderheden wonen sneller te
ontwikkelen. Het nieuwe beleid van de overheid leidde ertoe dat minderheden in
aantal gegroeid zijn. China heeft in de jaren tachtig een nieuwe wet aangenomen
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
waarin het mogelijk werd voor kinderen van gemengd Han-minderheidsbloed, zelf
hun etnische identiteit te kiezen.
Taal
De dominante taal in China is het Putonghua (standaard-Chinees, Noord-Chinees,
Mandarijn). Daarnaast komen nog 53 minderheidstalen en vele dialecten voor. Het
Kantonees wordt gesproken in Guangdong, Hongkong, en delen van zuidelijk
Guangxi. In de provincie Zhejiang wordt het Wu gesproken, in Fujian het Min en
Hokkien. Het Chinese schrift wordt gebruikt in heel China. De schriftelijke
communicatie tussen sprekers van verschillende Chinese talen en dialecten verloopt
daardoor probleemloos. De standaardtranscriptie op het vaste land van China van het
Chinese schrift in het Romeinse schrift heet pinyin.
Chinese kalender1
Voor het vaststellen van de data van de traditionele festivals (Chinees Nieuwjaar,
mid-herfst festival, etc.) wordt de Chinese kalender (ook wel maankalender of
boerenkalender genoemd) gebruikt. Voor alle officiële documenten
(identiteitskaart, hukou, paspoort) en historische feestdagen (de Nationale Dag op
1 oktober, 1 mei viering, etc.) wordt in China door de overheid de Gregoriaanse
(westerse) kalender gebruikt.
De Chinese kalender is een combinatie van zon- en maankalender die erop gericht
is om de jaren samen te laten vallen analoog aan het tropische jaar en de maanden
met de synodische maanden. Een gewoon jaar heeft 12 maanden en een
schrikkeljaar (eens in de vier jaar) heeft 13 maanden. Een gewoon jaar heeft 353,
354 of 355 dagen, een schrikkeljaar heeft 383, 384 of 385 dagen. De Chinese
kalender kent cycli van 60 jaar. De eerste 60 jarencyclus startte in 2637 voor Chr.
De westerse kalender werd in 1582 door de Jezuïeten geïntroduceerd in China
maar pas na 1912 raakte het gebruik van de westerse kalender in zwang. Op het
platteland wordt vaak nog gerekend volgens de Chinese kalender. In de steden
gebruikt de bevolking doorgaans de Gregoriaanse kalender. Op het internet zijn
websites te vinden waar op eenvoudige wijze data van de maankalender omgezet
kunnen worden naar data van de Gregoriaanse kalender en vice versa.
2.1.2 Geschiedenis2
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong in Beijing de `Volksrepubliek China' uit. De
regeerperiode van Mao werd gekenmerkt door sociale en economische
experimenten van ongekende schaal die miljoenen slachtoffers maakten. De
1 The Chinese Calendar, http://webexhibits.org/calendars/calendar-chinese.html (geraadpleegd op 2 december
2003).
2 Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 augustus 2000 voor een uitgebreidere beschrijving.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
`Grote Sprong Voorwaarts' van 1958 was een experiment bedoeld om het land in
korte tijd op een zelfde ontwikkelingsniveau te brengen als het westen. De
Culturele Revolutie (1966-1976) was een nieuw experiment, waarmee Mao
probeerde om zijn getaande machtspositie te herstellen. Mao riep daarbij de jeugd
op tot zuivering van het `corrupte en bourgeois' partijkader. Rode Gardes
bestaande uit fanatieke jongeren trokken massaal met Mao's `rode boekje' in de
hand het land in om de volwassenen op te voeden in de ware communistische leer.
De terreur van de eerste vier jaren leidde tot miljoenen slachtoffers onder de
intelligentsia. Omdat de Culturele Revolutie dreigde te ontaarden in een
burgeroorlog, kwam het leger in 1968 tussenbeide. Deze periode eindigde met de
dood van Mao op 9 september 1976 en de arrestatie op 6 oktober 1976 van de
zogenaamde `Bende van Vier'.3
De nieuwe politieke leider Deng Xiaoping gaf de aanzet tot hervormingen in de
richting van privé-bedrijfsvoering en marktwerking in de economie. Daarmee
begon voor China een periode van economische groei en een begin van politieke
liberalisering. Er kwam meer tolerantie op cultureel gebied. Een roep om grotere
politieke vrijheden leidde in 1979 en 1986 tot studentendemonstraties. De
studentenopstand in april 1989 rond het Plein van de Hemelse Vrede
(Tiananmenplein) in Beijing was voor de regering aanleiding in te grijpen en in de
nacht van 3 juni op 4 juni 1989 de demonstraties bloedig neer te slaan. De
schattingen over het aantal dodelijke slachtoffers liggen rond de 500. In november
1989 gaf Deng Xiaoping zijn laatste officiële functie op, maar hij behield zijn
politieke invloed. Hij keerde in voorjaar 1992 terug om een nieuwe impuls te
geven aan de economische liberalisering van het land.
Jiang Zemin werd in 1993 staatshoofd, nadat hij al in 1989 tot algemeen
partijsecretaris van de Chinese Communistische Partij (CCP) was benoemd. Onder
zijn leiding is het door Deng ingezette beleid van geleidelijke liberalisatie van het
economische stelsel voortgezet. Aantrekken van buitenlandse investeringen en
behoud van sociale stabiliteit hadden daarbij prioriteit.
De Chinese regering ziet zich geconfronteerd met de noodzaak het land economisch
geleidelijk te hervormen om de concurrentie aan te kunnen met de wereldmarkt. Die
noodzaak is nog sterker geworden door de toetreding van China tot de World Trade
Organisation (WTO) in december 2001.
Als onderdeel van zijn campagne om de geschiedenis in te gaan als één van
China's grote leiders introduceerde Jiang een nieuw gedachtegoed in de partij, de
3 Zo genoemd naar het viermanschap van Mao's weduwe Jiang Qing en haar medestanders Zhang Chunqiao,
Yao Wenyuan en Wang Hongwen, allen afkomstig uit Shanghai, die tijdens de Culturele Revolutie een grote
macht uitoefenden. Na de dood van Mao werd vermoed dat Jiang Qing de macht naar zich wilde toetrekken.
De `Bende van Vier' werd daarom op last van Mao's opvolger Hua Guofeng op 6 oktober 1976 gearresteerd.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
zogeheten `san ge daibiao', de drie vertegenwoordigingen.4 In deze ideologie
wordt gesteld dat de CCP de meest moderne productieve krachten, de meest
ontwikkelde cultuur en de fundamentele belangen van de gehele bevolking moet
vertegenwoordigen. Op basis van deze ideologie werd besloten dat ook
ondernemers tot de CCP toegelaten konden worden. De doctrine van de drie
vertegenwoordigingen wordt algemeen gezien als strategie om de legitimiteit van
de partij bij het Chinese volk uit te breiden. Vroeger konden slechts boeren en
arbeiders partijlid worden.
Tegelijkertijd wordt niet geduld dat de machtspositie van de CCP aangetast wordt.
Periodes waarin iets meer politieke vrijheid lijkt te worden toegestaan, worden afge-
wisseld door periodes van repressie, vooral wanneer politieke ontwikkelingen de
leidende positie van de CCP in gevaar dreigen te brengen. In het handhaven van het
primaat van de CCP zien de Chinese leiders een garantie dat het land zich geleidelijk
kan ontwikkelen en dat economische excessen ten gevolge van ongecontroleerde
liberalisatie kunnen worden vermeden. De Chinese regering is daarom erg gevoelig
voor (grote) georganiseerde, onafhankelijke groeperingen die, ongeacht hun aard,
het gezag van de communistische partij aan zouden kunnen tasten. Het kan hier
bijvoorbeeld gaan om een vakbeweging, een godsdienst, een
democratiseringsbeweging of een spirituele beweging. Een interne bedreiging voor
het gezag van de communistische partij is corruptie. Om die reden lanceerde de
regering eind jaren negentig een anti-corruptiecampagne en wordt tegen corruptie
onder ambtenaren en partijleden hard opgetreden. Corruptie komt nog steeds veel
voor.
In november 2002 tijdens het 16e Partijcongres dat eens in de vijf jaar wordt
gehouden, werd besloten dat Hu Jintao de opvolger werd van president Jiang
Zemin als algemeen partijsecretaris van de CCP. Hu Jintao werd in maart 2003
tijdens het Nationaal Volkscongres aangewezen als de nieuwe president van de
Volksrepubliek China. Wen Jiabao, voorheen vice-premier, volgde in maart 2003
Zhu Rongji op als premier.
De nieuwe leiders worden algemeen omschreven als de `vierde generatie' na Mao
Zedong, Deng Xiaoping en de derde generatie leiders waartoe Jiang Zemin
behoort. Jiang Zemin is aangebleven als voorzitter van de Centrale Militaire
Commissie. Daardoor is de macht niet volledig in handen van de nieuwe generatie
gekomen, maar behoudt Jiang Zemin nog veel invloed.
4 De ideologie van Jiang Zemin werd in maart 2004 door het Nationaal Volkscongres opgenomen in de
grondwet.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
2.1.3 Staatsinrichting5
De Volksrepubliek China is volgens de grondwet een socialistische staat onder de
democratische dictatuur van het volk, geleid door de werkende klasse en
gebaseerd op de alliantie van arbeiders en boeren. Het staatshoofd van China is de
president bijgestaan door een vice-president. Het Nationaal Volkscongres bekleedt
formeel het hoogste staatsgezag in China. Wanneer het Nationaal Volkscongres niet
in zitting is, worden alle functies daarvan uitgeoefend door het Staand Comité (Stan-
ding Committee) van het Nationaal Volkscongres. De centrale regering van China
wordt gevormd door de Staatsraad (State Council). De leden worden gekozen door
het parlement en moeten formeel ook aan het parlement verantwoording afleggen.
De Staatsraad wordt geleid door een kernkabinet van de vier vice-premiers en de vijf
staatsraden, voorgezeten door de premier. De `Staatsraad in ruime zin' omvat tevens
de voorzitters van de staatscommissies, alle ministers, en de auditeur-generaal. De
Centrale Militaire Commissie (CMC) geeft sturing aan het leger. Het gezag van de
CCP, die over veel parallelle structuren beschikt, is groter dan dat van de
staatsorganen. De CCP speelt een overheersende rol in het functioneren van zowel
wetgevende, controlerende als uitvoerende macht.
Administratieve indeling
China is conform artikel 30 van de grondwet administratief ingedeeld in de volgende
bestuurslagen:
1. provincies (sheng), autonome gebieden (zizhiqu), en gemeentes die direct onder
het landsbestuur vallen (zhixiashi);
2. de provincies en autonome gebieden zijn onderverdeeld in autonome
prefecturen (zizhizhou), gewesten (xian), autonome gewesten (zizhixian) en
steden (shi);
3. de gewesten en autonome gewesten zijn onderverdeeld in agglomeraties (xiang),
nationaliteitsagglomeraties (minzuxiang), en landelijke gemeentes (zhen).
De eerste bestuurslaag bestaat uit 23 provincies6, 5 autonome gebieden7, en 4 stads-
provincies8 (tezamen 32). Daarnaast zijn er twee gebieden met een aparte status
(Hongkong en Macao). De autonome gebieden liggen vooral aan de grenzen en
worden veelal door het leger bestuurd. Binnen-Mongolië en Ningxia in het noorden,
Xinjiang en Tibet in het westen en zuidwesten, Guangxi in het zuiden. Hoewel deze
5 Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 augustus 2000 voor een uitgebreide beschrijving van de
grondbeginselen van het staatsbestel, de belangrijkste staatsorganen, te weten het staatshoofd, de wetgevende
macht (volkscongres en de Chinese People's Political Consultative Conference, CPPCC) en de regering.
Daarin komen ook de Militaire Commissie en de administratieve indeling van China aan bod.
6 Taiwan geldt voor China formeel als 23ste provincie.
7 Tibet Autonomous Region; Xinjiang Uighur Autonomous Region; Inner Mongolia Autonomous Region,
Ningxia Hui Autonomous Region, Guangxi Zhuang Autonomous Region.
8 Dit zijn Beijing, Shanghai, Tianjin, en Chongqing.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
gebieden aangemerkt worden als `autonoom', hebben zij in de praktijk minder
autonomie dan een provincie.
Verkiezingen
Voor de volkscongressen op gewestelijk niveau worden verkiezingen gehouden.
Deze volksvertegenwoordigers kiezen vervolgens afgevaardigden voor de
provincies, die op hun beurt weer afgevaardigden voor het Nationaal Volkscongres
kiezen. Los hiervan worden directe verkiezingen gehouden op dorps- en
wijkniveau. Dit zijn vooralsnog de laagste overheidsniveaus in ruraal en stedelijk
China. Experimenten zijn gaande voor directe verkiezingen op weer een niveau
hoger, van districten. In de praktijk hebben de parlementsleden zeer weinig
invloed op het bestuur.
2.2 Politieke ontwikkelingen
Binnenlandse ontwikkelingen
De voornaamste zorgen van de huidige regering zijn het handhaven van het
primaat van de CCP, het bewaren van de territoriale eenheid, het vermijden van
sociale onrust, het scheppen van werkgelegenheid en het reduceren van de kloof
tussen arm en rijk. De huidige president en de premier leggen meer nadruk op
sociale problemen en hebben meer aandacht voor het volk.
De in maart 2003 aangetreden president Hu Jintao heeft in de verslagperiode een
aantal crises goed doorstaan, en daarmee zijn positie versterkt.
De SARS-epidemie in de eerste helft van 2003 werd in eerste instantie
stilgezwegen. Aanvankelijk had de regering meer oog voor het redden van de
economie en werden zware straffen ingezet voor mensen die opzettelijk de
besmettelijke ziekte zouden verspreiden of geruchten of negatieve berichten over
de longziekte SARS zouden verspreiden. Daarna echter werd de crisis openlijk
aangepakt en stond de gezondheidssituatie voorop. De SARS-crisis legde de
zwakke plekken in de gezondheidszorg bloot. De minister van Gezondheidszorg
en de burgermeester van Beijing werden ontslagen voor het opzettelijk rapporteren
van onjuiste, te lage aantallen SARS-gevallen. In de pers werd uitgebreid
informatie gegeven over SARS en er werd beter samengewerkt met de WHO.
Opmerkelijk was het naar buiten brengen tijdens de SARS-epidemie van het
vergaan van een Chinese onderzeeër, waarbij zeventig mensen om het leven
kwamen. Het was de eerste keer sinds jaren dat de autoriteiten dergelijk nieuws
10
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
bekend maakten. De openheid van de Chinese regering en de pers heeft zich na de
SARS-epidemie echter niet voorgezet.9
Een andere crisis betrof Hongkong. In juli 2003 ging een half miljoen mensen in
Hongkong de straat op om te demonstreren tegen een voorstel voor nieuwe
veiligheidswetgeving.10 De Hongkongse bevolking was bevreesd dat de nieuwe
veiligheidswetgeving de burgerlijke rechten en vrijheden zou inperken. De
autoriteiten in Beijing is er veel aan gelegen om de rust in Hongkong te behouden.
De Chief Executive van Hongkong, Tung Chee-Hwa, werd naar Beijing geroepen
voor overleg. Ook omdat er geen meerderheid voor was in het Hongkongse
parlement werd het wetsvoorstel ingetrokken. Zo werd groter gezichtsverlies
voorkomen. Sindsdien echter is de bemoeienis van de centrale autoriteiten met
Hongkong groter geworden.
Hu Jintao en Wen Jiabao presenteren zich als `mannen van het volk'. Dit uit zich
in de aandacht voor sociale problemen en directer contact met de bevolking. Zo
doorbrak Wen Jiabao een taboe door in december 2003 een aids-kliniek te
bezoeken en een aids-patiënt de hand te schudden. En Hu Jintao merkte op dat de
media minder aandacht moeten besteden aan de politieke leiders en meer aan de
burgers.
De jaarlijkse retraite in augustus van de politieke top in de kustplaats Beidaihe
werd in 2003 afgezegd. Hu nam hiermee afstand van de praktijken van de derde
generatie leiders. De retraite stond vooral bekend om de achterkamerpolitiek die er
werd bedreven, waarbij politieke strategieën werden afgesproken. Voormalig
president en huidig voorzitter van de Centrale Militaire Commissie, Jiang Zemin,
en zijn volgelingen hebben echter nog veel invloed binnen de partij en het
staatsbestuur.
In oktober 2003 deed Hu de toezegging tot hervorming van het politieke systeem
en uitbreiding van de `socialistische democratie', versterking van de politieke
participatie van de bevolking en verbetering van het rechtssysteem. Volgens Hu
zullen deze veranderingen langs geleidelijke en gecontroleerde weg plaatsvinden.
Vooralsnog zijn er geen substantiële politieke hervormingen aangekondigd.
De eerste Chinese bemande ruimtevlucht in oktober 2003 werd in de Chinese
media breed uitgemeten en toegeschreven aan het succesvolle leiderschap van
president Hu Jintao en premier Wen Jiabao.
Buitenlands beleid
China treedt sinds enkele jaren internationaal meer op de voorgrond.
9 Zie ook 3.3.1 over de vrijheid van meningsuiting.
10 Zie 3.5.4 voor meer informatie over de veiligheidswetgeving en hervormingen van de Basic Law.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
China maakt deel uit van de Shanghai Cooperation Organisation (SCO), een
regionaal forum waarin ook Rusland, Kyrgyzstan, Kazachstan, Oezbekistan en
Tadzjikistan vertegenwoordigd zijn. De SCO, opgericht als `Shanghai Five' in
1996 onder andere om grensgeschillen op te lossen tussen de lidstaten, wordt door
China gezien als een gremium om onderlinge militaire spanningen te voorkomen
en om afspraken te maken over het gezamenlijk bestrijden van terroristische
groeperingen. Daarnaast wordt ook samenwerking nagestreefd op het gebied van
bestrijding van de drugshandel en van transport, economie en handel. Na `11
september' lijkt de SCO extra relevant geworden, al treedt de organisatie weinig
op de voorgrond. In augustus 2003 werden in Xinjiang gezamenlijke militaire
oefeningen gehouden. In september 2003 kwamen de SCO-leden overeen om een
regionaal anti-terreur centrum in Oezbekistan op te richten.11
China heeft aangekondigd de samenwerking in de strijd tegen terrorisme ook te
willen uitbreiden naar andere landen in de regio (ASEAN12). In juni 2003 keurde
China een vriendschaps- en samenwerkingsverband met de ASEAN goed. Het
verdrag verbiedt het gebruik van geweld bij conflicten met ASEAN-lidstaten. Die
moeten worden voorgelegd aan een Hoge Raad. China en de tien lidstaten van de
ASEAN werken verder aan de vorming van de grootste vrijhandelszone ter
wereld.
China speelt een actieve bemiddelende rol bij de besprekingen om een oplossing te
vinden in de kwestie Noord-Korea. Een eerste zespartijenoverleg tussen Noord-
Korea, China, Zuid-Korea, Japan, Rusland en de Verenigde Staten werd in
augustus 2003 in Beijing gehouden maar eindigde zonder resultaat. Een tweede
overleg vond plaats van 25-28 februari 2004.
2.3 Veiligheidssituatie13
Algemeen
De binnenlandse veiligheid valt onder de verantwoordelijkheid van het
volksbevrijdingsleger (People's Liberation Army, PLA) en de militaire afdeling
van de politie (People's Armed Police, PAP), samen met het ministerie van
Openbare Veiligheid (= de politie). Uit hoofde van de wet op de staatsveiligheid
van 22 februari 1993 staan zij onder leiding van het Nationaal Volkscongres. In de
praktijk echter worden zij aangestuurd door de Communistische Partij.
11 Reuters, Russia, China, Central Asia agree on anti-terror base, 23 september 2003.
12 De ASEAN (Association of South East Asian Nations) wordt gevormd door Brunei, Cambodja, Indonesië,
Filippijnen, Laos, Maleisië, Myanmar, Singapore, Thailand en Vietnam.
13 Zie 3.5.1, 3.5.2 en 3.5.3 voor een beschrijving van de (veiligheids)situatie in Tibet, Xinjiang en Binnen-
Mongolië.
12
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
In 2002 werd een speciaal anti-terrorisme bureau in het leven geroepen,
ressorterend onder het ministerie van Nationale Veiligheid. Dit bureau richt zich
onder meer op de monitoring van grensovergangen, de beoordeling van
visumaanvragen en de beveiliging van luchthavens.
In het kader van modernisering en herstructurering van het leger kondigde de
regering in september 2003 plannen aan om het leger voor 2005 met 200.000
militairen in te krimpen tot 2,3 miljoen manschappen.14
De veiligheidssituatie in China is relatief stabiel te noemen. De als gevolg van de
sluiting van staatsbedrijven steeds groter wordende aantallen werklozen vormen
een potentiële bedreiging voor de sociale stabiliteit in China.
De in april 2001 gestarte strike hard campagne, gericht op het tegengaan van
corruptie, criminaliteit en sociale instabiliteit vindt nog altijd plaats.15
In een vier maanden durende campagne werden in 2003 bijna 45.000
politieagenten ontslagen, omdat zij niet voldoende gekwalificeerd zouden zijn of
hun beroep slecht uitoefenden. Met name op het platteland werden vaak
ongekwalificeerde politieagenten in dienst genomen vanwege personeelstekorten
en de werkdruk. Er werden in 2003 273 politieagenten ontslagen en 616 gestraft
voor overtredingen als gokken, drinken tijdens werktijd, dronkenschap achter het
stuur, het onder invloed van alcohol dragen van wapens, en het dragen van wapens
buiten diensttijd. Meer dan 500 agenten werden gestraft vanwege corruptie.16 Ook
is een aantal agenten veroordeeld wegens foltering.
Taiwan
China beschouwt Taiwan sinds 1949 als een opstandige provincie en streeft ernaar
dat Taiwan, net als Hongkong en Macao, weer met het vasteland verenigd wordt.
China heeft de afgelopen jaren meerdere malen gedreigd met militair ingrijpen bij
dreigende veranderingen in de status quo.
In december 2003 werd in Taiwan een wetsvoorstel aangenomen dat het mogelijk
maakt referenda te houden. De president van Taiwan, Chen Shui-bian, kondigde
aan in maart 2004 een referendum te willen houden. China beschouwt het
referendum als een stap in de richting van onafhankelijkheid van Taiwan en als
14 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report, oktober 2003; Reuters, China
announces 200.000 military job cuts, 1 september 2003; Reuters, China to trim 200,000 from military ranks
by 2005, 5 maart 2004.
15 Voor meer informatie over de strike hard campagne zie 3.3.7 (arrestaties en detenties), 3.3.8 (mishandeling
en foltering), 3.3.11 (doodstraf) en 3.5.2 (Xinjiang).
16 DPA, China purges 45,000 police officers, 8 januari 2004; Reuters, China police nicked for gambling, drunk
driving, 20 november 2003.
13
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
een verandering in de status quo, waartegen het een sterk protest heeft laten horen.
Het referendum viel samen met de presidentsverkiezingen in maart 2004.
President Shen Shui-bian won met een verschil van 0,2% van zijn tegenstander
van de nationalistische partij Kuomintang. Het referendum werd niet geldig
verklaard omdat minder dan de helft van de kiezers zich heeft uitgesproken.
2.4 Sociaal-economische situatie17
China's toetreding tot de WTO in december 2001 is een stap in het proces naar het
openen van de markt voor buitenlandse investeringen en het vergroten van de
export. Dit proces is sinds de jaren tachtig aan de gang. Reeds voor de WTO-
toetreding behaalde China resultaten, die belangrijk zijn voor de sociaal-
economische situatie. Hoewel de cijfers niet altijd even betrouwbaar zijn, hebben
de economische hervormingen geleid tot een sterke groei van het inkomen per
hoofd van de bevolking (verdubbeling in de periode 1980 - 1990 en nogmaals een
verdubbeling in de tien jaren daarna). Deze ontwikkeling vond plaats in een
relatief stabiele politieke en sociale omgeving. Echter, nog steeds leven meer dan
200 miljoen Chinezen, met name op het platteland en in het binnenland gelegen
provincies, van minder dan een dollar per dag.
Er is geografisch gezien sprake van grote ongelijkheid in de ontwikkeling van
China. Vooral de oostelijke kustprovincies (waaronder Fujian, Zhejiang en
Guangdong) profiteerden van de economische groei, maar het westen van het land
is ver achter gebleven. Deze ongelijkheid is er voornamelijk de oorzaak van dat
mensen (al dan niet legaal) migreren van de rurale gebieden naar de steden, van
het westen naar het rijkere oosten van China. In de rijkere provincies is migratie
naar het buitenland voor velen een logische stap.18 De hervormingen hebben geleid
tot een situatie waarin garanties op werk en inkomen niet langer bestaan. Verwacht
wordt dat het aantal werklozen in China de komende jaren zal verdrievoudigen.
Stedelijke werkloosheid wordt geschat op 10%, waarbij de tientallen miljoenen
plattelandsmigranten die naar de steden komen om werk te zoeken niet zijn
meegerekend. Voorts heeft niet meer iedereen even gemakkelijk als vroeger
toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, omdat daar nu eigen bijdragen voor
17 Voor deze paragraaf is ondermeer gebruik gemaakt van CIA, World Factbook 2003, updated 1 augustus
2003; EIU, Country Reports China; Worldbank, China Half-Yearly Update, 16 oktober 2003; Worldbank,
Country Assistance Strategy for China 2003-2005, 22 januari 2003; Reuters, China leaders demand new jobs
to absorb unemployed, 18 augustus 2003; Reuters, Over 10 pct of Chinese live in dire poverty-expert, 10 juli
2003.
Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 maart 2003 voor een omschrijving van de sociaal-economische
situatie in de provincies Fujian en Zhejiang. Veel Chinezen in Nederland zijn afkomstig uit deze provincies.
18 Zie paragraaf 4.1.
14
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
worden gevraagd. Dit treft met name migranten (de floating population), maar
bijvoorbeeld ook mensen die werden ontslagen door staatsbedrijven.
De overheid biedt nog geen adequaat sociaal vangnet en een alternatief ontbreekt.
Verder nemen de milieuproblemen toe.
Met het schudden van de hand van een aids-patiënt in december 2003 doorbrak
premier Wen Jiabao een taboe op aids. Officiële schattingen geven aan dat
840.000 mensen seropositief zijn in China. Andere bronnen spreken zelfs van 1,5
miljoen HIV-positieve personen. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren
sterk toenemen. De ziekte heeft een gevoelige politieke dimensie, omdat in de
jaren negentig in zeven arme provincies illegaal gehandeld is met bloed afkomstig
uit onhygiënische donaties. Daarbij waren plaatselijke bestuurders en partijleiders
betrokken die nog niet gestraft zijn. In 2002 begon de regering pas met campagnes
voor aids-bestrijding.19
19 Algemeen Dagblad, China kijkt aids in het gezicht. Regering durft ziekte eindelijk te erkennen, 4 december
2003; Human Rights Watch, Discrimination fuels HIV/aids crisis. Investigation urged into blood infection
scandal, 3 september 2003; Human Rights Watch, Aids treatment plan welcome, but must protect rights.
Poor to gain treatment access as high-risk groups face crackdown, 11 november 2003.
15
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3 MENSENRECHTEN
3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
China is onder meer partij bij de internationale verdragen tegen
rassendiscriminatie (CERD), vrouwendiscriminatie (CEDAW), foltering (CAT),
ter bescherming van de rechten van het kind (CRC) en bij het verdrag over de
status van vluchtelingen van 1951 (CSR) met bijbehorend protocol van 1967
(CSR-OP).
Het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (ICCPR)
werd op 5 oktober 1998 door China ondertekend, maar dit verdrag is nog niet
geratificeerd. Een interdepartementaal comité is in het leven geroepen om de
ratificatie voor te bereiden.
Het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten
(ICESCR) is op 28 februari 2001 door China geratificeerd. Daarbij is echter een
voorbehoud gemaakt ten aanzien van artikel 8 sectie 1 onder a, waardoor China
zich niet verplicht acht onafhankelijke vakbonden toe te staan. China erkent alleen
de All China Federation of Trade Unions (ACFTU), die door de staat
gecontroleerd wordt. In juni 2003 werd het eerste implementatierapport
gepresenteerd.
China is geen partij bij het Internationaal Strafhof. De Chinese regering heeft
aangegeven geen verdrag met de Verenigde Staten inzake niet-uitlevering van
Amerikaanse militairen af te zullen sluiten.
3.1.2 Nationale wetgeving
Grondwet
Het Nationaal Volkscongres gaf in maart 2004 zijn goedkeuring aan opname van
een passage in de grondwet over de rechten van burgers. Het gaat daarbij om de
zin: `De staat respecteert en beschermt de rechten van het volk.' Verder is tijdens
het Nationaal Volkscongres in de grondwet opgenomen dat rechtmatig verkregen
eigendom onschendbaar is, waarmee privé eigendom dezelfde status krijgt als
publiek eigendom.
16
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Wetgeving met betrekking tot terrorisme en separatisme
Op 29 december 2001 is door het Staand Comité van het Nationaal Volkscongres
een aantal amendementen op de strafwet van China aangenomen die tot doel
hebben `terroristische misdaden te bestraffen, nationale veiligheid en de veiligheid
van leven en bezit van de bevolking te waarborgen en sociale orde te bewaren'.20
De amendementen maken het mogelijk zwaardere straffen (inclusief de doodstraf)
op te leggen aan personen die terroristische activiteiten organiseren of leiden. De
term `terroristisch' is echter niet nader gespecificeerd. Hierdoor is het voor
overheidsinstanties mogelijk zelf een interpretatie te geven aan deze term. Ook de
formulering van de teksten is niet altijd even duidelijk en kan op vele
verschillende manieren worden uitgelegd. In de praktijk blijkt de term ruim
ingevuld te worden.
Wetgeving met betrekking tot gezinsplanning21
De één-kindpolitiek werd sinds de jaren zeventig door middel van lokale
administratieve regelgeving uitgevoerd, maar was nog niet in nationale wetgeving
vastgelegd. De eerste nationale wet over gezinsplanning, waaraan 23 jaar is
gewerkt, trad op 1 september 2002 in werking. Deze wet geeft verdere invulling
aan constitutionele voorzieningen die voor inwerkingtreding van de wet de enige
richtlijnen voor lokale regelgeving vormden voor dit onderwerp.
Omdat voorheen op het Chinese platteland door de overheid gefinancierde
gezinsplanningsorganisaties niet aanwezig waren, bepaalden
gezinsplanningsambtenaren zelf hoeveel en hoe vaak boetes en belastingen geïnd
werden bij gezinnen die zonder toestemming meer dan één kind hadden gekregen.
Deze gelden werden mede gebruikt voor de directe financiering van de
gezinsplanningscomités. Dit leidde nogal eens tot machtsmisbruik en corruptie. De
bedoeling van de nieuwe wetgeving is dat daaraan een einde komt. De codificering
van het gezinsplanningsbeleid leidt naar verwachting tot meer inzicht van burgers
in hun rechten.
De nieuwe wet bevat de volgende elementen:
· de benaming van de boete die betaald moet worden voor het krijgen van een
extra kind is nu social fostering fee of social compensation fee in plaats van
unplanned birth fee. Men wil duidelijk maken dat extra kinderen een extra last
zijn voor de openbare fondsen. De kosten daarvan worden op de ouders
verhaald;
20 Er zijn twee amendementen toegevoegd aan artikel 120 van de strafwet, vier aan de artikelen 114, 115, 125
en 127, twee aan artikel 191 en een aan artikel 291 van de strafwet. Voor de volledige Engelse tekst van de
amendementen, zie: Amnesty International, China's Anti-Terrorism Legislation and Repression in the
Xinjiang Uighur Autonomous Region (ASA 17/010/2002), maart 2002.
21 Voor de uitvoering van de gezinsplanningswet in de praktijk zie 3.4.1.
17
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
· de exacte hoogte van de social compensation fee wordt per provincie bepaald
en is gerelateerd aan het besteedbare jaarinkomen (inkomen na aftrek van
sociale lasten, belasting etc.) in plaats van aan het totale gemiddelde
jaarinkomen van een lokale arbeider;
· er is mogelijkheid tot beroep en er kunnen klachten worden ingediend;
· vanaf 1 september 2002 worden alle geïnde boetes in de nationale schatkist
gestort en krijgen leden van de gezinsplanningscomités hun salaris betaald uit
overheidsgelden;
· er is een verbod op het uitvoeren van echoscopieën om het geslacht van de
foetus vast te stellen.22
De State Population and Family Planning Commission23 stelt zichzelf ten doel op
korte termijn (mogelijk drie jaar) tot afschaffing van de social compensation fee te
komen. De hoogte van de social compensation fee en het betalingsschema wordt
gerelateerd aan het gemiddelde inkomen in het gewest. De hoogte kan daardoor
variëren van 10% van het jaarlijkse inkomen in arme gebieden tot drie tot zeven
keer het jaarlijkse inkomen in bepaalde stedelijke gebieden. Lokale autoriteiten
kunnen per geval een regeling voor gespreide betaling treffen, de betaling
uitstellen, een lager bedrag vaststellen of de boete kwijtschelden. Meestal bedraagt
de boete vier tot zes keer een jaarinkomen. Hierdoor krijgen mensen voor lange
tijd hoge schulden.
Bij de vaststelling van het aantal kinderen wordt onderscheid gemaakt tussen
rurale gebieden, stedelijke gebieden en etnische minderheden. De vuistregel is dat
men in rurale gebieden twee kinderen mag krijgen als het eerste een meisje is en in
stedelijke gebieden één kind. Voor alle etnische minderheden, zoals de Miao of
Tibetanen, geldt in principe geen beperking van het aantal kinderen.
Iedere provincie kan complementair aan de nationale wetgeving zijn eigen
richtlijnen opstellen met betrekking tot de voorwaarden voor echtparen om een
tweede kind te krijgen. De specifieke regelingen wisselen per provincie. Op het
platteland is het vaak toegestaan na een interval van vier of vijf jaar ongestraft een
tweede kind te krijgen. Enkele provincies (Hainan, Jilin) hebben de verplichting
tot een intervalperiode tussen twee kinderen opgeheven. Vaak is het toegestaan
een tweede kind te krijgen indien beide ouders enig kind zijn; het eerste kind een
niet-erfelijke handicap heeft; een hertrouwd echtpaar één kind heeft uit één van
beide vorige huwelijken; bij adoptie; of, als één van beide ouders een etnische
minderheid is, zoals de Miao of Tibetanen.
22 Population and Family Planning Law of the People's Republic of China (1 september 2002), Ch.V, Art. 35.
23 Tijdens het Nationale Volkscongres van maart 2003 werd de naam State Family Planning Commission
(SFPC) officieel veranderd in State Population and Family Planning Commission. De toevoeging
`population' geeft de commissie meer ruimte zich breder bezig te houden met bevolkingsbeleid.
18
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Echtparen die zich aan de richtlijnen houden krijgen bepaalde voordelen. Wanneer
men huwelijk en geboorte langer uitstelt krijgt men onder andere langer
zwangerschapsverlof (artikel 25) en kan men bijvoorbeeld voorrang krijgen bij het
verkrijgen van leningen (artikel 28).
Het VN-bevolkingsfonds (UNFPA) heeft een samenwerkingsprogramma met de
State Population and Family Planning Commission. De organisatie is werkzaam in
32 van de 2600 districten (bereik 17 miljoen mensen), maar meer dan 800
districten hebben volgens UNFPA inmiddels het UNFPA-beleid of delen daarvan
overgenomen. Het programma betreft een integrale benadering waarbij cliënten
voorlichting, counseling en de keuze uit verschillende anticonceptiemethoden
krijgen. Belangrijke onderdelen van dit beleid zijn:
- in de districten zijn de quota met betrekking tot gezinsplanning die vroeger
gehaald moesten worden, afgeschaft;
- concepten als kwaliteit van zorg en voorlichting over de redenen van het
gezinsplanning beleid zijn geïmplementeerd;
- gezinsplanningsambtenaren zijn beter opgeleid.
Huwelijkswet
Per 1 oktober 2003 is een nieuwe huwelijkswet (regulations on marriage
registration) in werking getreden waarmee Chinezen meer individuele vrijheid
hebben gekregen. Onder deze wet kunnen stellen trouwen zonder verklaring van
hun werkeenheden of wijkcomités dat de aanstaande echtelieden ongehuwd zijn.
In het verleden kon de procedure erg lang duren, en ook kwam het voor dat
werkeenheden om politieke of persoonlijke redenen geen verklaring afgaven of dat
een verklaring slechts werd afgegeven na het ontvangen van smeergeld. Een
andere wijziging ten opzichte van de vorige wet is dat het niet langer verplicht is
een medisch onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek richtte zich onder meer op de
kans op geboorteafwijkingen. Personen met aids of een besmettelijke ziekte
worden niet langer uitgesloten van het huwelijk. Om te kunnen trouwen hoeven
stellen nu alleen de hukou (familiehuishoudregistratieboekje24) en identiteitskaart
te overleggen en een verklaring van ongehuwd zijn te tekenen.
Scheiden is met de nieuwe wet ook eenvoudiger geworden. Voor echtscheidingen
is per 1 oktober 2003 geen toestemming van de werkgever meer nodig. Ook hoeft
men niet langer deel te nemen aan bemiddelingssessies georganiseerd door de
overheid.25
24 Zie 3.3.5.
25 Zie ook 3.4.1.
Far Eastern Economic Review, Untying the knot, 11 september 2003; Reuters, China trims red tape needed to
tie the knot, 20 augustus 2003; BBC News, China makes marriage easier, 20 augustus 2003; BBC News,
China loosens up marriage rules, 1 oktober 2003; ANP, Chinezen kunnen zonder papierwinkel trouwen, 1
oktober 2003; BBC News, China unties the marriage knots, 6 oktober 2003; Trouw, Trouwen makkelijker in
China-afgezien van het feest, 22 oktober 2003.
19
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3.2 Toezicht
NGO's dienen in China geregistreerd te zijn bij de overheid. Onafhankelijke
mensenrechtenorganisaties zijn niet toegestaan in China. In Hongkong is wel een
aantal mensenrechtenorganisaties gevestigd.
Het voorgenomen bezoek in juni 2003 van wijlen Hoge Commissaris voor de
Mensenrechten van de Verenigde Naties Sergio Vieira de Mello werd uitgesteld
wegens zijn benoeming in Irak als speciale vertegenwoordiger voor de VN-
Secretaris Generaal.
De VN-rapporteur inzake onderwijs bracht in september 2003 een bezoek aan
China. Dit was het eerste bezoek van een speciale rapporteur aan China sinds
1994. De VN-rapporteur inzake foltering en de VN-rapporteur inzake vrijheid van
godsdienst hebben begin 2004 een uitnodiging van de China autoriteiten
ontvangen.
De Europese Unie, alsook individuele landen, waaronder Australië en de
Verenigde Staten, onderhouden een dialoog met China over de mensenrechten.
Ook bij diplomatieke demarches en andere politieke ontmoetingen worden de
mensenrechten aan de orde gesteld.
De EU-China dialoog wordt tweemaal per jaar gehouden en aangevuld met
mensenrechtenseminars waaraan academische experts, NGO's en andere
vertegenwoordigers uit de EU en China deelnemen.26 Aandachtspunten tijdens de
dialoog zijn onder meer de doodstraf, administratieve detentie, foltering, respect
voor culturele en religieuze rechten van etnische minderheden met name in Tibet
en Xinjiang, vrijheid van religie, vrijheid van vergadering, en vrijheid van
meningsuiting en persvrijheid. Verder worden individuele zaken van politieke
gevangenen opgebracht. Een aantal ontwikkelingen kan op de lange termijn
bijdragen aan een verbetering van de mensenrechtensituatie, zoals het partij zijn
van China bij internationale verdragen en ingezette gerechtelijke hervormingen.
In het kader van de bilaterale mensenrechtendialoog met China, en ter
voorbereiding op het EU-voorzitterschap, bracht de Nederlandse
mensenrechtenambassadeur in februari 2004 een bezoek aan China. De
mensenrechtenambassadeur bezocht Beijing en Xinjiang. Daarbij werd onder meer
gesproken over administratieve detentie, vrijheid van religie, vrijheid van
meningsuiting, vergadering en vereniging, foltering en mishandeling, de doodstraf,
Tibet en Xinjiang, en de rechten van mensen met HIV/aids.
26 European Union, The EU's relation with China, updated november 2003 (www.europa.eu.int).
20
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3.3 Naleving en schendingen27
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De Chinese grondwet garandeert de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. In
de praktijk zijn persvrijheid en vrijheid van meningsuiting echter aan aanzienlijke
beperkingen onderworpen. Informatie die China (internationaal) in verlegenheid
zou kunnen brengen wordt door de Chinese autoriteiten aangemerkt als
staatsgeheim. Deze term is in de wet echter niet duidelijk gedefinieerd. Er vindt
veel controle van de media plaats en er is ook een grote mate van zelfcensuur op
politiek gevoelige onderwerpen.
De autoriteiten laten niet toe dat de leidende rol van de Chinese Communistische
Partij aangetast of in gevaar wordt gebracht, en dat kritiek wordt geleverd op rege-
ringsleiders of officiële beleidsuitgangspunten van de partij. Zo is het verboden
artikelen te schrijven die:
· in tegenspraak zijn met de `Vier Fundamentele Principes' (de weg van het
socialisme, het denken van Marx, Lenin en Mao Zedong, het leiderschap van
de CCP en de dictatuur van het proletariaat);
· de onafhankelijkheid van Tibet, Xinjiang, Binnen-Mongolië en Taiwan
bevorderen;
· `bijgeloof' uitdragen (hieronder vallen teksten met betrekking tot de Falun
Gong, de Zhong Gong en andere religieuze of semi-religieuze bewegingen).
Met betrekking tot door Chinese autoriteiten als niet-politiek gevoelig beschouwde
onderwerpen, is het mogelijk om in China zonder consequenties kritiek te uiten.
Het is (vooraf) echter niet altijd duidelijk waar de grens ligt wat wel en niet
geoorloofd is.
In toenemende mate wordt de buitenlandse pers toegang verleend tot China, maar
bij verslaggeving over gevoelige onderwerpen als sociale of politieke onrust wordt
vaak toegang tot plaatsen of betrokkenen geweigerd.
Na de `radiostilte' in de beginperiode van de SARS-epidemie, was er tijdens de
SARS-crisis een korte periode van relatieve openheid. Op het verspreiden van
geruchten over SARS stonden echter zware straffen. De openheid was echter van
korte duur.28
27 In deze en volgende paragrafen worden regelmatig individuele gevallen genoemd. Deze dienen slechts ter
illustratie en vormen geen uitputtende opsomming.
28 Zie ook 2.2. Asia Times online, Media in China: The door slams shut, 23 juni 2003.
21
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
In maart 2003 werd de uitgave van de 21st Century World Herald tijdelijk gestaakt
na een interview waarin opgeroepen werd tot meer democratie binnen de CCP en
kritiek op de rechtsgang. De Beijing New Times (Beijing Xinbao) werd gesloten en
redacteuren ontslagen nadat het blad in juni het Nationaal Volkscongres
"weerzinwekkend" had genoemd. Ook in juni werd een editie van het
economische tijdschrift Caijing uit de handel genomen waarin onder andere
artikelen waren opgenomen over de impact van SARS en een onroerend goed
schandaal in Shanghai.29
Volgens de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Committee to Protect
Journalists (CPJ) zaten begin 2004 39 journalisten in China gevangen op
beschuldiging van onder meer het publiceren en verspreiden van materiaal via
internet en het lekken van staatsgeheimen.30
Sinds eind 2003 is er meer openheid over aids in de Chinese pers en verschijnen er
meer artikelen over dit onderwerp. Echter, in augustus 2002 werd aids-activist
Wan Yanhai opgepakt en beschuldigd van het verspreiden van staatsgeheimen,
nadat hij via e-mail een overheidsrapport, op basis waarvan in de pers artikelen
geschreven waren, had verspreid. In september 2002 werd hij vrijgelaten. Begin
jaren negentig werden in de provincie Henan duizenden mensen besmet met het
HIV-virus door het verkopen van hun bloed. Openhartige artsen en HIV-
geïnfecteerde demonstranten die behandeling eisen, worden door de politie lastig
gevallen en opgepakt.31 In oktober 2003 werd een ambtenaar van het provinciale
ministerie van Gezondheidszorg, Ma Shiwen, veroordeeld tot acht jaar cel wegens
het verspreiden van een intern overheidsrapport over aids.
Internet
Het aantal gebruikers van internet en het aantal websites in China neemt nog
steeds toe. Er zouden thans ongeveer 80 miljoen internetgebruikers zijn. De
huidige internetgebruikers blijken vooral in de grote steden aan de oostkust te
wonen en bestaan voornamelijk uit jongeren. Het aandeel vrouwen en minder
hoog opgeleiden neemt toe. Chinezen gebruiken internet vooral om informatie te
vergaren.32
29 Far Eastern Economic Review, A populist style for party, not public, information, 10 juli 2003; Reuters,
China stifles curb-defying magazine, 23 juni 2003; Asia Times Online, Media in China The door slams shut,
23 juni 2003; CPJ, CPJ condemns media crackdown, 20 juni 2003; CPJ, Magazine banned in ongoing
crackdown, 23 juni 2003.
30 CPJ, CPJ calls for imprisoned journalist's release, 27 januari 2004; CPJ, CPJ condemns arrest of Internet
essayist. Detention is part of continuing crackdown on online speech, 3 november 2003; Reporters sans
Frontières, China 2003 Annual Report.
31 Human Rights Watch, Release health official jailed for aids report, 7 oktober 2003.
32 Internationale Spectator, Internet en democratisering in China, oktober 2002.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
De autoriteiten trachten de toegang tot internetsites te controleren. Meer dan
30.000 personen zouden belast zijn met de controle van internetgebruik. Er is een
internetpolitie in het leven geroepen, opererend onder het ministerie voor
Openbare Veiligheid. De toegang tot politiek gevoelige websites, waaronder die
van buitenlandse persbureaus en mensenrechtenorganisaties, maar ook tot
zoekmachines, wordt regelmatig beperkt en is in sommige gevallen geblokkeerd.
Berichten met politiek gevoelige woorden worden systematisch geblokkeerd. Naar
schatting 50.000 sites worden soms geblokkeerd, en de toegang tot 19.000 andere
sites is onmogelijk. De 110.000 internetcafés hebben programmatuur moeten
plaatsen die de toegang tot het wereldomspannende computernetwerk beperkt.
Herhaaldelijk worden internetcafés gesloten. Minderjarigen worden in veel
internetcafés niet toegelaten en managers van internetcafés dienen een registratie
bij te houden van gebruikers.33
De Chinese regering treedt steeds harder op tegen gebruikers van internet die
informatie downloaden of via internet hun opvattingen uitdragen. Begin 2004 had
Amnesty International 54 zaken geregistreerd waarbij mensen waren opgepakt
en/of veroordeeld in verband met aan het internet gelieerde overtredingen.34
Daarnaast zit volgens Amnesty International een onbekend aantal mensen zonder
vorm van proces vast op beschuldiging via internet informatie te hebben verspreid
over SARS. Ook zijn mensen gearresteerd die online een petitie hebben getekend
waarin wordt opgeroepen tot democratische hervormingen. Onder de
gedetineerden bevinden zich politieke activisten, schrijvers, studenten, leraren,
advocaten, zakenlieden, voormalige politiefunctionarissen en leden van niet-
toegelaten bewegingen als de Falun Gong. De meeste van hen zijn veroordeeld tot
gevangenisstraffen tussen de twee en twaalf jaar op grond van ondermijning van
de staatsveiligheid.35
In mei 2003 werden vier, reeds in maart 2001 gearresteerde, internetdissidenten
veroordeeld tot straffen variërend van 5 tot 10 jaar wegens subversie. Volgens de
mensenrechtenorganisatie Human Rights in China, vertelde een van de
33 Amnesty International, Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004);
Reporters sans Frontières, Living dangerously on the Net, 12 mei 2003; Reuters, China seen tightening
control over Internet cafes, 10 juni 2003; BBC News, China internet dissident `on hunger strike', 3 juni 2003;
Reuters, China tightens rules on Internet address managers, 21 november 2003.
34 Eind 2002 had Amnesty International 33 zaken geregistreerd. Volgens Committee to Protect Journalists
zaten eind 2003 16 personen in de gevangenis wegens het schrijven of verspreiden van informatie op
internet. CPJ, Internet writer freed, 1 december 2003; Amnesty International, Control tightens as Internet
activism grows (ASA 17/001/2004), 28 januari 2004.
35 Amnesty International, Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004).
Vier van de gedetineerden (Falun Gong-aanhangers) zouden in gevangenschap zijn overleden als gevolg van
mishandeling of foltering.
23
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
veroordeelden te zijn gefolterd omdat hij weigerde te bekennen.36 In september
2003 werd in Sichuan een man gearresteerd op verdenking van subversie. Hij zou
zijn mening hebben geuit op bulletin boards en chatrooms op internet. 37 In
oktober 2003 werd in Changun een man veroordeeld tot drie jaar cel wegens het
plaatsen van artikelen op internet waarin hij zich negatief uitliet over de Chinese
overheid.38 In november 2003 werd in Beijing een man veroordeeld tot vier jaar
cel omdat hij anticommunistische essays op internet had geplaatst.39 In december
2003 werd een ambtenaar tot acht jaar cel veroordeeld omdat hij berichten over
corruptie door de overheid via internet openbaar gemaakt had.40
Studente Liu Di, die in december 2002 was opgepakt wegens kritische uitlatingen
en haar oproep tot vrijlating van internetdissidenten, werd in november 2003
tezamen met twee andere internetdissidenten vrijgelaten. Zij werd niet formeel
aangeklaagd en haar ouders mochten haar tijdens haar gevangenschap niet
opzoeken. Duizenden mensen hadden in de maanden ervoor online-petities
getekend voor haar vrijlating. Ten minste vijf ondertekenaars van deze petities
werden zelf opgepakt.41
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De macht in China is volledig in handen van de Chinese Communistische Partij
(CCP). In de Chinese People's Political Consultative Conference en het Nationale
Volkscongres zijn enkele andere legale politieke partijen vertegenwoordigd, die de
machtspositie van de CCP volledig ondersteunen en weinig in te brengen hebben.
Het zijn onder andere de China Association for Promoting Democracy, de China
Democratic League en de China Democratic National Construction Association.
Het is niet toegestaan om onafhankelijke partijen op te richten die zich kritisch
tegenover de CCP opstellen. Ook het pleiten voor meer democratie wordt niet
geduld. Onschuldig lijkende massabewegingen, die spreekbuis zouden kunnen
worden voor ontevredenen en daardoor een bedreiging kunnen worden voor het
gezag van de CCP, worden door de autoriteiten bestreden. Er zijn nauwelijks
36 CPJ, Four Internet writers sentenced to lengthy prison terms, 28 mei 2003; Reuters, China jails four Internet
activists for subversion, 29 mei 2003.
37 Reuters, Chinese Web activist held on subversion charge-group, 24 september 2003.
38 Reuters, China jails cyber-dissident for three years, 23 oktober 2003; CPJ, Internet essayist sentenced, 21
oktober 2003.
39 Reuters, China jails dissident for four years, 28 november 2003.
40 Reuters, China jails official who exposed graft-rights group, 12 december 2003; DPA, China jails official for
eight years for online subversion, 11 december 2003.
41 Reuters, China releases cyber dissident-group, 30 november 2003; Reuters, China detains Internet essayist
for subversion, 31 oktober 2003; Reuters, China prosecutors refuse to indict cyber-dissident, 2 november
2003; CPJ, CPJ condemns arrest of Internet essayist, 3 november 2003; Amnesty International, Control
tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004).
24
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
illegale politieke partijen actief in China, omdat iedere poging een onafhankelijke
partij op te richten in de kiem wordt gesmoord. In 1991 verscheen een aantal
kleine politieke organisaties, maar reeds een jaar later waren die door tussenkomst
van de autoriteiten alle niet meer actief.42
NGO's
NGO's in China moeten zich registreren bij de overheid. Elke organisatie is
gelieerd aan een overheidsinstelling, de guankao danwei (`schoonmoeder'). Het is
niet mogelijk om meerdere organisaties die op hetzelfde terrein werkzaam zijn te
registeren. Hoewel niet officieel geregistreerd, worden sommige organisaties wel
getolereerd. Het gaat dan om organisaties en groepen die zich bezighouden met
onderwerpen als milieu, gezondheidszorg en onderwijs. De grens van tolerantie is
echter moeilijk aan te geven. De niet-officiële status betekent een onzeker bestaan
voor deze organisaties.43
Democratiseringsbeweging van 1989
Het ingrijpen van het leger op 4 juni 1989 tegen demonstrerende studenten op het
Plein van de Hemelse Vrede (Tiananmenplein) betekende een terugslag voor al
diegenen die destijds hoopten op een grotere vrijheid van meningsuiting en meer
democratie.44 Leidende personen ontvingen meerjarige gevangenisstraffen. Veel
van hen zitten nu nog vast. Na de eerste golf strenge veroordelingen werd het
vervolgingsbeleid geleidelijk aan minder streng. Reeds vanaf het najaar van 1989
werd bekend gemaakt dat studenten die bij de gebeurtenissen geen leidende rol
hadden gespeeld, bij terugkeer naar China niet hoefden te vrezen voor
vervolging.45 Hernieuwde activiteiten voor meer politieke vrijheid en discussie
over de gebeurtenissen van 1989 worden echter niet geduld (zie ook hierna onder
`dissidenten'). Sommige activisten uit 1989 zijn weer gearresteerd nadat ze
opnieuw actief werden. Ex-activisten worden nog steeds in het oog gehouden en
worden soms opgeroepen voor ondervraging. Ook actieve activisten in het
buitenland zouden in de gaten worden gehouden.
China Democracy Party
De China Democracy Party (CDP) werd in 1997 opgericht door Wang Youcai,
oorspronkelijk onder de naam China Justice Party. Doel was te komen tot directe
verkiezingen en een meerpartijensysteem. In 1998 leken de autoriteiten zich enige
42 Zie voor een lijst van deze organisaties: UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report
(6.168) en Annex B, oktober 2003 en Human Rights Watch, Nipped in the Bud; The suppression of the
China Democracy Party, september 2000.
43 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.159 t/m 5.175), oktober 2003; Human
Rights in China, Walking the tightrope: civil society organizations in China, China Rights Forum no. 3, 2003.
44 Voor een beschrijving van de gebeurtenissen op 4 juni 1989 en de daarop volgende vervolging van
studentenleiders en andere leidende personen, zie het ambtsbericht China van 29 november 1991 (DAZ/BA-
42179).
45 Zie ambtsbericht Terugkeer in China van 15 april 1998 (DPC/AM-599620), paragraaf 4.4.
25
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
tijd meer tolerant op te stellen ten aanzien van politieke bewegingen. Toen een
aantal personen trachtte de China Democracy Party officieel als politieke partij te
registreren, traden de autoriteiten onverwachts toch streng op. De partij werd
verboden.
Eind 1999 waren ten minste 30 leiders van de partij opgepakt, veroordeeld op
grond van subversiviteit of vastgezet zonder formele aanklacht.46 De CDP is thans
in Washington gevestigd. De campagne tegen activisten van de China Democracy
Party duurt nog steeds voort.47 Leiders van de CDP die in China activiteiten
ontplooien zouden arrestatie en gerechtelijke vervolging kunnen verwachten. Dit
geldt niet voor minder actieve of bekende leden.48
Dissidenten
In 2002 zijn 30 tot 40 dissidenten gearresteerd. Dit aantal is vergelijkbaar met het
jaar daarvoor. Over 2003 zijn geen cijfers bekend. Een aantal dissidenten heeft
strafvermindering gekregen of is voorwaardelijk vrijgelaten. Ook leeft een aantal
dissidenten in ballingschap.
Zolang als politiek dissident bekend staande personen niet weer actief worden,
hebben zij relatief weinig van de autoriteiten te vrezen. Wel worden dissidenten en
soms hun familieleden geïntimideerd door de Chinese autoriteiten. Voorafgaand
aan belangrijke bezoeken van buitenlandse staatslieden of Chinese nationale
feestdagen worden bij de autoriteiten bekende dissidenten vaak opgepakt. De
meesten worden slechts voor enkele dagen vastgehouden. In de aanloop naar het
16e partijcongres in november 2002 was een toename te bespeuren van arrestaties
en het intimideren van dissidenten en politieke activisten.49
Onder de arrestanten bevonden zich onder meer enkele personen die pro-
democratische berichten via internet hadden verspreid en zes van de 192 personen
die in november 2002 een petitie hadden ondertekend. Deze petitie riep de
regering op om de veroordeling van de protesten in 1989 op het Tiananmenplein
te herroepen en drong aan op democratische hervormingen en de vrijlating van
politieke gevangenen. In januari 2003 werd een zevende dissident in verband met
bovenstaande petitie opgepakt. De zeven50 riskeren vijftien jaar cel.
46 Voor een uitgebreid verslag over de China Democracy Party, zie: Human Rights Watch, Nipped in the Bud;
The suppression of the China Democracy Party, september 2000.
47 US Department of State, China Country Report on Human Rights practices 2003, 25 februari 2004.
48 Dui Hua Foundation, Article 23 debate reawakens interest in China's counterrevolutionary groups, In:
Dialogue, zomer 2003.
49 US State Department, China Country Report on human rights practices 2003, 25 februari 2004; Freedom
House, Freedom in the World 2003, updated 12 juni 2003.
50 Het betreft Zhao Changqing, Sang Jiancheng, Ouyang Yi, Dai Xuezhong, Jiang Lijun, He Depu en Han Lifa.
26
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Een van deze zeven activisten is Zhao Changqing. Hij werd in augustus 2003,
achter gesloten deuren, tot vijf jaar cel veroordeeld wegens subversie. Zhao is
eerder veroordeeld na de Tiananmenplein protesten in 1989.51
Een ander van de zeven bovengenoemde dissidenten is He Depu. Hij werd in
november 2003 veroordeeld tot acht jaar cel wegens ondermijning van de staat en
het aanzetten daartoe. Hij is lid van de China Democracy Party en plaatste vier
artikelen op internet waarin hij opriep tot meer democratie en vrijlating van
politieke gevangenen.52
Nog een ander van bovengenoemde zeven activisten, Sang Jiancheng, werd in
januari 2004 veroordeeld tot 3 jaar cel wegens ondermijning van de staat en het
verspreiden van een open brief over politieke hervormingen.53
Voorafgaand aan een EU-China overleg werd dissident Kang Yuchun na 12 jaar,
vervroegd, vrijgelaten. Hij was tot 17 jaar veroordeeld omdat hij een ondergrondse
politieke partij had opgericht.54
Een advocaat, Zheng Enchong, die Shanghainezen bijstond die compensatie
wilden voor onteigening, werd in oktober 2003 veroordeeld tot drie jaar
gevangenis. Hij zou op een illegale manier staatsgeheimen hebben verkregen en
deze hebben verspreid. Zheng beschuldigde de stedelijke autoriteiten van
betrokkenheid bij een onroerend goed schandaal.55
Arbeidersonrust
De All China Federation of Trade Unions staat onder controle van de CCP.
Onafhankelijke vakbonden zijn in China niet toegestaan.
In oktober 2003 werd voormalig rechter Li Jianfeng, met zeven anderen,
veroordeeld tot 16 jaar gevangenis omdat hij een illegale vakbond had opgezet.56
In China neemt de onrust onder arbeiders toe. Veel staatsbedrijven worden
geherstructureerd. Arbeiders demonstreren tegen massaontslagen,
afvloeiingsregelingen, achterstallige loonbetalingen, slechte
arbeidsomstandigheden, corruptie van het bedrijfsmanagement en het openbaar
51 Reuters, China jails political dissident for five years, 5 augustus 2003.
52 ANP/AFP, Chinese dissident krijgt acht jaar cel, 6 november 2003.
53 South China Morning Post, Activist jailed over June 4 petition, 8 januari 2004; AP, China sentences retiree
Web surfer to prison for online appeal for democracy, 7 januari 2004.
54 Reuters, China frees dissident ahead of EU summit, 28 oktober 2003.
55 Reuters, Crusading Shanghai Lawyer gets three years in jail, 28 oktober 2003; Human Rights Watch, Tenant
rights advocate arbitrarily jailed, 19 december 2003.
56 Reuters, China jails ex-judge for 16 years for subversion, 30 oktober 2003.
27
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
bestuur en vertragingen bij de uitbetaling van uitkeringen en pensioenen. In de
eerste helft van 2002 vonden enkele grote demonstraties plaats van tienduizenden
arbeiders in Liaoning en Heilongjiang.57 De leiders en organisatoren van de
demonstraties werden opgepakt.
Op 9 mei 2003 werden twee stakingsleiders, Yao Fuxin en Xiao Yunliang,
veroordeeld tot respectievelijk zeven en vier jaar cel en wegens het ondermijnen
van het politieke systeem in het land. De aanklacht was gebaseerd op interviews
die de mannen gaven aan de internationale pers, contacten met
mensenrechtenorganisaties in Hongkong en het bijwonen van bijeenkomsten van
de China Democracy Party in 1998-99. Volgens mensenrechtenorganisaties
worden familieleden van deze twee stakingsleiders en andere bij de stakingen
betrokkenen door de politie en de stedelijke autoriteiten lastiggevallen.58
Ook in 2003 en begin 2004 vonden demonstraties plaats tegen loonsverlagingen,
corruptie, vertraagde uitbetaling van pensioenen en werkloosheid en werden
personen die opkwamen voor de rechten van arbeiders gearresteerd. De
arbeidersdemonstraties vinden plaats door het hele land, maar zijn op zichzelf
staande gebeurtenissen en worden niet centraal georganiseerd. De Chinese
autoriteiten proberen de onrust de kop in te drukken door in te gaan op enkele
klachten, maar ook de leiders van de demonstraties te arresteren. De autoriteiten
beseffen dat er een probleem is en besteden meer aandacht aan bestrijding van de
werkloosheid, ook om de sociale spanningen in te dammen.
In oktober 2003 staakten 5400 arbeiders van een textielfabriek in het zuidwesten
van China vanwege een te lage ontslagpremie voor de 1900 medewerkers die
ontslagen zouden worden.59
In november 2003 gingen 7.000 arbeiders de straat op in de provincie Hubei
omdat zij de ontslagpremie voor de 3.000 medewerkers die ontslagen zouden
worden vanwege privatisering van hun autofabriek onvoldoende vonden.60
In februari 2004 demonstreerden 2.000 arbeiders in de provincie Hunei voor een
betere compensatieregeling bij de verkoop van hun bankroete fabriek aan
investeerders.61
57 Voor meer informatie over deze stakingen zie het algemeen ambtsbericht China van maart 2003.
58 AFP, Celstraffen voor Chinese vakbondsleiders, 9 mei 2003; BBC News, Chinese protest leaders `jailed', 9
mei 2003; Human Rights Watch, Harsh sentences for labor activists, 10 mei 2003; Amnesty International,
Bliksemactie, 14 mei 2003.
59 AFP, Five Thousand workers facing layoff strike in southwest China, 27 oktober 2003.
60 Reuters, China detains five workers after protest-group, 23 november 2003.
61 AP, Chinese textile workers strike, clash with police over unpaid wages, corruption, 13 februari 2004.
28
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging
Algemeen
Er zijn vijf officieel erkende religies in China: katholicisme, protestantisme,
boeddhisme, islam en taoïsme.
Volgens een witboek van de regering, gepubliceerd in april 2002, zijn meer dan
200 miljoen Chinezen religieus. De meesten daarvan hangen het boeddhisme of
het taoïsme aan, maar het christendom en de islam kennen ook tientallen
miljoenen gelovigen. Naar schatting 8 procent van de bevolking is boeddhist
(meer dan 100 miljoen mensen), 1,4 procent moslim (meer dan 20 miljoen
mensen), 0,4 procent aanhanger van de officiële katholieke kerk, naar schatting 0,4
tot 0,8 procent is aanhanger van de aan het Vaticaan gelieerde, niet-erkende
katholieke kerk (naar schatting 10 miljoen mensen), tussen de 0,8 en 1,2 procent is
protestant (ongeveer 15 miljoen mensen) en tussen de 2,4 en 6,5 procent gaat naar
de niet-geregistreerde onofficiële protestantse kerken (naar schatting 30 miljoen
mensen).
Traditionele inheemse volksreligies, gelieerd aan het taoïstische of het
boeddhistische geloof, worden door honderden miljoenen burgers gepraktiseerd en
in wisselende mate getolereerd door de Chinese autoriteiten.
In de Chinese grondwet staat vrijheid van godsdienst en de vrijheid om niet te
geloven omschreven. Leden van de CCP wordt ontmoedigd een geloof aan te
hangen. Religieuze instellingen worden in China streng gecontroleerd, zijn
verplicht zich te registreren en worden aan strikte regels gebonden. Het Bureau
voor Religieuze Zaken, ressorterend onder de Staatsraad, is verantwoordelijk voor
het algehele toezicht en beoordeelt de legitimiteit van religieuze activiteiten. Voor
iedere officieel erkende religie bestaat een overkoepelend toezichthoudend orgaan.
De Chinese autoriteiten zijn tolerant ten opzichte van religieuze activiteiten van
officieel geregistreerde kerken.
Illegale kerken en sektes waaronder de Falun Gong hebben het de afgelopen jaren
nog moeilijker gekregen. Lokale autoriteiten maken geregeld gebruik van
administratieve procedures om zonder rechtsgang leden van niet-geregistreerde
kerkgenootschappen te veroordelen tot heropvoeding door arbeid.62 Leiders van
ongeoorloofde kerken lopen het risico te worden geïntimideerd, verhoord,
vastgezet en mishandeld. De autoriteiten sluiten of breken niet-geregistreerde
kerken of tempels af, verbieden niet-geregistreerde kerkgenootschappen of
verbieden ze als zijnde sektes.63
62 Zie 3.3.7 voor informatie over heropvoeding door arbeid.
63 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003.
29
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Christenen
De door de Chinese overheid erkende christelijke kerken zijn de `Katholieke Patri-
ottische Beweging' (Catholic Patriotic Association), en de protestantse `Drie-Zelf
Patriottische Beweging' (Three-Self Patriotic Movement/Chinese Christian
Council). Katholieken en protestanten die onafhankelijk van deze twee
staatskerken hun geloof wensen te belijden, overtreden de wet. Het is aan de
rooms-katholieken in China niet toegestaan het gezag te erkennen van de Paus en
het Vaticaan. De Chinese overheid tracht hen daarmee af te schermen van
`buitenlandse invloeden'. Sinds 1982 bestaat een verbod op huiskerken. Niet-
geregistreerde plaatsen, zoals ondergrondse huiskerken, zijn daarom sinds 1982
illegaal. Volgens een regeling van 6 mei 1991 dienen alle plaatsen waar religieuze
activiteiten plaatsvinden, te worden geregistreerd. Ingevolge het bepaalde in
artikel 36 van de grondwet dienen religieuze groeperingen zich te onthouden van
activiteiten die de openbare orde verstoren, de gezondheid van burgers in gevaar
brengen, of inbreuk maken op het onderwijssysteem van China. Ook is het voor
buitenlanders verboden zendingsarbeid te verrichten.
Zoals gezegd zijn niet-geregistreerde kerken illegaal. Wel kunnen in de praktijk
niet-geregistreerde groepen mensen in huiskerken bijeen komen om te bidden of
voor bijbelstudie, zolang ze maar klein en op de achtergrond blijven.64
De mogelijkheid tot godsdienstbeoefening van niet-geregistreerde kerken is in de
praktijk afhankelijk van de opstelling van de lokale autoriteiten en varieert per
regio (de provincies Jiangsu en Hunan zijn bijvoorbeeld toleranter). Sommigen
kunnen openlijk in kerken bijeenkomen, andere kerkgemeenschappen veranderen
continu van ontmoetingsplaats om ontdekking te voorkomen.65
De aanpak van niet-geregistreerde kerken lijkt te zijn verscherpt. Niet-
geregistreerde kerken wordt aangespoord zich alsnog te registeren. Daarnaast
treden de autoriteiten met enige regelmaat op tegen praktiserende leden van niet-
geregistreerde huisgemeenten. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar de
kerkleiders.66 In het algemeen worden opgepakte leden van huisgemeentes
verhoord en een boete opgelegd, maar na korte tijd weer vrijgelaten.
In Yunnan werden in juni 2003 twaalf leden van een ondergrondse christelijke kerk
gearresteerd wegens illegale verspreiding van `feodaal bijgeloof'. Acht leden werden
64 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003.
65 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003; UK Immigration
and Nationality Directorate, China Country Report (6.38 t/m 6.53), oktober 2003.
66 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.24), oktober 2003.
30
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
naar een heropvoedingskamp gestuurd, de overige vier kregen lichtere straffen. De kerk
had toestemming gevraagd om diensten te houden.67
In juli 2003 werden vijf priesters van een ondergrondse katholieke kerk in de provincie
Hebei gearresteerd toen zij een bezoek brachten aan een zojuist uit een werkkamp
vrijgelaten priester.68
Volgens een mensenrechtenorganisatie in Hongkong werden in de provincie Jiangsu in
de tweede helft van 2003 naar schatting duizend ontmoetingsplaatsen van ondergrondse
christelijke kerken gesloten. Ongeveer dertig christenen werden opgepakt.69 In
Hangzhou (Zhejiang) werden volgens dezelfde organisatie ten minste elf illegale kerken
gesloten en twee christelijke activisten gedetineerd.70
Een mensenrechtenorganisatie in Hongkong meldde in november 2003 dat een
christelijke vrouw die opgepakt was wegens illegale religieuze activiteiten, door de
politie doodgeslagen werd. Dit gebeurde nadat haar familie weigerde om te betalen voor
haar vrijlating.71
Boeddhisten
Het boeddhisme is de grootste religie in China. Volgens de Chinese overheid zijn
er 16.000 boeddhistische tempels en meer dan 200.000 boeddhistische nonnen en
monniken in China. Buiten de Tibetaanse Autonome Regio bestaat een grotere
vrijheid om religie uit te oefenen en religieuze training te geven dan in Tibet.72
Een beschrijving van de situatie voor boeddhisten in Tibet is opgenomen in
paragraaf 3.5.1.
Moslims
Volgens de Chinese overheid zijn er 40.000 islamitische gebedsplaatsen en 45.000
imams in China. De Hui is de grootste officieel erkende moslimgroep in China
(circa 9 miljoen) en leeft verspreid over heel China. Hui identificeren zich niet
heel sterk met hun etniciteit.73 Ze zijn etnisch en linguïstisch Chinees, dit in
tegenstelling tot de Oeigoeren die etnisch en linguïstisch verwant zijn aan de
Turken. De grootste concentraties Hui leven in de Hui Autonome Regio in
Ningxia en in de provincies Gansu en Qinghai.
67 Reuters, China arrests eight underground Christians, 19 juni 2003; BBC News, Chinese Christians arrested,
26 juni 2003.
68 Reuters, China arrests underground Catholic priests-group, 5 juli 2003.
69 Reuters, China province cracks down on Christianity-HK group, 20 november 2003.
70 Reuters, China detains two Christian activists-rights group, 3 december 2003.
71 China police beat Christian to death-rights group, 4 november 2003.
72 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003.
73 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.128), oktober 2003.
31
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
De behandeling van islamitische minderheden varieert in China. De Hui-
minderheid heeft meer religieuze vrijheid dan de Oeigoeren. Zo worden de Hui
niet belemmerd in de uitoefening van hun godsdienst en bijvoorbeeld het bouwen
en renoveren van moskeeën. In sommige gebieden gaan moslimkinderen naast het
regulier onderwijs ook naar religieuze scholen. De Chinese overheid verleent steun
aan de moslimgemeenschap door onder andere het subsidiëren van een pelgrimreis
naar Mekka en steun voor het vasten tijdens de ramadan.74
In gebieden waar etnische onrust voorkomt, met name bij de Oeigoeren in
Xinjiang, wordt de bouw van moskeeën aan banden gelegd en is het verboden om
kinderen onder de 18 jaar over de islam te leren. Ook ambtenaren, leraren,
professoren en studenten is het niet toegestaan hun geloof in het openbaar te
belijden. Volgens de Chinese overheid is er in Xinjiang een tiental islamitische
scholen voor hoger onderwijs. Een beschrijving van de situatie van Oeigoeren in
Xinjiang is opgenomen in paragraaf 3.5.2.
Illegale sektes75
In 1995 werd door de Staatsraad een verordening uitgegeven waarin de volgende
religieuze bewegingen tot illegale sektes werden verklaard: the Shouters (Huhan
Pai), Eastern/Oriental Lightning (Dongfang Shandian), Society of Disciples
(Mentu Hui), the Full Scope Church, the Spirit Sect, the New Testament Church,
en de Guan Yin Methode. In later jaren werden ondermeer de volgende sektes
verboden: the Lord God Sect, the Established King Church, the Unification
Church, the Family of Love, the Dami Mission.76 In 1996 is door het Staand
Comité van het Nationaal Volkscongres een besluit aangenomen om alle sektes te
verbieden en leden te vervolgen op basis van artikel 300 van de strafwet.
De Shouters (Huhan Pai) werden in 1983 tot contrarevolutionaire organisatie
verklaard, waarbij meer dan 2000 mensen werden gearresteerd, en in 1995 tot
illegale sekte verklaard.
De Guan Yin Methode, onder leiding van Ching Hai die naar Taiwan gevlucht is,
werd eind 1996 door de Chinese overheid bestempeld als een reactionaire
religieuze organisatie. Guan Yin is een boeddhistische godin die op zichzelf niet
verboden is. In 2000 werd de organisatie echter beschouwd als een duivelse sekte.
De Born Again Movement (Cong Sheng), ook wel bekend als New Birth, Total
Church, Holistic Church (Quanfanwei Jiao) of the Crying Faction (Ku Pai) werd
door de politie in 1996 beschuldigd van ondermijning van kerkstructuren en
74 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003; UK
Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.134), oktober 2003.
75 Zie voor Falun Gong paragraaf 3.3.4.
76 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
32
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
politieke activiteiten. Hun leider, Xu Yongze, werd gearresteerd in 1997, samen
met de leiders van de Shouters en de True Jesus Church. De Born Again
Movement zou in 1998 drie miljoen volgelingen hebben gehad.77
De leider van de Blood and Water Holy Spirit, opgericht door Taiwanese
christenen, werd opgepakt in 1996 samen met twaalf andere aanhangers.78
De leider van de Fangcheng Church werd in 1999 twee jaar naar een werkkamp
gestuurd.79
Zowel de leiders van de South China Church, een afsplitsing van de Full Scope
Church, als leiders van de Full Scope Church worden beschouwd als
evangelistische fundamentalisten. De tot levenslang veroordeelde grondlegger van
de South China Church, Gong Shengliang, zou volgens een bericht van Amnesty
International herhaaldelijk zijn gefolterd tijdens zijn gevangenisstraf.80
De Society of Disciples (Mentu Hui) heeft vooral in het zuidwesten van China
honderdduizenden volgelingen. Dertien leden van deze sekte werden in mei 2003
gearresteerd omdat ze de SARS-epidemie aangrepen om volgelingen te krijgen.81
De Eastern Lightning sekte richt zich voornamelijk op het bekeren van de vaak
ondergronds functionerende huiskerken. De sekte zegt zelf miljoenen volgelingen
te hebben, vooral in landelijke gebieden.82
3.3.4 Falun Gong en andere verboden Qigong-bewegingen
Onderdrukking Falun Gong
De Falun Gong, een zogeheten Qigong-beweging83, is sinds 1999 een verboden
sekte. De Falun Gong wordt door de Chinese autoriteiten aangemerkt als evil cult.
Aanhangers worden door de Chinese autoriteiten nog steeds zeer actief vervolgd.
Duizenden Falun Gong-aanhangers worden bestraft of naar intensieve anti-Falun
Gong-studiesessies gestuurd waar ze onder grote druk gezet worden om afstand te
nemen van de Falun Gong. Volharden zij in hun overtuiging dan worden ze naar
77 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.60 t/m 6.63), oktober 2003.
78 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.64), oktober 2003.
79 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.71), oktober 2003.
80 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.72/6.73), oktober 2003; Amnesty
International, Bliksemactie (ASA 17/026/2003), 11 juni 2003.
81 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.67), oktober 2003; AFP, Sekteleden
gearresteerd wegens misbruik van SARS, 30 mei 2003.
82 Nederlands Dagblad, Bliksem uit het Oosten, 4 november 2003.
83 Qigong betekent letterlijk een ademhalingsmethode.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
heropvoedingskampen gestuurd.84 Leiders van de Falun Gong worden
onmiddellijk in deze kampen opgesloten. De Chinese overheid betrekt
familieleden, buren en werkgevers van Falun Gongers in haar strijd tegen de
beweging. Familieleden of de werkgever worden verantwoordelijk gesteld voor de
Falun Gong-aanhanger en dienen te voorkomen dat betrokkene nog participeert in
Falun Gong-activiteiten.
Staatsmedia wordt geïnstrueerd de Falun Gong in diskrediet te brengen.
De Chinese overheid heeft een zogeheten bureau `610' opgezet om de Falun Gong
te bestrijden. Dit bureau heeft meer macht dan de gebruikelijke openbare
veiligheidsorganen. Mensenrechtenorganisaties rapporteren over mishandeling en
foltering door bureau `610', waarbij meerdere slachtoffers zijn overleden. Falun
Gong-aanhangers die weigeren hun geloof af te zweren worden in de gevangenis
of in heropvoedingskampen soms slecht behandeld. Er zijn berichten dat sinds
1999 enkele honderden Falun Gong-aanhangers aan de gevolgen van foltering en
slechte behandeling in detentie zijn overleden.85 Ook worden veel Falun Gong-
aanhangers in psychiatrische detentiecentra opgesloten. De media berichtten
minder over arrestaties van Falun Gong-aanhangers in het afgelopen jaar, wat
geïnterpreteerd wordt als een teken van het succes van de onderdrukking. Falun
Gong-beoefenaars worden in het openbaar niet meer waargenomen.
Publieke betogingen
In de verslagperiode waren er nauwelijks berichten over publieke betogingen van
Chinese Falun Gong-aanhangers. In de loop van 2002 kwam de Falun Gong in het
nieuws met nieuwe tactieken om de aandacht op de beweging te vestigen; het
kraken (`hacken') van televisiestations. Regelmatig stuurt de Falun Gong op grote
schaal e-mail berichten rond waarvan de afzender niet traceerbaar is.86
Arrestaties en detenties
Falun Gong en ook andere Qigong-aanhangers worden meestal opgepakt op basis
van aanklachten die variëren van lidmaatschap van een verboden organisatie of
evil cult, verstoring van de openbare orde, verspreiding van verboden publicaties,
maar ook op aanklachten als verkrachting en fraude. In 1996 is door het Staand
Comité van het Nationaal Volkscongres een besluit aangenomen om alle sektes te
verbieden en leden te vervolgen op basis van artikel 300 van de strafwet. Ook
84 Het betreft hier veelal speciaal op Falun Gong-aanhangers gerichte heropvoedingskampen in het kader van
Re-education through labour. Zie ook paragraaf 3.3.7 over heropvoedingskampen.
85 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28
okober 2003; Freedom House, US must protest China's deadly abuse of religious prisoners, 11 juni 2003; US
Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003; Human Rights
in China, The Falungong Phenomenon, China Rights Forum, No.4, 2003.
86 Internationale Spectator, Internet en democratisering in China, oktober 2002; Reuters, China says Falun
Gong disrupts TV signals, 15 augustus 2003; China says Falun Gong jams TV signals, space news, 16
oktober 2003.
34
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
heeft de Hoge Raad aanwijzingen gegeven over hoe overige strafwetgeving op
Falun Gong-aanhangers kan worden toegepast.
Sinds de start in 1999 van de onderdrukkingscampagne tegen de Falun Gong door
de autoriteiten is het beoefenen van Falun Gong of het bezit van Falun Gong-
boeken al voldoende reden voor straffen variërend van ontslag tot detentie.87 Falun
Gong-aanhangers lopen het gevaar te worden opgepakt, zodra het algemeen
bekend is dat ze Falun Gong-aanhanger zijn.
In januari 2003 werd een Amerikaans staatsburger gearresteerd en beschuldigd
van het saboteren van televisie-uitzendingen. Later werd hij tot drie jaar
gevangenis veroordeeld.88
In de periode april-juni 2003 werd de Falun Gong in de staatsmedia beschuldigd
van het tegenwerken van de anti-SARS campagne. Meer dan 180 Falun Gong-
aanhangers werden gearresteerd wegens het verspreiden van valse geruchten over
SARS.89
Een rechtbank veroordeelde in november 2003 vijf Falun Gong-aanhangers tot
gevangenisstraffen tot acht jaar. Zij worden ervan beschuldigd een onderneming te
hebben opgericht die Falun Gong-activiteiten moet gaan promoten. Ook zouden
gelden worden ingezameld voor Falun Gong-doeleinden.90
In februari 2004 werden vijf Falun Gong-aanhangers veroordeeld tot
gevangenisstraffen tussen de vijf en veertien jaar. Zij zouden berichten hebben
verzonnen over de vervolging door de Chinese autoriteiten van een Falun Gong-
aanhanger en zo de regering belasterd hebben.91
Heropvoedingskampen
Volgens verschillende mensenrechtenorganisaties en de Falun Gong-beweging
zelf bevinden duizenden Falun Gong-aanhangers zich in heropvoedingskampen.92
Naar verluidt worden de meeste opgepakte Falun Gong-aanhangers zonder proces
voor korte of langere tijd naar heropvoedingskampen gestuurd.93 Dit is een
veelgebruikte methode om Falun Gong-aanhangers en andere sekteleden te
87 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
88 Reuters, U.S. says Chinese force-feed jailed U.S. citizen, 22 juli 2003.
89 Reuters, China jails 180 Falun Gong members for SARS rumours, 5 juni 2003; US Department of State,
International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
90 Reuters, China jails five Falun Gong practitioners-TV, 5 november 2003.
91 AP, China sentences Falun Gong members to jail for `spreading fabricated stories' about persecution, 19
februari 2004.
92 Zie 3.3.7 re-education through labour voor meer informatie over heropvoedingskampen.
93 Sinds 2000 zouden volgens de Falun Gong 100.000 Falun Gong-aanhangers naar een heropvoedingskamp
zijn gestuurd. (US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december
2003.) Personen kunnen voor enkele dagen tot enkele jaren naar een heropvoedingskamp worden gestuurd.
35
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
straffen. Inschatting van mensenrechtenorganisaties is dat het overgrote deel van
de Falun Gong-aanhangers dat wordt opgepakt zonder proces naar
heropvoedingskampen wordt gestuurd.
Mishandeling en foltering
Falun Gong-aanhangers worden vaak hard aangepakt door de politie en de
bewaking van gevangenissen en heropvoedingskampen. Er zijn berichten over
mishandeling en foltering. Ook zouden Falun Gong-aanhangers in detentie zijn
gestorven.94
Qigong-bewegingen
Ook andere zogeheten Qigong-bewegingen hebben te maken met toegenomen
repressie van de Chinese autoriteiten. Vooral de Zhong Gong, Guo Gong en de
Xian Gong-groep staan onder streng toezicht van de Chinese overheid. In de `anti-
bijgeloof' campagne van de Chinese overheid die van start ging in 1998 kwamen
de Guo Gong, de Cibie Gong en de Zhong Gong onder vuur te liggen. Leiders
werden opgepakt en activiteiten aan banden gelegd. De Zhong Gong, met een
groot aantal leden en een omvangrijk budget, moest zijn activiteiten beperken.95
3.3.5 Bewegingsvrijheid
Hukou
Ieder gezin heeft een hukou ben (hukou ben = familiehuishoudregistratieboekje)
waarin alle mutaties zoals verhuizing, geboorte, huwelijk, overlijden, etcetera
worden geregistreerd. Het huishoudregistratiebewijs is eigenlijk tevens een
`binnenlands paspoort' waarmee de Chinese overheid migratie van het platteland
naar de steden probeert te reguleren. De enige instantie die wijzigingen mag
aanbrengen in de hukou is het Bureau voor Openbare Veiligheid (Public Security
Bureau, PSB), verantwoordelijk voor de bevolkingsregistratie in China.
Onder het huishoudregistratiesysteem zijn alle families in China verdeeld in
plattelands huishoudens en stedelijke huishoudens. Het is moeilijk maar niet
onmogelijk om deze classificatie te wijzigen. Sommige steden hebben soepele
regels voor mensen die nodig zijn bij de ontwikkeling van de lokale economie
(hooggeschoolden, investeerders, etc.) en aan bepaalde voorwaarden voldoen.
Degenen die een stedelijke huishoudregistratie hebben, krijgen gemakkelijker
toegang tot onderwijs, medische zorg, huisvesting en andere sociale voordelen.
Voor mensen die hun huishoudregistratie op het platteland hebben zijn deze
voordelen niet beschikbaar, ook al wonen en werken zij in een stad. Vaak is het
94 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
95 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.110 tm 6.116), oktober 2003.
36
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
zelfs zo dat deze mensen extra toeslagen moeten betalen, bijvoorbeeld om hun
kinderen in de stad waar zij wonen naar school te kunnen laten gaan.
Hoewel het hukou-systeem niet afgeschaft zal worden, is de classificatie
platteland/stedelijk eind 2001 in een aantal provincies wel afgeschaft. Uiteindelijk
zal er een geünificeerd systeem komen dat dit onderscheid niet meer kent.96
Vanaf 1 oktober 2001 zijn hervormingen ingevoerd, waardoor het mogelijk wordt
voor personen die langere tijd legaal werken en over huisvesting beschikken in een
andere plaats dan die waar hun hukou is geregistreerd, om een permanente
verblijfsvergunning te krijgen voor de plaats waar ze daadwerkelijk verblijven.
Sinds 2002 moeten steden die kleiner zijn dan 100.000 personen een stedelijke
hukou verstrekken aan mensen van het platteland die een vaste baan en huisvesting
hebben in de stad.97
In augustus 2003 zijn nieuwe maatregelen ingegaan die de verblijfsrestricties
afzwakken. De meest belangrijke wijziging is dat ouders van nieuwgeboren
kinderen kunnen kiezen of het kind de verblijfsplaats van de vader of de moeder
krijgt. Ook wordt de verblijfsplaats gehandhaafd van personen die veroordeeld zijn
tot gevangenisstraf of een heropvoedingskamp.
Hukou-registratie
In principe kan iedereen met de Chinese nationaliteit zich laten registreren in het
hukou-systeem, ook op latere leeftijd. Mensen die zich na langdurig verblijf in het
buitenland na terugkeer opnieuw willen laten registreren, kunnen dat doen zonder
dat sprake is van een boeteheffing. Wel kan het voorkomen dat mensen als gevolg
van bureaucratische hindernissen enige moeite moeten doen voordat de registratie
geaccepteerd wordt. Ook komt het voor dat Chinezen zich niet laten uitschrijven
bij vertrek uit China en bij terugkeer vaak nog in het bezit zijn van de hukou-
registratie.
Wanneer Chinezen met hun in Nederland geboren kinderen terugkeren naar China,
kunnen zij de kinderen laten inschrijven in hun hukou. Zij hoeven daarvoor slechts
de geboortebewijzen van de kinderen te overleggen. Er wordt geen boete opgelegd
voor deze registratie na terugkeer. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen
legaal of illegaal verblijf in het buitenland.
Indien Chinezen zich tijdens verblijf in het buitenland niet aan de
gezinsplanningsregels gehouden hebben, is men verplicht na terugkeer een social
compensation fee te betalen.98 Registratie van kinderen en het betalen van een
boete gaan meestal gelijk op, maar de concrete invulling verschilt per provincie.
96 Xinhua News Agency, China to Cut Limits on Population Mobility, 25 februari 2002.
97 Shanghai Star, Stemming the human tide, 12 juni 2003.
98 Zie 3.1.2 inzake wetgeving met betrekking tot gezinsplanning en 3.4.1 over de positie van vrouwen.
37
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Uitschrijving hukou
In dorpen wordt de huishoudregistratie over het algemeen jaarlijks gecontroleerd.
Van degenen die langer dan een half jaar verdwenen zijn worden de namen
doorgegeven aan het Bureaus voor Openbare Veiligheid (PSB). Uit ervaring (in
met name Wencheng, provincie Zhejiang) blijkt dat inwoners van dat gebied
worden uitgeschreven uit de hukou wanneer zij langer dan drie jaar weg zijn.
Volgens de PSB van Shanghai is het niet mogelijk te controleren wie nog wel en
wie niet meer aanwezig zijn, omdat migratie veel voorkomt. Slechts wanneer men
zich officieel laat uitschrijven wordt de hukou opgeheven. Er blijven over de
betrokken personen echter nog wel tientallen jaren data beschikbaar in de passieve
registers/archieven.
Het overlijden van een persoon wordt geregistreerd in het betreffende hukou-
boekje. De naam van de persoon blijft geregistreerd en opvraagbaar in de
archieven van de PSB. Na een bepaalde periode brengt de PSB de
persoonsdossiers over naar het archiefbureau.
Identiteitskaart
Elke Chinese burger die woonachtig is in China is verplicht binnen één maand na
zijn zestiende verjaardag een identiteitskaart aan te vragen én te verkrijgen.99
Volgens persberichten is er een nieuwe wet in de maak met betrekking tot de
identiteitskaart. Onder deze nieuwe wet zouden ook jongeren onder de 16 een
identiteitskaart mogen aanvragen. De ouders moeten echter wel toestemming
geven. Het is niet duidelijk of de nieuwe wet inmiddels is aangenomen.100
Daarop zijn twee uitzonderingen:
· Indien de burger in actieve dienst is van de People's Liberation Army of de
People's Armed Police. In deze gevallen dragen soldaten en bewapende
agenten een speciale identiteitskaart bij zich die wordt uitgegeven door het
Centrale Militaire Comité respectievelijk de People's Armed Police.
· Indien de burger is veroordeeld tot dienstverlening, onvoorwaardelijke
gevangenisstraf voor een bepaalde periode, heropvoeding door arbeid of
gedetineerd is. In deze gevallen dient de identiteitskaart onmiddellijk na
vrijlating te worden aangevraagd.
99 Artikel 2 van de Regulations of the PRC concerning Resident Identity Cards (the ID regulation), 6 september
1985 en artikel 6 van de Implementation Rules of the ID Regulation van 28 november 1986, geamendeerd op
1 oktober 1999.
100 People Daily, Law-makers add extra safeguards to ID cards, 25 juni 2003
(http//english.peopledaily.com.cn/200306/25/eng20030625_118847.shtml)
38
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Volgens de Chinese wet- en regelgeving dient een Chinees staatsburger zijn
identiteitskaart te allen tijde bij zich te dragen.101 Het is bij een groot aantal
handelingen en gebeurtenissen verplicht om de identiteitskaart te tonen.102
De identiteitskaart wordt aangevraagd bij het lokale politiebureau dat in elke wijk
(stad) of gewest (dorp) te vinden is. De kosten van de identiteitskaart bedragen 5,
10 of 20 RMB103 (voor respectievelijk arme gebieden, gewone gebieden en
speciale economische zones). Indien men de kosten niet kan betalen, kunnen deze
worden kwijtgescholden.104 Het komt echter in sommige rurale en zeer arme
gebieden voor dat burgers geen identiteitskaart aanvragen vanwege het ontbreken
van vervoer, of geld voor vervoer, naar het lokale politiebureau. Een Chinees
burger kan pas een identiteitskaart aanvragen en verkrijgen als hij zestien jaar oud
is.
Nieuwe identiteitskaart
De Chinese regering heeft besloten om vanaf 2004 de komende vijf tot zes jaar
circa een miljard nieuwe plastic identiteitskaarten te verstrekken. Eind 2008 zou
iedereen in China een dergelijke kaart moeten hebben. De smart card vervangt de
in 1985 ingevoerde papieren identiteitsbewijzen, die relatief eenvoudig te
vervalsen zijn. Op de nieuwe kaarten is een chip verwerkt met persoonlijke
informatie van de eigenaar. Hiermee kunnen de gegevens direct worden
gecontroleerd in een centraal bestand van het Bureau voor Openbare Veiligheid in
Beijing. Op de kaart staat informatie als naam, geslacht, bevolkingsgroep,
geboortedatum, adres, identiteitsnummer, foto, geldigheid en plaats van afgifte. De
nieuwe identiteitskaart wordt in maart 2004 beschikbaar in Beijing, Tianjin,
Shanghai, Shenzhen en Changsa.105 De kosten voor de nieuwe kaart zijn 20 RMB.
Voor mensen die de kosten niet kunnen betalen zijn er speciale regelingen.106
Paspoort
In China bestaan diplomatieke, dienst- en gewone paspoorten.107 Om naar het
buitenland te kunnen reizen moeten Chinezen een paspoort aanvragen. Sinds 1
januari 2002 moet men hiervoor een identiteitskaart en de hukou-registratie
101 Artikel 33 van de Implementation Rules of the ID Regulation.
102 Zie het algemeen ambtsbericht China van maart 2003 (bijlage III) voor een overzicht van situaties waarbij
een identiteitskaart moet worden getoond.
103 100 RMB in ongeveer 10 Euro.
104 Notice on Fees for Forge-prevention ID Card, Ministry of Justice and the State Planning Committee, 3 juli
1995.
105 ANP, Miljard Chinezen krijgt nieuwe identiteitskaart, 27 augustus 2003, Xinhua, Smart ID cards, 29 januari
2004.
106 Xinhua, Chinese citizens to use new ID cards next year, 18 december 2003.
107 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende soorten paspoorten in China het Algemeen
ambtsbericht China van november 2001.
39
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
overleggen. Er is geen toestemming van de werkeenheid meer nodig om een
paspoort te kunnen krijgen.
In een honderdtal grote en middelgrote steden kan via een vereenvoudigde
procedure een paspoort worden aangevraagd.108 Voorheen moesten aanvragers van
een paspoort verscheidene documenten inleveren met toestemming van hun
werkgever of school en een uitnodiging uit het buitenland. Aanvraagformulieren
waren slechts op één plaats verkrijgbaar en er waren lange wachttijden. In de
nieuwe procedure is slechts nog de identiteitskaart nodig, een pasfoto en een
identiteitsbewijs waaruit blijkt dat de aanvrager geregistreerd is in de stad waar de
aanvraag gedaan wordt. Bovendien hebben de afgevende instanties hun
persoonsregistratie databestanden geactualiseerd, waardoor controle van de
opgegeven gegevens sneller wordt uitgevoerd.109 De paspoortaanvraagformulieren
zijn af te halen bij postkantoren en politiebureaus door de hele stad en ze zijn te
downloaden van internet. Het paspoort kan binnen tien werkdagen worden
afgehaald.
De vereenvoudigde procedure is niet voor iedereen toegankelijk. Hoge ambtenaren
moeten nog steeds om toestemming vragen van hun departement en personen die
gezocht worden voor een misdrijf of tegen wie een rechtszaak loopt, kunnen
evenmin van de procedure gebruik maken.110 Wanneer men geen verblijfsstatus
heeft in één van de tien deelnemende steden, kan men geen gebruik maken van de
nieuwe procedure. Wel kunnen bijvoorbeeld werknemers afkomstig uit de
provincies die langer dan een jaar in één van de Joint Ventures in bijvoorbeeld
Shanghai hebben gewerkt, een paspoort aanvragen voor zakenreizen.
Reizen naar het buitenland
Steeds meer Chinezen reizen naar het buitenland. Voor alle landen ter wereld heeft
een Chinees staatsburger een inreisvisum nodig. Officieel kunnen Chinese burgers
slechts als toerist reizen naar landen waarmee China een Approved Destination
Status (ADS)-overeenkomst heeft afgesloten.111 Men gebruikt dan een
toeristenpaspoort. Aanvragen van een dergelijk visum gebeurt in speciaal daarvoor
aangewezen reisbureaus.
108 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
109 Shanghai Daily, Passport Procedure Simplified, Reference Letter No Longer Needed, 29 augustus 2002.
110 Shanghai Star, Getting Passport Easier, 5 september 2002.
111 In mei 2004 wordt een ADS-overeenkomst tussen China en de EU van kracht.
Andere landen waarmee China een ADS-overeenkomst heeft gesloten zijn: Hongkong, Macao, Thailand,
Singapore, Maleisië, Filippijnen, Australië (alleen voor Beijing, Shanghai, Guangzhou), Nieuw Zeeland
(alleen Beijing, Shanghai, Guangzhou), Zuid-Korea, Japan (alleen Beijing, Shanghai, Guangzhou), Vietnam,
Cambodja, Myanmar, Brunei, Nepal, Indonesië, Malta, Turkije, Egypte en Duitsland.
40
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Wanneer men naar een niet ADS-land wil afreizen, is men verplicht zich aan de
inreisregels van het desbetreffende land te houden. Een visumaanvraag geschiedt
via de desbetreffende ambassade of het desbetreffende consulaat.
Sinds juni 2003 kunnen Chinezen woonachtig in Beijing, Shanghai en een achttal
steden in de provincie Guangdong nu ook op individuele basis Hongkong en
Macau bezoeken, en niet alleen meer in groepsverband.
Het uitreisvisum is sinds januari 2002 afgeschaft. Voorheen hadden Chinese
burgers voor de eerste uitreis een uitreisvisum nodig. Dit was een briefje voorin
het paspoort waarop de naam, geboortedatum en het paspoortnummer van
betrokkene stonden vermeld evenals de reden voor de uitreis en het land van
bestemming. Zonder uitreisvisum of met een uitreisvisum naar een andere
bestemming dan die op het vliegticket kon men China niet uitreizen.
3.3.6 Rechtsgang
Het rechtssysteem is nog steeds een middel voor de CCP om macht uit te oefenen
en het recht is ondergeschikt aan de politiek. Veel wetten zijn vaag geformuleerd
en verdachten hebben slechts zeer beperkt toegang tot een advocaat. Met grote
regelmaat vinden processen achter gesloten deuren plaats. Verdachten zitten vaak
lang vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het gerecht
komt.112
Verbetering van het rechtssysteem krijgt veel aandacht van de Chinese
autoriteiten. Zo zijn er plannen over hervorming van de doodstraf en plannen dat
niet de politie, maar de rechtbank de bevoegdheid krijgt mensen naar een
heropvoedingskamp te sturen. De plannen zijn een aanwijzing dat de nieuwe
generatie machthebbers in Beijing bereid is beperkte hervormingen door te voeren,
zolang deze het machtsmonopolie van de communistische partij maar niet in
gevaar brengen.113
De Chinese regering investeert in het verhogen van de kwaliteit van rechters. De
kennis op het gebied van handels- en civielrecht neemt toe en het rechtsbewustzijn
van Chinezen groeit. Men tracht de justitiële sector te professionaliseren en de
rechterlijke macht meer onafhankelijk te laten worden. Dit wordt nagestreefd door
112 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28
oktober 2003; Human Rights Watch, Overview of human rights in China, 1 januari 2004; UK Immigration
and Nationality Directorate, China extended bulleting 2/2003, Legal system, appertaining to criminal law, of
the People's Republic of China, februari 2003; US Department of State, China Country Report on Human
Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
113 ANP, Peking werkt aan ingrijpende hervorming justitie, 19 januari 2004.
41
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
meer gerichte werving van rechters en advocaten en strengere examens en betere
opleidingen.
In oktober 2001 is een gedragscode voor rechters gepubliceerd. Met de
gedragscode wil de Hoge Raad één maatstaf bieden voor een professionele en
onafhankelijke instelling van rechters, het bewustzijn van rechters over dit
onderwerp vergroten en het imago van rechters verbeteren. Verder is in 2002 een
gestandaardiseerd examen ingevoerd. Alleen na het behalen van dit examen kan
men in aanmerking komen voor verdere opleiding tot rechter, advocaat of officier
van justitie.
Een burgerlijk wetboek waarin ten minste 1200 civielrechtelijke artikelen worden
opgenomen, is in de maak. Dit wetboek is met name gericht op particulier
eigendom en landrechten. Op dit moment bestaat er geen equivalent. De
verwachting is dat het nog enkele jaren kan duren voordat het wetgevingsproject is
voltooid.
Veel veranderingen van het rechtssysteem hebben met name een economische
motivatie. Enerzijds zijn er verplichtingen voortkomend uit toetreding tot de
WTO, anderzijds zijn de aanpassingen bedoeld om buitenlandse bedrijven en
investeerders aan te trekken. Ook Chinese burgers worden zich steeds meer
bewust van hun rechten en stappen de laatste jaren vaker naar de rechter.
De overheid heeft in alle provincies en grote gemeenten bureaus voor rechtshulp
opgericht. In totaal zijn er 2.156 bureaus voor rechtshulp, waarvan 32 op
provinciaal niveau. Ook komen er steeds meer niet-gouvernementele bureaus voor
rechtshulpverlening. Deze bureaus richten zich vooral op wet- en regelgeving bij
verschillende arbeidsverhoudingen en de toepassing ervan bij arbeidsconflicten.
Diverse landen, waaronder ook Nederland en de EU, hebben met China
samenwerkingsprogramma's op het gebied van goed bestuur en mensenrechten,
waarbij vaak de nadruk ligt op het bevorderen van een eerlijke wetshandhaving.
3.3.7 Arrestaties en detenties
Opsporing
Bij opsporing van veroordeelde criminelen en verdachten wordt soms gebruikt
gemaakt van aanplakbiljetten.114 Een lijst van gezochte personen wordt vaak in
kranten gepubliceerd en op televisie voorgelezen. Ook hotels krijgen een lijst van
114 UK Immigration and Nationality Directorate, China extended bulleting 2/2003, Legal system, appertaining to
criminal law, of the People's Republic of China, februari 2003.
42
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
gezochte criminelen, omdat deze vaak in hotels zouden verblijven. In en om de
lobby's van hotels en op busstations hangen posters van gezochte personen,
waarin gewaarschuwd wordt dat deze personen gevaarlijk zijn. Daarnaast zijn er
twee websites waarop lijsten met gezochte personen kunnen worden gevonden.115
Naast vermelding van de personalia worden in sommige gevallen de criminele
delicten genoemd, zoals het beroven van een bank, moord of diefstal.
Arrestaties
In april 2001 startte de Chinese overheid een strike hard campagne. Deze
campagne is gericht tegen geweldsmisdrijven en georganiseerde misdaad en
corruptie, maar ook tegen separatisten, sektes, criminele groeperingen, massale
bijeenkomsten en betogingen van boeren en arbeiders. Na `11 september' is de
strike hard campagne verscherpt, in het bijzonder tegen separatisten.116 Sindsdien
is een stijging waar te nemen van het aantal veroordelingen en executies. In zijn
rapportage aan de leden van het Nationale Volkscongres meldde het
Hooggerechtshof in maart 2003 dat Chinese rechters sinds 1998 819.000 mensen
ter dood of tot zeker vijf jaar cel hebben veroordeeld. Dit aantal ligt 25% hoger
dan in de periode 1993-1998.117 De strike hard campagne is op 18 juli 2003 met
een jaar verlengd.118 Er werden in de periode van 1998 tot en met 2002, 3.550
personen gerechtelijk vervolgd wegens het in gevaar brengen van de
staatsveiligheid.119
Corruptie
Corruptie is wijdverspreid in China. De Chinese overheid voert een actieve anti-
corruptie campagne. De autoriteiten pakken corruptie aan door verdachte
ambtenaren te arresteren en gerechtelijk te vervolgen. In 2003 hebben de Chinese
autoriteiten bijna 34.000 mensen vervolgd wegens corruptie of omkoping. Twaalf
hoge ambtenaren werden in 2003 wegens corruptie veroordeeld. In veel gevallen
115 Op www.mps.gov.cn worden twee categorieën gezochte personen onderscheiden: klasse A betreft zeer
gevaarlijke en agressieve personen. Deze groep staat op de website vermeld zonder foto, maar wel met een
omschrijving van de gepleegde criminele feiten en de personalia. Klasse B betreft een lijst met personen om
wiens opsporing door provinciale PSB's wordt verzocht.
Op www.cpd.com.cn, van het ministerie van Openbare Veiligheid, vindt men een lijst met gezochte personen
met foto, personalia en informatie als de namen van de partner en kinderen, identiteitskaartnummer,
medicijngebruik en dergelijke.
116 Zie ook de paragrafen 2.3 en 3.5.2.
117 AFP, Ruim 800.000 Chinezen in vijf jaar tijd zwaar gestraft, 11 maart 2003.
118 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28
oktober 2003; Xinhua, Luo Gan urges continuation of China's `strike hard" campaign, 19 juli 2003.
119 In dit aantal zijn niet de gerechtelijke vervolgingen van illegale sektes inbegrepen. Dui Hua Foundation,
Surge in arrests and prosecutions for endangering state secrurity, in: Dialogue, lente 2003.
43
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
werd de doodstraf opgelegd.120 Over deze zaken wordt uitgebreid in de Chinese
media bericht.
Detentie
Verdachten zitten vaak langer dan de wettelijke termijnen vast voordat hen iets ten
laste wordt gelegd of de zaak voor het gerecht komt. De periode kan oplopen tot
maanden, en zelfs jaren. In januari 2004 maakte de overheid bekend in 2003 meer
dan 4.000 zaken waarin een achterstand was opgelopen te hebben opgelost.121
Volgens Human Rights in China hebben de Chinese autoriteiten eerder
aangegeven dat jaarlijks 50.000 tot 80.000 personen in hechtenis worden genomen
door de politie zonder tenlastelegging.122
Voorafgaand aan belangrijke internationale ontmoetingen of bijeenkomsten
worden vaak enkele vooraanstaande gevangenen vrijgelaten.
Administratieve detentie
China had tot voor kort twee vormen van administratieve detentie. Het gaat om het
systeem van re-education through labour (heropvoedingskampen) en het systeem
van custody and repatriation. Beide vormen worden hieronder beschreven.
Re-education through labour
Re-education through labour (RTL), laojia in het Chinees, bestaat sinds 1957 en is
bedoeld voor bestraffing van vergrijpen die niet ernstig genoeg zijn voor
strafvervolging. De regeling geeft de PSB het recht burgers, zonder proces, hun
persoonlijke vrijheid te ontnemen voor een periode van één tot vier jaar.
Arrestatiebevelen zijn niet nodig. RTL werd onder andere gebruikt voor
bestraffing van contra-revolutionairen. Deze term is inmiddels vervangen door de
term `misdaden tegen de nationale veiligheid'. Deze term is niet nader
gespecificeerd zodat hij ruim geïnterpreteerd kan worden. De huidige regelgeving
dateert uit 1982, maar conflicteert met meerdere wetten die tussen 1996 en 2000
door het Nationaal Volkscongres zijn aangenomen en met het Internationale
Convenant voor Burger- en Politieke Rechten dat door China in 1998 werd
getekend (maar nog niet werd geratificeerd).
Tegenwoordig worden onder andere ook prostituees en hun klanten en
drugsgebruikers naar heropvoedingskampen gestuurd. RTL wordt de laatste jaren
ook veelvuldig gebruikt voor aanhangers van Falun Gong, politieke activisten en
120 Stratfor Strategic Forcasting, China: corruption and half-measures, 26 augustus 2003; ANP, Tienduizenden
Chinezen vervolgd wegens corruptie, 8 januari 2004.
121 In 91 zaken werden de betrokkenen niet vrijgelaten omdat nader onderzoek nodig was.
122 South China Morning Post, Court resolves fate of more than 7,000 in illegal detention, 6 januari 2004;
Xinhua, Chinese legislature proposes mechanism to solve problem of extended detention, 20 juni 2003; US
Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
leden van niet-geregistreerde kerken. Volgens officiële bronnen waren in 2003
260.000 personen opgesloten in heropvoedingskampen.
Mensenrechtenorganisaties houden het er echter op dat er in 2003 310.00 personen
in heropvoedingskampen zaten. Dit hoge aantal gevangenen komt mede door de
`strike hard' campagne.123
RTL is al meer dan tien jaar omstreden onder Chinese rechtsgeleerden. In diverse
kringen worden momenteel hervormingsvoorstellen besproken.124 Een mogelijke
verandering is dat het besluit om iemand naar een heropvoedingskamp te sturen
voortaan door de rechtbank wordt genomen in plaats van door de politie.
Custody and repatriation of vagrants and beggars in urban areas
Deze vorm van administratieve detentie werd per 1 augustus 2003 afgeschaft.
Onder het systeem van custody and repatriation kon de politie iedereen die geen
identiteitskaart, tijdelijke verblijfsvergunning of werkvergunning kon laten zien,
oppakken en terugsturen naar hun verblijfplaats volgens de hukou-registratie. De
regeling werd vaak misbruikt om geld af te persen en fungeerde als
rechtvaardiging van geweld en mishandeling van daklozen en migranten door de
politie. De twintig jaar oude regeling werd afgeschaft nadat in maart 2003 een man
in detentie door medegevangenen was doodgeslagen. De zaak kwam uitgebreid in
de media wat resulteerde in een massale verontwaardiging en petities voor
afschaffing van de regeling.125
De lokale overheid moet nu op vrijwillige basis onderdak bieden aan migranten en
daklozen. De detentiecentra moeten worden omgevormd tot opvangcentra. De
verantwoordelijkheid voor opvang ligt niet langer bij de politie maar bij het
ministerie van Sociale Zaken.126
Situatie in gevangenissen en detentiecentra
De Chinese autoriteiten laten weinig tot geen onafhankelijke inspecteurs toe tot
gevangenissen en heropvoedingskampen. In 2003 bevonden zich volgens de
Chinese autoriteiten 1.540.000 personen in de gevangenis, waarvan ongeveer
123 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Amnesty
International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober
2003; Foreign and Commonwealth Office, Human Rights Annual Report 2003.
124 Human Rights in China, Reassessing re-education through labour, China Rights Forum no. 2, 3003; ANP,
Peking werkt aan ingrijpende hervorming justitie, 19 januari 2004.
125 Human Rights in China, Kidnapping by police: Custody & Repatriation, China Rights Forum, no.2, 2003;
Amnesty International, Abolition of `Custody and Repatriation' welcomed, but more needs to be done (ASA
17/028/2003), 27 juni 2003; South China Morning Post, Detainee's death spurs debate over residence permit
system, 15 juni 2003.
126 Xinhua, China adopts regulations to help urban vagrants, beggars, 22 juni 2003; Xinhua, China's Xinhua
carries procedures for assisting, supervising homeless beggars, 22 JUNI 2003; Reuters, Kinder China to
provide shelters for vagrants, 23 juni 2003.
45
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
70.000 vrouwen. Tijdens de SARS-crisis was het verboden voor familie om
gevangenen te bezoeken. De omstandigheden in politiecellen, detentiecentra,
gevangenissen en heropvoedingskampen zijn zwaar. Gevangenissen zijn vaak
overvol en er is een gebrekkige sanitatie. De gezondheids- en voedingssituatie in
gevangenissen is slecht.127
Psychiatrische instellingen
Human Rights Watch rapporteert dat tenminste 3.000 dissidenten, met name
aanhangers van de Falun Gong en mensen die in het openbaar kritiek hebben geuit
over politieke vervolging of misdragingen van overheidsdienaren, gedurende de
afgelopen twintig jaar voor gedwongen psychiatrische behandeling zijn
opgenomen. Sinds de start van de campagne tegen de Falun Gong in 1999 zou er
van een toename van het aantal opnames sprake zijn.128 Ook het Amerikaanse
ministerie van Buitenlandse Zaken meldt dat personen, met name Falun Gong-
aanhangers, veroordeeld worden tot opname in een psychiatrische instelling.129
3.3.8 Mishandeling en foltering
Volgens de wet is foltering verboden. In de praktijk echter komen mishandeling en
foltering door autoriteiten veel voor. Het gaat onder meer om verdachten in
strafzaken, omstanders bij protesten, migrantarbeiders, landlopers en prostituees.
Methodes zijn schoppen, slaan, elektrische schokken, ophanging bij de armen,
boeien in pijnlijke posities, slaap- en voedselonthouding.130
Het recht van de verdachte om te zwijgen is in het Chinese recht niet ingevoerd
hetgeen tot verhoogd risico op gedwongen bekentenissen en foltering leidt. De
politie gebruikt vaak excessief geweld om bekentenissen te verkrijgen. Door
foltering overlijden verdachten in detentie. De overheid erkent het probleem van
foltering en afgedwongen bekentenissen, maar lijkt onvoldoende maatregelen te
nemen om dit tegen te gaan.131 Met name tijdens strike hard campagnes, waar
processen onder grote tijdsdruk staan en quota worden gehanteerd, wordt gebruik
gemaakt van foltering om bekentenissen af te dwingen, hoewel dat officieel
verboden is.
127 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.44/5.45), oktober 2003; US
Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
128 Human Rights Watch, Dangerous minds, augustus 2002.
129 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
130 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Amnesty
International, China Report 2003 (covering 2002).
131 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28
oktober 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari
2004.
46
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Het ministerie van Openbare Veiligheid en het ministerie van Justitie hebben in
augustus 2003 nieuwe regels uitgevaardigd waardoor politie onder striktere
controle staat om geweld en mishandeling tegen te gaan. De regels gaan ook tegen
dat onder dwang verkregen bewijs en bekentenissen worden gebruikt bij niet-
strafrechtelijke (administrieve) zaken.132 Indien foltering wordt geconstateerd,
wordt de betrokken gevangenisbewaarder gestraft. Een aantal politieagenten is
veroordeeld wegens marteling. Het is niet bekend om welke aantallen het gaat en
hoe hoog de straf is.
3.3.9 Verdwijningen
Het komt geregeld voor dat personen worden opgepakt of gearresteerd zonder dat
familie hiervan op de hoogte wordt gesteld.133 Zo werd in augustus 2003 bekend
dat een sinds april 2003 vermiste internetdissident, Yan Yun, gearresteerd was.134
3.3.10 Buitengerechtelijke executies en moorden
Door de Chinese staatsmedia werd een aantal buitengerechtelijke executies
gerapporteerd. Er zijn echter geen statistieken beschikbaar.135
3.3.11 Doodstraf
Discussie over hervorming van de doodstraf is nog steeds gaande in de
gespecialiseerde pers, academische en overheidskringen. Voorstellen worden
besproken om het aantal misdrijven waar de doodstraf op staat te verminderen
(bijvoorbeeld economische misdrijven), en om bij elke opgelegde doodstraf een
tweede beoordeling te laten plaatsvinden door de Chinese Hoge Raad, eventueel in
samenwerking met de hoogste rechtbank uit de betreffende provincie. Een andere
overweging is om de lagere rechtbanken hun macht te ontnemen om doodstraffen
te kunnen uitspreken.136
132 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Amnesty
International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober
2003; The Guardian, China bans police torture of suspects, 11 september 2003.
133 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
134 Reuters, Chinese dissident arrested for subversion, 6 augustus 2003.
135 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
136 Dui Hua Foundation, Will 2004 see human rights reforms in China? in: Dialogue, winter 2004;
Reformatorisch Dagblad, China streeft naar minder doodstraffen, 11 maart 2004.
47
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Het Chinese wetboek van strafrecht noemt 73 misdrijven waar mogelijk de
doodstraf op staat, waaronder:
- politieke misdrijven als het verraden van militaire geheimen en contra-
revolutionaire activiteiten;
- delicten als moord, drugssmokkel, handel in vrouwen en kinderen,
brandstichting, smokkel, verspreiding van bijgeloof, vandalisme, het
exploiteren van prostituees, en groepsgevechten;
- economische overtredingen als diefstal, omkoping, corruptie, verduistering,
belastingontduiking, vervalsing, bankfraude met gebruik van valse documen-
ten en het indienen van valse verzekeringsclaims.
Voltrekking van de doodstraf is uitgesloten voor personen die tijdens het plegen
van een vergrijp nog minderjarig of zwanger zijn.
De Chinese overheid maakt het aantal gevallen waarin de doodstraf werd opgelegd
en/of uitgevoerd niet openbaar. De voorzitter van het Hooggerechtshof verklaarde
in maart 2003 dat er in de afgelopen vijf jaar 819.000 mensen ter dood werden
veroordeeld (inclusief `uitgestelde' doodstraffen137), veroordeeld tot levenslang of
tot straffen langer dan vijf jaar.138 De jaarcijfers van Amnesty International over
2001 geven aan dat er ten minste 4.015 mensen ter dood zijn veroordeeld en 2.468
gerechtelijk geëxecuteerd.139 In het jaar 2002 zijn ten minste 1.921 personen ter
dood veroordeeld en vonden er 1.060 gerechtelijke executies plaats.140 In 2003
noteerde Amnesty International 726 executies.141 De aantallen betreffen
grotendeels berekeningen op basis van berichtgeving in de media van individuele
zaken. Volgens mensenrechtenorganisaties als Amnesty International is het
werkelijke aantal gerechtelijke executies waarschijnlijk veel hoger.142 Een Chinees
parlementslid sprak in maart 2004 over bijna 10.000 executies per jaar.143
China executeert jaarlijks meer mensen dan andere landen in de rest van de wereld
tezamen.144
137 Het is in China mogelijk de `doodstraf met uitstel van twee jaar' op te leggen. In de praktijk wordt deze
doodstraf, bij goed gedrag, na twee jaar omgezet in levenslang.
138 Foreign and Commonwealth Office, Human Rights Annual Report 2003, juli 2003.
139 Amnesty International, China Report 2002 (covering 2001).
140 Amnesty International, China Report 2003 (covering 2002).
141 Amnesty International, Death penalty: latest worldwide statistics released, 6 april 2004 (ACT 50/012/2004).
142 In het boek `China's new rulers: the secret files' van Andrew Nathan en Bruce Gilley (tweede herziene druk
2003) wordt gesproken over 15.000 doden per jaar (gerechtelijke en buitengerechtelijke executies door de
politie). Dit aantal is gebaseerd op interne documenten van de CCP.
143 ANP, "Jaarlijks 10.000 executies in China", 15 maart 2004; DPA, China executes 10,000 people annually,
lawmaker says, 15 maart 2004.
144 Volgens Amnesty International werden in 2001 ten minste 3.048 gevangenen gerechtelijk geëxecuteerd in 31
landen en 5.265 mensen veroordeeld tot de doodstraf in 69 landen (Amnesty International website against the
death penalty: Facts and Figures on the Death Penalty).
48
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Executies vinden soms al enkele uren na de veroordeling plaats. Soms worden
groepen misdadigers gelijktijdig geëxecuteerd, samenvallend met belangrijke
bijeenkomsten van de CCP of bijvoorbeeld op de anti-drugs dag. De meeste
executies vinden plaats door middel van een nekschot. De laatste jaren is het
gebruik van dodelijke injecties toegenomen. Deze injecties worden onder andere
toegediend in mobiele executiekamers die het mogelijk maken ook in kleinere
gemeenschappen de doodstraf uit te voeren.145
3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Vrouwen
Sociaal-economische positie
Chinese vrouwen maken 46% uit van de werkende bevolking in China. Vrouwen
zijn vaak werkzaam in de laagst betalende sectoren. In het algemeen bekleden
mannen hogere posities. Met de liberalisering van de arbeidsmarkt neemt de
inkomensongelijkheid tussen mannen en vrouwen toe. Met name bij de
privatisering van staatsbedrijven zijn veel vrouwen werkloos geworden. Ook in
hogere politieke en ambtelijke functies zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. In
het onderwijs wordt de genderongelijkheid kleiner. Steeds meer meisjes gaan naar
school.
Er gelden voor Chinese vrouwen geen bijzondere gedrags- en kledingcodes. Wel
zijn de rolpatronen en verwachtingen nog traditioneel.
Het aantal zelfmoorden onder vrouwen, en dan met name onder
plattelandsvrouwen, is groot. Volgens berekeningen van de WHO is 56% van het
aantal vrouwen in de hele wereld dat zelfmoord pleegt, Chinees.146
Handelingsbekwaamheid
Vrouwen in China zijn volgens de wet gelijk aan mannen, en zijn derhalve vanaf
hun achttiende jaar ook handelingsbekwaam.147 Er is geen onderscheid tussen
gehuwde en ongehuwde vrouwen.148 Een vrouw kan zelfstandig een
identiteitsdocument of paspoort aanvragen zonder dat daarvoor toestemming nodig
is van bijvoorbeeld haar echtgenoot.
145 Amnesty International, Continuing abuse under a new leadership-summary of human rights concerns, 28
oktober 2003; DPA, China's pre-Spring Festival execution toll rises to 40, 19 januari 2004; ANP, China zet
mobiele executiekamers in, 18 december 2003; Straits Times, China's death on wheels, 13 maart 2003.
146 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
147 Grondwet van de Volksrepubliek China, Art. 33, 34 en 48. Law of the People's Republic of China on the
Protection of Rights and Interests of Women, 1 oktober 1992, Ch. VIII, Legal Responsibility, Artt. 48-52 en
General Principles of the Civil Law of the People's Republic of China, 1 januari 1987, Ch. II, Artt. 9-11.
148 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan. 1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch. III, Art.13
49
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Traditioneel huwelijk
Met name op het platteland komt het regelmatig voor dat een echtpaar trouwt
volgens een traditionele huwelijksceremonie of gaat samenwonen omdat
bijvoorbeeld de huwbare leeftijd nog niet is bereikt. 149 In de praktijk worden deze
samenlevingsvormen door de omgeving en lokale autoriteiten geaccepteerd als
zijnde getrouwd. Echter, om voor de wet rechtsgeldig te zijn moet een huwelijk
zijn geregistreerd bij het huwelijksbureau.
Scheidingen
Onder de huwelijkswet (zie 3.1.2) kunnen ook vrouwen gemakkelijk een scheiding
aanvragen. Het aantal echtscheidingen stijgt. Elk jaar scheiden 1,2 miljoen
echtparen. Scheiden is maatschappelijk geaccepteerd in China, maar pakt vaak
financieel nadelig uit voor vrouwen. De mate van acceptatie hangt echter mede af
van de sociale omgeving.150
Ongehuwde moeders
Na een scheiding blijft een kind vaker bij de moeder. In de Chinese wet is
vastgelegd dat als het kind bij de moeder blijft, de vader aan de opvoeding moet
blijven meebetalen.151 Ongehuwde moeders zijn in China een vrijwel onbekend
fenomeen. In China is vrijwel iedereen die kinderen heeft getrouwd (of
gescheiden). Vrouwen die buiten het huwelijk zwanger worden zullen al snel
wegens sociale druk besluiten tot een abortus. Naast de sociale druk vanuit de
omgeving, is er ook nog de financiële druk. Voor een kind dat zonder toestemming
geboren wordt, moet een social compensation fee worden betaald voordat het kind
kan worden geregistreerd. Het kind kan worden geregistreerd in de hukou van de
moeder. Vrouwen met een in het buitenland geboren kind danwel kinderen kunnen
terugkeren in de Chinese maatschappij.152 In China bestaan geen opvanghuizen
voor alleenstaande (minderjarige) moeders. Bij terugkeer naar China kunnen zij
hulp vragen bij het buurtcomité in de plaats van herkomst. Via het buurtcomité
kan een bijstanduitkering (dibao) worden aangevraagd. Behalve een uitkering kan
een ongehuwde moeder ook sociale ondersteuning krijgen. Het buurtcomité is
uiteindelijk verantwoordelijk voor zorg en begeleiding. Kinderen van ongehuwde
moeders die jonger zijn dan 16 jaar kunnen eventueel ook worden opgevangen in
een kindertehuis.
149 Chinese marriage customs and Chinese wedding traditions (www.warriortours.com/intro/marriage.htm,
geraadpleegd op 10 februari 2004). De leeftijd waarop men mag trouwen is 22 jaar voor mannen, en 20 jaar
voor vrouwen.
150 Trouw, Scheidingen horen bij de `gelukkige generatie', 7 januari 2004; People's daily, Chinese women have
more choices in marriage, 25 augustus 2003, UK immigration and Nationality Directorate, China Country
Report (6.333), oktober 2003.
151 Trouw, Chinees kind blijft na scheiding vaker bij moeder, 7 januari 2004.
152 Dit geldt overigens ook voor Chinese echtparen die in het buitenland één of meer kinderen hebben gekregen
die buiten de gezinsplanningsregels zijn geboren (zie bijvoorbeeld AP, Chinese couple with two children lose
bid for refugee protection in Australia, 20 februari 2004).
50
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Militaire dienst153
Op grond van de noden van het leger, kunnen vrouwen worden opgeroepen voor
militaire dienst vanaf hun achttiende jaar. Op basis van vrijwilligheid kunnen
jongens en meisjes die nog geen 18 zijn eveneens dienst nemen. Ook vrouwen
kunnen dienst nemen als beroepsmilitair.
Geweld tegen vrouwen
Mishandeling en verkrachting van vrouwen is strafbaar volgens het Chinese
strafrecht.154 Toen in 2001 de huwelijkswet werd herzien, kreeg de discussie over
huiselijk geweld een nieuwe impuls. In de krant en op televisie werd veel aandacht
geschonken aan dit verschijnsel. Volgens een onderzoek van de All China
Women's Federation (ACWF) komt in 30% van de 270 miljoen huishoudens in
China huiselijk geweld voor. Het werkelijke percentage kan zelfs nog hoger
liggen, omdat een taboe rust op het naar buiten brengen van `de vuile was'.155
Chinese vrouwen kunnen volgens de wet voor hulp terecht bij de nationale en
lokale ACWF en bij buurtcomités, dorpscomités, werkeenheden en de politie.156
Daar zal men proberen de problemen door bemiddeling op te lossen, en mocht dat
niet slagen, de zaak doorverwijzen naar de rechtbank.157 In de huwelijkswet is nu
opgenomen dat huiselijk geweld en mishandeling, wanneer bemiddeling niet
slaagt, wettelijk erkende redenen zijn voor echtscheiding.158
Voorts zijn er telefonische hulplijnen en privé-organisaties die vrouwen gratis
juridische bijstand verlenen en advies geven. Het probleem hierbij is echter dat
veel vrouwen, vooral op het platteland, niet weten waar ze voor advies moeten
zijn.
In dertien provincies in China zijn lokale wetten aangenomen tegen huiselijk
geweld. De aan de overheid gelieerde Werkgroep tegen Huiselijk Geweld in China
en de ACWF sporen misbruikte en mishandelde vrouwen aan om de daders aan te
klagen. Daartoe zijn tevens speciale kantoren opgezet die de vrouwen kunnen
helpen met het verzamelen van bewijs. In sommige gebieden zijn opvanghuizen
voor vrouwen opgericht.159
153 Zie ook paragraaf 3.4.4.
154 De strafmaat voor verkrachting is niet minder dan 3 jaar en niet meer dan 10 jaar. Seksuele omgang met een
meisje jonger dan 14 jaar wordt beschouwd als verkrachting. Straffen voor verkrachting van meisjes jonger
dan 14 jaar zijn zwaarder (Criminal Law of the People's Republic of China, 14 maart 1997, Ch.IV, Artt. 236
en 237).
155 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
156 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 43.
157 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 45.
158 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 32-2.
159 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.34), oktober 2003; Wereldbank,
China Country Gender Review, juni 2002.
51
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Abortus
Wereldwijd gezien staat China met 24 abortussen op de 1.000 vrouwen in de
middengroep.160 Gedwongen abortus is bij de wet verboden. Hoewel geen
berichten hierover bekend zijn, is het echter niet uitgesloten dat in sommige
gebieden gedwongen abortus of gedwongen sterilisatie incidenteel nog wel
voorkomen.161 Door de nieuwe gezinsplanningswet is er hernieuwde aandacht
voor het geboortebeleid. Er is meer aandacht voor het maken van keuzes in
geboorteplanning op basis van informatie. Burgers en ambtenaren zijn beter op de
hoogte van hun rechten en plichten. De verwachting is dat daardoor minder
excessen zullen voorkomen.
Gezinsplanning in de praktijk
Het Chinese gezinsplanningsbeleid (zie 3.1.2) lijkt te zijn ingeburgerd.162 Veel
gezinnen wensen slechts één kind, vaak omdat het hebben van meer kinderen
zwaarder en duurder is. De social compensation fee wordt op lokaal niveau
vastgesteld en vaak soepel toegepast. Er wordt bijvoorbeeld gevarieerd in de
hoogte van het bedrag, er wordt een afbetalingsregeling getroffen, of er vindt
kwijtschelding plaats.163 Redenen hiervoor kunnen zijn dat arme families de social
compensation fee niet kunnen betalen, omdat er hoge kosten verbonden zijn aan
het opleggen van de boete en omdat gezinsplanningsambtenaren geen belang meer
hebben bij het innen van de boete nu de boete naar een centrale kas gaat.
Elke provincie heeft eigen regelgeving opgesteld wat betreft gezinsplanning. De
implementatie is gedelegeerd aan de districten en ligt voor een groot deel bij de
lokale gezinsplanningsambtenaren. De nadruk is meer komen te liggen op
kwaliteit van de zorg en voorlichting. Wat betreft handhaving van het
gezinsplanningsbeleid meldt de Chinese overheid dat er minder illegale praktijken
voorkomen. In het verleden kwam het bijvoorbeeld voor dat beslag werd gelegd
op huis of land als een familie de boete niet kon betalen. Volgens de wet kunnen
burgers gezinsplanningsambtenaren aanklagen die hun bevoegdheden hebben
overschreden.
Op elke 100 meisjes worden in China 117 jongens geboren Volgens de State
Commission for Population and Family Planning is met name op het platteland en
in achtergebleven gebieden de genderverhouding verstoord. Het is volgens de
160 UN Economic and Social Council, Commission on Population and Development, Concise Report on world
population monitoring, 14 december 2001.
161 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Human
Rights Watch, Overview of human rights issues in China, 1 januari 2004.
162 Catholics for a Free Choice, The United Nations Population Fund in China: a catalyst for change. Report on
an interfaith delegation to China, november 2003.
163 Catholics for a Free Choice, The United Nations Population Fund in China: a catalyst for change, november
2003.
52
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
nieuwe gezinsplanningswet verboden om via een echo het geslacht van het kind te
bepalen. Artsen zijn echter tegen betaling van een extra vergoeding vaak wel
bereid dergelijke echo's uit te voeren, en ook om selectieve abortus toe te passen
op basis van het geslacht. China tracht met een campagne een einde te maken aan
het aborteren van vrouwelijke foetussen. Via geboorteklinieken wordt de
boodschap van gelijkheid tussen meisjes en jongens verspreid.164
3.4.2 Homoseksuelen
Geschiedenis van de homoseksualiteit in China
China kent een lange geschiedenis van homoseksualiteit. In vroegere dynastieën
vanaf de Shang Dynastie (16e-11e eeuw v. Chr.) kwamen keizers, ministers,
vorsten en kunstenaars openlijk uit voor hun homoseksualiteit en zolang de
traditionele familiewaarden (huwelijk en kinderen krijgen) in ere werden
gehouden was er niets aan de hand. Pas in 1740 werd voor het eerst een `anti-
homo' decreet uitgevaardigd waarin het vrijwillig aangaan van homoseksuele
contacten als illegaal werd bestempeld. In de periode 1949-1997 beschouwde de
overheid homoseksualiteit als een sociale schande en een geestesziekte.
Homoseksuelen werden regelmatig opgepakt, maar omdat er geen wetgeving was
die homoseksualiteit verbood, werden homoseksuelen beschuldigd van
straatschenderij en het verstoren van de openbare orde.165 In 1997 werd
straatschenderij geschrapt uit het strafrecht166 en daarmee werd ook
homoseksualiteit gedecriminaliseerd.167
Huidige situatie
De situatie voor homoseksuele mannen en vrouwen is de laatste decennia
aanzienlijk verbeterd. De Chinese overheid tolereert homoseksualiteit zolang
homoseksuelen niet openlijk kritiek uiten op het regime en niet al te openlijk voor
hun seksuele geaardheid uitkomen.168 In april 2001 is homoseksualiteit geschrapt
van de lijst van geestesziektes, hoewel het nog wel wordt aangemerkt als
psychische stoornis of identiteitscrisis.
Voor homoseksuelen is het niet eenvoudig om openlijk uit te komen voor hun
geaardheid. Het is sociaal niet geaccepteerd dat personen van hetzelfde geslacht
164 Reuters, Chinese women confront gender ratio imbalance, 24 augustus 2003; AFP, China tegen aborteren
ongeboren meisjes, 15 augustus 2003.
165 http://en.wikepedia.org/wiki/homosexuality_in_china, geraadpleegd op 9 februari 2004.
166 Criminal law of the People's Republic of China, van kracht geworden op 1 augustus 1997.
167 Chinese Society for the Study of Sexual Minorities (CSSSM), Homosexuality Depathologized in China, 5
maart 2001 (www.csssm.org geraadpleegd op 9 februari 2004).
168 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.373 t/m 6.376), oktober 2003; US
Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
53
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
een relatie met elkaar aangaan. De gemiddelde Chinees ziet homoseksualiteit
weliswaar niet langer als crimineel gedrag, maar beschouwt het wel nog steeds als
een ziekte. Maatschappelijk bezien, overheerst het Confucianistische idee dat een
Chinees uit piëteit aan de ouders en trouw aan de familiestamboom moet trouwen
en voor nageslacht moet zorgen. Het komt daarom nog veel voor dat
homoseksuelen onder druk van de familie een heteroseksueel huwelijk aangaan en
kinderen krijgen.169
Er zijn in China een aantal `homohotlines' waar homoseksuelen terecht kunnen
voor hulp en advies. Verder zijn er ongeveer 250 websites die als onderwerp
homoseksualiteit hebben. In veel grote steden zijn homobars en cruiseplekken te
vinden. Een aantal bekende popsterren komt openlijk uit voor hun
homoseksualiteit. Zolang eigenaars en klanten van homobars de wetten niet
overtreden, worden zij in het algemeen met rust gelaten door de politie. Er is
nauwelijks sprake van een zichtbare lesbische gemeenschap. De vrouwen durven
niet openlijk naar buiten te treden uit angst voor represailles en voelen zich ook
niet thuis in de setting van een bar. Lesbiennes zijn in het algemeen minder te
vinden in homobars en geven de voorkeur aan chatten via internet en privé-
salons.170 In Shanghai zijn een aantal uitgaansgelegenheden voor vrouwen te
vinden.
Omdat homoseksualiteit sociaal nauwelijks geaccepteerd is, stellen
homoseksuelen mogelijke discriminatie niet aan de kaak en durven ze ook de hulp
van de politie niet in te roepen in geval van discriminatie.
3.4.3 Minderjarigen171
Beleid minderjarigen
Sinds 1992, het jaar waarin werd gestart met de uitvoering van het National
Programme of Action (NPA) for Child Development in China in the 1990's,
hebben de Chinese overheid en organisaties voor kinderen veel bereikt op het
gebied van de promotie van kinderrechten en ontwikkeling van kinderen. De
staatsraad heeft inmiddels een nieuw NPA for Child Development voor de periode
2001-2010 goedgekeurd. Aandachtspunten daarbij zijn het verminderen van de
ongelijkheid in de ontplooiing van kinderen in de diverse regio's, het creëren van
een betere leefomgeving, gezondheidszorg, opleiding en bescherming van de
169 De Standaard, Homoseksualiteit bestaat niet in China, 4 januari 2003; Chinese Cultural Studies:
Homosexuals in modern China: four recent press reports (http://acc6.its.brooklyn.cuny.edu/~phalsall/texts/c-
gays.html, geraadpleegd op 9 februari 2004).
170 Reuters, China's first lesbian film quietly tests limits, 9 augustus 2002.
171 Deze paragraaf betreft een actualisering van het ambtsbericht "minderjarigen in China; zelfredzaamheid,
opvang en terugkeer" van 9 april 2001 (DPC/AM-709612).
54
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
bevolking, en het beteugelen van de verdere verspreiding van HIV/aids onder
kinderen.
Onderwijs
De leerplicht geldt in principe vanaf zes jaar. In sommige gebieden mag dit
uitgesteld worden tot het kind de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt.172 Ieder kind
in China heeft een leerplicht voor de duur van negen jaar.173 Volgens de Chinese
overheid volgt 98 procent van de kinderen de verplichte zes jaar lagere school en
90 procent de verplichte drie jaar middelbare school.174 Zeker voor arme gezinnen
zijn de legale en illegale extra schoolkosten een grote belasting.
Het komt voor dat kinderen niet toegelaten worden op scholen ondanks het feit dat
in artikel vier van de leerplichtwet neergelegd is dat overheid, scholen en ouders
ervoor moeten zorgen dat het recht van de kinderen om onderwijs te volgen wordt
gewaarborgd. Uitsluiting van onderwijs gebeurt in het geval dat ouders hun kind
niet hebben geregistreerd175 of in geval van migrantenkinderen, die in een andere
woonplaats wonen dan waar hun huishoudregistratie staat geregistreerd. De term
migrantenkinderen verwijst hier naar kinderen van ouders die van het platteland
naar de stad zijn verhuisd, veelal vanuit economische overwegingen, en veelal
zonder dat hun huishoudregistratie is aangepast. De overheid uit de woonplaats,
waar het kind geregistreerd is, wordt verantwoordelijk geacht voor het verschaffen
van de verplichte negen jaar onderwijs.176 Onder de huidige regelgeving kunnen
migranten hun kinderen slechts naar school laten gaan in hun feitelijke
woonplaats, indien zij beschikken over de juiste vergunningen en indien er plek
over is in de klassen.177
Het is voorgekomen dat geboorteplanningsbureaus scholen die niet-geregistreerde
kinderen aannamen een boete gaven.178 Ook komt het veelvuldig voor dat
openbare scholen allerlei extra gelden heffen voor migrantenkinderen of niet-
geregistreerde kinderen. Niet-geregistreerde kinderen kunnen overigens alsnog
geregistreerd worden na betaling van de social compensation fee. Ook komt
omkoping van ambtenaren wel voor met als resultaat dat kinderen toch
geregistreerd kunnen worden of toch naar school kunnen.
172 Compulsory Education Law of the People's Republic of China (1 juli 1986), Art. 5.
173 Idem Art. 2 en Education Law of the People's Republic of China (1 sep. 1995), Art. 18.
174 South China Morning Post, 98 pc of children attend primary school, 2 juni 2003.
175 Het komt voor dat ouders hun kind niet of pas later registeren. Vaak gaat het om `ongeplande' (niet binnen de
regels geboren) kinderen.
176 Human Rights in China, Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City Schools,
China Rights Forum, No. 2, 2002, pp. 4.
177 Idem, pp. 6.
178 Idem, pp. 7.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Veel migranten en ouders van niet-geregistreerde kinderen laten hun kinderen naar
privé-migrantenscholen gaan die vaak goedkoper maar ook minder van kwaliteit
zijn (zowel voor wat betreft niveau van het onderwijs als van de huisvesting).
Diploma's van deze (veelal illegale) scholen worden echter niet erkend waardoor
de kinderen niet verder kunnen leren. De Chinese autoriteiten sluiten geregeld
deze illegale scholen omdat de voorzieningen niet adequaat (zouden) zijn.179 In
deze gevallen gaat de overheid over tot het slopen van de gebouwen en geregeld
vindt arrestatie van de schoolleiding plaats.180 In sommige grote steden worden
steeds meer migrantenkinderen toegelaten op openbare scholen. Bijvoorbeeld in
Shanghai mogen migrantenkinderen niet meer worden uitgesloten van openbare
scholen, en mag geen hoger schoolgeld gevraagd worden. Migranten die het
schoolgeld niet kunnen betalen kunnen voor kwijtschelding in aanmerking komen.
Studeren in het buitenland
Een goede opleiding heeft in China een hoog aanzien. De plaatsen aan
universiteiten in China zijn echter beperkt en de toelatingseisen zijn vaak hoog.
Chinese ouders zijn bereid tot zware offers om hun (enig) kind toch te laten
studeren. Studeren in het buitenland is daarom een alternatief. Er zijn in China
vele bemiddelingsbureaus die reclame maken voor studies in het buitenland en
bemiddelen bij het verkrijgen van visa. Een meerderheid daarvan is illegaal. De
Chinese overheid waarschuwt tegen bemiddelingsbureaus die studenten grote
sommen geld afhandig maken door hen in te schrijven voor niet bestaande studies.
Ook wordt vaak ten onrechte een verblijfsvergunning in het vooruitzicht gesteld.
Leeftijdsopgave Chinese minderjarigen
Het leeftijdsverschil dat kan bestaan tussen opgave van leeftijd volgens de
westerse of volgens de Chinese telling heeft niet te maken met de Chinese
kalender, maar is een traditioneel gebruik.181 Het verschil zit in het feit dat Chinese
kinderen bij hun geboorte reeds als één jaar oud worden beschouwd. Iedere
Chinees wordt voorts op Chinees Nieuwjaar een jaar ouder. Wanneer een kind dus
een dag voor Chinees Nieuwjaar geboren is, kan het voorkomen dat wanneer het
een dag oud is volgens westerse telling, het volgens de Chinese telling reeds twee
jaar oud is.182
179 De school heeft bijvoorbeeld geen stromend water, het gebouw is onveilig of de leraren zijn niet
gekwalificeerd.
180 Human Rights in China, Privately Run Migrant Schools in Beijing, Vital Community Resources Existing on
Sufferance, China Rights Forum, No. 2, 2002, pp.18-19.
181 Zie ook paragraaf 2.1.1 voor de Chinese kalender in het algemeen.
182 Lee Siow Mong, Spectrum of Chinese Culture, Petaling Jaya Malaysia, 1986.
56
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Meerderjarigheid en handelingsbekwaamheid
Een Chinees burger is meerderjarig vanaf 18 jaar.183 Volgens de Chinese
wetgeving, zijn burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar strafrechtelijk aansprakelijk.
Kinderen tussen de 14 en de 16 jaar oud die een zware misdaad hebben begaan
(zoals moord of verkrachting), zijn eveneens strafrechtelijk aansprakelijk.184
De Chinese burger is handelingsbekwaam vanaf 18 jaar. Minderjarigen tussen de
16 en 18 jaar die door werk grotendeels in eigen onderhoud voorzien, worden
geacht volledig handelingsbekwaam te zijn in het maatschappelijk verkeer. Een
kind van 10 jaar of ouder heeft beperkte handelingsbekwaamheid. Een kind jonger
dan 10 heeft geen handelingsbekwaamheid.185
Opvang
Minderjarigen die alleen komen te staan, worden in China in eerste instantie opge-
vangen door familieleden of (als er geen familie meer is) door goede bekenden uit
de directe omgeving. Alleen in die gevallen dat een kind helemaal alleen staat,
komt overheidsopvang aan de orde. Alleenstaande jongeren onder 16 jaar worden
als regel ondergebracht in een weeshuis in de regio van herkomst. Alleenstaande
jongeren van 16 of 17 jaar zullen eerder geplaatst worden in een verzorgingste-
huis. Onderwijs of beroepstraining wordt vanuit die tehuizen gevolgd. Bij het be-
reiken van de leeftijd van 16 jaar kan desgewenst bemiddeld worden voor het vin-
den van werk of zelfstandig onderdak. In landelijke gebieden zorgt het dorpscomi-
té tezamen met de lokale gemeenschap voor onderdak en begeleiding.
Volgens het ministerie van Sociale Zaken zijn er in China 190 staatsweeshuizen of
Child Welfare instituten. Het is de bedoeling dat het aantal instituten niet veel
meer toe zal nemen. De Chinese overheid streeft er namelijk naar om kinderen via
de zogenaamde community based approach bij familie of pleegouders in lokale
gemeenschappen onder te brengen. Verder bestaan er in kleinere gemeenten
verzorgingstehuizen, de Social Welfare instituten, waar zowel senioren als
weeskinderen of gehandicapte kinderen worden opgevangen. Deze instituten staan
onder toezicht van de lokale overheid. Er bestaan tevens veel particuliere
opvanghuizen.
Het algemene beeld dat ontstaat naar aanleiding van bezoeken door medewerkers
van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China en telefoongesprekken met
weeshuizen en Social Welfare instituten is dat de Chinese autoriteiten de laatste
183 Law on the Protection of Minors, Ch. 1, Art. 2. en website voor Chinees recht.
184 Criminal Law of the People's Republic of China, Ch. II, Art.17.
185 General Principles of the Civil Law of the People's Republic of China, 1 jan. 1987, Ch. II, Artt. 11 en 12 en
artikel 34 van de grondwet van de Volksrepubliek China.
57
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
jaren veel aandacht besteden aan opvang van weeskinderen.186, 187 Dit beeld wordt
bevestigd door UNICEF. Deze organisatie is in veel van de weeshuizen actief, en
assisteert ook bij het vinden van alternatieve opvang voor minderjarigen,
bijvoorbeeld in gastgezinnen. Het voor kinderopvang verantwoordelijke ministerie
van Burgerzaken werkt intensief samen met UNICEF, maar ook met veel andere
internationale en nationale NGO's. De instituten voor kinderopvang moeten
voldoen aan een basisstandaard.
Terugkeer
In het ambtsbericht van 9 april 2001 over de positie van minderjarigen in China
wordt een beschrijving gegeven van de behandeling van illegale emigranten bij
terugkeer in China (pagina 22). Minderjarigen worden bij terugkeer niet gestraft
wegens illegale emigratie. Het beginsel van niet-bestraffing van minderjarigen is
vastgelegd in de wet op de bescherming van minderjarigen (Law on the Protection
of Minors) van 4 september 1991, van kracht vanaf 1 januari 1992. Ingevolge
artikel 38 van deze wet dienen minderjarigen vooral te worden opgevoed,
overtuigd en verbeterd, en wordt opvoeding door de samenleving (ouders etc.)
beschouwd als belangrijkste aanpak, en straf als een secundaire.
Bij aankomst op het vliegveld van Beijing wordt de minderjarige opgevangen door
de immigratiedienst. Betrokkene wordt daarna overgedragen aan zijn (naaste)
familieleden die reeds tevoren gewaarschuwd zijn en als regel naar het vliegveld
komen. Indien de familie armlastig is, zal het ministerie van Burgerzaken
zorgdragen voor begeleiding naar de plaats van herkomst. Ditzelfde geschiedt
indien er geen familieleden meer zijn. Betrokkene wordt in dit laatste geval door
het ministerie van Burgerzaken begeleid naar zijn plaats van herkomst en door
bemiddeling van dat ministerie aldaar ondergebracht in een weeshuis of
verzorgingshuis of overgedragen aan het dorpscomité.
186 In 2001 werden door medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China bezoeken afgelegd
aan staatsweeshuizen en Social Welfare Institutes in de volgende plaatsen: Beijing; Chongqing; Fuzhou
(provincie Fujian); Guangzhou (provincie Guangdong); Nanchang (provincie Jiangxi); Ningbo, Qingtian en
Wenzhou (provincie Zhejiang); Shanghai; Wuhan (provincie Hubei). Sommige tehuizen zijn meerdere malen
bezocht. Verslagen van deze bezoeken zijn opgenomen in het Ambtsbericht Minderjarigen in China van 9
april 2001.
In 2002 werden door medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China bezoeken afgelegd
aan weeshuizen in de volgende plaatsen: Guangzhou (provincie Guangdong), Leshan (Sichuan provincie),
Tianjin en Urumqi (provincie Xinjiang). Telefonisch contact om informatie te verkrijgen werd in 2002
opgenomen met weeshuizen en Social Welfare Institutes in de volgende plaatsen: Changchun (provincie
Jilin), Changsha (provincie Hunan), Guiyang (provincie Guizhou), Huiyang (provincie Anhui), Kunming
(provincie Yunnan), Lanzhou (provincie Gansu), Nanning (autonome regio Guangxi), Shijiazhuang (Hebei
provincie), Xi'an (Shaanxi provincie), Yinchuan (Ningxia autonome regio), Zhengzhou (Henan provincie).
187 Zie teven het ambtsbericht "minderjarigen in China; zelfredzaamheid, opvang en terugkeer" van 9 april 2001
(DPC/AM-709612).
58
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3.4.4 Dienstplichtigen
Militaire dienst
Er bestaat dienstplicht voor alle mannen tussen 18 en 22 jaar.188 De duur van de
militaire dienst was voorheen drie jaar in de landmacht en vier jaar bij de marine
en luchtmacht. In december 1999 is de diensttijd teruggebracht tot twee jaar voor
alle militaire onderdelen. Tevens worden mannen aangemoedigd een aantal jaren
als vrijwilliger dienst te nemen. Reserve-eenheden zijn oproepbaar in tijd van oor-
log. De dienstplicht wordt als regel niet vervuld in het gebied waar een
dienstplichtige vandaan komt, maar elders in China.
Mannelijke en vrouwelijke leerlingen en studenten die doorleren na de negen jaar
leerplicht krijgen verplicht militaire training op school. De duur varieert van één
tot enkele weken. De jongeren leren onder andere marcheren en schieten.
Toetreden tot het leger is voor jongeren op het platteland een manier om het rurale
leven te ontvluchten en een van de weinige mogelijkheden voor een opleiding en
werk. Een baan bij het leger biedt veiligheid, prestige en carrièrekansen en is
daarom gewild. In het kader van modernisering en herstructurering wordt het leger
de komende jaren ingekrompen.
Registratie, keuring en oproep
In het jaar dat mannelijke burgers de leeftijd van 18 jaar bereiken zijn zij
oproepbaar voor militaire dienst. Zij blijven oproepbaar totdat zij de leeftijd
bereiken van 22 jaar. Werkeenheden dienen ervoor te zorgen dat alle mannelijke
18-jarigen worden geregistreerd. Het ieder jaar op te roepen aantal dienstplichtige
rekruten wordt vastgesteld door de Central Military Commission (artikel 11).
Vanwege het grote aantal beschikbare kandidaten wordt slechts een klein percen-
tage van de geregistreerde en medisch goedgekeurde mannelijke burgers
daadwerkelijk opgeroepen. Volgens de geldende regels kunnen jonge vrouwen van
18-22 jaar opgeroepen worden als en voor zover daaraan behoefte bestaat (artikel
12). In de praktijk wordt ongeveer 10% van degenen die beschikbaar zijn voor
militaire dienst daadwerkelijk in dienst genomen.
Dienstplichtigen krijgen een speciale identiteitskaart. In het Chinees heet deze:
junren shengfenzhen, wat letterlijk betekent: identiteitskaart voor dienstplichtigen.
Er zijn geen aparte paspoorten voor dienstplichtigen; ze gebruiken het reguliere
paspoort.
188 Een Nederlandse vertaling van de dienstplichtwet uit 1984, gewijzigd 1998, is te vinden op:
www.law.kuleuven.ac.be/chineesrecht/staatsrecht/staatsinrichting/leger/leger2.htm (geraadpleegd op 9
februari 2004); UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.53 t/m 5.56), oktober
2003.
59
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Uitstel en vrijstelling
Uitstel van militaire dienst is mogelijk, indien de betrokkene studeert of
kostwinner is (artikel 15). Vrijstelling van militaire dienst wordt verleend, indien
de betrokkene een ernstig fysiek gebrek heeft (artikel 3). Uitgesloten van militaire
dienst zijn diegenen van wie conform het wetboek van strafrecht de politieke
rechten zijn ontnomen (artikel 3).189 Ook worden dienstplichtige burgers die
worden vastgehouden voor onderzoek of strafvervolging niet gerekruteerd,
evenmin als dienstplichtige burgers die een gevangenisstraf uitzitten of onder
toezichtstelling staan (artikel 16).
Alternatieve dienstplicht
De mogelijkheid vrijstelling te verkrijgen wegens gewetensbezwaren bestaat niet.
Een alternatieve dienstplicht bestaat evenmin.190
Dienstplichtontduiking
Dienstplichtontduiking (ontduiking van registratie of keuring of het niet opkomen
in daadwerkelijke dienst na te zijn geselecteerd) wordt ingevolge artikel 61 van de
Military Service Law van 1 oktober 1984191 gestraft met een boete, terwijl
betrokkene door de lagere overheid alsnog opgeroepen wordt om de dienstplicht te
vervullen. Indien men na goedkeuring niet opkomt voor militaire dienst of weigert
militaire oefeningen te doen, wordt men gedurende twee jaren uitgesloten van
werk bij de overheid of een staatsbedrijf, van buitenlandse reizen, of hoger
onderwijs.192 In de grote steden onttrekken dienstplichtigen zich in toenemende
mate aan selectie. Een aantal daarvan slaagt daarin door diverse redenen aan te
voeren verband houdend met familieomstandigheden of fysieke gesteldheid.
189 De artikelen 54-58 van het Chinese wetboek van strafrecht regelen het ontnemen van politieke rechten. Het
gaat hier om het recht te stemmen en te worden verkozen, de vrijheid van meningsuiting, en een verbod tot
functies bij de overheid of staatsbedrijven (artikel 54). De straf kan worden uitgesproken als iemand de
staatsveiligheid in gevaar bracht (artikel 56); schuldig is aan moord, verkrachting, brandstichting, een
ontploffing, vergiftiging, roof of ernstige verstoring van de sociale orde (artikel 56); of veroordeling tot
levenslang of de dood (artikel 57).
190 War Resisters' International 1998, p. 80 onder 2. Achterliggende bron is het Amnesty International rapport
`Conscientious objection to military service' van 1991.
191 Zoals gewijzigd door artikel 10 van de Military Service Law Amendment Decision van 29 december 1998.
192 Artikel 61 (nieuw) luidt:
- In the event that the citizen obliged to perform military service (1) refuses or evades military service regis-
tration and physical examination; or (2) being eligible for military service refuses or evades drafting; the
county-level government shall issue a reprimand for correction within a limited time.
- Where it is not remedied within the time limit, the county-level government shall enforce him to perform
his military service and may impose a penalty fine.
- Those who commit the act (2) and refuse to remedy the situation shall, for a period of 2 years, be rejected to
be recruited as a civil servant or an employee of a state enterprise, or to go abroad, or be enrolled in higher
education.
60
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Omdat gekozen kan worden uit een groot aantal oproepbare dienstplichtigen,
nemen de autoriteiten weinig maatregelen om dit tegen te gaan of te bestraffen.
Dienstweigering en desertie
Dienstweigering of het verlaten van de legereenheid wordt in vredestijd
administratief gestraft. In oorlogstijd is het een strafrechtelijk delict.193 Ingevolge
artikel 428 van het Chinese wetboek van strafrecht wordt het niet opvolgen van
een dienstbevel door een officier gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste
vijf jaar, en indien dit gedrag leidt tot zware militaire verliezen, met ten minste vijf
jaar. Het verlaten van de post of het verwaarlozen van de opgedragen taak wordt
ingevolge artikel 425 bestraft met ten hoogste drie jaar gevangenis. Desertie (het
verlaten van de troepen) is ingevolge artikel 435 in ernstige gevallen strafbaar met
een vrijheidsstraf van ten hoogste drie jaar, in oorlogstijd met ten minste drie en
ten hoogste zeven jaar. Desertie naar het buitenland wordt ingevolge artikel 430
bestraft met ten hoogste vijf jaar gevangenisstraf, in ernstige gevallen met ten
minste vijf jaar.194
Minderheden
In de Military Service Law staat dat burgers van de Volksrepubliek China,
ongeacht hun nationaliteit, ras, beroep, familiale herkomst, godsdienstige
overtuiging en opleidingsniveau, de plicht hebben hun militaire dienst te vervullen
(artikel 3).
In het algemeen worden militairen gerekruteerd uit de grootste bevolkingsgroep in
China, de Han. Over de oproep tot dienstplicht bij etnische minderheden is geen
informatie beschikbaar. Er zijn geen aanwijzingen dat leden van etnische
minderheden vanwege hun etnische achtergrond vaker gerekruteerd of bij
overtredingen extra zwaar bestraft worden.
193 Artikel 62 van de Military Service Law stelt terzake: Military servicemen in actual service who refuse to per-
form duty or flee the armed forces with the aim of evading performance of military service shall be sanc-
tioned with administrative punishments in accordance with the provisions of the Central Military
Commission. Fleeing the armed forces during wartime shall constitute a criminal offence and
shall be investigated for criminal responsibilities according to law.
194 Artikel 435: A serviceman who violates the draft laws and regulations by deserting his troop, if the circum-
stances are serious, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than three years or criminal
detention. A serviceman who commits the crime in the preceding paragraph during wartime shall be
sentenced to fixed-term imprisonment of not less than three years and not more than seven years.
Artikel 430: A serviceman who leaves his post without permission, flees the country or defects to a foreign
country while outside the country during the course of performing official duties, undermines the national
military interests and shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than five years or criminal
detention. Where circumstances are involved, the sentence shall be fixed-term imprisonment of not less than
five years. A serviceman who uses an aircraft or a ship to desert or if other exceptionally serious
circumstances are involved, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not less than ten years, life
imprisonment or death.
61
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3.5 Situatie in specifieke gebieden
3.5.1 Tibet
Bevolking
Het aantal Tibetanen, één van China's 55 minderheden, wordt geschat op zes
miljoen. Iets minder dan de helft van de Tibetanen is woonachtig in de `Autonome
Regio Tibet' (hierna: Tibet), maar veel Tibetanen wonen ook in de ongeveer
twaalf kleinere autonome Tibetaanse gebieden die zijn gelegen in de Tibet
omringende provincies Sichuan, Qinghai, Gansu en Yunnan.
Veel Han-Chinezen zijn de afgelopen decennia naar Tibet gemigreerd, daartoe
aangemoedigd door overheidssubsidies. Meer dan de helft van de bevolking in
Lhasa is Han-Chinees. Volgens de Chinese overheid is slechts acht procent van de
bevolking in Tibet Han-Chinees, maar in dat percentage worden de grote aantallen
Han-Chinese militairen en hun families niet meegerekend.195
Politieke ontwikkelingen en veiligheidssituatie
Sinds 2002 zijn enige positieve ontwikkelingen zichtbaar in de relatie tussen de
Dalai Lama en de Chinese autoriteiten. In 2002 werden zeven Tibetaanse politieke
gevangenen vervroegd vrijgelaten door de Chinese autoriteiten. De broer van de
Dalai Lama, Gyalo Thondup, bracht in juli 2002 voor het eerst sinds 1952 weer
een bezoek aan Lhasa. Het bezoek in september 2002 en juni 2003 van gezanten
van de Dalai Lama aan Beijing en Lhasa wordt ook beschouwd als vooruitgang.
Voor het eerst in negen jaar vond officieel contact plaats tussen de Tibetaanse
regering in ballingschap en de Chinese leiders. Deze stap werd toegejuicht door
westerse regeringen en een aantal Tibetaanse NGO's. De contacten lijken
sindsdien echter stil te liggen.
Ook de reactie van de Chinese autoriteiten op het bezoek van de Dalai Lama aan
de Verenigde Staten, waar hij president Bush ontmoette, was anders dan voorheen.
China protesteerde wel, maar het bezoek had noch negatieve gevolgen voor de
huidige, kwetsbare relatie tussen China en de Dalai Lama, noch voor de relatie
tussen China en de Verenigde Staten.
De Chinese strategie lijkt ook te zijn gericht op imagoverbetering. Onderdeel van
de campagne is het vergemakkelijken van reizen naar Tibet voor toeristen,
buitenlandse journalisten en diplomaten. Voor de laatste doelgroepen wordt tijdens
strak geregisseerde bezoeken veel aandacht besteed aan de economische
ontwikkeling van Tibet.
195 Reuters, influx of Chinese changes face of Tibet, 26 augustus 2003; US Department of State, China Country
Report on Human Rights Practices 2002, 31 maart 2003; Congressional Executive Commission on China
Annual Report 2003, 2 oktober 2003.
62
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Naast bovenstaande positieve ontwikkelen blijft de mensenrechtensituatie
zorgelijk. De Tibetaanse boeddhistische monnik en religieus leider Tenzin Deleg
Rinpoche werd in 2002 gearresteerd en ter dood veroordeeld. Later werd bekend
dat de uitvoering van zijn doodstraf werd uitgesteld met twee jaar. De
tegelijkertijd met hem opgepakte Tibetaan Lobsang Dhondup werd echter direct
na de veroordeling in hoger beroep op 26 januari 2003 geëxecuteerd.196
In november 2003 werd een militaire oefening gehouden in Tibet. Het ging om
een anti-terrorisme oefening gericht tegen aan de Dalai Lama gelieerde
separatisten.197
Economische ontwikkelingen
De Chinese regering steekt veel geld in de economische ontwikkeling van Tibet.
De economische groei in Tibet was de afgelopen jaren hoger dan gemiddeld in de
rest van China, en de levensstandaard van de Tibetaan is gemiddeld hoger
geworden. De Chinese overheid voert enkele grootschalige projecten uit in Tibet
die zijn gericht op de ontwikkeling van de infrastructuur. Een groot deel van de
investeringen komt terecht bij het deel van de stadsbevolking, dat niet Tibetaans
is. De meeste arbeiders die gerekruteerd worden zijn Han-Chinees. Het merendeel
van de etnische Tibetanen leeft op het platteland en profiteert veel minder van het
Chinese ontwikkelingsprogramma. Ook op het terrein van de verdeling van banen
worden Tibetanen gediscrimineerd ten opzichte van de Han-populatie. Hoewel
meer dan zeventig procent van het totaal aan overheidsambtenaren uit etnisch
Tibetanen bestaat, is het percentage Han-Chinezen op invloedrijke posities relatief
hoger.198
Tibetaanse identiteit en cultuur
Tibetanen bekritiseren de Chinese autoriteiten wegens het aantasten van de
identiteit en cultuur van Tibet. Ontwikkeling van de regio gaat gepaard met
destructie van oude wijken en tempels, waarvoor moderne gebouwen in de plaats
komen. Het Chinees is steeds meer de gangbare taal op scholen. Recent is er iets
meer aandacht gekomen voor het behoud van het cultureel erfgoed in Tibet, mede
onder invloed van de toeristische belangstelling die vooral het oude Tibet betreft.
Geboortebeleid
Als etnische minderheid zijn er voor Tibetanen geen quota wat betreft het aantal
kinderen dat ze mogen krijgen. Deze quota bestaan wel voor Han-Chinezen in
Tibet. Veel gezinnen op het platteland in Tibet hebben drie kinderen.
196 Zie hierna voor meer informatie over Tenzin Deleg Rinpoche en Lobsang Dhondup.
197 Voice of America, China calls military exercises in Tibet an `anti-terrorist drill', 18 november 2003; Reuters,
Chinese troops stage anti-terror exercises in Tibet, 17 november 2003.
198 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2003.
63
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Vrijheid van godsdienst overtuiging
In principe is vrijwel iedere Tibetaan aanhanger van het Tibetaanse boeddhisme.
Deze godsdienst kan openlijk worden beleden. Artikel 36 van de Chinese
grondwet beschrijft vrijheid van normale religieuze activiteit. Vele traditionele
religieuze handelingen en uitingen van het geloof zijn toegestaan. De Chinese
autoriteiten handhaven strikte controles op alle religieuze activiteiten, en op de
gang van zaken in tempels en kloosters. Het komt voor dat religieuze activiteiten,
zoals festivals, door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede
of onafhankelijkheidsstreven. Hiertegen worden dan maatregelen genomen.
Geregeld worden activiteiten verboden. Ook worden kloosters gesloten en worden
monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd worden van politieke
gedragingen.199 Het is moeilijk om de grens aan te geven wat geoorloofd is en wat
niet.
In bepaalde perioden is meer openbare religieuze activiteit toegestaan dan in
andere. Sommige religieuze festivals zijn verboden, omdat ze gezien worden als
politieke activiteiten. Net als in 2001 en 2002 werden in 2003 religieuze
beperkingen voor leken iets minder streng gehandhaafd dan in de voorgaande
jaren.200 In 2003 is er voor Tibetanen weinig veranderd. Er worden nog steeds
beperkingen opgelegd aan religieuze activiteiten. Deze beperkingen verschillen
per regio. Er worden minder beperkingen opgelegd in de kleinere autonome
Tibetaanse gebieden die zijn gelegen in de Tibet omringende provincies Sichuan,
Qinghai, Gansu en Yunnan dan in Tibet zelf.201
Veel Tibetanen hebben thuis afbeeldingen van de Dalai Lama aan de muur
hangen. Soms komt men deze afbeeldingen ook tegen in kloosters en andere
openbare plaatsen. Volgens de Chinese autoriteiten is het toegestaan een foto van
de Dalai Lama te bezitten ter verering, maar niet om separatisme uit te dragen.202
In de praktijk blijkt het moeilijk onderscheid te maken tussen wat geoorloofd is en
wat niet. In de Tibetaanse autonome gebieden Lithang en Ganzi in Sichuan zijn
portretten van de Dalai Lama verboden.203
199 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003; US Department of State, International Religious
Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
200 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003; US Department of State, International Religious
Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
201 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003; US Department of State, International Religious
Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
202 DPA, China jails three Tibetan monks for 12 years, 5 februari 2004.
203 AFP, Exiled Tibetans protest Chinese ban om Dalai Lama portraits, 21 november 2003.
64
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Het aantal Tibetaanse monniken en nonnen is volgens de Chinese overheid meer
dan 46.000. 204 Deze cijfers zijn sinds 1996 niet meer aangepast, hoewel de
zogeheten `patriottische onderwijscampagne', die door de overheid in kloosters
werd gehouden van 1996 tot 2000, resulteerde in uitzettingen van vele monniken
en nonnen uit de kloosters. In deze campagne die verplichte politieke training
behelsde, werd de kloosterlingen gevraagd de Dalai Lama af te wijzen en Tibet te
accepteren als onderdeel van China. Velen werden `politiek ongeschikt' bevonden
en moesten hun kloosters verlaten. De patriottische onderwijscampagne wordt nog
steeds voortgezet, hoewel minder intensief. 205
Aanstelling van hoge religieuze leiders vindt plaats na toestemming van de
Chinese autoriteiten. De Chinese overheid houdt lijsten bij van monniken en
nonnen, en controleert hun aantal. Indirect heeft de overheid invloed op het
bestuur van ieder klooster via het Democratisch Management Comité (DMC).
Ieder klooster heeft een DMC dat voornamelijk uit monniken en nonnen bestaat,
maar waar ook altijd een vertegenwoordiger van het lokale overheidsbestuur in
zetelt. De samenstelling van het DMC moet worden goedgekeurd door het lokale
bestuur, evenals belangrijke besluiten. De vertegenwoordiger van het lokale
overheidsbestuur speelt daarbij een cruciale rol. Inschatting is dat ongeveer vijftig
procent van de Tibetaanse monniken en nonnen wordt betaald door de Chinese
autoriteiten en aan hun kant staat.
Tibetaanse monniken in de provincies Sichuan, Gansu en Qinghai hebben meer
vrijheid om hun religie te belijden.206 Maar ook daar vinden arrestaties en detenties
plaats en worden monniken en nonnen onderworpen aan `patriottische educatie'.
Religieuze leiders
De Dalai Lama is de hoogste boeddhistische leider van de Tibetanen. China erkent
de Dalai Lama als religieus instituut, maar beschouwt de huidige Dalai Lama als
een politiek activist die de onafhankelijkheid van Tibet voorstaat. Naar eigen visie
is de Dalai Lama op zoek naar een oplossing waarbij Tibet weliswaar Chinese
soevereiniteit accepteert, maar daar dan wel volledige autonomie en zelfbestuur
voor terugkrijgt. De huidige Dalai Lama bevindt zich sinds 1959 in ballingschap in
India.
De Panchen Lama is de tweede hoogste lama na de Dalai Lama. Na het overlijden
van de vorige Panchen Lama in 1989, wees de Dalai Lama Gendun Choekyi
Nyima aan als elfde Panchen Lama. In 1995 plaatsten de Chinese autoriteiten deze
toen zesjarige jongen onder huisarrest. Aan China getrouwe monniken wezen
vervolgens een eigen Panchen Lama aan, Gyaltsen Norbu. Er zijn daardoor twee
204 In de andere Tibetaanse autonome gebieden, waar een mindere strikte controle op het aantal monniken en
nonnen bestaat, leven meer dan 100.000 boeddhistische monniken en nonnen.
205 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
206 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
65
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
concurrerende Panchen Lama's. De `Chinese' Panchen Lama woont thans in
Beijing. Over het lot van de Tibetaanse Panchen Lama is niets bekend.207
De derde hoogste lama is de Karmapa Lama. De huidige Karmapa Lama is de
veertienjarige Urgyen Trinley Doje. Hij is de enige lama die zowel de goedkeuring
heeft van de Dalai Lama als van China. De Chinese regering werd evenwel op 5
januari 2001 in verlegenheid gebracht door de heimelijke vlucht van deze
zeventiende Karmapa Lama naar India.
Vrijheid van vereniging en vergadering
Voor zover bekend zijn er geen Tibetaanse politieke partijen actief binnen China.
Tibetaanse boeddhistische monniken en nonnen zijn soms als politiek activist
actief in China, in en rondom Tibet, waar veel etnische Tibetanen leven. Iedere
politieke activiteit wordt door de Chinese regering onderdrukt en vaak worden
pro-onafhankelijkheidsactivisten opgepakt.
Veel Tibetanen binnen en buiten Tibet bestrijden dat Tibet een provincie van
China is en zijn gekant tegen de zo groot mogelijke etnische assimilatie van het
gebied en zijn etnische bevolking door de Chinese autoriteiten. De Tibetaanse
regering-in-ballingschap staat onder gezag van de Dalai Lama. In 2001 werd
Samdhong Rinpoche door Tibetanen in ballingschap tot premier gekozen. De
Tibetaanse regering in ballingschap streeft naar autonomie binnen China en recht
op een Tibetaanse identiteit en cultuur.
Arrestaties en detenties
Door de repressie zijn protesten door Tibetanen sporadischer geworden. Volgens
Tibet Information Network bevonden zich in januari 2004 zeker 145 Tibetaanse
politieke gevangenen in detentie. Negen daarvan zijn vrouwen. Driekwart van
deze gevangenen zijn monniken en nonnen.208 Veel rechtszaken vinden achter
gesloten deuren plaats. Van de veroordeelde Tibetanen is weinig bekend over de
aanklachten, waar ze worden vastgehouden, de lengte van de veroordelingen, de
condities van hun opsluiting of hun gezondheidssituatie.209
Een invloedrijke Tibetaanse boeddhistische monnik en religieus leider, Tenzin
Deleg Rinpoche, werd in april 2002 opgepakt op basis van de aanklacht betrokken
geweest te zijn bij bomaanslagen in Chengdu, de hoofdstad van de provincie
Sichuan. Hij werd opgepakt met de veel jongere Tibetaan Lobsang Dhondup. Op 2
december 2002 werden Tenzin Deleg Rinpoche en Lobsang Dhondup ter dood
207 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.294), oktober 2003.
208 Tibet Information Network, Current trends in Tibetan Political imprisonment. Increase in Sichuan; decline in
Qinhai and Gansu, 6 februari 2003; AFP, 145 prisonniers politiques tibétains en Chine, 7 februari 2004.
209 Human Rights Watch, Tibetans lost in Chinese legal system. Activist released, but others still held, 15 juli
2003; Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns,
28 oktober 2003.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
veroordeeld wegens betrokkenheid bij genoemde bomexplosies. Tevens werden
zij beschuldigd van verboden wapenbezit en het aanzetten tot afsplitsing van
Tibet. De processen vonden plaats achter gesloten deuren. Volgens berichten van
mensenrechtenorganisaties zou Tenzin Deleg Rinpoche vanaf zijn
inhechtenisneming tot aan zijn proces in eenzame opsluiting hebben doorgebracht
en zijn gemarteld. Begin januari 2003 werd bekend dat beiden beroep aan konden
tekenen. De uitspraak van het beroep op 26 januari was echter dat de straffen niet
werden verlaagd. Lobsang Dhondup werd op dezelfde dag geëxecuteerd. De
doodstraf van Tenzin Deleg Rinpoche is met twee jaar uitgesteld, hetgeen in de
praktijk veelal leidt tot omzetting in levenslang.210
Tserang Dondrup, die een petitie ter verdediging van Tenzin Deleg Rinpoche
organiseerde, is veroordeeld tot vijf jaar cel. In juli 2003 werd hij vrijgelaten na
een jaar in detentie te hebben gezeten.211
Een Tibetaanse leraar, Nyima Tsering werd in juni 2003 veroordeeld tot vijf jaar
gevangenisstraf wegens het verspreiden van pamfletten waarmee hij het volk had
aangezet tot separatisme.212
In februari 2004 werd bekend dat drie Tibetaanse monniken van het Khangmar
klooster in Sichuan, Choedar Dargye, Gedun Thogphel en Jampa Choepel, tot
twaalf jaar cel zijn veroordeeld. Zij hadden onder andere een Tibetaanse vlag
geschilderd en waren in het bezit van afbeeldingen van de Dalai Lama. Twee
andere monniken wachten nog op hun vonnis.213
In februari 2004 werd de Tibetaanse non Phuntsog Nyidron, na bijna vijftien jaar
cel, vervroegd vrijgelaten. Zij was zover bekend de langstzittende vrouwelijke
politieke gevangene. Haar straf liep oorspronkelijk tot maart 2005.214
Mishandeling en foltering
De meeste gevangenen binnen Tibet die vast zitten wegens separatisme, worden
opgesloten in de Drapchi-gevangenis in Lhasa. Dit detentiecentrum heeft een
notoir slechte reputatie met betrekking tot de behandeling van gevangenen. Ook
210 Voor meer informatie over Tenzin Deleg Rinpoche zie: Human Rights Watch, Trials of a Tibetan Monk: The
case of Tenzin Deleg, 9 februari 2004 en Amnesty International, Miscarriage of Justice? The trial of Tenzin
Deleg Rinpoche and related arrests (ASA 017/029/2003), 1 oktober 2003.
211 Human Rights Watch, Tibetans lost in Chinese legal system. Activist released, but others still held, 15 juli
2003; Human Rights Watch, Tibetan prisoners' health in jeopardy, 14 mei 2003.
212 Tibetan Centre for Human Rights and Democracy, Teachet sentenced to five years' imprisonment, Human
Right Update, December 2003.
213 DPA, China jails three Tibetan monks for 12 years, 5 februari 2004; Reuters, China jails monks for
possessing Dalai Lama pictures, 5 februari 2004.
214 AP, Activist: China releases last of Tibetan `singing nuns', 26 februari 2004; Reuters, China frees longest
serving female political prisoner, 26 februari 2004.
67
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
recentelijk vrijgelaten gevangenen rapporteerden over de slechte condities en
mishandeling na overtreding van gevangenisregels.215 Ook in andere
gevangenissen zou foltering een veel voorkomende praktijk zijn.216 Soms
overlijden Tibetaanse gevangenen in detentie.
Nyima Drapka, Een Tibetaanse monnik, overleed in de gevangenis nadat hij
veelvuldig was geslagen omdat hij zijn separatistische ideeën niet opgaf. In 2002
was hij veroordeeld tot negen jaar cel.217
Terugkeer
Er is een groeiend aantal Tibetanen dat vaker voor zakelijke of academische
doeleinden naar het buitenland reist, en vrijelijk in en uit kan reizen. Echter,
Tibetanen die het land hebben verlaten zonder de juiste procedures te volgen
(bijvoorbeeld zonder paspoort of met een vals paspoort) zullen worden
ondervraagd wanneer zij terugkeren naar China. Dit geldt ook voor Tibetanen
waarvan de autoriteiten vermoeden dat zij politiek asiel hebben aangevraagd in het
buitenland of die langere tijd in het buitenland hebben verbleven. Opgepakte
Tibetanen lopen het risico te worden mishandeld of gefolterd in detentie.
Mishandeling van Tibetanen die ongedocumenteerd de grens met Nepal proberen
over te steken komt aan beide zijden van de grens regelmatig voor.218
3.5.2 Xinjiang
Achtergrond
In Xinjiang (voluit: Xinjiang Uighur Autonomous Region, XUAR) vormen de
Oeigoeren met 8,6 miljoen inwoners de meerderheid van de bevolking. Tevens
wonen in Xinjiang 1,2 miljoen Kazakken en een miljoen mensen uit andere
etnische groepen (o.a. Oezbeken, Kyrgyzen, Tadzjieken en Mongolen).
Oeigoeren zijn etnisch verwant aan Turkse volkeren. Zij wonen al eeuwen in
Xinjiang en grensgebieden, onder diverse heerschappijen. Na het eind van de
laatste keizerdynastie van de Qing riepen Oeigoeren in Xinjiang in 1933 en in
1944 de onafhankelijke staat Oost-Turkestan uit. Hieraan ging een periode van
grote etnische onrust vooraf. In 1949 toen de communisten in China aan de macht
215 Amnesty International, Call for Accountability for Tibetan Deaths in Custody in Drapchi Prison, februari
2002; Tibet Information Network, Current trends in Tibetan Political imprisonment. Increase in Sichuan;
decline in Qinhai and Gansu, 6 februari 2003.
216 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2002, 31 maart 2003.
217 AFP, A Tibetan monk jailed by Chinese authorities died in hospital after reportedly being beaten for his
separatists beliefs, sources said, 4 oktober 2003.
218 Zie verder paragraaf 4.2 opvang in de regio.
68
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
kwamen, nodigden de Oeigoeren hen uit in Xinjiang en werd het gebied een
autonome regio. Sindsdien spreekt de Chinese overheid van de `vreedzame
bevrijding' van Xinjiang. Etnische onrust hield echter aan en leidde tot grote
migratie van Oeigoeren en Kazakken naar de omliggende Centraal-Aziatische
landen. Toen de grenzen begin jaren '60 door China werden gesloten bevonden
zich ongeveer 300.000 Oeigoeren in de omringende landen.
Vanuit cultureel en linguïstisch oogpunt hebben Oeigoeren een sterkere band met
volkeren uit Centraal-Aziatische landen dan met de Han-Chinezen. De Oeigoerse
taal is gelieerd aan het Mongools. De islam werd pas de overheersende Oeigoerse
godsdienst vanaf de tiende eeuw, ervoor waren Oeigoeren voornamelijk
boeddhisten. De identiteit van de Oeigoeren is dan ook niet met name gebaseerd
op de islam, maar komt voort uit etniciteit en geschiedenis van het Oeigoerse volk.
Er is een grote instroom van Han-Chinezen in de provincie. De Oeigoeren vrezen
op den duur een etnische minderheid te worden in hun eigen regio. Het aantal
Han-Chinezen (in 1949 slechts 6,3%) is nu 41% (7,5 miljoen). Grote aantallen
legereenheden en Han-arbeiders die tijdelijk in Xinjiang gestationeerd zijn, zijn
daarbij niet meegeteld. Grote infrastructurele projecten worden vaak uitgevoerd
door Han-Chinese bedrijven, die eerder Han-Chinezen in dienst nemen. Oeigoeren
voelen zich hierdoor achtergesteld. Oeigoeren die zich buiten Xinjiang vestigen
hebben veel moeite om werk te vinden.
China voert in Xinjiang een beleid dat erop gericht is de Oeigoeren te laten
assimileren. Al heel vroeg is het traditionele Arabische schrift afgeschaft en
krijgen Oeigoeren op de lagere school Chinese les. Aan Oeigoerse namen van
steden in Xinjiang zijn de Chinese namen toegevoegd.
Onderwijs
Het onderwijssysteem in Xinjiang voorziet in onderwijs in de Chinese taal voor
Han-leerlingen. Oeigoerse leerlingen krijgen tot hun vierde leerjaar les in het
Oeigoers. Daarna wordt geleidelijk overgegaan op het Chinees als voornaamste
instructietaal. Wanneer men afstudeert aan een Oeigoerse school heeft men vaak
onvoldoende beheersing van de Chinese taal.219 Op universiteiten wordt
onderwezen in het Oeigoers, maar in een beperkt aantal vakken. Veel traditionele
boeken in het Oeigoers zijn vernietigd. Zo werden in juni 2002 duizenden boeken
in het Oeigoers en over de geschiedenis en traditionele ambachten van de
Oeigoeren publiekelijk verbrand in Kashgar.
Onafhankelijkheidsstreven
219 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
69
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Veel Oeigoeren streven naar een vrij Oost-Turkestan, zonder Chinese
overheersing. De separatistische aspiraties zijn eerder gebaseerd op etnisch-
nationalistische gronden dan op de islam. Met name na de vorming van de
onafhankelijke Centraal-Aziatische staten na het uiteen vallen van de Sovjetunie
begin jaren '90 werd de drang naar onafhankelijkheid groter. Diverse organisaties
in het buitenland pleitten actief voor meer autonomie. Gevolg was een repressiever
beleid van de Chinese regering. Daarop werden zowel binnen als buiten China
incidenteel aanslagen gepleegd. Een kleine minderheid van de Oeigoeren grijpt
naar geweld.
Oeigoeren voelen zich achtergesteld in vergelijking met de Han-Chinezen in
Xinjiang. Veel van de protesten van Oeigoerse organisaties zijn gericht op de
bevoordeling van de Han-bevolking in Xinjiang.
Politieke ontwikkelingen en veiligheidssituatie
De veiligheidssituatie in Xinjiang krijgt veel aandacht van de Chinese autoriteiten.
China voert in Xinjiang een actief beleid tegen terrorisme, separatisme en religieus
extremisme, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame
uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds. De Chinese overheid
treedt hierbij hard op.220
De aanwezigheid van eenheden van de People's Liberation Army (PLA) en de
People's Armed Police (PAP) in de regio is de laatste jaren versterkt. Zo zijn begin
2002, 40.000 soldaten van het volksbevrijdingsleger naar Xinjiang gestuurd. Na 11
september 2001 is het aantal arrestaties sterk toegenomen, waarbij naar schatting
duizenden mensen zijn opgepakt en verscherpte controles hebben plaatsvonden bij
moskeeën en universiteiten.
De positie van Oeigoeren in China vormt een belangrijk onderwerp in de bilaterale
betrekkingen van China en zijn noordwestelijke buurlanden. Onderling wordt
informatie uitgewisseld en van terrorisme verdachte personen (kunnen) worden
uitgeleverd. De leden van de SCO hebben toegezegd geen steun te geven aan
Oeigoerse separatistische bewegingen.221 In augustus 2003 werd een gezamenlijke
militaire oefening van de SCO-landen in Xinjiang gehouden.
In 2002 publiceerde het persbureau van de Staatsraad een lang artikel waarin
wordt beschreven waaraan de Oost-Turkestan groepen zich schuldig maken.
Volgens de Chinese autoriteiten hebben Oeigoeren, vertegenwoordigd door onder
andere de East Turkestan Islamic Movement, East Turkestan Islamic Party, East
Turkestan Liberation Organisation, The Shock Brigade of the Islamic Reformist
Party en de East Turkestan Opposition Party zich schuldig gemaakt aan
220 Zie ook de algemeen ambtsberichten China van de afgelopen jaren.
221 Zie over de SCO paragraaf 2.2.
70
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
verscheidene terroristische activiteiten in dichtbevolkte gebieden. Tussen 1990 en
2001 zouden volgens dit artikel 200 terroristische acties zijn gepleegd waarbij 162
mensen zijn omgekomen en meer dan 440 personen gewond zijn geraakt. De
belangrijkste terreurdaden waren explosies, moorden, aanvallen op
overheidsinstanties, vergiftiging en brandstichting, het opzetten van geheime
trainingskampen en het inzamelen van fondsen voor de aankoop en productie van
wapens en munitie en het organiseren van ordeverstoring, opstanden en het
creëren van een atmosfeer van terreur.
In augustus 2002 werd de East Turkestan Islamic Movement (ETIM) aan de VS-
lijst van internationale terroristische organisaties toegevoegd. Vanaf september
2002 staat ETIM tevens op de VN-lijst van terroristische organisaties.
Het persbureau van de Staatsraad publiceerde in 2003 in persberichten en in een
staatsraadrapport opnieuw een overzicht van organisaties en terroristische
aanslagen die door Oeigoeren in China zouden zijn gepleegd. Hierin werd
aangegeven dat de Oost-Turkestan beweging uit meer dan veertig organisaties zou
bestaan, die zich in verschillende mate, zowel openlijk als in het geheim, inlaten
met terroristisch geweld. Van deze organisaties zouden er acht openlijk geweld
bepleiten in hun politieke platforms. Deze organisaties zijn Eastern Turkistan
Islamic Resistance Movement in Turkije, Eastern Turkistan Liberation
Organization, Eastern Turkistan International Committee, United Committee of
Uygur Organizations in Centraal-Azië, Central Asian Uygur Hezbollah in
Kazachstan, Turkistan Party in Pakistan, Eastern Turkistan Islamic Movement in
Afghanistan en Eastern Turkistan Youth League in Zwitserland.
Daarbij werd ook een lijst van zeven aanslagen en explosies in Xinjiang genoemd
die door de Chinese autoriteiten zijn geregistreerd, met de ervoor
verantwoordelijke organisaties. Een soortgelijke lijst werd gepubliceerd met
aanslagen in de regio.
Op 15 december 2003 publiceerde het Chinese Ministerie voor Openbare
Veiligheid een lijst van 11 gezochte Oeigoeren met het verzoek ze uit te leveren
aan China. De gezochte Oeigoeren zouden verantwoordelijk zijn voor aanslagen
en liquidaties en zij zouden zich in Zuid- en Centraal-Azië en in Duitsland
bevinden. Ook werd de internationale gemeenschap opgeroepen om vier
organisaties, die zich volgens China schuldig maken aan terrorisme en religieus
extremisme, te verbieden en hun banktegoeden te bevriezen. Naast ETIM werden
de volgende organisaties genoemd: Eastern Turkistan Liberation Organization
(gevestigd in Istanboel), World Uyghur Youth Congress en East Turkistan
Information Center (beide gevestigd in Duitsland).
Economische ontwikkelingen
71
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Om het westen van China te ontwikkelen investeert de overheid in Xinjiang. China
gaat door met het economisch ontwikkelen van deze regio, onder meer door de
aanleg van een spoorweg die de regionale hoofdstad Urumqi verbindt met de
westelijk gelegen plaats Kashgar. Sinds een aantal jaren bestaat een autoweg door
de voorheen ontoegankelijke Taklamakan-woestijn. Met de verbeterende
transportinfrastructuur vestigen zich groeiende aantallen Han-Chinezen in de
opengelegde gebieden. Meer dan 90% van de Oeigoeren in Xinjiang leeft onder de
armoedegrens.
Vrijheid van godsdienst en overtuiging
De Oeigoerse bevolking is moslim. De uitoefening van hun religie en culturele
gebruiken worden door de Chinese overheid slechts binnen nauwe kaders
getolereerd. Het is moeilijk om de grens aan te geven tussen wat geoorloofd is en
wat niet. De Chinese autoriteiten maken geen duidelijk onderscheid in de
bestrijding van separatisme, terrorisme en religieus extremisme. Religieuze en
volksgebruiken worden door de overheid extra gemonitord en geregeld verboden.
Oeigoeren die zich te religieus gedragen lopen kans te worden opgepakt en lang
vastgehouden of veroordeeld.
De bouw en renovatie van moskeeën is aan banden gelegd. In sommige gebieden
mogen jongeren onder de 18 jaar geen religieus onderwijs ontvangen en vaak ook
geen moskeeën bezoeken. Partijleden, ambtenaren, leraren en professoren mogen
hun geloof niet in het openbaar belijden. Ambtenaren van Oeigoerse afkomst
moeten vooraf schriftelijk toestemming verkrijgen als zij religieuze feesten of
bijeenkomsten bij willen wonen. Imams in Xinjiang worden onderworpen aan
patriottisch onderwijs en hun preken worden gecontroleerd. Alleen religieuze
publicaties van het Bureau voor Religieuze Zaken zijn nog toegestaan. Illegale
religieuze publicaties worden geconfisceerd.222
Arrestaties en detenties
In Xinjiang worden campagnes gevoerd tegen separatisme, terrorisme en religieus
extremisme. Oeigoeren worden onder meer veroordeeld voor illegale religieuze
activiteiten en het in gevaar brengen van de staatsveiligheid. Er wordt
onvoldoende onderscheid gemaakt tussen vreedzame en gewelddadige uitingen
van verzet.
Tijdens de in 1997 gestarte strike hard campagne zijn duizenden Oeigoeren in
Xinjiang gearresteerd, gedetineerd en in sommige gevallen geëxecuteerd.
Van 1 oktober 2003 tot en met Chinees nieuwjaar eind januari 2004 liep in
Xinjiang een campagne om criminaliteit tegen te gaan. De campagne was bedoeld
om gewelddadige misdaad, terrorisme en misdaad met gebruikmaking van
222 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003; BBC
News, China's high-stakes war on terror, 3 november 2003; Human Rights Watch, Briefing to the 60th
session of the UN Commission on Human Rights, januari 2004.
72
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
explosieven en wapens te bestrijden.223 Volgens Amnesty International zitten
duizenden Oeigoeren vast in Xinjiang.224
Mishandeling, foltering en de doodstraf
Geregeld maken kranten en mensenrechtenorganisaties executies bekend van
Oeigoerse, islamitische leiders. Sinds halverwege de negentiger jaren zijn enkele
honderden Oeigoeren geëxecuteerd. Ook foltering komt volgens getuigenissen van
diverse Oeigoerse vluchtelingen veelvuldig voor.
Eind oktober 2003 werd melding gemaakt van de executie, na een veroordeling
door het gerechtshof van Xinjiang, van een door Nepal teruggestuurde Oeigoerse
activist, Ujimamadi Abbas (ook bekend als Shirali). Hem was in Nepal reeds door
UNHCR de vluchtelingenstatus toegekend.225
Terugkeer
Niet alle Oeigoeren worden ondervraagd wanneer zij na verblijf in het buitenland
terugkeren naar China. Er is een groeiend aantal Oeigoeren dat vaker voor
zakelijke of academische doeleinden naar het buitenland reist, en vrijelijk in en uit
kan reizen. Echter, Oeigoeren die het land hebben verlaten zonder de juiste
procedures te volgen (bijvoorbeeld zonder paspoort of met een vals paspoort)
zullen worden ondervraagd wanneer zij terugkeren naar China. Dit geldt ook voor
Oeigoeren waarvan de autoriteiten vermoeden dat zij politiek asiel hebben
aangevraagd in het buitenland of die langere tijd in het buitenland hebben
verbleven. Opgepakte Oeigoeren lopen het risico te worden mishandeld of
gefolterd in detentie. Familie van naar het buitenland gevluchte Oeigoeren, of
Oeigoeren die om andere redenen in het buitenland verblijven staan onder controle
en worden soms onder druk gezet.
China legt geregeld verzoeken bij de omringende landen neer om Oeigoeren die
zich op hun grondgebied bevinden terug te sturen.226 Hoewel onder de Centraal-
Aziatische bevolking sympathie voor de Oeigoerse zaak bestaat, hebben de
Centraal-Aziatische landen, waaronder ook Nepal, Pakistan en Afghanistan, grote
belangen bij goede betrekkingen, rust in de grensregio en open grenzen met China,
met name gezien de handelsrelaties. Om die reden werken deze landen mee aan
het uitleveren van Oeigoeren aan China. Tientallen Oeigoeren zouden inmiddels
223 Reuters, China set to crack down on Muslim northwest, 24 september 2003; Amnesty International,
Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003.
224 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28
oktober 2003.
225 BBC News, China separatist `executed', 24 oktober 2003; US Committee for Refugees, USCR condemns
China's execution of Uygur refugee whom Nepal had forcibly returned, 27 oktober 2003.
226 AP, China accuses 11 people, four groups of Islamic separatism, 15 december 2003; Reuters, China issues
wanted list of muslim separatist, 15 december 2003.
73
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
zijn uitgezet. Hieronder bevinden zich ook personen die door UNHCR erkend
waren als vluchteling. Kazachstan en China hebben hiertoe een verdrag getekend.
De Chinese veiligheidsdiensten zijn in deze landen actief betrokken bij de
opsporing en repatriëring van Oeigoerse vluchtelingen en activisten.
Internationale mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International en Human
Rights in China roepen op om geen Oeigoeren naar China terug te sturen die
verdacht worden van betrokkenheid bij pro-onafhankelijksgroepen of andere
activiteiten die door de Chinese autoriteiten worden beschouwd als terrorisme,
religieus extremisme en separatisme. Deze organisaties zijn bang dat
teruggestuurde Oeigoeren terug in China mishandeling, foltering, en wellicht
executie te wachten staat.227
3.5.3 Binnen-Mongolië
Achtergrond
In de zeventiende eeuw ontstond het onderscheid tussen Binnen- en Buiten-
Mongolië, respectievelijk de gebieden ten zuiden en ten noorden van de Gobi
woestijn. Het zuiden (De huidige Chinese Autonome Regio Binnen-Mongolië)
kwam onder vrijwel direct Chinees gezag. Het noorden (de huidige staat
Mongolië) behield een grote mate van politieke en culturele zelfstandigheid.
Buiten-Mongolië verklaarde zich onafhankelijk bij de val van de Mantjoe-dynastie
in 1911. De voornaamste godsdienst in Binnen-Mongolië is het boeddhisme. Het
Mongools behoort tot de Oeral-Altaïsche talen.
In navolging van de acties op het Tiananmenplein in Beijing en in andere steden in
China in mei en juni 1989, vonden ook in Hohhot, de hoofdstad van Binnen-
Mongolië, studentendemonstraties plaats voor democratie. In de jaren negentig is
het nog een aantal malen voorgekomen dat de Chinese autoriteiten in actie
kwamen tegen activisme vanuit Binnen-Mongolië. Zo traden zij in mei 1991 op
tegen twee kleine Binnen-Mongoolse organisaties die de bevordering nastreefden
van de traditionele Mongoolse cultuur en identiteit. Ook vonden tussen november
1991 en februari 1992 in een aantal steden in Binnen-Mongolië grootschalige
demonstraties plaats voor onafhankelijkheid. Ontevredenheid over de steeds maar
voortgaande toevloed van Han-Chinezen228 en het daardoor verloren gaan van de
eigen identiteit leidde in 1995 tot een aantal geweldloze demonstraties in Hohhot.
227 Human rights Watch, US: don't send detainees back to China, 26 november 2003; AFP, Amnesty urges US
not to return Uigur prisoners to China, 4 december 2003 Amnesty International, Continuing abuses under a
new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003.
228 De Mongoolse populatie in Binnen-Mongolie is nog maar 14% door migratie van Han-Chinezen naar het
gebied. In 1940 maakten de Mongolen nog 86% uit van de bevolking in Binnen-Mongolië.
74
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Veiligheidssituatie
In de verslagperiode hebben zich voor zover bekend geen veranderingen
voorgedaan in de veiligheidssituatie in Binnen-Mongolië.
Activiteiten van Binnen-Mongolen die door de Chinese autoriteiten worden
beschouwd als separatisme, zoals het bevorderen van de eigen cultuur en etnische
identiteit, het bekritiseren van het regeringsbeleid en het aan de kaak stellen van de
mensenrechtensituatie, worden niet geduld en kunnen leiden tot het opgelegd
krijgen van een meerjarige gevangenisstraf. Protestbewegingen die openlijk
streven naar een onafhankelijk Binnen-Mongolië zijn sinds 1995 niet of
nauwelijks meer actief in Mongolië.229 Zowel de Binnen-Mongoolse Volkspartij
(IMVP) als de Zuid-Mongoolse Democratische Alliantie (ZMDA) zijn verboden
in China. Indien een dergelijke beweging in China actief naar buiten zou treden,
kan verwacht worden dat de Chinese autoriteiten onmiddellijk daartegen optreden.
In september 2003 werd in Binnen-Mongolië een landelijke politieoefening
gehouden gericht tegen terroristische aanvallen.230
Economische situatie
De economische situatie is moeilijk in Binnen-Mongolië. Door de strenge winters
en extreme droogte van de afgelopen jaren is veel vee omgekomen, en is er grote
armoede ontstaan onder de nomadenbevolking. Ook heeft Binnen-Mongolië te
kampen met overbegrazing. De afgelopen jaren heeft China meer dan 30.000
veehoeders in Binnen-Mongolië overgebracht naar gebieden met een betere
ecologische conditie. De komende zes jaar zijn de Chinese autoriteiten van plan
nog eens 650.000 veehoeders ergens anders te vestigen.231 Han-Chinezen worden
aangemoedigd om zich in Binnen-Mongolië te verstevigen.
Discriminatie
Er is geen sprake van discriminatie van de etnisch Mongoolse minderheid in
Binnen-Mongolië. De meeste Binnen-Mongolen zijn, mede onder invloed van het
onderwijs, `verchineest'. Voor een etnisch Mongoolse Binnen-Mongool die uit het
buitenland terugkeert, lijken er geen redenen te zijn te vrezen voor discriminatie of
vervolging wegens zijn etnische achtergrond.
229 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.231), oktober 2003.
230 Reuters, Hundreds of Chinese police stage anti-terror drill, 24 september 2003.
231 Xinhua, 7 december 2002; Trouw, Oprukkende woestijn, 2 januari 2004.
75
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
3.5.4 Hongkong
Staatsinrichting
Op 1 juli 1997 vond de soevereiniteitsoverdracht van Hongkong plaats, van het
Verenigd Koninkrijk aan China. De burgerlijke en politieke rechten en vrijheden
in Hongkong en China verschillen even wezenlijk van elkaar, zowel institutioneel
als in de praktijk (one country, two systems), als voor de soevereiniteitsoverdracht.
De burgerlijke en politieke rechten en vrijheden in Hongkong zijn gegarandeerd in
de per 1 juli 1997 in werking getreden Basic Law, de Hongkongse grondwet en de
schakel tussen het Hongkongse Common Law rechtssysteem en het rechtssysteem
van China. Deze Basic Law garandeert Hongkong een hoge mate van autonomie.
Alleen de integriteit van het grondgebied (defensie) en de buitenlandse politiek
gereserveerd voor staten, vallen onder de centrale autoriteiten in Beijing.
Daarnaast benoemt Beijing de Hongkongse regeringsleider en op diens voordracht
ook de Hongkongse ministers. De Hongkongse autonomie vindt onder andere zijn
weerslag in zijn eigen rechtssysteem, paspoort, toelatingsbeleid, munteenheid en
deviezenreserves. Daarnaast is Hongkong een zelfstandige, aparte, douane-
eenheid, zelfstandig lid van de WTO, APEC en andere internationale organisaties
en zelfstandig partij bij vele multilaterale en bilaterale verdragen en
overeenkomsten.
In overeenstemming met de bepalingen (en de geest) van de Sino-British Joint
Declaration van 1984 heeft Hongkong na de soevereiniteitsoverdracht van 1 juli
1997, zijn eigen rechtssysteem behouden. Hongkong was en is een rechtsstaat. De
rechterlijke macht is politiek onafhankelijk. Hongkong heeft ook een eigen
politiek systeem. In Hongkong bestaan verschillende politieke partijen die vrijelijk
hun mening kunnen verkondigen, zowel binnen als buiten het Hongkongse
parlement. Hongkong is echter geen democratie. Het Hongkongse parlement, de
Legislative Council (LEGCO), telt zestig leden. Daarvan zijn er vierentwintig
direct gekozen door de voltallige kiesgerechtigde bevolking, dertig door en vanuit
sectorale kiesgroepen en zes door een achthonderd leden tellende
verkiezingscommissie. Aan de benoeming door Beijing van de Hongkongse
regeringsleider, de Chief Executive, gaan lokale verkiezingen vooraf. Echter,
slechts de achthonderd leden van de hiervoor genoemde verkiezingscommissie
zijn daartoe kiesgerechtigd.
Volgens de Hongkongse grondwet, de Basic Law, kunnen na 2007, in casu tien
jaar na de soevereiniteitsoverdracht, zowel de huidige selectiemethode van de
Chief Executive als de verkiezingsmethodiek van de LEGCO worden gewijzigd
indien de noodzaak daartoe bestaat. In april 2004 verklaarde de Chinese regering
dat de toestemming van de centrale regering in Beijing nodig is om electorale
hervormingen door te voeren.
76
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
De bevoegdheden van de wetgevende macht zijn geringer dan die in Nederland
(executive led government).
Verdragen en protocollen
Hongkong is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en
Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en
Culturele Rechten. Hongkong is geen partij bij het Vluchtelingenverdrag. Wel is
Hongkong partij bij het Verdrag tegen Foltering.
Mensenrechten algemeen
De mensenrechtensituatie in Hongkong heeft na de soevereiniteitsoverdracht aan
China per 1 juli 1997 geen wezenlijke wijzigingen ondergaan. Dit is in
overeenstemming met de bepalingen (en de geest) van de Sino-British Joint
Declaration van 1984 en van de Basic Law.
Hervormingen Basic Law
Artikel 23 van de Basic Law, een voorstel voor de introductie van wetgeving ter
bescherming van de nationale one country veiligheid, hield in 2003 de
gemoederen bezig. De nieuwe wetgeving zou landverraad, opruiing en andere
staatsondermijnende activiteiten moeten tegengaan en bijvoorbeeld de overheid in
staat stellen organisaties omwille van de nationale veiligheid te verbieden.
Mensenrechtenorganisaties, politieke activisten en vele burgers in Hongkong
maakten zich zorgen dat hun vrijheid en democratische rechten beperkt zouden
worden.
Op 1 juli 2003 demonstreerden rond een half miljoen mensen tegen de plannen
voor de nieuwe veiligheidswetgeving. De Liberal Party trok zijn steun in. Daarop
diende de veiligheidschef haar ontslag in. Later in het jaar werd het omstreden
wetsvoorstel ingetrokken, nadat eerder de parlementaire behandeling daarvan voor
onbepaalde tijd was opgeschort.232
Discussie is gaande over het tijdpad van constitutionele hervormingen. De
Hongkongse grondwet, de Basic Law, staat in beginsel toe dat het openbaar
bestuur tien jaar na de soevereiniteitsoverdracht, dat wil zeggen vanaf 2007, een
groter democratisch gehalte krijgt. Volgens juridische deskundigen van het
Chinese vasteland, onder wie een man die destijds de Basis Law mede heeft
opgesteld, is nooit beoogd om al in 2007 democratische verkiezingen toe te staan.
Veeleer zou bij de opstelling gedacht zijn aan de latere jaren in de periode van
232 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.390/6.392), oktober 2003; Foreign
and Commonwealth Office, Human Rights Annual Report 2003; Human Rights Watch, Overview of human
rights issues in China, 1 januari 2004; Human Rights Watch, Hong Kong should reject subversion bill.
Chinese legal standards will undermine fragile freedoms, 20 mei 2003; AFP/RTR, Hongkong trekt omstreden
veiligheidswet in, 5 september 2003; AFP/RTR, Hoofd Hongkongse veiligheidsdienst treedt af, 16 juli 2003.
---
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
vijftig jaar waarin Hongkong het eigen kapitalistische systeem mag behouden en
een hoge mate van autonomie mag genieten.
Op 1 januari 2004 demonstreerden rond de honderdduizend personen voor meer
democratie in Hongkong. 233
Vrijheid van meningsuiting
In het politieke debat bestaat zowel binnen als buiten LEGCO volledige vrijheid
van meningsuiting. Er worden, soms stevige, debatten gevoerd met de Chief
Executive en/of zijn ministers en tussen de partijen onderling. De debatten zijn
openbaar. Ook burgers kunnen hun mening vrij uiten.
Sommigen menen dat de media in Hongkong minder kritisch zijn ten aanzien van
China dan voorheen. Veel media zijn in handen van mediatycoons met zakelijke
belangen op het vasteland in China. Deze tycoons willen de Chinese overheid niet
tegen de schenen trappen, zo is de indruk. Demonstreren is mogelijk en er vinden
regelmatig demonstraties plaats.
Vrijheid van vereniging en vergadering
In Hongkong bestaat geen verbod op politieke partijen en groeperingen. Er bestaan
daarom alleen legale politieke partijen. In de huidige, 60 leden tellende,
Legislative Council zijn 8 politieke partijen vertegenwoordigd. De grootste zijn:
· Democrats (bestempelt huidige structuur openbaar bestuur als ondemocratisch
en is in oppositie tegen de Chief Executive c.s.)
· Democratic Alliance for the Betterment of Hongkong (geldt algemeen als pro-
Beijing)
· Liberal Party (geldt als pro-grootkapitaal234)
Er zijn in Hongkong op allerlei terreinen NGO's actief. Veel
mensenrechtenorganisaties die de situatie op het Chinese vasteland volgen zijn in
Hongkong gevestigd.
Vrijheid van godsdienst en overtuiging
In Hongkong bestaat vrijheid van godsdienst die ook in de praktijk wordt
gerespecteerd.235 Er bestaan geen semi-legale of verboden spirituele bewegingen.
De op het Chinese vasteland verboden, als evil cult aangemerkte Falun Gong, is in
Hongkong een legaal geregistreerde organisatie die de naam Falun Dafa draagt.
233 Reuters, Tens of thousands in HK streets demand democracy, 1 januari 2004; South China Morning Post,
Jurists leave no doubt: 2007 is out, 20 januari 2004; Reuters, HK democrats want answer from Beijing on
reforms, 19 januari 2004; Far Eastern Economic Review, Hong Kong: Democracy: the heat is on, 24 juli
2003.
234 In het algemeen betekent dit ook "niet ingaand tegen de wensen/opinies van de centrale autoriteiten in
Beijing", gezien de grote zakelijke belangen van dat grootkapitaal in het Chinese vasteland.
235 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003.
78
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Falun Gong-aanhangers kunnen vrijuit handelen en demonstreren. Vervolging doet
zich niet voor. De bewegingsvrijheid van buitenlandse Falun Gong-aanhangers om
in Hongkong tegen decentrale regering te ageren werd echter ingeperkt na het in
januari 2001 in Hongkong gehouden internationale Falun Gong-congres en de
zelfverbrandingen op het Tiananmenplein in Beijing in diezelfde maand.
Sindsdien wordt buitenlandse Falun Gong-aanhangers regelmatig de toegang tot
Hongkong ontzegd. De heersende opinie onder waarnemers is dat zowel de
centrale autoriteiten als de regionale autoriteiten in Hongkong niet dulden dat
Hongkong wordt gebruikt als internationale basis voor acties en propaganda tegen
het regime in Beijing. In 2002 werden voor het eerst Falun Gong-aanhangers
veroordeeld in Hongkong.236
In februari 2003 werd 80 Taiwanese Falun Gong-aanhangers toegang tot
Hongkong geweigerd. Zij wilden een conferentie bijwonen. 380 andere
Taiwanezen uit dezelfde groep werden wel toegelaten.237
Een Canadese Falun Gong-aanhanger werd in februari 2004 de toegang tot
Hongkong ontzegd. Hij wilde naar Hongkong komen om zijn boek over de Falun
Gong te promoten.238
Bewegingsvrijheid
Hongkong heeft een eigen toelatingsbeleid en een eigen paspoort, dat houders
daarvan tot de meeste landen in de wereld, waaronder de EU-lidstaten, toegang
verschaft.239 Houders van Chinese paspoorten hebben een visum voor toelating tot
Hongkong nodig. Er is een streng bewaakte fysieke grens tussen Hongkong en het
Chinese vasteland, met immigratie- en douanevereisten. Sinds juni 2003 kunnen
Chinezen woonachtig in Beijing, Shanghai en een achttal steden in de provincie
Guangdong nu ook op individuele basis Hongkong en Macau bezoeken, en niet
alleen meer in groepsverband.
Illegale migratie
Veel Chinezen afkomstig van het vasteland trachten naar Hongkong te emigreren.
Velen hebben er familie of trachten er werk te vinden. De autoriteiten van
Hongkong hebben een streng toelatingsbeleid. Met grote regelmaat worden
illegale grensoverschrijders opgepakt en direct teruggestuurd naar het vasteland.
236 De zestien Falun Gong-aanhangers werden veroordeeld wegens het versperren van een overheidsgebouw bij
een demonstratie in maart 2002.
237 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003.
238 Reuters, Hong Kong bars Canadian Falun Gong members-friends, 19 februari 2004.
239 Een houder van een Hongkong S.A.R. paspoort (het eigen paspoort van Hongkong) heeft geen visum nodig
voor de EU, zolang het voorgenomen verblijf de drie maanden niet overschrijdt.
79
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
4 MIGRATIE
4.1 Migratiestromen en motieven240
4.1.1 Migratie uit China
Bestaande traditie
In drie zuidelijke provincies in China, de provincies Fujian, Zhejiang en
Guangdong bestaat al eeuwen een migratietraditie. Generaties familieleden
bevinden zich in het buitenland, en van jongeren die afkomstig zijn uit de
migratiegebieden (bepaalde regio's in de genoemde provincies) wordt vaak
verwacht dat ze naar het buitenland zullen gaan. Jongeren zijn doorgaans flexibel
en maken een grotere kans om het te redden in het buitenland. Ouders sturen hun
kinderen weg met als doel geld te verdienen en een verblijfsvergunning of
paspoort te verkrijgen. Men doet aan risicospreiding binnen de familie. Vaak blijft
één van de kinderen in China om voor de ouders te zorgen. Het kind in het
buitenland zorgt voor inkomsten.
Het familielid dat zich in het buitenland bevindt, geniet groot aanzien bij de
thuisgemeenschap. Aanzicht of aanzien is van groot belang in China. Hoewel de
situatie in het buitenland voor de illegale migrant niet altijd even rooskleurig is,
geeft men dit niet altijd toe (vanwege `gezichtsverlies') en zal het familielid dat
hulp vraagt als potentiële illegale migrant, vaak worden aangemoedigd om
eveneens de stap te wagen.
Economische situatie en vooruitzichten in China
De slechte economische situatie in het noordoosten van China maakt dat meer
mensen de risico's van illegale emigratie voor lief nemen en vertrekken. Vanuit de
provincies Liaoning, Heilongjiang en Jilin vertrekken veel mensen naar Zuid-
Korea en Japan. De Chinezen uit de zuidelijke provincies die naar Europa
vertrekken als migrant behoren niet tot de armste lagen van de bevolking. De
zuidelijke provincies zijn juist de rijkere provincies, waar mensen zich de dure reis
naar het buitenland kunnen veroorloven. Wat lokt is nog steeds het idee dat in het
Westen meer geld te verdienen valt. Dit wordt ook bevestigd door familieleden die
altijd terugkeren met veelbelovende verhalen en veel aanzien genieten bij de
achterblijvers.
240 Bij deze paragraaf is onder meer gebruik gemaakt van Frank N. Pieke (IOM), Recent trends in Chinese
Migration to Europe: Fujianese Migration in Perspective, maart 2002 en UK Immigration and Nationality
Directorate, China extended Bulletin 4/2002, Looking for the Golden Country, augustus 2002.
80
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Het onderwijssysteem is rigoureus in China. Er moet hard gewerkt worden met
hoge scores om op een goede school terecht te komen. Toelating tot een goede
school, na zware examens, is een voorwaarde voor een goed betaalde baan.
Wanneer niet geïnvesteerd wordt in een hogere opleiding rest voor jongeren het
vooruitzicht om te gaan werken in fabrieken. De arbeidsomstandigheden zijn daar
slecht en de salarissen laag. Is er in China geen kans op een goede opleiding (en
dus goedbetaald werk) dan is het buitenland een voor de hand liggende keuze, of
voor studie of voor werk.241
Mensensmokkelnetwerken
Gezien de lange migratietraditie bestaat in China en daarbuiten een groot netwerk
van mensensmokkelaars, de zogeheten `slangenkoppen'. Zij bieden allerlei
reispakketten aan, waarbij vaak het organiseren van een paspoort en visum,
illegaal transport, opvang bij aankomst etc. wordt gecombineerd. De potentiële
migrant betaalt een fikse reissom, maar krijgt daarvoor een georganiseerde reis tot
de eindbestemming terug. De `slangenkoppen' variëren van verre familieleden tot
professionele internationale smokkelnetwerken, en alles wat daar tussen zit. In
dorpen wordt vaak door reisagenten geadverteerd, gespecialiseerde bureaus bieden
uitnodigingsbrieven of valse diploma's aan en in veel kranten en tijdschriften
wordt (studenten)visabemiddeling aangeboden.
Legale uitreis
Door het wegnemen van een aantal administratieve obstakels begin 2001, heeft de
Chinese overheid de legale uitreis van Chinese staatsburgers aanzienlijk
eenvoudiger gemaakt. Zo is de procedure voor paspoortafgifte versoepeld en is de
controle op de eerste uitreis, die voorheen geschiedde door middel van een
systeem van uitreisvergunningen, afgeschaft. Een uitnodigingsbrief is niet meer
nodig om een paspoort te verkrijgen. De uitreis van de illegale migrant uit China
geschiedt dikwijls legaal. Men reist daarna onder een valse naam verder. De reis
eindigt veelal zonder papieren. Door de Chinese autoriteiten worden deze mensen
niet als illegale emigranten beschouwd; zij hebben China immers legaal verlaten.
Vrijwel alle ambassades en consulaten in China hebben te maken met een groei
van het aantal visumaanvragen. Chinezen reizen steeds meer, niet alleen zakelijk,
maar ook als toerist.
Beleid Chinese autoriteiten
China kampt met tientallen miljoenen werklozen en arme boeren. Deze aantallen
zullen de komende jaren toenemen. De Chinese autoriteiten hebben er om die
reden op zich geen bezwaar tegen als hun burgers het land verlaten om zich ergens
anders te vestigen. Bovendien brengen de overzeese Chinezen harde valuta terug
241 Nederlands Dagblad, Chinese student gaat niet stappen, 22 oktober 2003.
81
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
het land in, door investeringen in hun oorspronkelijke woonplaatsen. Steden als
Changle en Wenzhou, waar veel Chinese migranten uit afkomstig zijn, zijn
daardoor rijk geworden. Op sommige plaatsen (in Fujian bijvoorbeeld) stimuleert
de lokale overheid illegale migratie zelfs, om met de terugkomende valuta de
lokale economie te stimuleren.
Anderzijds geeft China, sinds in 2000 in Dover 58 Chinezen in een container om
het leven kwamen, meer prioriteit aan het bestrijden van illegale migratie. Men
beschouwde deze tragische gebeurtenis ook als gezichtsverlies voor de Chinese
overheid, wat reden was om veel publiciteit te geven aan een voortvarende aanpak
van de illegale migratieproblematiek. Straffen op mensensmokkel zijn verhoogd.
Illegale migranten die voor vertrek uit China opgepakt worden, worden soms voor
korte tijd heropgevoed of krijgen een boete. De overheid houdt op diverse plaatsen
propagandacampagnes om mensensmokkel tegen te gaan. Series van
televisieprogramma's en krantenartikelen zijn vervaardigd over de risico's van
illegale migratie. Ook zijn controles op luchthavens, aan de grenzen en in de
grenswateren toegenomen.
4.1.2 Migratie naar China
Vluchtelingen
Eind 2002 verbleven er meer dan 396.000 vluchtelingen en asielzoekers in China.
De meesten (296.000) komen uit Vietnam (voornamelijk etnische Chinezen). Een
onbekend aantal, wellicht honderdduizenden, Kachin-vluchtelingen uit Birma
verblijven in de provincie Yunnan. 242
Noord-Koreaanse vluchtelingen
In de grensstreek met Noord-Korea in het noordoosten van China houden zich
naar schatting tussen de 100.000 en 300.000 Noord-Koreanen op. Velen reizen
heen en weer om in China geld te verdienen of voedsel te kopen. Hoewel China
jaarlijks veel Noord-Koreanen oppakt en terugstuurt, was de situatie tot 2002
relatief stabiel te noemen. Activiteiten in de grensstreek, waar veel gehandeld
wordt, werden door de Chinese autoriteiten oogluikend toegestaan. Er werd niet al
te hard opgetreden, zeker niet in vergelijking met eerdere periodes. Alleen als een
Noord-Koreaan een overtreding beging, werd hij door de Chinese autoriteiten
teruggestuurd.
In 2002 forceerden verschillende groepen en individuele Noord-Koreanen, met
behulp van activisten uit verschillende landen, zich toegang tot verschillende
ambassades in Beijing. Het aantal Noord-Koreanen dat (alleen of in groepjes) in
242 US Committee for Refugees World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003.
82
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
2002 het terrein van buitenlandse missies in China, waaronder die van Canada, de
VS, Duitsland en Zuid-Korea, invluchtten om asiel aan te vragen is ruim 200.
Ongeveer 150 Noord-Koreanen zijn in 2002 op deze wijze, via een derde land in
Zuid-Korea aangekomen.243 Ook in 2003 vluchtten vele Noord-Koreanen
ambassades en consulaten in Beijing binnen. In 2003 werden 1285 Noord-
Koreanen in Zuid-Korea opgenomen. De meeste van hen zijn via China naar Zuid-
Korea gereisd.244
In oktober 2003 zouden zich 120 Noord-Koreanen in het Zuid-Koreaanse
consulaat bevinden.245 In februari 2004 vluchtten acht Noord-Koreanen een Duitse
school in Beijing in. Zij konden in maart 2004 naar Zuid-Korea doorreizen.246
De officiële positie van China is dat de Noord-Koreaanse migranten op zoek zijn
naar betere leefomstandigheden.247 Volgens UNHCR gaat dit inderdaad op voor
ongeveer 65 procent van degenen die de grens met China oversteken. Ongeveer 15
procent blijft iets langer in China, maar keert eveneens terug naar Noord-Korea.
De resterende 20 procent wil definitief het land uit en tracht via China verder te
reizen.
China heeft een overeenkomst met Noord-Korea dat de in China opgepakte
Noord-Koreanen naar Noord-Korea worden teruggezonden. Het Chinese beleid
ten aanzien van Noord-Koreanen die illegaal in China verblijven is verhard. China
is tevens overgegaan tot het arresteren en berechten van personen die verdacht
worden van hulp aan de Noord-Koreaanse vluchtelingen. De Chinese autoriteiten
zouden ook premies uitkeren aan burgers die Noord-Koreaanse vluchtelingen en
degenen die hen daarbij behulpzaam zijn (zoals zendelingen en
ontwikkelingswerkers) aangeven. De gevluchte Noord-Koreanen op hun beurt
zouden direct gevangen worden gezet en net zo lang ondervraagd totdat zij
vertellen wie in China hen daarbij heeft geholpen. China heeft in 2002
tienduizenden Noord-Koreanen teruggestuurd.248
Twee Zuid-Koreaanse journalisten werden gearresteerd bij het vergezellen van
een groep Noord-Koreaanse vluchtelingen die een Japanse school in Shanghai
243 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003.
244 AP, North Korean defectors numbers up 10 percent minister, 17 december 2003; Ministry of Unification,
overview of intra-Korean exchanges & cooperation for december 2003 (www.unikorca.go.kr), geraadpleegd
op 23 februari 2004.
245 AP, South Korean consulate in Beijing to close because of North Korean refugees inside, 6 oktober 2003;
Reuters, Asylum deal nears for S.Korea's consulate in Beijing, 18 oktober 2003.
246 AFP, China to handle North Korean asylum seekers "humanely", 24 februari 2004; DPA, China lässt
Nordkoreaner aus Deutscher Botschaft ausreisen, 12 maart 2004.
247 Xinhua, China says illegal North Korean immigrants are not refugees, 25 november 2003.
248 US Committee for Refugees World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003. Over 2003
zijn geen cijfers bekend.
83
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
wilden binnengaan om asiel te vragen. De zeven asielzoekers (waaronder twee
kinderen) werden ook opgepakt.249
4.2 Opvang in de regio
Onderhandelingen over een terugnameovereenkomst tussen de EU en China zijn
gaande. Met Hongkong is in 2002 een terugnameovereenkomst gesloten.
Er bevinden zich veel Tibetaanse vluchtelingen in Nepal en India. Met deze landen
zijn door Nederland geen overnameovereenkomsten gesloten voor wat betreft
personen afkomstig uit China.
Tussen de 30.000 en 35.000 Tibetaanse vluchtelingen hebben zich in Nepal
gevestigd.250 In 2002 vluchtten bijna 2.000 Tibetanen naar Nepal.251 Nepal draagt
deze Tibetanen gewoonlijk over aan UNHCR.252 Mishandeling van Tibetanen die
ongedocumenteerd de grens met Nepal proberen over te steken komt aan beide
zijden van de grens regelmatig voor.253 Het is China eraan gelegen om illegale
migratie van Tibetanen naar Nepal tegen te gaan.254
In mei 2003 werd een groep van 18 Tibetanen, waaronder acht minderjarigen,
door Nepal, waarschijnlijk op verzoek van China, uitgewezen naar China. Drie
andere kinderen uit deze groep werden overgedragen aan UNHCR. De groep was
op doorreis naar Dharamsala in India. De groep stond bloot aan mishandeling door
Chinese autoriteiten. Volgens de Chinese autoriteiten werden alle achttien
uiteindelijk vrijgelaten. Andere berichten wijzen erop dat nog twee personen
vastzitten.255
249 CPJ, South Korean journalists realeased, deported from China, 28 augustus 2003.
250 AFP, Chinese envoy calls for halt flow of Tibetans into Nepal, 14 november 2003.
251 US Committee for Refugees, World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003.
252 AP, Nepal hands detained Tibetans over to UN refugee agency, 2 juli 2003; AFP, Nine Tibetans arrested in
southeast Nepal, handed to UNHCR, 16 juli 2003; UNHCR, UNHCR gravely concerned about deported
Tibetans, 31 mei 2003.
253 Congressional Executive Commission on China, Annual report 2003, 2 oktober 2003; Tibetan Centre for
Human Rights and Democracy, New border post to restrict the flow of Tibetan escapees, Human Rights
Update, December 2003.
254 AFP, Chinese envoy calls for halt flow of Tibetans into Nepal, 14 november 2003.
255 AFP, China releases eight out of 18 Tibetans deported from Nepal, 25 juli 2003; Reuters, Tibetan escapees
now farmers, nomads again-China, 25 augustus 2003; BBC News, China defends Nepal deportations, 4 juni
2003; BBC, Nepal denies change in policy on Tibetan asylumseekers, 3 juni 2003; UNHCR, UNHCR
gravely concerned about deported Tibetans, 31 mei 2003; Amnesty International, Forcible return of Tibetans
to China unacceptable (ASA 31/021/2003), 2 juni 2003.
84
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
In India zouden zich 100.000 tot 130.000 Tibetaanse vluchtelingen bevinden (ook
tweede en derde generatie).256 Tibetaanse vluchtelingen worden daar zonder
problemen opgevangen. Er zijn geen berichten dat Tibetaanse vluchtelingen door
India worden teruggestuurd. UNHCR helpt Tibetanen die naar Nepal zijn gevlucht
om door te reizen naar India.257
4.3 Activiteiten van internationale organisaties
UNHCR heeft geen toegang tot Noord-Koreaanse vluchtelingen die zich in China
bevinden. China beschouwt deze Noord-Koreanen niet als vluchtelingen maar als
economische migranten.
UNHCR helpt naar Nepal gevluchte Tibetanen om door te reizen naar India, waar
de meerderheid van de Tibetaanse vluchtelingen leeft.
UNHCR heeft op 13 november 2003 laten weten dat het standpunt ten aanzien van
de terugkeer van afgewezen Chinese asielzoekers onveranderd is gebleven ten
opzichte van het standpunt zoals verwoord in het ambtsbericht China van
november 2001. Het standpunt luidt dat terugkeer van een afgewezen asielzoeker
naar China in beginsel mogelijk is, maar dat in ieder individueel geval voorzichtig
te werk moet worden gegaan. Het aanvragen van asiel in het buitenland leidt op
zichzelf niet tot vervolging.
4.4 Beleid van andere westerse landen
Het aantal Chinese asielzoekers in België bedroeg in 2002 197. In 2003 vroegen
286 Chinezen asiel aan in België. Het overgrote deel van de asielverzoeken komt
van Tibetanen en heeft te maken met de reeds aanwezige, relatief grote groep
Tibetanen in België. Verder ontvangt België asielverzoeken van Falun Gong-
aanhangers en Oeigoeren. België heeft goede ervaringen met terugkeer naar China
op vrijwillige basis. Er wordt uitgezet naar China.
In Denemarken wordt elk asielverzoek individueel beoordeeld. Asielverzoeken
worden ontvangen van leden van verboden vakbonden en Falun Gong-aanhangers.
Er vindt uitzetting plaats naar China, waarbij geen beleidsmatige problemen
worden ondervonden. In 2002 waren er 50 aanvragen van Chinese asielzoekers. In
2003 waren dat er 77.
256 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.315), oktober 2003.
257 US Committee for Refugees, World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003.
85
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
In Duitsland waren er in 2002 1.738 asielaanvragen van Chinese asielzoekers. In
2003 waren er 2.395 asielaanvragen uit China. De aanvragen komen onder meer
van Falun Gong-aanhangers en personen uit de democratiseringsbeweging. Elk
jaar vinden er tientallen uitzettingen plaats.
Het Verenigd Koninkrijk stuurt afgewezen asielzoekers terug naar China. AMA's
die niet terug kunnen keren naar familie krijgen een vergunning tot verblijf voor
een periode van maximaal drie jaar tot uiterlijk hun 18e verjaardag. In 2002
werden 3.679 asielaanvragen ingediend door Chinezen. In 2003 waren er 2.589
asielaanvragen afkomstig van Chinezen.
In Zwitserland worden alle aanvragen individueel beoordeeld. Uitwijzing van
afgewezen asielzoekers naar China wordt voor alle etnische groeperingen mogelijk
geacht en vindt ook plaats. Identificatie en het verkrijgen van de benodigde
reisdocumenten vormen een probleem. In 2002 hebben 398 Chinezen in
Zwitserland asiel aangevraagd. In 2003 waren er 256 asielaanvragen van
Chinezen. Tibetanen die direct uit China komen, worden in de regel voorlopig
opgenomen.
86
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
5 SAMENVATTING
In maart 2003 volgde Hu Jintao Jiang Zemin op als president van de
Volksrepubliek China. De voornaamste zorgen van de huidige regering zijn het
handhaven van het primaat van de Chinese Communistische Partij, het bewaren
van de territoriale eenheid, het vermijden van sociale onrust, het scheppen van
werkgelegenheid en het reduceren van de kloof tussen rijk en arm. De huidige
president en premier leggen meer nadruk op sociale problemen en hebben meer
aandacht voor het volk.
Een geleidelijke liberalisering van de economie wordt nog steeds voortgezet. Er
wordt echter niet geduld dat de machtspositie van de Chinese Communistische
Partij wordt aangetast. De Chinese regering is gevoelig voor (grote) goed
georganiseerde groeperingen die, ongeacht hun aard, het gezag van de
communistische partij aan zouden kunnen tasten. Het kan hier bijvoorbeeld gaan
om een vakbeweging, een godsdienst, een democratiseringbeweging of een
spirituele beweging. Een andere bedreiging voor het gezag van de communistische
partij is corruptie.
De afgelopen jaren zijn er kleine verbeteringen zichtbaar op mensenrechtengebied.
Verbetering van het rechtssysteem krijgt veel aandacht van de Chinese
autoriteiten. Op veel deelgebieden is afgelopen jaren wet- en regelgeving
ingevoerd. Een duidelijk voorbeeld is de aankondiging van het voornemen in de
grondwet bescherming van mensenrechten op te nemen. In academische kringen is
het mogelijk om over hervormingen te spreken. Een vorm van administratieve
detentie, custody and repatriation, werd in augustus 2003 afgeschaft.
Burgers krijgen steeds meer individuele vrijheid. Sociale onderwerpen kunnen
worden besproken en regelmatig worden sociale misstanden via de pers aan de
kaak gesteld. De bewegingsvrijheid neemt toe. Ook door de aanpassing van de
huwelijkswet hebben Chinezen meer individuele vrijheid gekregen. Men kan nu
makkelijker trouwen en scheiden.
In de nieuwe wet op de gezinsplanning is het geboorteplanningsbeleid voor het
eerst landelijk vastgelegd. Iedere provincie heeft complementair aan de wetgeving
eigen regelgeving opgesteld over bijvoorbeeld het krijgen van een tweede kind.
Daarnaast worden in China nog steeds de mensenrechten op verschillende
terreinen geschonden. Persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting zijn aan
aanzienlijke beperkingen onderworpen. Het gebruik van internet wordt
gecensureerd. Met betrekking tot door Chinese autoriteiten als niet-politiek
gevoelig beschouwde onderwerpen, is het mogelijk om in China zonder
87
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
consequenties kritiek te uiten. Het is (vooraf) echter niet altijd duidelijk waar de
grens ligt tussen wat wel en niet geoorloofd is. Het is niet toegestaan om
onafhankelijke partijen op te richten die zich kritisch tegenover de CCP opstellen.
Pleiten voor meer democratie wordt niet geduld. Arrestanten en gevangenen lopen
de kans mishandeld en gefolterd te worden. Het aantal doodstraffen in China is
hoger dan in de rest van de wereld bij elkaar opgeteld.
Het rechtssysteem vormt nog steeds een middel voor de CCP om macht uit te
oefenen en het recht is ondergeschikt aan de politiek. Veel wetten zijn vaag
geformuleerd en verdachten hebben slechts zeer beperkt toegang tot een advocaat.
Met grote regelmaat vinden processen achter gesloten deuren plaats. Verdachten
zitten vaak lang vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het
gerecht komt.
Religieuze stromingen in China zijn verplicht zich te registreren, worden aan
strikte regels gebonden en worden streng gecontroleerd. De mogelijkheid tot
godsdienstbeoefening van niet-geregistreerde kerken is in de praktijk afhankelijk
van de opstelling van de lokale autoriteiten en varieert per regio. De controle op en
aanpak van niet-geregistreerde kerken lijkt in 2003 te zijn verscherpt. De Falun
Gong is een verboden sekte en aanhangers worden door de Chinese autoriteiten
zeer actief vervolgd.
Sinds 2002 zijn enige positieve ontwikkelingen zichtbaar in de relatie tussen de
Dalai Lama en de Chinese autoriteiten. Voor het eerst in negen jaar vond in 2002
en 2003 officieel contact plaats tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en
de Chinese leiders.
De Chinese autoriteiten handhaven strikte controles op alle religieuze activiteiten,
en op de gang van zaken in tempels en kloosters in Tibet. Het komt voor dat
religieuze activiteiten, zoals festivals, door de overheid worden gezien als uitingen
van politieke onvrede of onafhankelijkheidsstreven. Hiertegen worden dan
maatregelen genomen. Geregeld worden activiteiten verboden. Ook worden
kloosters gesloten en worden monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd
worden van politieke gedragingen. De religieuze vrijheid van Tibetanen buiten de
Tibetaanse Autonome Regio is groter dan daarbinnen.
China voert in Xinjiang een actief beleid tegen terrorisme, separatisme en religieus
extremisme, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame
uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds. De Chinese overheid
treedt hierbij hard op. De uitoefening van Oeigoeren van hun religie en culturele
gebruiken worden door de Chinese overheid slechts binnen nauwe kaders
getolereerd. Oeigoeren die zich te religieus gedragen lopen kans te worden
opgepakt en lang vastgehouden of veroordeeld.
88
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Activisme gericht op afscheiding van Binnen-Mongolië wordt niet geduld.
Protestbewegingen die openlijk streven naar een onafhankelijk Binnen-Mongolië
zijn sinds 1995 niet of nauwelijks meer actief in Binnen-Mongolië.
De mensenrechtensituatie in Hongkong heeft na de soevereiniteitsoverdracht aan
China per 1 juli 1997 geen wezenlijke veranderingen ondergaan.
Gezien de lange migratietraditie bestaat in China en daarbuiten een groot netwerk
van mensensmokkelaars. De uitreis van de illegale migrant uit China geschiedt
vaak legaal. De reis eindigt veelal zonder papieren.
Andere westerse landen achten het verantwoord afgewezen Chinese asielzoekers
naar het land van herkomst terug te sturen. Ook UNHCR is van mening dat
terugkeer van een afgewezen asielzoeker naar China in beginsel mogelijk is, maar
dat in ieder individueel geval voorzichtig te werk moet worden gegaan.
89
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
6 GERAADPLEEGDE BRONNEN
Amnesty International (www.amnesty.org)
· China Report 2003 (covering 2002)
· China: continuing abuses under a new leadership summary of human rights
concerns, 28 oktober 2003
· China: Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA
17/001/2004)
· Miscarriage of Justice? The trial of Tenzin Deleg Rinpoche and related arrests,
1 oktober 2003 (ASA 17/029/2003)
· Persberichten
Catholics for a Free Choice (www.catholicsforchoice.org)
· The United Nations Population Fund in China: A catalyst for change. Report
of an interfaith delegation to China, november 2003
Central Intelligence Agency (CIA) (www.odci.gov/cia/publications/factbook)
· The World Factbook 2003 China, updated 1 augustus 2003
Committee to Protect Journalists (www.cpj.org)
· Attacks on the press 2002, China
· News Alerts
Congressional-Executive Commission on China (www.cecc.gov)
· Annual Report 2003, 2 oktober 2003 (executive summary en hoofdstuk Tibet)
Dui Hua Foundation (www.duihua.org)
· Dialogue, lente 2003 tot en met winter 2004
Economist Intelligence Unit (EIU) (www.eiu.com)
· China Country Profile 2003
· China Country Reports, maart 2003 tot en met februari 2004
European Union (www.europa.eu.int)
· The EU's relation with China, updated november 2003
Falun Dafa (www.clearwisdom.net)
· Nieuwsberichten
Foreign and Commonwealth Office (www.fco.gov.uk)
· Human Rights Annual Report 2003
· Country Profile China, updated 30 mei 2003
90
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Freedom House (www.freedomhouse.org)
· Freedom in the World 2003: China (updated 12 juni 2003)
Human Rights in China (www.hrichina.org)
· The Falungong Phenomenon, China Rights Forum, No.4, 2003
· Walking the Tightrope: Civil Society Organizations in China, China Rights
Forum no. 3, 2003
· Reassessing Re-education through Labor, China Rights Forum no. 2, 3003
· Kidnapping by Police: Custody & Repatriation, China Rights Forum, no.2,
2003
· Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City
Schools, China Rights Forum, No. 2, 2002
· Privately Run Migrant Schools in Beijing, Vital Community Resources
Existing on Sufferance, China Rights Forum, No. 2, 2002
Human Rights Watch (www.hrw.org)
· World Report China and Tibet 2003
· Overview of human rights issues in China, 1 januari 2004
· Nieuwsberichten
International Organisation for Migration (www.iom.int)
· International Migration, vol. 41 (3) 2003
Ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 maart 2003 (DPV/AM-784116)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 november 2001 (DPC/AM-733856)
· Ambtsbericht minderjarigen in China, 9 april 2001 (DPC/AM-709612)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 augustus 2000 (DPC/AM-665588)
Persberichten en (kranten)artikelen uit onder andere:
Far Eastern Economic Review, Reuters, AP, ANP, AFP, DPA, BBC News,
Xinhua, China Daily, South China Morning Post, Volkskrant, Trouw
Reporters sans Frontières (www.rsf.fr)
· China 2003 Annual Report
· Living dangerously on the Net; censorship and surveillance of Internet forums,
12 mei 2003
· Nieuwsberichten
Southern Mongolian Human Rights Information Center (www.smhric.org)
· Nieuwsberichten
91
Algemeen Ambtsbericht China | april 2004
Stratfor Strategic Forcasting (www.stratfor.com)
· China: Corruption and Half-Measures, 26 augustus 2003
· Hu Strikes Populist Pose over Beidaihe Retreat, 6 augustus 2003
· Chinese Communist Party Signals Possible Political Reforms, 18 juli 3003
· China Still Cautious on Reforms, 2 juli 2003
Tibetan Centre for Human Rights and Democracy (www.tchrd.org)
· Human Right Update and Archives, update januari tot en met december 2003
· Education in Tibet. A Briefing Paper for the Special Rapporteur, juni 2003
· Annual Report 2002 (executive summary)
Tibet Information Network (www.tibetinfo.net)
· Current trends in Tibetan political imprisonment. Increase in Sichuan; Decline
in Qinghai and Gansu, 6 februari 2004
Transparency International (www.transparency.org)
· Global Corruption Report 2003
UNICEF (www.unicef.org)
· At a glance: China
UK Immigration and Nationality Directorate (www.ind.homeoffice.gov.uk)
· China Country Report, oktober 2003
· China extended bulletin 1/2003, Double jeopardy and the Chinese
Government/legal system, januari 2003
· China extended bulletin 2/2003, Legal system, appertaining to criminal law, of
the People's Republic of China, februari 2003
· China extended bulletin 3/2003, Industrial unrest, april 2003
US Committee for Refugees (www.refugees.org)
· World Refugee Survey 2003, 29 mei 2003
US Department of State (www.state.gov)
· China Counry Report on Human rights Practices 2003, 25 februari 2004
· China Counry Report on Human rights Practices 2002, 31 maart 2003
· China International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003
· Background Note Hong Kong, december 2003
· Background Note China, maart 2003
Wereldbank (www.worldbank.org.cn)
· China Half Yearly Update, 16 oktober 2003
· Country Assistance Strategy for China 2003-2005, 22 januari 2003
92
---- --
Ministerie van Buitenlandse Zaken