Ministerie van Buitenlandse Zaken

Algemeen Ambtsbericht China, april 2004

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


1 INLEIDING
In dit algemeen ambtsbericht wordt de huidige situatie in China beschreven, voor zover deze van belang is voor de beoordeling van asielverzoeken van personen die afkomstig zijn uit China en voor besluitvorming over de terugkeer van afgewezen Chinese asielzoekers. Dit ambtsbericht is een actualisering van eerdere ambtsberichten over de situatie in China (laatstelijk 28 maart 2003). Het algemeen ambtsbericht beslaat de periode van april 2003 tot en met maart 2004. Dit algemeen ambtsbericht is deels gebaseerd op informatie van openbare bronnen. Bij de opstelling is gebruik gemaakt van informatie van verschillende organisaties van de Verenigde Naties, niet-gouvernementele organisaties, vakliteratuur en berichtgeving in de media. Bovendien liggen bevindingen ter plaatse en vertrouwelijke rapportages van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China en in EU-lidstaten aan dit algemeen ambtsbericht ten grondslag. In het algemeen ambtsbericht wordt veelvuldig verwezen naar geraadpleegde openbare bronnen. Een overzicht van de geraadpleegde openbare bronnen is opgenomen in de literatuurlijst. Overigens zijn de tekstpassages waarbij wordt verwezen naar openbare bronnen, in veel gevallen ook gebaseerd op informatie die op vertrouwelijke basis is ingewonnen.
In hoofdstuk twee wordt ingegaan op recente ontwikkelingen op politiek, veiligheids- en sociaal-economisch gebied. Deze beschrijving wordt voorafgegaan door een overzicht van de recente geschiedenis van China. Ook is een korte passage over de geografie en de bevolking van China opgenomen. In hoofdstuk drie wordt de mensenrechtensituatie in China geschetst. Na een beschrijving van wettelijke garanties en internationale verdragen waarbij China partij is, komen de mogelijkheden van toezicht aan de orde. Daarna volgt de beschrijving van de naleving dan wel schending van enkele klassieke mensenrechten. Ten slotte wordt de positie van specifieke groepen belicht. In hoofdstuk vier komen oorzaken van migratiestromen en de mogelijkheden voor (her)vestiging in China aan de orde. Tevens zal worden ingegaan op het beleid van een aantal andere Europese landen inzake asielzoekers uit China en activiteiten van internationale organisaties, waaronder de positie van UNHCR, aan de orde. Een algehele samenvatting volgt in hoofdstuk vijf. 4

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


2 LANDENINFORMATIE
2.1 Basisgegevens
2.1.1 Land en volk
Het aantal inwoners van China bedraagt ongeveer 1,3 miljard mensen. De Han- Chinezen vormen 92% van de totale bevolking. China kent daarnaast 55 etnische minderheidsgroepen. In de tijd van Mao Zedong (1949-1976) konden minderheden een officiële status aanvragen. Ongeveer 400 groepen hebben gereageerd op de oproep maar daarvan zijn slechts 55 groepen officieel erkend als minderheid. Deze officieel erkende minderheden maken in totaal 8% uit van de totale bevolking in China. De grootste minderheid wordt gevormd door de Zhuang (16 miljoen, wonen vooral in Guangxi). Andere minderheden zijn de Manchu (10 miljoen), Hui (9 miljoen, moslims, wonen vooral in Ningxia), Miao (8 miljoen), Oeigoeren (7 miljoen, moslims, vormen de grootste bevolkingsgroep in de regio Xinjiang), Yi (7 miljoen), Tibetanen (5 miljoen, boeddhisten, Tibet), Mongolen (5 miljoen, Binnen-Mongolië), Buyi (3 miljoen) en Koreanen (2 miljoen), Dai, Bai, She, Lahu, etc. De Hakka (40 miljoen), die onder andere een eigen taal hebben, zijn niet officieel erkend als minderheid maar worden gerekend tot de Han-bevolking. Er bestaat een grote groep die zichzelf aanduidt als Hakka. In de hukou (huishoudregistratie) van iedere inwoner van China staat aangegeven tot welke bevolkingsgroep hij of zij behoort.
Tijdens de Culturele Revolutie (1966-1976) werden de talen, religies en culturen van minderheden beschouwd als achterlijk en onderdeel van de `vier ouden' (oud denken, oude cultuur, oude moraliteit en oude gewoonten) die moesten worden afgeschaft. Minderheden werden in die tijd gedwongen te assimileren met de Han- bevolking.
Met de komst van Deng Xiaoping in 1978 kwam er verandering in de situatie van de minderheden. De `vier ouden' werden vervangen door de `vier moderniseringen' en minderheden kregen een voorkeursbehandeling om hen te helpen zich sneller te ontwikkelen. Zo mochten minderheden meer kinderen hebben dan Han-Chinezen, werd onderwijs op scholen in hun eigen taal gegeven en waren de toelatingseisen lager dan die voor Han-scholen. Er kwamen quota voor politieke vertegenwoordigers van minderheden in het Nationaal Volkscongres (National People's Congress, NPC, het parlement) en er werden maatregelen getroffen om gebieden waar veel minderheden wonen sneller te ontwikkelen. Het nieuwe beleid van de overheid leidde ertoe dat minderheden in aantal gegroeid zijn. China heeft in de jaren tachtig een nieuwe wet aangenomen
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

waarin het mogelijk werd voor kinderen van gemengd Han-minderheidsbloed, zelf hun etnische identiteit te kiezen.
Taal
De dominante taal in China is het Putonghua (standaard-Chinees, Noord-Chinees, Mandarijn). Daarnaast komen nog 53 minderheidstalen en vele dialecten voor. Het Kantonees wordt gesproken in Guangdong, Hongkong, en delen van zuidelijk Guangxi. In de provincie Zhejiang wordt het Wu gesproken, in Fujian het Min en Hokkien. Het Chinese schrift wordt gebruikt in heel China. De schriftelijke communicatie tussen sprekers van verschillende Chinese talen en dialecten verloopt daardoor probleemloos. De standaardtranscriptie op het vaste land van China van het Chinese schrift in het Romeinse schrift heet pinyin. Chinese kalender1
Voor het vaststellen van de data van de traditionele festivals (Chinees Nieuwjaar, mid-herfst festival, etc.) wordt de Chinese kalender (ook wel maankalender of boerenkalender genoemd) gebruikt. Voor alle officiële documenten (identiteitskaart, hukou, paspoort) en historische feestdagen (de Nationale Dag op
1 oktober, 1 mei viering, etc.) wordt in China door de overheid de Gregoriaanse (westerse) kalender gebruikt.
De Chinese kalender is een combinatie van zon- en maankalender die erop gericht is om de jaren samen te laten vallen analoog aan het tropische jaar en de maanden met de synodische maanden. Een gewoon jaar heeft 12 maanden en een schrikkeljaar (eens in de vier jaar) heeft 13 maanden. Een gewoon jaar heeft 353, 354 of 355 dagen, een schrikkeljaar heeft 383, 384 of 385 dagen. De Chinese kalender kent cycli van 60 jaar. De eerste 60 jarencyclus startte in 2637 voor Chr. De westerse kalender werd in 1582 door de Jezuïeten geïntroduceerd in China maar pas na 1912 raakte het gebruik van de westerse kalender in zwang. Op het platteland wordt vaak nog gerekend volgens de Chinese kalender. In de steden gebruikt de bevolking doorgaans de Gregoriaanse kalender. Op het internet zijn websites te vinden waar op eenvoudige wijze data van de maankalender omgezet kunnen worden naar data van de Gregoriaanse kalender en vice versa.
2.1.2 Geschiedenis2
Op 1 oktober 1949 riep Mao Zedong in Beijing de `Volksrepubliek China' uit. De regeerperiode van Mao werd gekenmerkt door sociale en economische experimenten van ongekende schaal die miljoenen slachtoffers maakten. De
1 The Chinese Calendar, http://webexhibits.org/calendars/calendar-chinese.html (geraadpleegd op 2 december 2003).

2 Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 augustus 2000 voor een uitgebreidere beschrijving.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

`Grote Sprong Voorwaarts' van 1958 was een experiment bedoeld om het land in korte tijd op een zelfde ontwikkelingsniveau te brengen als het westen. De Culturele Revolutie (1966-1976) was een nieuw experiment, waarmee Mao probeerde om zijn getaande machtspositie te herstellen. Mao riep daarbij de jeugd op tot zuivering van het `corrupte en bourgeois' partijkader. Rode Gardes bestaande uit fanatieke jongeren trokken massaal met Mao's `rode boekje' in de hand het land in om de volwassenen op te voeden in de ware communistische leer. De terreur van de eerste vier jaren leidde tot miljoenen slachtoffers onder de intelligentsia. Omdat de Culturele Revolutie dreigde te ontaarden in een burgeroorlog, kwam het leger in 1968 tussenbeide. Deze periode eindigde met de dood van Mao op 9 september 1976 en de arrestatie op 6 oktober 1976 van de zogenaamde `Bende van Vier'.3
De nieuwe politieke leider Deng Xiaoping gaf de aanzet tot hervormingen in de richting van privé-bedrijfsvoering en marktwerking in de economie. Daarmee begon voor China een periode van economische groei en een begin van politieke liberalisering. Er kwam meer tolerantie op cultureel gebied. Een roep om grotere politieke vrijheden leidde in 1979 en 1986 tot studentendemonstraties. De studentenopstand in april 1989 rond het Plein van de Hemelse Vrede (Tiananmenplein) in Beijing was voor de regering aanleiding in te grijpen en in de nacht van 3 juni op 4 juni 1989 de demonstraties bloedig neer te slaan. De schattingen over het aantal dodelijke slachtoffers liggen rond de 500. In november 1989 gaf Deng Xiaoping zijn laatste officiële functie op, maar hij behield zijn politieke invloed. Hij keerde in voorjaar 1992 terug om een nieuwe impuls te geven aan de economische liberalisering van het land. Jiang Zemin werd in 1993 staatshoofd, nadat hij al in 1989 tot algemeen partijsecretaris van de Chinese Communistische Partij (CCP) was benoemd. Onder zijn leiding is het door Deng ingezette beleid van geleidelijke liberalisatie van het economische stelsel voortgezet. Aantrekken van buitenlandse investeringen en behoud van sociale stabiliteit hadden daarbij prioriteit. De Chinese regering ziet zich geconfronteerd met de noodzaak het land economisch geleidelijk te hervormen om de concurrentie aan te kunnen met de wereldmarkt. Die noodzaak is nog sterker geworden door de toetreding van China tot de World Trade Organisation (WTO) in december 2001.
Als onderdeel van zijn campagne om de geschiedenis in te gaan als één van China's grote leiders introduceerde Jiang een nieuw gedachtegoed in de partij, de
3 Zo genoemd naar het viermanschap van Mao's weduwe Jiang Qing en haar medestanders Zhang Chunqiao, Yao Wenyuan en Wang Hongwen, allen afkomstig uit Shanghai, die tijdens de Culturele Revolutie een grote macht uitoefenden. Na de dood van Mao werd vermoed dat Jiang Qing de macht naar zich wilde toetrekken. De `Bende van Vier' werd daarom op last van Mao's opvolger Hua Guofeng op 6 oktober 1976 gearresteerd.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

zogeheten `san ge daibiao', de drie vertegenwoordigingen.4 In deze ideologie wordt gesteld dat de CCP de meest moderne productieve krachten, de meest ontwikkelde cultuur en de fundamentele belangen van de gehele bevolking moet vertegenwoordigen. Op basis van deze ideologie werd besloten dat ook ondernemers tot de CCP toegelaten konden worden. De doctrine van de drie vertegenwoordigingen wordt algemeen gezien als strategie om de legitimiteit van de partij bij het Chinese volk uit te breiden. Vroeger konden slechts boeren en arbeiders partijlid worden.
Tegelijkertijd wordt niet geduld dat de machtspositie van de CCP aangetast wordt. Periodes waarin iets meer politieke vrijheid lijkt te worden toegestaan, worden afge- wisseld door periodes van repressie, vooral wanneer politieke ontwikkelingen de leidende positie van de CCP in gevaar dreigen te brengen. In het handhaven van het primaat van de CCP zien de Chinese leiders een garantie dat het land zich geleidelijk kan ontwikkelen en dat economische excessen ten gevolge van ongecontroleerde liberalisatie kunnen worden vermeden. De Chinese regering is daarom erg gevoelig voor (grote) georganiseerde, onafhankelijke groeperingen die, ongeacht hun aard, het gezag van de communistische partij aan zouden kunnen tasten. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een vakbeweging, een godsdienst, een democratiseringsbeweging of een spirituele beweging. Een interne bedreiging voor het gezag van de communistische partij is corruptie. Om die reden lanceerde de regering eind jaren negentig een anti-corruptiecampagne en wordt tegen corruptie onder ambtenaren en partijleden hard opgetreden. Corruptie komt nog steeds veel voor.
In november 2002 tijdens het 16e Partijcongres dat eens in de vijf jaar wordt gehouden, werd besloten dat Hu Jintao de opvolger werd van president Jiang Zemin als algemeen partijsecretaris van de CCP. Hu Jintao werd in maart 2003 tijdens het Nationaal Volkscongres aangewezen als de nieuwe president van de Volksrepubliek China. Wen Jiabao, voorheen vice-premier, volgde in maart 2003 Zhu Rongji op als premier.
De nieuwe leiders worden algemeen omschreven als de `vierde generatie' na Mao Zedong, Deng Xiaoping en de derde generatie leiders waartoe Jiang Zemin behoort. Jiang Zemin is aangebleven als voorzitter van de Centrale Militaire Commissie. Daardoor is de macht niet volledig in handen van de nieuwe generatie gekomen, maar behoudt Jiang Zemin nog veel invloed.
4 De ideologie van Jiang Zemin werd in maart 2004 door het Nationaal Volkscongres opgenomen in de grondwet.

---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

2.1.3 Staatsinrichting5
De Volksrepubliek China is volgens de grondwet een socialistische staat onder de democratische dictatuur van het volk, geleid door de werkende klasse en gebaseerd op de alliantie van arbeiders en boeren. Het staatshoofd van China is de president bijgestaan door een vice-president. Het Nationaal Volkscongres bekleedt formeel het hoogste staatsgezag in China. Wanneer het Nationaal Volkscongres niet in zitting is, worden alle functies daarvan uitgeoefend door het Staand Comité (Stan- ding Committee) van het Nationaal Volkscongres. De centrale regering van China wordt gevormd door de Staatsraad (State Council). De leden worden gekozen door het parlement en moeten formeel ook aan het parlement verantwoording afleggen. De Staatsraad wordt geleid door een kernkabinet van de vier vice-premiers en de vijf staatsraden, voorgezeten door de premier. De `Staatsraad in ruime zin' omvat tevens de voorzitters van de staatscommissies, alle ministers, en de auditeur-generaal. De Centrale Militaire Commissie (CMC) geeft sturing aan het leger. Het gezag van de CCP, die over veel parallelle structuren beschikt, is groter dan dat van de staatsorganen. De CCP speelt een overheersende rol in het functioneren van zowel wetgevende, controlerende als uitvoerende macht. Administratieve indeling
China is conform artikel 30 van de grondwet administratief ingedeeld in de volgende bestuurslagen:

1. provincies (sheng), autonome gebieden (zizhiqu), en gemeentes die direct onder het landsbestuur vallen (zhixiashi);
2. de provincies en autonome gebieden zijn onderverdeeld in autonome prefecturen (zizhizhou), gewesten (xian), autonome gewesten (zizhixian) en steden (shi);

3. de gewesten en autonome gewesten zijn onderverdeeld in agglomeraties (xiang), nationaliteitsagglomeraties (minzuxiang), en landelijke gemeentes (zhen). De eerste bestuurslaag bestaat uit 23 provincies6, 5 autonome gebieden7, en 4 stads- provincies8 (tezamen 32). Daarnaast zijn er twee gebieden met een aparte status (Hongkong en Macao). De autonome gebieden liggen vooral aan de grenzen en worden veelal door het leger bestuurd. Binnen-Mongolië en Ningxia in het noorden, Xinjiang en Tibet in het westen en zuidwesten, Guangxi in het zuiden. Hoewel deze
5 Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 augustus 2000 voor een uitgebreide beschrijving van de grondbeginselen van het staatsbestel, de belangrijkste staatsorganen, te weten het staatshoofd, de wetgevende macht (volkscongres en de Chinese People's Political Consultative Conference, CPPCC) en de regering. Daarin komen ook de Militaire Commissie en de administratieve indeling van China aan bod.
6 Taiwan geldt voor China formeel als 23ste provincie.
7 Tibet Autonomous Region; Xinjiang Uighur Autonomous Region; Inner Mongolia Autonomous Region, Ningxia Hui Autonomous Region, Guangxi Zhuang Autonomous Region.
8 Dit zijn Beijing, Shanghai, Tianjin, en Chongqing.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

gebieden aangemerkt worden als `autonoom', hebben zij in de praktijk minder autonomie dan een provincie.
Verkiezingen
Voor de volkscongressen op gewestelijk niveau worden verkiezingen gehouden. Deze volksvertegenwoordigers kiezen vervolgens afgevaardigden voor de provincies, die op hun beurt weer afgevaardigden voor het Nationaal Volkscongres kiezen. Los hiervan worden directe verkiezingen gehouden op dorps- en wijkniveau. Dit zijn vooralsnog de laagste overheidsniveaus in ruraal en stedelijk China. Experimenten zijn gaande voor directe verkiezingen op weer een niveau hoger, van districten. In de praktijk hebben de parlementsleden zeer weinig invloed op het bestuur.
2.2 Politieke ontwikkelingen
Binnenlandse ontwikkelingen
De voornaamste zorgen van de huidige regering zijn het handhaven van het primaat van de CCP, het bewaren van de territoriale eenheid, het vermijden van sociale onrust, het scheppen van werkgelegenheid en het reduceren van de kloof tussen arm en rijk. De huidige president en de premier leggen meer nadruk op sociale problemen en hebben meer aandacht voor het volk. De in maart 2003 aangetreden president Hu Jintao heeft in de verslagperiode een aantal crises goed doorstaan, en daarmee zijn positie versterkt. De SARS-epidemie in de eerste helft van 2003 werd in eerste instantie stilgezwegen. Aanvankelijk had de regering meer oog voor het redden van de economie en werden zware straffen ingezet voor mensen die opzettelijk de besmettelijke ziekte zouden verspreiden of geruchten of negatieve berichten over de longziekte SARS zouden verspreiden. Daarna echter werd de crisis openlijk aangepakt en stond de gezondheidssituatie voorop. De SARS-crisis legde de zwakke plekken in de gezondheidszorg bloot. De minister van Gezondheidszorg en de burgermeester van Beijing werden ontslagen voor het opzettelijk rapporteren van onjuiste, te lage aantallen SARS-gevallen. In de pers werd uitgebreid informatie gegeven over SARS en er werd beter samengewerkt met de WHO. Opmerkelijk was het naar buiten brengen tijdens de SARS-epidemie van het vergaan van een Chinese onderzeeër, waarbij zeventig mensen om het leven kwamen. Het was de eerste keer sinds jaren dat de autoriteiten dergelijk nieuws
10

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

bekend maakten. De openheid van de Chinese regering en de pers heeft zich na de SARS-epidemie echter niet voorgezet.9
Een andere crisis betrof Hongkong. In juli 2003 ging een half miljoen mensen in Hongkong de straat op om te demonstreren tegen een voorstel voor nieuwe veiligheidswetgeving.10 De Hongkongse bevolking was bevreesd dat de nieuwe veiligheidswetgeving de burgerlijke rechten en vrijheden zou inperken. De autoriteiten in Beijing is er veel aan gelegen om de rust in Hongkong te behouden. De Chief Executive van Hongkong, Tung Chee-Hwa, werd naar Beijing geroepen voor overleg. Ook omdat er geen meerderheid voor was in het Hongkongse parlement werd het wetsvoorstel ingetrokken. Zo werd groter gezichtsverlies voorkomen. Sindsdien echter is de bemoeienis van de centrale autoriteiten met Hongkong groter geworden.
Hu Jintao en Wen Jiabao presenteren zich als `mannen van het volk'. Dit uit zich in de aandacht voor sociale problemen en directer contact met de bevolking. Zo doorbrak Wen Jiabao een taboe door in december 2003 een aids-kliniek te bezoeken en een aids-patiënt de hand te schudden. En Hu Jintao merkte op dat de media minder aandacht moeten besteden aan de politieke leiders en meer aan de burgers.
De jaarlijkse retraite in augustus van de politieke top in de kustplaats Beidaihe werd in 2003 afgezegd. Hu nam hiermee afstand van de praktijken van de derde generatie leiders. De retraite stond vooral bekend om de achterkamerpolitiek die er werd bedreven, waarbij politieke strategieën werden afgesproken. Voormalig president en huidig voorzitter van de Centrale Militaire Commissie, Jiang Zemin, en zijn volgelingen hebben echter nog veel invloed binnen de partij en het staatsbestuur.
In oktober 2003 deed Hu de toezegging tot hervorming van het politieke systeem en uitbreiding van de `socialistische democratie', versterking van de politieke participatie van de bevolking en verbetering van het rechtssysteem. Volgens Hu zullen deze veranderingen langs geleidelijke en gecontroleerde weg plaatsvinden. Vooralsnog zijn er geen substantiële politieke hervormingen aangekondigd. De eerste Chinese bemande ruimtevlucht in oktober 2003 werd in de Chinese media breed uitgemeten en toegeschreven aan het succesvolle leiderschap van president Hu Jintao en premier Wen Jiabao.
Buitenlands beleid
China treedt sinds enkele jaren internationaal meer op de voorgrond. 9 Zie ook 3.3.1 over de vrijheid van meningsuiting. 10 Zie 3.5.4 voor meer informatie over de veiligheidswetgeving en hervormingen van de Basic Law.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

China maakt deel uit van de Shanghai Cooperation Organisation (SCO), een regionaal forum waarin ook Rusland, Kyrgyzstan, Kazachstan, Oezbekistan en Tadzjikistan vertegenwoordigd zijn. De SCO, opgericht als `Shanghai Five' in 1996 onder andere om grensgeschillen op te lossen tussen de lidstaten, wordt door China gezien als een gremium om onderlinge militaire spanningen te voorkomen en om afspraken te maken over het gezamenlijk bestrijden van terroristische groeperingen. Daarnaast wordt ook samenwerking nagestreefd op het gebied van bestrijding van de drugshandel en van transport, economie en handel. Na `11 september' lijkt de SCO extra relevant geworden, al treedt de organisatie weinig op de voorgrond. In augustus 2003 werden in Xinjiang gezamenlijke militaire oefeningen gehouden. In september 2003 kwamen de SCO-leden overeen om een regionaal anti-terreur centrum in Oezbekistan op te richten.11 China heeft aangekondigd de samenwerking in de strijd tegen terrorisme ook te willen uitbreiden naar andere landen in de regio (ASEAN12). In juni 2003 keurde China een vriendschaps- en samenwerkingsverband met de ASEAN goed. Het verdrag verbiedt het gebruik van geweld bij conflicten met ASEAN-lidstaten. Die moeten worden voorgelegd aan een Hoge Raad. China en de tien lidstaten van de ASEAN werken verder aan de vorming van de grootste vrijhandelszone ter wereld.
China speelt een actieve bemiddelende rol bij de besprekingen om een oplossing te vinden in de kwestie Noord-Korea. Een eerste zespartijenoverleg tussen Noord- Korea, China, Zuid-Korea, Japan, Rusland en de Verenigde Staten werd in augustus 2003 in Beijing gehouden maar eindigde zonder resultaat. Een tweede overleg vond plaats van 25-28 februari 2004. 2.3 Veiligheidssituatie13
Algemeen
De binnenlandse veiligheid valt onder de verantwoordelijkheid van het volksbevrijdingsleger (People's Liberation Army, PLA) en de militaire afdeling van de politie (People's Armed Police, PAP), samen met het ministerie van Openbare Veiligheid (= de politie). Uit hoofde van de wet op de staatsveiligheid van 22 februari 1993 staan zij onder leiding van het Nationaal Volkscongres. In de praktijk echter worden zij aangestuurd door de Communistische Partij. 11 Reuters, Russia, China, Central Asia agree on anti-terror base, 23 september 2003.
12 De ASEAN (Association of South East Asian Nations) wordt gevormd door Brunei, Cambodja, Indonesië, Filippijnen, Laos, Maleisië, Myanmar, Singapore, Thailand en Vietnam.
13 Zie 3.5.1, 3.5.2 en 3.5.3 voor een beschrijving van de (veiligheids)situatie in Tibet, Xinjiang en Binnen- Mongolië.
12

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

In 2002 werd een speciaal anti-terrorisme bureau in het leven geroepen, ressorterend onder het ministerie van Nationale Veiligheid. Dit bureau richt zich onder meer op de monitoring van grensovergangen, de beoordeling van visumaanvragen en de beveiliging van luchthavens.
In het kader van modernisering en herstructurering van het leger kondigde de regering in september 2003 plannen aan om het leger voor 2005 met 200.000 militairen in te krimpen tot 2,3 miljoen manschappen.14 De veiligheidssituatie in China is relatief stabiel te noemen. De als gevolg van de sluiting van staatsbedrijven steeds groter wordende aantallen werklozen vormen een potentiële bedreiging voor de sociale stabiliteit in China. De in april 2001 gestarte strike hard campagne, gericht op het tegengaan van corruptie, criminaliteit en sociale instabiliteit vindt nog altijd plaats.15 In een vier maanden durende campagne werden in 2003 bijna 45.000 politieagenten ontslagen, omdat zij niet voldoende gekwalificeerd zouden zijn of hun beroep slecht uitoefenden. Met name op het platteland werden vaak ongekwalificeerde politieagenten in dienst genomen vanwege personeelstekorten en de werkdruk. Er werden in 2003 273 politieagenten ontslagen en 616 gestraft voor overtredingen als gokken, drinken tijdens werktijd, dronkenschap achter het stuur, het onder invloed van alcohol dragen van wapens, en het dragen van wapens buiten diensttijd. Meer dan 500 agenten werden gestraft vanwege corruptie.16 Ook is een aantal agenten veroordeeld wegens foltering. Taiwan
China beschouwt Taiwan sinds 1949 als een opstandige provincie en streeft ernaar dat Taiwan, net als Hongkong en Macao, weer met het vasteland verenigd wordt. China heeft de afgelopen jaren meerdere malen gedreigd met militair ingrijpen bij dreigende veranderingen in de status quo.
In december 2003 werd in Taiwan een wetsvoorstel aangenomen dat het mogelijk maakt referenda te houden. De president van Taiwan, Chen Shui-bian, kondigde aan in maart 2004 een referendum te willen houden. China beschouwt het referendum als een stap in de richting van onafhankelijkheid van Taiwan en als
14 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report, oktober 2003; Reuters, China announces 200.000 military job cuts, 1 september 2003; Reuters, China to trim 200,000 from military ranks by 2005, 5 maart 2004.

15 Voor meer informatie over de strike hard campagne zie 3.3.7 (arrestaties en detenties), 3.3.8 (mishandeling en foltering), 3.3.11 (doodstraf) en 3.5.2 (Xinjiang).
16 DPA, China purges 45,000 police officers, 8 januari 2004; Reuters, China police nicked for gambling, drunk driving, 20 november 2003.
13

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

een verandering in de status quo, waartegen het een sterk protest heeft laten horen. Het referendum viel samen met de presidentsverkiezingen in maart 2004. President Shen Shui-bian won met een verschil van 0,2% van zijn tegenstander van de nationalistische partij Kuomintang. Het referendum werd niet geldig verklaard omdat minder dan de helft van de kiezers zich heeft uitgesproken. 2.4 Sociaal-economische situatie17
China's toetreding tot de WTO in december 2001 is een stap in het proces naar het openen van de markt voor buitenlandse investeringen en het vergroten van de export. Dit proces is sinds de jaren tachtig aan de gang. Reeds voor de WTO- toetreding behaalde China resultaten, die belangrijk zijn voor de sociaal- economische situatie. Hoewel de cijfers niet altijd even betrouwbaar zijn, hebben de economische hervormingen geleid tot een sterke groei van het inkomen per hoofd van de bevolking (verdubbeling in de periode 1980 - 1990 en nogmaals een verdubbeling in de tien jaren daarna). Deze ontwikkeling vond plaats in een relatief stabiele politieke en sociale omgeving. Echter, nog steeds leven meer dan 200 miljoen Chinezen, met name op het platteland en in het binnenland gelegen provincies, van minder dan een dollar per dag. Er is geografisch gezien sprake van grote ongelijkheid in de ontwikkeling van China. Vooral de oostelijke kustprovincies (waaronder Fujian, Zhejiang en Guangdong) profiteerden van de economische groei, maar het westen van het land is ver achter gebleven. Deze ongelijkheid is er voornamelijk de oorzaak van dat mensen (al dan niet legaal) migreren van de rurale gebieden naar de steden, van het westen naar het rijkere oosten van China. In de rijkere provincies is migratie naar het buitenland voor velen een logische stap.18 De hervormingen hebben geleid tot een situatie waarin garanties op werk en inkomen niet langer bestaan. Verwacht wordt dat het aantal werklozen in China de komende jaren zal verdrievoudigen. Stedelijke werkloosheid wordt geschat op 10%, waarbij de tientallen miljoenen plattelandsmigranten die naar de steden komen om werk te zoeken niet zijn meegerekend. Voorts heeft niet meer iedereen even gemakkelijk als vroeger toegang tot gezondheidszorg en onderwijs, omdat daar nu eigen bijdragen voor
17 Voor deze paragraaf is ondermeer gebruik gemaakt van CIA, World Factbook 2003, updated 1 augustus 2003; EIU, Country Reports China; Worldbank, China Half-Yearly Update, 16 oktober 2003; Worldbank, Country Assistance Strategy for China 2003-2005, 22 januari 2003; Reuters, China leaders demand new jobs to absorb unemployed, 18 augustus 2003; Reuters, Over 10 pct of Chinese live in dire poverty-expert, 10 juli 2003.
Zie het algemeen ambtsbericht China van 28 maart 2003 voor een omschrijving van de sociaal-economische situatie in de provincies Fujian en Zhejiang. Veel Chinezen in Nederland zijn afkomstig uit deze provincies.
18 Zie paragraaf 4.1.
14

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

worden gevraagd. Dit treft met name migranten (de floating population), maar bijvoorbeeld ook mensen die werden ontslagen door staatsbedrijven. De overheid biedt nog geen adequaat sociaal vangnet en een alternatief ontbreekt. Verder nemen de milieuproblemen toe.
Met het schudden van de hand van een aids-patiënt in december 2003 doorbrak premier Wen Jiabao een taboe op aids. Officiële schattingen geven aan dat 840.000 mensen seropositief zijn in China. Andere bronnen spreken zelfs van 1,5 miljoen HIV-positieve personen. Naar verwachting zal dit aantal de komende jaren sterk toenemen. De ziekte heeft een gevoelige politieke dimensie, omdat in de jaren negentig in zeven arme provincies illegaal gehandeld is met bloed afkomstig uit onhygiënische donaties. Daarbij waren plaatselijke bestuurders en partijleiders betrokken die nog niet gestraft zijn. In 2002 begon de regering pas met campagnes voor aids-bestrijding.19


19 Algemeen Dagblad, China kijkt aids in het gezicht. Regering durft ziekte eindelijk te erkennen, 4 december 2003; Human Rights Watch, Discrimination fuels HIV/aids crisis. Investigation urged into blood infection scandal, 3 september 2003; Human Rights Watch, Aids treatment plan welcome, but must protect rights. Poor to gain treatment access as high-risk groups face crackdown, 11 november 2003. 15

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


3 MENSENRECHTEN

3.1 Juridische context
3.1.1 Verdragen en protocollen
China is onder meer partij bij de internationale verdragen tegen rassendiscriminatie (CERD), vrouwendiscriminatie (CEDAW), foltering (CAT), ter bescherming van de rechten van het kind (CRC) en bij het verdrag over de status van vluchtelingen van 1951 (CSR) met bijbehorend protocol van 1967 (CSR-OP).
Het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten (ICCPR) werd op 5 oktober 1998 door China ondertekend, maar dit verdrag is nog niet geratificeerd. Een interdepartementaal comité is in het leven geroepen om de ratificatie voor te bereiden.
Het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten (ICESCR) is op 28 februari 2001 door China geratificeerd. Daarbij is echter een voorbehoud gemaakt ten aanzien van artikel 8 sectie 1 onder a, waardoor China zich niet verplicht acht onafhankelijke vakbonden toe te staan. China erkent alleen de All China Federation of Trade Unions (ACFTU), die door de staat gecontroleerd wordt. In juni 2003 werd het eerste implementatierapport gepresenteerd.
China is geen partij bij het Internationaal Strafhof. De Chinese regering heeft aangegeven geen verdrag met de Verenigde Staten inzake niet-uitlevering van Amerikaanse militairen af te zullen sluiten. 3.1.2 Nationale wetgeving
Grondwet
Het Nationaal Volkscongres gaf in maart 2004 zijn goedkeuring aan opname van een passage in de grondwet over de rechten van burgers. Het gaat daarbij om de zin: `De staat respecteert en beschermt de rechten van het volk.' Verder is tijdens het Nationaal Volkscongres in de grondwet opgenomen dat rechtmatig verkregen eigendom onschendbaar is, waarmee privé eigendom dezelfde status krijgt als publiek eigendom.
16

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Wetgeving met betrekking tot terrorisme en separatisme Op 29 december 2001 is door het Staand Comité van het Nationaal Volkscongres een aantal amendementen op de strafwet van China aangenomen die tot doel hebben `terroristische misdaden te bestraffen, nationale veiligheid en de veiligheid van leven en bezit van de bevolking te waarborgen en sociale orde te bewaren'.20 De amendementen maken het mogelijk zwaardere straffen (inclusief de doodstraf) op te leggen aan personen die terroristische activiteiten organiseren of leiden. De term `terroristisch' is echter niet nader gespecificeerd. Hierdoor is het voor overheidsinstanties mogelijk zelf een interpretatie te geven aan deze term. Ook de formulering van de teksten is niet altijd even duidelijk en kan op vele verschillende manieren worden uitgelegd. In de praktijk blijkt de term ruim ingevuld te worden.
Wetgeving met betrekking tot gezinsplanning21
De één-kindpolitiek werd sinds de jaren zeventig door middel van lokale administratieve regelgeving uitgevoerd, maar was nog niet in nationale wetgeving vastgelegd. De eerste nationale wet over gezinsplanning, waaraan 23 jaar is gewerkt, trad op 1 september 2002 in werking. Deze wet geeft verdere invulling aan constitutionele voorzieningen die voor inwerkingtreding van de wet de enige richtlijnen voor lokale regelgeving vormden voor dit onderwerp. Omdat voorheen op het Chinese platteland door de overheid gefinancierde gezinsplanningsorganisaties niet aanwezig waren, bepaalden gezinsplanningsambtenaren zelf hoeveel en hoe vaak boetes en belastingen geïnd werden bij gezinnen die zonder toestemming meer dan één kind hadden gekregen. Deze gelden werden mede gebruikt voor de directe financiering van de gezinsplanningscomités. Dit leidde nogal eens tot machtsmisbruik en corruptie. De bedoeling van de nieuwe wetgeving is dat daaraan een einde komt. De codificering van het gezinsplanningsbeleid leidt naar verwachting tot meer inzicht van burgers in hun rechten.
De nieuwe wet bevat de volgende elementen:

· de benaming van de boete die betaald moet worden voor het krijgen van een extra kind is nu social fostering fee of social compensation fee in plaats van unplanned birth fee. Men wil duidelijk maken dat extra kinderen een extra last zijn voor de openbare fondsen. De kosten daarvan worden op de ouders verhaald;
20 Er zijn twee amendementen toegevoegd aan artikel 120 van de strafwet, vier aan de artikelen 114, 115, 125 en 127, twee aan artikel 191 en een aan artikel 291 van de strafwet. Voor de volledige Engelse tekst van de amendementen, zie: Amnesty International, China's Anti-Terrorism Legislation and Repression in the Xinjiang Uighur Autonomous Region (ASA 17/010/2002), maart 2002. 21 Voor de uitvoering van de gezinsplanningswet in de praktijk zie 3.4.1. 17

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


· de exacte hoogte van de social compensation fee wordt per provincie bepaald en is gerelateerd aan het besteedbare jaarinkomen (inkomen na aftrek van sociale lasten, belasting etc.) in plaats van aan het totale gemiddelde jaarinkomen van een lokale arbeider;

· er is mogelijkheid tot beroep en er kunnen klachten worden ingediend;
· vanaf 1 september 2002 worden alle geïnde boetes in de nationale schatkist gestort en krijgen leden van de gezinsplanningscomités hun salaris betaald uit overheidsgelden;

· er is een verbod op het uitvoeren van echoscopieën om het geslacht van de foetus vast te stellen.22
De State Population and Family Planning Commission23 stelt zichzelf ten doel op korte termijn (mogelijk drie jaar) tot afschaffing van de social compensation fee te komen. De hoogte van de social compensation fee en het betalingsschema wordt gerelateerd aan het gemiddelde inkomen in het gewest. De hoogte kan daardoor variëren van 10% van het jaarlijkse inkomen in arme gebieden tot drie tot zeven keer het jaarlijkse inkomen in bepaalde stedelijke gebieden. Lokale autoriteiten kunnen per geval een regeling voor gespreide betaling treffen, de betaling uitstellen, een lager bedrag vaststellen of de boete kwijtschelden. Meestal bedraagt de boete vier tot zes keer een jaarinkomen. Hierdoor krijgen mensen voor lange tijd hoge schulden.
Bij de vaststelling van het aantal kinderen wordt onderscheid gemaakt tussen rurale gebieden, stedelijke gebieden en etnische minderheden. De vuistregel is dat men in rurale gebieden twee kinderen mag krijgen als het eerste een meisje is en in stedelijke gebieden één kind. Voor alle etnische minderheden, zoals de Miao of Tibetanen, geldt in principe geen beperking van het aantal kinderen. Iedere provincie kan complementair aan de nationale wetgeving zijn eigen richtlijnen opstellen met betrekking tot de voorwaarden voor echtparen om een tweede kind te krijgen. De specifieke regelingen wisselen per provincie. Op het platteland is het vaak toegestaan na een interval van vier of vijf jaar ongestraft een tweede kind te krijgen. Enkele provincies (Hainan, Jilin) hebben de verplichting tot een intervalperiode tussen twee kinderen opgeheven. Vaak is het toegestaan een tweede kind te krijgen indien beide ouders enig kind zijn; het eerste kind een niet-erfelijke handicap heeft; een hertrouwd echtpaar één kind heeft uit één van beide vorige huwelijken; bij adoptie; of, als één van beide ouders een etnische minderheid is, zoals de Miao of Tibetanen.
22 Population and Family Planning Law of the People's Republic of China (1 september 2002), Ch.V, Art. 35. 23 Tijdens het Nationale Volkscongres van maart 2003 werd de naam State Family Planning Commission (SFPC) officieel veranderd in State Population and Family Planning Commission. De toevoeging `population' geeft de commissie meer ruimte zich breder bezig te houden met bevolkingsbeleid. 18

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Echtparen die zich aan de richtlijnen houden krijgen bepaalde voordelen. Wanneer men huwelijk en geboorte langer uitstelt krijgt men onder andere langer zwangerschapsverlof (artikel 25) en kan men bijvoorbeeld voorrang krijgen bij het verkrijgen van leningen (artikel 28).
Het VN-bevolkingsfonds (UNFPA) heeft een samenwerkingsprogramma met de State Population and Family Planning Commission. De organisatie is werkzaam in 32 van de 2600 districten (bereik 17 miljoen mensen), maar meer dan 800 districten hebben volgens UNFPA inmiddels het UNFPA-beleid of delen daarvan overgenomen. Het programma betreft een integrale benadering waarbij cliënten voorlichting, counseling en de keuze uit verschillende anticonceptiemethoden krijgen. Belangrijke onderdelen van dit beleid zijn:
- in de districten zijn de quota met betrekking tot gezinsplanning die vroeger gehaald moesten worden, afgeschaft;

- concepten als kwaliteit van zorg en voorlichting over de redenen van het gezinsplanning beleid zijn geïmplementeerd;

- gezinsplanningsambtenaren zijn beter opgeleid. Huwelijkswet
Per 1 oktober 2003 is een nieuwe huwelijkswet (regulations on marriage registration) in werking getreden waarmee Chinezen meer individuele vrijheid hebben gekregen. Onder deze wet kunnen stellen trouwen zonder verklaring van hun werkeenheden of wijkcomités dat de aanstaande echtelieden ongehuwd zijn. In het verleden kon de procedure erg lang duren, en ook kwam het voor dat werkeenheden om politieke of persoonlijke redenen geen verklaring afgaven of dat een verklaring slechts werd afgegeven na het ontvangen van smeergeld. Een andere wijziging ten opzichte van de vorige wet is dat het niet langer verplicht is een medisch onderzoek te ondergaan. Dit onderzoek richtte zich onder meer op de kans op geboorteafwijkingen. Personen met aids of een besmettelijke ziekte worden niet langer uitgesloten van het huwelijk. Om te kunnen trouwen hoeven stellen nu alleen de hukou (familiehuishoudregistratieboekje24) en identiteitskaart te overleggen en een verklaring van ongehuwd zijn te tekenen. Scheiden is met de nieuwe wet ook eenvoudiger geworden. Voor echtscheidingen is per 1 oktober 2003 geen toestemming van de werkgever meer nodig. Ook hoeft men niet langer deel te nemen aan bemiddelingssessies georganiseerd door de overheid.25
24 Zie 3.3.5.
25 Zie ook 3.4.1.
Far Eastern Economic Review, Untying the knot, 11 september 2003; Reuters, China trims red tape needed to tie the knot, 20 augustus 2003; BBC News, China makes marriage easier, 20 augustus 2003; BBC News, China loosens up marriage rules, 1 oktober 2003; ANP, Chinezen kunnen zonder papierwinkel trouwen, 1 oktober 2003; BBC News, China unties the marriage knots, 6 oktober 2003; Trouw, Trouwen makkelijker in China-afgezien van het feest, 22 oktober 2003. 19

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

3.2 Toezicht
NGO's dienen in China geregistreerd te zijn bij de overheid. Onafhankelijke mensenrechtenorganisaties zijn niet toegestaan in China. In Hongkong is wel een aantal mensenrechtenorganisaties gevestigd. Het voorgenomen bezoek in juni 2003 van wijlen Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties Sergio Vieira de Mello werd uitgesteld wegens zijn benoeming in Irak als speciale vertegenwoordiger voor de VN- Secretaris Generaal.
De VN-rapporteur inzake onderwijs bracht in september 2003 een bezoek aan China. Dit was het eerste bezoek van een speciale rapporteur aan China sinds 1994. De VN-rapporteur inzake foltering en de VN-rapporteur inzake vrijheid van godsdienst hebben begin 2004 een uitnodiging van de China autoriteiten ontvangen.
De Europese Unie, alsook individuele landen, waaronder Australië en de Verenigde Staten, onderhouden een dialoog met China over de mensenrechten. Ook bij diplomatieke demarches en andere politieke ontmoetingen worden de mensenrechten aan de orde gesteld.
De EU-China dialoog wordt tweemaal per jaar gehouden en aangevuld met mensenrechtenseminars waaraan academische experts, NGO's en andere vertegenwoordigers uit de EU en China deelnemen.26 Aandachtspunten tijdens de dialoog zijn onder meer de doodstraf, administratieve detentie, foltering, respect voor culturele en religieuze rechten van etnische minderheden met name in Tibet en Xinjiang, vrijheid van religie, vrijheid van vergadering, en vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. Verder worden individuele zaken van politieke gevangenen opgebracht. Een aantal ontwikkelingen kan op de lange termijn bijdragen aan een verbetering van de mensenrechtensituatie, zoals het partij zijn van China bij internationale verdragen en ingezette gerechtelijke hervormingen. In het kader van de bilaterale mensenrechtendialoog met China, en ter voorbereiding op het EU-voorzitterschap, bracht de Nederlandse mensenrechtenambassadeur in februari 2004 een bezoek aan China. De mensenrechtenambassadeur bezocht Beijing en Xinjiang. Daarbij werd onder meer gesproken over administratieve detentie, vrijheid van religie, vrijheid van meningsuiting, vergadering en vereniging, foltering en mishandeling, de doodstraf, Tibet en Xinjiang, en de rechten van mensen met HIV/aids. 26 European Union, The EU's relation with China, updated november 2003 (www.europa.eu.int). 20

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

3.3 Naleving en schendingen27
3.3.1 Vrijheid van meningsuiting
De Chinese grondwet garandeert de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid. In de praktijk zijn persvrijheid en vrijheid van meningsuiting echter aan aanzienlijke beperkingen onderworpen. Informatie die China (internationaal) in verlegenheid zou kunnen brengen wordt door de Chinese autoriteiten aangemerkt als staatsgeheim. Deze term is in de wet echter niet duidelijk gedefinieerd. Er vindt veel controle van de media plaats en er is ook een grote mate van zelfcensuur op politiek gevoelige onderwerpen.
De autoriteiten laten niet toe dat de leidende rol van de Chinese Communistische Partij aangetast of in gevaar wordt gebracht, en dat kritiek wordt geleverd op rege- ringsleiders of officiële beleidsuitgangspunten van de partij. Zo is het verboden artikelen te schrijven die:

· in tegenspraak zijn met de `Vier Fundamentele Principes' (de weg van het socialisme, het denken van Marx, Lenin en Mao Zedong, het leiderschap van de CCP en de dictatuur van het proletariaat);
· de onafhankelijkheid van Tibet, Xinjiang, Binnen-Mongolië en Taiwan bevorderen;

· `bijgeloof' uitdragen (hieronder vallen teksten met betrekking tot de Falun Gong, de Zhong Gong en andere religieuze of semi-religieuze bewegingen). Met betrekking tot door Chinese autoriteiten als niet-politiek gevoelig beschouwde onderwerpen, is het mogelijk om in China zonder consequenties kritiek te uiten. Het is (vooraf) echter niet altijd duidelijk waar de grens ligt wat wel en niet geoorloofd is.
In toenemende mate wordt de buitenlandse pers toegang verleend tot China, maar bij verslaggeving over gevoelige onderwerpen als sociale of politieke onrust wordt vaak toegang tot plaatsen of betrokkenen geweigerd. Na de `radiostilte' in de beginperiode van de SARS-epidemie, was er tijdens de SARS-crisis een korte periode van relatieve openheid. Op het verspreiden van geruchten over SARS stonden echter zware straffen. De openheid was echter van korte duur.28
27 In deze en volgende paragrafen worden regelmatig individuele gevallen genoemd. Deze dienen slechts ter illustratie en vormen geen uitputtende opsomming. 28 Zie ook 2.2. Asia Times online, Media in China: The door slams shut, 23 juni 2003. 21

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

In maart 2003 werd de uitgave van de 21st Century World Herald tijdelijk gestaakt na een interview waarin opgeroepen werd tot meer democratie binnen de CCP en kritiek op de rechtsgang. De Beijing New Times (Beijing Xinbao) werd gesloten en redacteuren ontslagen nadat het blad in juni het Nationaal Volkscongres "weerzinwekkend" had genoemd. Ook in juni werd een editie van het economische tijdschrift Caijing uit de handel genomen waarin onder andere artikelen waren opgenomen over de impact van SARS en een onroerend goed schandaal in Shanghai.29
Volgens de Amerikaanse mensenrechtenorganisatie Committee to Protect Journalists (CPJ) zaten begin 2004 39 journalisten in China gevangen op beschuldiging van onder meer het publiceren en verspreiden van materiaal via internet en het lekken van staatsgeheimen.30
Sinds eind 2003 is er meer openheid over aids in de Chinese pers en verschijnen er meer artikelen over dit onderwerp. Echter, in augustus 2002 werd aids-activist Wan Yanhai opgepakt en beschuldigd van het verspreiden van staatsgeheimen, nadat hij via e-mail een overheidsrapport, op basis waarvan in de pers artikelen geschreven waren, had verspreid. In september 2002 werd hij vrijgelaten. Begin jaren negentig werden in de provincie Henan duizenden mensen besmet met het HIV-virus door het verkopen van hun bloed. Openhartige artsen en HIV- geïnfecteerde demonstranten die behandeling eisen, worden door de politie lastig gevallen en opgepakt.31 In oktober 2003 werd een ambtenaar van het provinciale ministerie van Gezondheidszorg, Ma Shiwen, veroordeeld tot acht jaar cel wegens het verspreiden van een intern overheidsrapport over aids. Internet
Het aantal gebruikers van internet en het aantal websites in China neemt nog steeds toe. Er zouden thans ongeveer 80 miljoen internetgebruikers zijn. De huidige internetgebruikers blijken vooral in de grote steden aan de oostkust te wonen en bestaan voornamelijk uit jongeren. Het aandeel vrouwen en minder hoog opgeleiden neemt toe. Chinezen gebruiken internet vooral om informatie te vergaren.32
29 Far Eastern Economic Review, A populist style for party, not public, information, 10 juli 2003; Reuters, China stifles curb-defying magazine, 23 juni 2003; Asia Times Online, Media in China The door slams shut, 23 juni 2003; CPJ, CPJ condemns media crackdown, 20 juni 2003; CPJ, Magazine banned in ongoing crackdown, 23 juni 2003.
30 CPJ, CPJ calls for imprisoned journalist's release, 27 januari 2004; CPJ, CPJ condemns arrest of Internet essayist. Detention is part of continuing crackdown on online speech, 3 november 2003; Reporters sans Frontières, China 2003 Annual Report.
31 Human Rights Watch, Release health official jailed for aids report, 7 oktober 2003. 32 Internationale Spectator, Internet en democratisering in China, oktober 2002.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

De autoriteiten trachten de toegang tot internetsites te controleren. Meer dan 30.000 personen zouden belast zijn met de controle van internetgebruik. Er is een internetpolitie in het leven geroepen, opererend onder het ministerie voor Openbare Veiligheid. De toegang tot politiek gevoelige websites, waaronder die van buitenlandse persbureaus en mensenrechtenorganisaties, maar ook tot zoekmachines, wordt regelmatig beperkt en is in sommige gevallen geblokkeerd. Berichten met politiek gevoelige woorden worden systematisch geblokkeerd. Naar schatting 50.000 sites worden soms geblokkeerd, en de toegang tot 19.000 andere sites is onmogelijk. De 110.000 internetcafés hebben programmatuur moeten plaatsen die de toegang tot het wereldomspannende computernetwerk beperkt. Herhaaldelijk worden internetcafés gesloten. Minderjarigen worden in veel internetcafés niet toegelaten en managers van internetcafés dienen een registratie bij te houden van gebruikers.33
De Chinese regering treedt steeds harder op tegen gebruikers van internet die informatie downloaden of via internet hun opvattingen uitdragen. Begin 2004 had Amnesty International 54 zaken geregistreerd waarbij mensen waren opgepakt en/of veroordeeld in verband met aan het internet gelieerde overtredingen.34 Daarnaast zit volgens Amnesty International een onbekend aantal mensen zonder vorm van proces vast op beschuldiging via internet informatie te hebben verspreid over SARS. Ook zijn mensen gearresteerd die online een petitie hebben getekend waarin wordt opgeroepen tot democratische hervormingen. Onder de gedetineerden bevinden zich politieke activisten, schrijvers, studenten, leraren, advocaten, zakenlieden, voormalige politiefunctionarissen en leden van niet- toegelaten bewegingen als de Falun Gong. De meeste van hen zijn veroordeeld tot gevangenisstraffen tussen de twee en twaalf jaar op grond van ondermijning van de staatsveiligheid.35
In mei 2003 werden vier, reeds in maart 2001 gearresteerde, internetdissidenten veroordeeld tot straffen variërend van 5 tot 10 jaar wegens subversie. Volgens de mensenrechtenorganisatie Human Rights in China, vertelde een van de 33 Amnesty International, Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004); Reporters sans Frontières, Living dangerously on the Net, 12 mei 2003; Reuters, China seen tightening control over Internet cafes, 10 juni 2003; BBC News, China internet dissident `on hunger strike', 3 juni 2003; Reuters, China tightens rules on Internet address managers, 21 november 2003. 34 Eind 2002 had Amnesty International 33 zaken geregistreerd. Volgens Committee to Protect Journalists zaten eind 2003 16 personen in de gevangenis wegens het schrijven of verspreiden van informatie op internet. CPJ, Internet writer freed, 1 december 2003; Amnesty International, Control tightens as Internet activism grows (ASA 17/001/2004), 28 januari 2004. 35 Amnesty International, Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004). Vier van de gedetineerden (Falun Gong-aanhangers) zouden in gevangenschap zijn overleden als gevolg van mishandeling of foltering.
23

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

veroordeelden te zijn gefolterd omdat hij weigerde te bekennen.36 In september 2003 werd in Sichuan een man gearresteerd op verdenking van subversie. Hij zou zijn mening hebben geuit op bulletin boards en chatrooms op internet. 37 In oktober 2003 werd in Changun een man veroordeeld tot drie jaar cel wegens het plaatsen van artikelen op internet waarin hij zich negatief uitliet over de Chinese overheid.38 In november 2003 werd in Beijing een man veroordeeld tot vier jaar cel omdat hij anticommunistische essays op internet had geplaatst.39 In december 2003 werd een ambtenaar tot acht jaar cel veroordeeld omdat hij berichten over corruptie door de overheid via internet openbaar gemaakt had.40 Studente Liu Di, die in december 2002 was opgepakt wegens kritische uitlatingen en haar oproep tot vrijlating van internetdissidenten, werd in november 2003 tezamen met twee andere internetdissidenten vrijgelaten. Zij werd niet formeel aangeklaagd en haar ouders mochten haar tijdens haar gevangenschap niet opzoeken. Duizenden mensen hadden in de maanden ervoor online-petities getekend voor haar vrijlating. Ten minste vijf ondertekenaars van deze petities werden zelf opgepakt.41
3.3.2 Vrijheid van vereniging en vergadering
De macht in China is volledig in handen van de Chinese Communistische Partij (CCP). In de Chinese People's Political Consultative Conference en het Nationale Volkscongres zijn enkele andere legale politieke partijen vertegenwoordigd, die de machtspositie van de CCP volledig ondersteunen en weinig in te brengen hebben. Het zijn onder andere de China Association for Promoting Democracy, de China Democratic League en de China Democratic National Construction Association. Het is niet toegestaan om onafhankelijke partijen op te richten die zich kritisch tegenover de CCP opstellen. Ook het pleiten voor meer democratie wordt niet geduld. Onschuldig lijkende massabewegingen, die spreekbuis zouden kunnen worden voor ontevredenen en daardoor een bedreiging kunnen worden voor het gezag van de CCP, worden door de autoriteiten bestreden. Er zijn nauwelijks 36 CPJ, Four Internet writers sentenced to lengthy prison terms, 28 mei 2003; Reuters, China jails four Internet activists for subversion, 29 mei 2003. 37 Reuters, Chinese Web activist held on subversion charge-group, 24 september 2003. 38 Reuters, China jails cyber-dissident for three years, 23 oktober 2003; CPJ, Internet essayist sentenced, 21 oktober 2003.
39 Reuters, China jails dissident for four years, 28 november 2003. 40 Reuters, China jails official who exposed graft-rights group, 12 december 2003; DPA, China jails official for eight years for online subversion, 11 december 2003. 41 Reuters, China releases cyber dissident-group, 30 november 2003; Reuters, China detains Internet essayist for subversion, 31 oktober 2003; Reuters, China prosecutors refuse to indict cyber-dissident, 2 november 2003; CPJ, CPJ condemns arrest of Internet essayist, 3 november 2003; Amnesty International, Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004). 24

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

illegale politieke partijen actief in China, omdat iedere poging een onafhankelijke partij op te richten in de kiem wordt gesmoord. In 1991 verscheen een aantal kleine politieke organisaties, maar reeds een jaar later waren die door tussenkomst van de autoriteiten alle niet meer actief.42
NGO's
NGO's in China moeten zich registreren bij de overheid. Elke organisatie is gelieerd aan een overheidsinstelling, de guankao danwei (`schoonmoeder'). Het is niet mogelijk om meerdere organisaties die op hetzelfde terrein werkzaam zijn te registeren. Hoewel niet officieel geregistreerd, worden sommige organisaties wel getolereerd. Het gaat dan om organisaties en groepen die zich bezighouden met onderwerpen als milieu, gezondheidszorg en onderwijs. De grens van tolerantie is echter moeilijk aan te geven. De niet-officiële status betekent een onzeker bestaan voor deze organisaties.43
Democratiseringsbeweging van 1989
Het ingrijpen van het leger op 4 juni 1989 tegen demonstrerende studenten op het Plein van de Hemelse Vrede (Tiananmenplein) betekende een terugslag voor al diegenen die destijds hoopten op een grotere vrijheid van meningsuiting en meer democratie.44 Leidende personen ontvingen meerjarige gevangenisstraffen. Veel van hen zitten nu nog vast. Na de eerste golf strenge veroordelingen werd het vervolgingsbeleid geleidelijk aan minder streng. Reeds vanaf het najaar van 1989 werd bekend gemaakt dat studenten die bij de gebeurtenissen geen leidende rol hadden gespeeld, bij terugkeer naar China niet hoefden te vrezen voor vervolging.45 Hernieuwde activiteiten voor meer politieke vrijheid en discussie over de gebeurtenissen van 1989 worden echter niet geduld (zie ook hierna onder `dissidenten'). Sommige activisten uit 1989 zijn weer gearresteerd nadat ze opnieuw actief werden. Ex-activisten worden nog steeds in het oog gehouden en worden soms opgeroepen voor ondervraging. Ook actieve activisten in het buitenland zouden in de gaten worden gehouden.
China Democracy Party
De China Democracy Party (CDP) werd in 1997 opgericht door Wang Youcai, oorspronkelijk onder de naam China Justice Party. Doel was te komen tot directe verkiezingen en een meerpartijensysteem. In 1998 leken de autoriteiten zich enige 42 Zie voor een lijst van deze organisaties: UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.168) en Annex B, oktober 2003 en Human Rights Watch, Nipped in the Bud; The suppression of the China Democracy Party, september 2000.
43 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.159 t/m 5.175), oktober 2003; Human Rights in China, Walking the tightrope: civil society organizations in China, China Rights Forum no. 3, 2003. 44 Voor een beschrijving van de gebeurtenissen op 4 juni 1989 en de daarop volgende vervolging van studentenleiders en andere leidende personen, zie het ambtsbericht China van 29 november 1991 (DAZ/BA- 42179).
45 Zie ambtsbericht Terugkeer in China van 15 april 1998 (DPC/AM-599620), paragraaf 4.4. 25

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

tijd meer tolerant op te stellen ten aanzien van politieke bewegingen. Toen een aantal personen trachtte de China Democracy Party officieel als politieke partij te registreren, traden de autoriteiten onverwachts toch streng op. De partij werd verboden.
Eind 1999 waren ten minste 30 leiders van de partij opgepakt, veroordeeld op grond van subversiviteit of vastgezet zonder formele aanklacht.46 De CDP is thans in Washington gevestigd. De campagne tegen activisten van de China Democracy Party duurt nog steeds voort.47 Leiders van de CDP die in China activiteiten ontplooien zouden arrestatie en gerechtelijke vervolging kunnen verwachten. Dit geldt niet voor minder actieve of bekende leden.48 Dissidenten
In 2002 zijn 30 tot 40 dissidenten gearresteerd. Dit aantal is vergelijkbaar met het jaar daarvoor. Over 2003 zijn geen cijfers bekend. Een aantal dissidenten heeft strafvermindering gekregen of is voorwaardelijk vrijgelaten. Ook leeft een aantal dissidenten in ballingschap.
Zolang als politiek dissident bekend staande personen niet weer actief worden, hebben zij relatief weinig van de autoriteiten te vrezen. Wel worden dissidenten en soms hun familieleden geïntimideerd door de Chinese autoriteiten. Voorafgaand aan belangrijke bezoeken van buitenlandse staatslieden of Chinese nationale feestdagen worden bij de autoriteiten bekende dissidenten vaak opgepakt. De meesten worden slechts voor enkele dagen vastgehouden. In de aanloop naar het 16e partijcongres in november 2002 was een toename te bespeuren van arrestaties en het intimideren van dissidenten en politieke activisten.49 Onder de arrestanten bevonden zich onder meer enkele personen die pro- democratische berichten via internet hadden verspreid en zes van de 192 personen die in november 2002 een petitie hadden ondertekend. Deze petitie riep de regering op om de veroordeling van de protesten in 1989 op het Tiananmenplein te herroepen en drong aan op democratische hervormingen en de vrijlating van politieke gevangenen. In januari 2003 werd een zevende dissident in verband met bovenstaande petitie opgepakt. De zeven50 riskeren vijftien jaar cel. 46 Voor een uitgebreid verslag over de China Democracy Party, zie: Human Rights Watch, Nipped in the Bud; The suppression of the China Democracy Party, september 2000. 47 US Department of State, China Country Report on Human Rights practices 2003, 25 februari 2004. 48 Dui Hua Foundation, Article 23 debate reawakens interest in China's counterrevolutionary groups, In: Dialogue, zomer 2003.
49 US State Department, China Country Report on human rights practices 2003, 25 februari 2004; Freedom House, Freedom in the World 2003, updated 12 juni 2003. 50 Het betreft Zhao Changqing, Sang Jiancheng, Ouyang Yi, Dai Xuezhong, Jiang Lijun, He Depu en Han Lifa. 26

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Een van deze zeven activisten is Zhao Changqing. Hij werd in augustus 2003, achter gesloten deuren, tot vijf jaar cel veroordeeld wegens subversie. Zhao is eerder veroordeeld na de Tiananmenplein protesten in 1989.51 Een ander van de zeven bovengenoemde dissidenten is He Depu. Hij werd in november 2003 veroordeeld tot acht jaar cel wegens ondermijning van de staat en het aanzetten daartoe. Hij is lid van de China Democracy Party en plaatste vier artikelen op internet waarin hij opriep tot meer democratie en vrijlating van politieke gevangenen.52
Nog een ander van bovengenoemde zeven activisten, Sang Jiancheng, werd in januari 2004 veroordeeld tot 3 jaar cel wegens ondermijning van de staat en het verspreiden van een open brief over politieke hervormingen.53

Voorafgaand aan een EU-China overleg werd dissident Kang Yuchun na 12 jaar, vervroegd, vrijgelaten. Hij was tot 17 jaar veroordeeld omdat hij een ondergrondse politieke partij had opgericht.54
Een advocaat, Zheng Enchong, die Shanghainezen bijstond die compensatie wilden voor onteigening, werd in oktober 2003 veroordeeld tot drie jaar gevangenis. Hij zou op een illegale manier staatsgeheimen hebben verkregen en deze hebben verspreid. Zheng beschuldigde de stedelijke autoriteiten van betrokkenheid bij een onroerend goed schandaal.55 Arbeidersonrust
De All China Federation of Trade Unions staat onder controle van de CCP. Onafhankelijke vakbonden zijn in China niet toegestaan. In oktober 2003 werd voormalig rechter Li Jianfeng, met zeven anderen, veroordeeld tot 16 jaar gevangenis omdat hij een illegale vakbond had opgezet.56 In China neemt de onrust onder arbeiders toe. Veel staatsbedrijven worden geherstructureerd. Arbeiders demonstreren tegen massaontslagen, afvloeiingsregelingen, achterstallige loonbetalingen, slechte arbeidsomstandigheden, corruptie van het bedrijfsmanagement en het openbaar 51 Reuters, China jails political dissident for five years, 5 augustus 2003. 52 ANP/AFP, Chinese dissident krijgt acht jaar cel, 6 november 2003. 53 South China Morning Post, Activist jailed over June 4 petition, 8 januari 2004; AP, China sentences retiree Web surfer to prison for online appeal for democracy, 7 januari 2004. 54 Reuters, China frees dissident ahead of EU summit, 28 oktober 2003. 55 Reuters, Crusading Shanghai Lawyer gets three years in jail, 28 oktober 2003; Human Rights Watch, Tenant rights advocate arbitrarily jailed, 19 december 2003. 56 Reuters, China jails ex-judge for 16 years for subversion, 30 oktober 2003. 27

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

bestuur en vertragingen bij de uitbetaling van uitkeringen en pensioenen. In de eerste helft van 2002 vonden enkele grote demonstraties plaats van tienduizenden arbeiders in Liaoning en Heilongjiang.57 De leiders en organisatoren van de demonstraties werden opgepakt.
Op 9 mei 2003 werden twee stakingsleiders, Yao Fuxin en Xiao Yunliang, veroordeeld tot respectievelijk zeven en vier jaar cel en wegens het ondermijnen van het politieke systeem in het land. De aanklacht was gebaseerd op interviews die de mannen gaven aan de internationale pers, contacten met mensenrechtenorganisaties in Hongkong en het bijwonen van bijeenkomsten van de China Democracy Party in 1998-99. Volgens mensenrechtenorganisaties worden familieleden van deze twee stakingsleiders en andere bij de stakingen betrokkenen door de politie en de stedelijke autoriteiten lastiggevallen.58 Ook in 2003 en begin 2004 vonden demonstraties plaats tegen loonsverlagingen, corruptie, vertraagde uitbetaling van pensioenen en werkloosheid en werden personen die opkwamen voor de rechten van arbeiders gearresteerd. De arbeidersdemonstraties vinden plaats door het hele land, maar zijn op zichzelf staande gebeurtenissen en worden niet centraal georganiseerd. De Chinese autoriteiten proberen de onrust de kop in te drukken door in te gaan op enkele klachten, maar ook de leiders van de demonstraties te arresteren. De autoriteiten beseffen dat er een probleem is en besteden meer aandacht aan bestrijding van de werkloosheid, ook om de sociale spanningen in te dammen. In oktober 2003 staakten 5400 arbeiders van een textielfabriek in het zuidwesten van China vanwege een te lage ontslagpremie voor de 1900 medewerkers die ontslagen zouden worden.59
In november 2003 gingen 7.000 arbeiders de straat op in de provincie Hubei omdat zij de ontslagpremie voor de 3.000 medewerkers die ontslagen zouden worden vanwege privatisering van hun autofabriek onvoldoende vonden.60 In februari 2004 demonstreerden 2.000 arbeiders in de provincie Hunei voor een betere compensatieregeling bij de verkoop van hun bankroete fabriek aan investeerders.61
57 Voor meer informatie over deze stakingen zie het algemeen ambtsbericht China van maart 2003. 58 AFP, Celstraffen voor Chinese vakbondsleiders, 9 mei 2003; BBC News, Chinese protest leaders `jailed', 9 mei 2003; Human Rights Watch, Harsh sentences for labor activists, 10 mei 2003; Amnesty International, Bliksemactie, 14 mei 2003.
59 AFP, Five Thousand workers facing layoff strike in southwest China, 27 oktober 2003. 60 Reuters, China detains five workers after protest-group, 23 november 2003. 61 AP, Chinese textile workers strike, clash with police over unpaid wages, corruption, 13 februari 2004. 28

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

3.3.3 Vrijheid van godsdienst en overtuiging
Algemeen
Er zijn vijf officieel erkende religies in China: katholicisme, protestantisme, boeddhisme, islam en taoïsme.
Volgens een witboek van de regering, gepubliceerd in april 2002, zijn meer dan 200 miljoen Chinezen religieus. De meesten daarvan hangen het boeddhisme of het taoïsme aan, maar het christendom en de islam kennen ook tientallen miljoenen gelovigen. Naar schatting 8 procent van de bevolking is boeddhist (meer dan 100 miljoen mensen), 1,4 procent moslim (meer dan 20 miljoen mensen), 0,4 procent aanhanger van de officiële katholieke kerk, naar schatting 0,4 tot 0,8 procent is aanhanger van de aan het Vaticaan gelieerde, niet-erkende katholieke kerk (naar schatting 10 miljoen mensen), tussen de 0,8 en 1,2 procent is protestant (ongeveer 15 miljoen mensen) en tussen de 2,4 en 6,5 procent gaat naar de niet-geregistreerde onofficiële protestantse kerken (naar schatting 30 miljoen mensen).
Traditionele inheemse volksreligies, gelieerd aan het taoïstische of het boeddhistische geloof, worden door honderden miljoenen burgers gepraktiseerd en in wisselende mate getolereerd door de Chinese autoriteiten. In de Chinese grondwet staat vrijheid van godsdienst en de vrijheid om niet te geloven omschreven. Leden van de CCP wordt ontmoedigd een geloof aan te hangen. Religieuze instellingen worden in China streng gecontroleerd, zijn verplicht zich te registreren en worden aan strikte regels gebonden. Het Bureau voor Religieuze Zaken, ressorterend onder de Staatsraad, is verantwoordelijk voor het algehele toezicht en beoordeelt de legitimiteit van religieuze activiteiten. Voor iedere officieel erkende religie bestaat een overkoepelend toezichthoudend orgaan. De Chinese autoriteiten zijn tolerant ten opzichte van religieuze activiteiten van officieel geregistreerde kerken.
Illegale kerken en sektes waaronder de Falun Gong hebben het de afgelopen jaren nog moeilijker gekregen. Lokale autoriteiten maken geregeld gebruik van administratieve procedures om zonder rechtsgang leden van niet-geregistreerde kerkgenootschappen te veroordelen tot heropvoeding door arbeid.62 Leiders van ongeoorloofde kerken lopen het risico te worden geïntimideerd, verhoord, vastgezet en mishandeld. De autoriteiten sluiten of breken niet-geregistreerde kerken of tempels af, verbieden niet-geregistreerde kerkgenootschappen of verbieden ze als zijnde sektes.63
62 Zie 3.3.7 voor informatie over heropvoeding door arbeid. 63 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003. 29

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Christenen
De door de Chinese overheid erkende christelijke kerken zijn de `Katholieke Patri- ottische Beweging' (Catholic Patriotic Association), en de protestantse `Drie-Zelf Patriottische Beweging' (Three-Self Patriotic Movement/Chinese Christian Council). Katholieken en protestanten die onafhankelijk van deze twee staatskerken hun geloof wensen te belijden, overtreden de wet. Het is aan de rooms-katholieken in China niet toegestaan het gezag te erkennen van de Paus en het Vaticaan. De Chinese overheid tracht hen daarmee af te schermen van `buitenlandse invloeden'. Sinds 1982 bestaat een verbod op huiskerken. Niet- geregistreerde plaatsen, zoals ondergrondse huiskerken, zijn daarom sinds 1982 illegaal. Volgens een regeling van 6 mei 1991 dienen alle plaatsen waar religieuze activiteiten plaatsvinden, te worden geregistreerd. Ingevolge het bepaalde in artikel 36 van de grondwet dienen religieuze groeperingen zich te onthouden van activiteiten die de openbare orde verstoren, de gezondheid van burgers in gevaar brengen, of inbreuk maken op het onderwijssysteem van China. Ook is het voor buitenlanders verboden zendingsarbeid te verrichten. Zoals gezegd zijn niet-geregistreerde kerken illegaal. Wel kunnen in de praktijk niet-geregistreerde groepen mensen in huiskerken bijeen komen om te bidden of voor bijbelstudie, zolang ze maar klein en op de achtergrond blijven.64 De mogelijkheid tot godsdienstbeoefening van niet-geregistreerde kerken is in de praktijk afhankelijk van de opstelling van de lokale autoriteiten en varieert per regio (de provincies Jiangsu en Hunan zijn bijvoorbeeld toleranter). Sommigen kunnen openlijk in kerken bijeenkomen, andere kerkgemeenschappen veranderen continu van ontmoetingsplaats om ontdekking te voorkomen.65 De aanpak van niet-geregistreerde kerken lijkt te zijn verscherpt. Niet- geregistreerde kerken wordt aangespoord zich alsnog te registeren. Daarnaast treden de autoriteiten met enige regelmaat op tegen praktiserende leden van niet- geregistreerde huisgemeenten. De aandacht gaat daarbij vooral uit naar de kerkleiders.66 In het algemeen worden opgepakte leden van huisgemeentes verhoord en een boete opgelegd, maar na korte tijd weer vrijgelaten. In Yunnan werden in juni 2003 twaalf leden van een ondergrondse christelijke kerk gearresteerd wegens illegale verspreiding van `feodaal bijgeloof'. Acht leden werden 64 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003. 65 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003; UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.38 t/m 6.53), oktober 2003. 66 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.24), oktober 2003. 30

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

naar een heropvoedingskamp gestuurd, de overige vier kregen lichtere straffen. De kerk had toestemming gevraagd om diensten te houden.67 In juli 2003 werden vijf priesters van een ondergrondse katholieke kerk in de provincie Hebei gearresteerd toen zij een bezoek brachten aan een zojuist uit een werkkamp vrijgelaten priester.68
Volgens een mensenrechtenorganisatie in Hongkong werden in de provincie Jiangsu in de tweede helft van 2003 naar schatting duizend ontmoetingsplaatsen van ondergrondse christelijke kerken gesloten. Ongeveer dertig christenen werden opgepakt.69 In Hangzhou (Zhejiang) werden volgens dezelfde organisatie ten minste elf illegale kerken gesloten en twee christelijke activisten gedetineerd.70 Een mensenrechtenorganisatie in Hongkong meldde in november 2003 dat een christelijke vrouw die opgepakt was wegens illegale religieuze activiteiten, door de politie doodgeslagen werd. Dit gebeurde nadat haar familie weigerde om te betalen voor haar vrijlating.71
Boeddhisten
Het boeddhisme is de grootste religie in China. Volgens de Chinese overheid zijn er 16.000 boeddhistische tempels en meer dan 200.000 boeddhistische nonnen en monniken in China. Buiten de Tibetaanse Autonome Regio bestaat een grotere vrijheid om religie uit te oefenen en religieuze training te geven dan in Tibet.72 Een beschrijving van de situatie voor boeddhisten in Tibet is opgenomen in paragraaf 3.5.1.
Moslims
Volgens de Chinese overheid zijn er 40.000 islamitische gebedsplaatsen en 45.000 imams in China. De Hui is de grootste officieel erkende moslimgroep in China (circa 9 miljoen) en leeft verspreid over heel China. Hui identificeren zich niet heel sterk met hun etniciteit.73 Ze zijn etnisch en linguïstisch Chinees, dit in tegenstelling tot de Oeigoeren die etnisch en linguïstisch verwant zijn aan de Turken. De grootste concentraties Hui leven in de Hui Autonome Regio in Ningxia en in de provincies Gansu en Qinghai.
67 Reuters, China arrests eight underground Christians, 19 juni 2003; BBC News, Chinese Christians arrested, 26 juni 2003.
68 Reuters, China arrests underground Catholic priests-group, 5 juli 2003. 69 Reuters, China province cracks down on Christianity-HK group, 20 november 2003. 70 Reuters, China detains two Christian activists-rights group, 3 december 2003. 71 China police beat Christian to death-rights group, 4 november 2003. 72 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003. 73 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.128), oktober 2003. 31

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

De behandeling van islamitische minderheden varieert in China. De Hui- minderheid heeft meer religieuze vrijheid dan de Oeigoeren. Zo worden de Hui niet belemmerd in de uitoefening van hun godsdienst en bijvoorbeeld het bouwen en renoveren van moskeeën. In sommige gebieden gaan moslimkinderen naast het regulier onderwijs ook naar religieuze scholen. De Chinese overheid verleent steun aan de moslimgemeenschap door onder andere het subsidiëren van een pelgrimreis naar Mekka en steun voor het vasten tijdens de ramadan.74 In gebieden waar etnische onrust voorkomt, met name bij de Oeigoeren in Xinjiang, wordt de bouw van moskeeën aan banden gelegd en is het verboden om kinderen onder de 18 jaar over de islam te leren. Ook ambtenaren, leraren, professoren en studenten is het niet toegestaan hun geloof in het openbaar te belijden. Volgens de Chinese overheid is er in Xinjiang een tiental islamitische scholen voor hoger onderwijs. Een beschrijving van de situatie van Oeigoeren in Xinjiang is opgenomen in paragraaf 3.5.2.
Illegale sektes75
In 1995 werd door de Staatsraad een verordening uitgegeven waarin de volgende religieuze bewegingen tot illegale sektes werden verklaard: the Shouters (Huhan Pai), Eastern/Oriental Lightning (Dongfang Shandian), Society of Disciples (Mentu Hui), the Full Scope Church, the Spirit Sect, the New Testament Church, en de Guan Yin Methode. In later jaren werden ondermeer de volgende sektes verboden: the Lord God Sect, the Established King Church, the Unification Church, the Family of Love, the Dami Mission.76 In 1996 is door het Staand Comité van het Nationaal Volkscongres een besluit aangenomen om alle sektes te verbieden en leden te vervolgen op basis van artikel 300 van de strafwet. De Shouters (Huhan Pai) werden in 1983 tot contrarevolutionaire organisatie verklaard, waarbij meer dan 2000 mensen werden gearresteerd, en in 1995 tot illegale sekte verklaard.
De Guan Yin Methode, onder leiding van Ching Hai die naar Taiwan gevlucht is, werd eind 1996 door de Chinese overheid bestempeld als een reactionaire religieuze organisatie. Guan Yin is een boeddhistische godin die op zichzelf niet verboden is. In 2000 werd de organisatie echter beschouwd als een duivelse sekte. De Born Again Movement (Cong Sheng), ook wel bekend als New Birth, Total Church, Holistic Church (Quanfanwei Jiao) of the Crying Faction (Ku Pai) werd door de politie in 1996 beschuldigd van ondermijning van kerkstructuren en 74 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003; UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.134), oktober 2003. 75 Zie voor Falun Gong paragraaf 3.3.4.
76 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003. 32

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

politieke activiteiten. Hun leider, Xu Yongze, werd gearresteerd in 1997, samen met de leiders van de Shouters en de True Jesus Church. De Born Again Movement zou in 1998 drie miljoen volgelingen hebben gehad.77 De leider van de Blood and Water Holy Spirit, opgericht door Taiwanese christenen, werd opgepakt in 1996 samen met twaalf andere aanhangers.78 De leider van de Fangcheng Church werd in 1999 twee jaar naar een werkkamp gestuurd.79
Zowel de leiders van de South China Church, een afsplitsing van de Full Scope Church, als leiders van de Full Scope Church worden beschouwd als evangelistische fundamentalisten. De tot levenslang veroordeelde grondlegger van de South China Church, Gong Shengliang, zou volgens een bericht van Amnesty International herhaaldelijk zijn gefolterd tijdens zijn gevangenisstraf.80 De Society of Disciples (Mentu Hui) heeft vooral in het zuidwesten van China honderdduizenden volgelingen. Dertien leden van deze sekte werden in mei 2003 gearresteerd omdat ze de SARS-epidemie aangrepen om volgelingen te krijgen.81 De Eastern Lightning sekte richt zich voornamelijk op het bekeren van de vaak ondergronds functionerende huiskerken. De sekte zegt zelf miljoenen volgelingen te hebben, vooral in landelijke gebieden.82 3.3.4 Falun Gong en andere verboden Qigong-bewegingen Onderdrukking Falun Gong
De Falun Gong, een zogeheten Qigong-beweging83, is sinds 1999 een verboden sekte. De Falun Gong wordt door de Chinese autoriteiten aangemerkt als evil cult. Aanhangers worden door de Chinese autoriteiten nog steeds zeer actief vervolgd. Duizenden Falun Gong-aanhangers worden bestraft of naar intensieve anti-Falun Gong-studiesessies gestuurd waar ze onder grote druk gezet worden om afstand te nemen van de Falun Gong. Volharden zij in hun overtuiging dan worden ze naar 77 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.60 t/m 6.63), oktober 2003. 78 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.64), oktober 2003. 79 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.71), oktober 2003. 80 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.72/6.73), oktober 2003; Amnesty International, Bliksemactie (ASA 17/026/2003), 11 juni 2003. 81 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.67), oktober 2003; AFP, Sekteleden gearresteerd wegens misbruik van SARS, 30 mei 2003. 82 Nederlands Dagblad, Bliksem uit het Oosten, 4 november 2003. 83 Qigong betekent letterlijk een ademhalingsmethode.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

heropvoedingskampen gestuurd.84 Leiders van de Falun Gong worden onmiddellijk in deze kampen opgesloten. De Chinese overheid betrekt familieleden, buren en werkgevers van Falun Gongers in haar strijd tegen de beweging. Familieleden of de werkgever worden verantwoordelijk gesteld voor de Falun Gong-aanhanger en dienen te voorkomen dat betrokkene nog participeert in Falun Gong-activiteiten.
Staatsmedia wordt geïnstrueerd de Falun Gong in diskrediet te brengen. De Chinese overheid heeft een zogeheten bureau `610' opgezet om de Falun Gong te bestrijden. Dit bureau heeft meer macht dan de gebruikelijke openbare veiligheidsorganen. Mensenrechtenorganisaties rapporteren over mishandeling en foltering door bureau `610', waarbij meerdere slachtoffers zijn overleden. Falun Gong-aanhangers die weigeren hun geloof af te zweren worden in de gevangenis of in heropvoedingskampen soms slecht behandeld. Er zijn berichten dat sinds 1999 enkele honderden Falun Gong-aanhangers aan de gevolgen van foltering en slechte behandeling in detentie zijn overleden.85 Ook worden veel Falun Gong- aanhangers in psychiatrische detentiecentra opgesloten. De media berichtten minder over arrestaties van Falun Gong-aanhangers in het afgelopen jaar, wat geïnterpreteerd wordt als een teken van het succes van de onderdrukking. Falun Gong-beoefenaars worden in het openbaar niet meer waargenomen. Publieke betogingen
In de verslagperiode waren er nauwelijks berichten over publieke betogingen van Chinese Falun Gong-aanhangers. In de loop van 2002 kwam de Falun Gong in het nieuws met nieuwe tactieken om de aandacht op de beweging te vestigen; het kraken (`hacken') van televisiestations. Regelmatig stuurt de Falun Gong op grote schaal e-mail berichten rond waarvan de afzender niet traceerbaar is.86 Arrestaties en detenties
Falun Gong en ook andere Qigong-aanhangers worden meestal opgepakt op basis van aanklachten die variëren van lidmaatschap van een verboden organisatie of evil cult, verstoring van de openbare orde, verspreiding van verboden publicaties, maar ook op aanklachten als verkrachting en fraude. In 1996 is door het Staand Comité van het Nationaal Volkscongres een besluit aangenomen om alle sektes te verbieden en leden te vervolgen op basis van artikel 300 van de strafwet. Ook 84 Het betreft hier veelal speciaal op Falun Gong-aanhangers gerichte heropvoedingskampen in het kader van Re-education through labour. Zie ook paragraaf 3.3.7 over heropvoedingskampen. 85 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 okober 2003; Freedom House, US must protest China's deadly abuse of religious prisoners, 11 juni 2003; US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003; Human Rights in China, The Falungong Phenomenon, China Rights Forum, No.4, 2003. 86 Internationale Spectator, Internet en democratisering in China, oktober 2002; Reuters, China says Falun Gong disrupts TV signals, 15 augustus 2003; China says Falun Gong jams TV signals, space news, 16 oktober 2003.
34

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

heeft de Hoge Raad aanwijzingen gegeven over hoe overige strafwetgeving op Falun Gong-aanhangers kan worden toegepast.
Sinds de start in 1999 van de onderdrukkingscampagne tegen de Falun Gong door de autoriteiten is het beoefenen van Falun Gong of het bezit van Falun Gong- boeken al voldoende reden voor straffen variërend van ontslag tot detentie.87 Falun Gong-aanhangers lopen het gevaar te worden opgepakt, zodra het algemeen bekend is dat ze Falun Gong-aanhanger zijn.
In januari 2003 werd een Amerikaans staatsburger gearresteerd en beschuldigd van het saboteren van televisie-uitzendingen. Later werd hij tot drie jaar gevangenis veroordeeld.88

In de periode april-juni 2003 werd de Falun Gong in de staatsmedia beschuldigd van het tegenwerken van de anti-SARS campagne. Meer dan 180 Falun Gong- aanhangers werden gearresteerd wegens het verspreiden van valse geruchten over SARS.89
Een rechtbank veroordeelde in november 2003 vijf Falun Gong-aanhangers tot gevangenisstraffen tot acht jaar. Zij worden ervan beschuldigd een onderneming te hebben opgericht die Falun Gong-activiteiten moet gaan promoten. Ook zouden gelden worden ingezameld voor Falun Gong-doeleinden.90 In februari 2004 werden vijf Falun Gong-aanhangers veroordeeld tot gevangenisstraffen tussen de vijf en veertien jaar. Zij zouden berichten hebben verzonnen over de vervolging door de Chinese autoriteiten van een Falun Gong- aanhanger en zo de regering belasterd hebben.91 Heropvoedingskampen
Volgens verschillende mensenrechtenorganisaties en de Falun Gong-beweging zelf bevinden duizenden Falun Gong-aanhangers zich in heropvoedingskampen.92 Naar verluidt worden de meeste opgepakte Falun Gong-aanhangers zonder proces voor korte of langere tijd naar heropvoedingskampen gestuurd.93 Dit is een veelgebruikte methode om Falun Gong-aanhangers en andere sekteleden te 87 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003. 88 Reuters, U.S. says Chinese force-feed jailed U.S. citizen, 22 juli 2003. 89 Reuters, China jails 180 Falun Gong members for SARS rumours, 5 juni 2003; US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003. 90 Reuters, China jails five Falun Gong practitioners-TV, 5 november 2003. 91 AP, China sentences Falun Gong members to jail for `spreading fabricated stories' about persecution, 19 februari 2004.
92 Zie 3.3.7 re-education through labour voor meer informatie over heropvoedingskampen. 93 Sinds 2000 zouden volgens de Falun Gong 100.000 Falun Gong-aanhangers naar een heropvoedingskamp zijn gestuurd. (US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.) Personen kunnen voor enkele dagen tot enkele jaren naar een heropvoedingskamp worden gestuurd. 35

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

straffen. Inschatting van mensenrechtenorganisaties is dat het overgrote deel van de Falun Gong-aanhangers dat wordt opgepakt zonder proces naar heropvoedingskampen wordt gestuurd.
Mishandeling en foltering
Falun Gong-aanhangers worden vaak hard aangepakt door de politie en de bewaking van gevangenissen en heropvoedingskampen. Er zijn berichten over mishandeling en foltering. Ook zouden Falun Gong-aanhangers in detentie zijn gestorven.94
Qigong-bewegingen
Ook andere zogeheten Qigong-bewegingen hebben te maken met toegenomen repressie van de Chinese autoriteiten. Vooral de Zhong Gong, Guo Gong en de Xian Gong-groep staan onder streng toezicht van de Chinese overheid. In de `anti- bijgeloof' campagne van de Chinese overheid die van start ging in 1998 kwamen de Guo Gong, de Cibie Gong en de Zhong Gong onder vuur te liggen. Leiders werden opgepakt en activiteiten aan banden gelegd. De Zhong Gong, met een groot aantal leden en een omvangrijk budget, moest zijn activiteiten beperken.95 3.3.5 Bewegingsvrijheid
Hukou
Ieder gezin heeft een hukou ben (hukou ben = familiehuishoudregistratieboekje) waarin alle mutaties zoals verhuizing, geboorte, huwelijk, overlijden, etcetera worden geregistreerd. Het huishoudregistratiebewijs is eigenlijk tevens een `binnenlands paspoort' waarmee de Chinese overheid migratie van het platteland naar de steden probeert te reguleren. De enige instantie die wijzigingen mag aanbrengen in de hukou is het Bureau voor Openbare Veiligheid (Public Security Bureau, PSB), verantwoordelijk voor de bevolkingsregistratie in China. Onder het huishoudregistratiesysteem zijn alle families in China verdeeld in plattelands huishoudens en stedelijke huishoudens. Het is moeilijk maar niet onmogelijk om deze classificatie te wijzigen. Sommige steden hebben soepele regels voor mensen die nodig zijn bij de ontwikkeling van de lokale economie (hooggeschoolden, investeerders, etc.) en aan bepaalde voorwaarden voldoen. Degenen die een stedelijke huishoudregistratie hebben, krijgen gemakkelijker toegang tot onderwijs, medische zorg, huisvesting en andere sociale voordelen. Voor mensen die hun huishoudregistratie op het platteland hebben zijn deze voordelen niet beschikbaar, ook al wonen en werken zij in een stad. Vaak is het 94 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003. 95 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.110 tm 6.116), oktober 2003. 36

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

zelfs zo dat deze mensen extra toeslagen moeten betalen, bijvoorbeeld om hun kinderen in de stad waar zij wonen naar school te kunnen laten gaan. Hoewel het hukou-systeem niet afgeschaft zal worden, is de classificatie platteland/stedelijk eind 2001 in een aantal provincies wel afgeschaft. Uiteindelijk zal er een geünificeerd systeem komen dat dit onderscheid niet meer kent.96 Vanaf 1 oktober 2001 zijn hervormingen ingevoerd, waardoor het mogelijk wordt voor personen die langere tijd legaal werken en over huisvesting beschikken in een andere plaats dan die waar hun hukou is geregistreerd, om een permanente verblijfsvergunning te krijgen voor de plaats waar ze daadwerkelijk verblijven. Sinds 2002 moeten steden die kleiner zijn dan 100.000 personen een stedelijke hukou verstrekken aan mensen van het platteland die een vaste baan en huisvesting hebben in de stad.97
In augustus 2003 zijn nieuwe maatregelen ingegaan die de verblijfsrestricties afzwakken. De meest belangrijke wijziging is dat ouders van nieuwgeboren kinderen kunnen kiezen of het kind de verblijfsplaats van de vader of de moeder krijgt. Ook wordt de verblijfsplaats gehandhaafd van personen die veroordeeld zijn tot gevangenisstraf of een heropvoedingskamp.
Hukou-registratie
In principe kan iedereen met de Chinese nationaliteit zich laten registreren in het hukou-systeem, ook op latere leeftijd. Mensen die zich na langdurig verblijf in het buitenland na terugkeer opnieuw willen laten registreren, kunnen dat doen zonder dat sprake is van een boeteheffing. Wel kan het voorkomen dat mensen als gevolg van bureaucratische hindernissen enige moeite moeten doen voordat de registratie geaccepteerd wordt. Ook komt het voor dat Chinezen zich niet laten uitschrijven bij vertrek uit China en bij terugkeer vaak nog in het bezit zijn van de hukou- registratie.
Wanneer Chinezen met hun in Nederland geboren kinderen terugkeren naar China, kunnen zij de kinderen laten inschrijven in hun hukou. Zij hoeven daarvoor slechts de geboortebewijzen van de kinderen te overleggen. Er wordt geen boete opgelegd voor deze registratie na terugkeer. Er wordt geen onderscheid gemaakt tussen legaal of illegaal verblijf in het buitenland.
Indien Chinezen zich tijdens verblijf in het buitenland niet aan de gezinsplanningsregels gehouden hebben, is men verplicht na terugkeer een social compensation fee te betalen.98 Registratie van kinderen en het betalen van een boete gaan meestal gelijk op, maar de concrete invulling verschilt per provincie. 96 Xinhua News Agency, China to Cut Limits on Population Mobility, 25 februari 2002. 97 Shanghai Star, Stemming the human tide, 12 juni 2003. 98 Zie 3.1.2 inzake wetgeving met betrekking tot gezinsplanning en 3.4.1 over de positie van vrouwen. 37

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Uitschrijving hukou
In dorpen wordt de huishoudregistratie over het algemeen jaarlijks gecontroleerd. Van degenen die langer dan een half jaar verdwenen zijn worden de namen doorgegeven aan het Bureaus voor Openbare Veiligheid (PSB). Uit ervaring (in met name Wencheng, provincie Zhejiang) blijkt dat inwoners van dat gebied worden uitgeschreven uit de hukou wanneer zij langer dan drie jaar weg zijn. Volgens de PSB van Shanghai is het niet mogelijk te controleren wie nog wel en wie niet meer aanwezig zijn, omdat migratie veel voorkomt. Slechts wanneer men zich officieel laat uitschrijven wordt de hukou opgeheven. Er blijven over de betrokken personen echter nog wel tientallen jaren data beschikbaar in de passieve registers/archieven.
Het overlijden van een persoon wordt geregistreerd in het betreffende hukou- boekje. De naam van de persoon blijft geregistreerd en opvraagbaar in de archieven van de PSB. Na een bepaalde periode brengt de PSB de persoonsdossiers over naar het archiefbureau.
Identiteitskaart
Elke Chinese burger die woonachtig is in China is verplicht binnen één maand na zijn zestiende verjaardag een identiteitskaart aan te vragen én te verkrijgen.99 Volgens persberichten is er een nieuwe wet in de maak met betrekking tot de identiteitskaart. Onder deze nieuwe wet zouden ook jongeren onder de 16 een identiteitskaart mogen aanvragen. De ouders moeten echter wel toestemming geven. Het is niet duidelijk of de nieuwe wet inmiddels is aangenomen.100 Daarop zijn twee uitzonderingen:

· Indien de burger in actieve dienst is van de People's Liberation Army of de People's Armed Police. In deze gevallen dragen soldaten en bewapende agenten een speciale identiteitskaart bij zich die wordt uitgegeven door het Centrale Militaire Comité respectievelijk de People's Armed Police.
· Indien de burger is veroordeeld tot dienstverlening, onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor een bepaalde periode, heropvoeding door arbeid of gedetineerd is. In deze gevallen dient de identiteitskaart onmiddellijk na vrijlating te worden aangevraagd.
99 Artikel 2 van de Regulations of the PRC concerning Resident Identity Cards (the ID regulation), 6 september 1985 en artikel 6 van de Implementation Rules of the ID Regulation van 28 november 1986, geamendeerd op
1 oktober 1999.
100 People Daily, Law-makers add extra safeguards to ID cards, 25 juni 2003 (http//english.peopledaily.com.cn/200306/25/eng20030625_118847.shtml) 38

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Volgens de Chinese wet- en regelgeving dient een Chinees staatsburger zijn identiteitskaart te allen tijde bij zich te dragen.101 Het is bij een groot aantal handelingen en gebeurtenissen verplicht om de identiteitskaart te tonen.102

De identiteitskaart wordt aangevraagd bij het lokale politiebureau dat in elke wijk (stad) of gewest (dorp) te vinden is. De kosten van de identiteitskaart bedragen 5, 10 of 20 RMB103 (voor respectievelijk arme gebieden, gewone gebieden en speciale economische zones). Indien men de kosten niet kan betalen, kunnen deze worden kwijtgescholden.104 Het komt echter in sommige rurale en zeer arme gebieden voor dat burgers geen identiteitskaart aanvragen vanwege het ontbreken van vervoer, of geld voor vervoer, naar het lokale politiebureau. Een Chinees burger kan pas een identiteitskaart aanvragen en verkrijgen als hij zestien jaar oud is.
Nieuwe identiteitskaart
De Chinese regering heeft besloten om vanaf 2004 de komende vijf tot zes jaar circa een miljard nieuwe plastic identiteitskaarten te verstrekken. Eind 2008 zou iedereen in China een dergelijke kaart moeten hebben. De smart card vervangt de in 1985 ingevoerde papieren identiteitsbewijzen, die relatief eenvoudig te vervalsen zijn. Op de nieuwe kaarten is een chip verwerkt met persoonlijke informatie van de eigenaar. Hiermee kunnen de gegevens direct worden gecontroleerd in een centraal bestand van het Bureau voor Openbare Veiligheid in Beijing. Op de kaart staat informatie als naam, geslacht, bevolkingsgroep, geboortedatum, adres, identiteitsnummer, foto, geldigheid en plaats van afgifte. De nieuwe identiteitskaart wordt in maart 2004 beschikbaar in Beijing, Tianjin, Shanghai, Shenzhen en Changsa.105 De kosten voor de nieuwe kaart zijn 20 RMB. Voor mensen die de kosten niet kunnen betalen zijn er speciale regelingen.106 Paspoort
In China bestaan diplomatieke, dienst- en gewone paspoorten.107 Om naar het buitenland te kunnen reizen moeten Chinezen een paspoort aanvragen. Sinds 1 januari 2002 moet men hiervoor een identiteitskaart en de hukou-registratie 101 Artikel 33 van de Implementation Rules of the ID Regulation. 102 Zie het algemeen ambtsbericht China van maart 2003 (bijlage III) voor een overzicht van situaties waarbij een identiteitskaart moet worden getoond.
103 100 RMB in ongeveer 10 Euro.
104 Notice on Fees for Forge-prevention ID Card, Ministry of Justice and the State Planning Committee, 3 juli 1995.
105 ANP, Miljard Chinezen krijgt nieuwe identiteitskaart, 27 augustus 2003, Xinhua, Smart ID cards, 29 januari 2004.
106 Xinhua, Chinese citizens to use new ID cards next year, 18 december 2003. 107 Zie voor een uitgebreide beschrijving van de verschillende soorten paspoorten in China het Algemeen ambtsbericht China van november 2001.
39

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

overleggen. Er is geen toestemming van de werkeenheid meer nodig om een paspoort te kunnen krijgen.
In een honderdtal grote en middelgrote steden kan via een vereenvoudigde procedure een paspoort worden aangevraagd.108 Voorheen moesten aanvragers van een paspoort verscheidene documenten inleveren met toestemming van hun werkgever of school en een uitnodiging uit het buitenland. Aanvraagformulieren waren slechts op één plaats verkrijgbaar en er waren lange wachttijden. In de nieuwe procedure is slechts nog de identiteitskaart nodig, een pasfoto en een identiteitsbewijs waaruit blijkt dat de aanvrager geregistreerd is in de stad waar de aanvraag gedaan wordt. Bovendien hebben de afgevende instanties hun persoonsregistratie databestanden geactualiseerd, waardoor controle van de opgegeven gegevens sneller wordt uitgevoerd.109 De paspoortaanvraagformulieren zijn af te halen bij postkantoren en politiebureaus door de hele stad en ze zijn te downloaden van internet. Het paspoort kan binnen tien werkdagen worden afgehaald.

De vereenvoudigde procedure is niet voor iedereen toegankelijk. Hoge ambtenaren moeten nog steeds om toestemming vragen van hun departement en personen die gezocht worden voor een misdrijf of tegen wie een rechtszaak loopt, kunnen evenmin van de procedure gebruik maken.110 Wanneer men geen verblijfsstatus heeft in één van de tien deelnemende steden, kan men geen gebruik maken van de nieuwe procedure. Wel kunnen bijvoorbeeld werknemers afkomstig uit de provincies die langer dan een jaar in één van de Joint Ventures in bijvoorbeeld Shanghai hebben gewerkt, een paspoort aanvragen voor zakenreizen. Reizen naar het buitenland
Steeds meer Chinezen reizen naar het buitenland. Voor alle landen ter wereld heeft een Chinees staatsburger een inreisvisum nodig. Officieel kunnen Chinese burgers slechts als toerist reizen naar landen waarmee China een Approved Destination Status (ADS)-overeenkomst heeft afgesloten.111 Men gebruikt dan een toeristenpaspoort. Aanvragen van een dergelijk visum gebeurt in speciaal daarvoor aangewezen reisbureaus.
108 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 109 Shanghai Daily, Passport Procedure Simplified, Reference Letter No Longer Needed, 29 augustus 2002. 110 Shanghai Star, Getting Passport Easier, 5 september 2002. 111 In mei 2004 wordt een ADS-overeenkomst tussen China en de EU van kracht. Andere landen waarmee China een ADS-overeenkomst heeft gesloten zijn: Hongkong, Macao, Thailand, Singapore, Maleisië, Filippijnen, Australië (alleen voor Beijing, Shanghai, Guangzhou), Nieuw Zeeland (alleen Beijing, Shanghai, Guangzhou), Zuid-Korea, Japan (alleen Beijing, Shanghai, Guangzhou), Vietnam, Cambodja, Myanmar, Brunei, Nepal, Indonesië, Malta, Turkije, Egypte en Duitsland. 40

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Wanneer men naar een niet ADS-land wil afreizen, is men verplicht zich aan de inreisregels van het desbetreffende land te houden. Een visumaanvraag geschiedt via de desbetreffende ambassade of het desbetreffende consulaat. Sinds juni 2003 kunnen Chinezen woonachtig in Beijing, Shanghai en een achttal steden in de provincie Guangdong nu ook op individuele basis Hongkong en Macau bezoeken, en niet alleen meer in groepsverband. Het uitreisvisum is sinds januari 2002 afgeschaft. Voorheen hadden Chinese burgers voor de eerste uitreis een uitreisvisum nodig. Dit was een briefje voorin het paspoort waarop de naam, geboortedatum en het paspoortnummer van betrokkene stonden vermeld evenals de reden voor de uitreis en het land van bestemming. Zonder uitreisvisum of met een uitreisvisum naar een andere bestemming dan die op het vliegticket kon men China niet uitreizen. 3.3.6 Rechtsgang
Het rechtssysteem is nog steeds een middel voor de CCP om macht uit te oefenen en het recht is ondergeschikt aan de politiek. Veel wetten zijn vaag geformuleerd en verdachten hebben slechts zeer beperkt toegang tot een advocaat. Met grote regelmaat vinden processen achter gesloten deuren plaats. Verdachten zitten vaak lang vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het gerecht komt.112
Verbetering van het rechtssysteem krijgt veel aandacht van de Chinese autoriteiten. Zo zijn er plannen over hervorming van de doodstraf en plannen dat niet de politie, maar de rechtbank de bevoegdheid krijgt mensen naar een heropvoedingskamp te sturen. De plannen zijn een aanwijzing dat de nieuwe generatie machthebbers in Beijing bereid is beperkte hervormingen door te voeren, zolang deze het machtsmonopolie van de communistische partij maar niet in gevaar brengen.113
De Chinese regering investeert in het verhogen van de kwaliteit van rechters. De kennis op het gebied van handels- en civielrecht neemt toe en het rechtsbewustzijn van Chinezen groeit. Men tracht de justitiële sector te professionaliseren en de rechterlijke macht meer onafhankelijk te laten worden. Dit wordt nagestreefd door 112 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003; Human Rights Watch, Overview of human rights in China, 1 januari 2004; UK Immigration and Nationality Directorate, China extended bulleting 2/2003, Legal system, appertaining to criminal law, of the People's Republic of China, februari 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 113 ANP, Peking werkt aan ingrijpende hervorming justitie, 19 januari 2004. 41

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

meer gerichte werving van rechters en advocaten en strengere examens en betere opleidingen.
In oktober 2001 is een gedragscode voor rechters gepubliceerd. Met de gedragscode wil de Hoge Raad één maatstaf bieden voor een professionele en onafhankelijke instelling van rechters, het bewustzijn van rechters over dit onderwerp vergroten en het imago van rechters verbeteren. Verder is in 2002 een gestandaardiseerd examen ingevoerd. Alleen na het behalen van dit examen kan men in aanmerking komen voor verdere opleiding tot rechter, advocaat of officier van justitie.
Een burgerlijk wetboek waarin ten minste 1200 civielrechtelijke artikelen worden opgenomen, is in de maak. Dit wetboek is met name gericht op particulier eigendom en landrechten. Op dit moment bestaat er geen equivalent. De verwachting is dat het nog enkele jaren kan duren voordat het wetgevingsproject is voltooid.
Veel veranderingen van het rechtssysteem hebben met name een economische motivatie. Enerzijds zijn er verplichtingen voortkomend uit toetreding tot de WTO, anderzijds zijn de aanpassingen bedoeld om buitenlandse bedrijven en investeerders aan te trekken. Ook Chinese burgers worden zich steeds meer bewust van hun rechten en stappen de laatste jaren vaker naar de rechter. De overheid heeft in alle provincies en grote gemeenten bureaus voor rechtshulp opgericht. In totaal zijn er 2.156 bureaus voor rechtshulp, waarvan 32 op provinciaal niveau. Ook komen er steeds meer niet-gouvernementele bureaus voor rechtshulpverlening. Deze bureaus richten zich vooral op wet- en regelgeving bij verschillende arbeidsverhoudingen en de toepassing ervan bij arbeidsconflicten. Diverse landen, waaronder ook Nederland en de EU, hebben met China samenwerkingsprogramma's op het gebied van goed bestuur en mensenrechten, waarbij vaak de nadruk ligt op het bevorderen van een eerlijke wetshandhaving. 3.3.7 Arrestaties en detenties
Opsporing
Bij opsporing van veroordeelde criminelen en verdachten wordt soms gebruikt gemaakt van aanplakbiljetten.114 Een lijst van gezochte personen wordt vaak in kranten gepubliceerd en op televisie voorgelezen. Ook hotels krijgen een lijst van 114 UK Immigration and Nationality Directorate, China extended bulleting 2/2003, Legal system, appertaining to criminal law, of the People's Republic of China, februari 2003. 42

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

gezochte criminelen, omdat deze vaak in hotels zouden verblijven. In en om de lobby's van hotels en op busstations hangen posters van gezochte personen, waarin gewaarschuwd wordt dat deze personen gevaarlijk zijn. Daarnaast zijn er twee websites waarop lijsten met gezochte personen kunnen worden gevonden.115 Naast vermelding van de personalia worden in sommige gevallen de criminele delicten genoemd, zoals het beroven van een bank, moord of diefstal. Arrestaties
In april 2001 startte de Chinese overheid een strike hard campagne. Deze campagne is gericht tegen geweldsmisdrijven en georganiseerde misdaad en corruptie, maar ook tegen separatisten, sektes, criminele groeperingen, massale bijeenkomsten en betogingen van boeren en arbeiders. Na `11 september' is de strike hard campagne verscherpt, in het bijzonder tegen separatisten.116 Sindsdien is een stijging waar te nemen van het aantal veroordelingen en executies. In zijn rapportage aan de leden van het Nationale Volkscongres meldde het Hooggerechtshof in maart 2003 dat Chinese rechters sinds 1998 819.000 mensen ter dood of tot zeker vijf jaar cel hebben veroordeeld. Dit aantal ligt 25% hoger dan in de periode 1993-1998.117 De strike hard campagne is op 18 juli 2003 met een jaar verlengd.118 Er werden in de periode van 1998 tot en met 2002, 3.550 personen gerechtelijk vervolgd wegens het in gevaar brengen van de staatsveiligheid.119
Corruptie
Corruptie is wijdverspreid in China. De Chinese overheid voert een actieve anti- corruptie campagne. De autoriteiten pakken corruptie aan door verdachte ambtenaren te arresteren en gerechtelijk te vervolgen. In 2003 hebben de Chinese autoriteiten bijna 34.000 mensen vervolgd wegens corruptie of omkoping. Twaalf hoge ambtenaren werden in 2003 wegens corruptie veroordeeld. In veel gevallen 115 Op www.mps.gov.cn worden twee categorieën gezochte personen onderscheiden: klasse A betreft zeer gevaarlijke en agressieve personen. Deze groep staat op de website vermeld zonder foto, maar wel met een omschrijving van de gepleegde criminele feiten en de personalia. Klasse B betreft een lijst met personen om wiens opsporing door provinciale PSB's wordt verzocht. Op www.cpd.com.cn, van het ministerie van Openbare Veiligheid, vindt men een lijst met gezochte personen met foto, personalia en informatie als de namen van de partner en kinderen, identiteitskaartnummer, medicijngebruik en dergelijke.
116 Zie ook de paragrafen 2.3 en 3.5.2.
117 AFP, Ruim 800.000 Chinezen in vijf jaar tijd zwaar gestraft, 11 maart 2003. 118 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003; Xinhua, Luo Gan urges continuation of China's `strike hard" campaign, 19 juli 2003. 119 In dit aantal zijn niet de gerechtelijke vervolgingen van illegale sektes inbegrepen. Dui Hua Foundation, Surge in arrests and prosecutions for endangering state secrurity, in: Dialogue, lente 2003. 43

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

werd de doodstraf opgelegd.120 Over deze zaken wordt uitgebreid in de Chinese media bericht.
Detentie
Verdachten zitten vaak langer dan de wettelijke termijnen vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het gerecht komt. De periode kan oplopen tot maanden, en zelfs jaren. In januari 2004 maakte de overheid bekend in 2003 meer dan 4.000 zaken waarin een achterstand was opgelopen te hebben opgelost.121 Volgens Human Rights in China hebben de Chinese autoriteiten eerder aangegeven dat jaarlijks 50.000 tot 80.000 personen in hechtenis worden genomen door de politie zonder tenlastelegging.122
Voorafgaand aan belangrijke internationale ontmoetingen of bijeenkomsten worden vaak enkele vooraanstaande gevangenen vrijgelaten. Administratieve detentie
China had tot voor kort twee vormen van administratieve detentie. Het gaat om het systeem van re-education through labour (heropvoedingskampen) en het systeem van custody and repatriation. Beide vormen worden hieronder beschreven. Re-education through labour
Re-education through labour (RTL), laojia in het Chinees, bestaat sinds 1957 en is bedoeld voor bestraffing van vergrijpen die niet ernstig genoeg zijn voor strafvervolging. De regeling geeft de PSB het recht burgers, zonder proces, hun persoonlijke vrijheid te ontnemen voor een periode van één tot vier jaar. Arrestatiebevelen zijn niet nodig. RTL werd onder andere gebruikt voor bestraffing van contra-revolutionairen. Deze term is inmiddels vervangen door de term `misdaden tegen de nationale veiligheid'. Deze term is niet nader gespecificeerd zodat hij ruim geïnterpreteerd kan worden. De huidige regelgeving dateert uit 1982, maar conflicteert met meerdere wetten die tussen 1996 en 2000 door het Nationaal Volkscongres zijn aangenomen en met het Internationale Convenant voor Burger- en Politieke Rechten dat door China in 1998 werd getekend (maar nog niet werd geratificeerd).
Tegenwoordig worden onder andere ook prostituees en hun klanten en drugsgebruikers naar heropvoedingskampen gestuurd. RTL wordt de laatste jaren ook veelvuldig gebruikt voor aanhangers van Falun Gong, politieke activisten en 120 Stratfor Strategic Forcasting, China: corruption and half-measures, 26 augustus 2003; ANP, Tienduizenden Chinezen vervolgd wegens corruptie, 8 januari 2004. 121 In 91 zaken werden de betrokkenen niet vrijgelaten omdat nader onderzoek nodig was. 122 South China Morning Post, Court resolves fate of more than 7,000 in illegal detention, 6 januari 2004; Xinhua, Chinese legislature proposes mechanism to solve problem of extended detention, 20 juni 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

leden van niet-geregistreerde kerken. Volgens officiële bronnen waren in 2003 260.000 personen opgesloten in heropvoedingskampen. Mensenrechtenorganisaties houden het er echter op dat er in 2003 310.00 personen in heropvoedingskampen zaten. Dit hoge aantal gevangenen komt mede door de `strike hard' campagne.123
RTL is al meer dan tien jaar omstreden onder Chinese rechtsgeleerden. In diverse kringen worden momenteel hervormingsvoorstellen besproken.124 Een mogelijke verandering is dat het besluit om iemand naar een heropvoedingskamp te sturen voortaan door de rechtbank wordt genomen in plaats van door de politie. Custody and repatriation of vagrants and beggars in urban areas Deze vorm van administratieve detentie werd per 1 augustus 2003 afgeschaft. Onder het systeem van custody and repatriation kon de politie iedereen die geen identiteitskaart, tijdelijke verblijfsvergunning of werkvergunning kon laten zien, oppakken en terugsturen naar hun verblijfplaats volgens de hukou-registratie. De regeling werd vaak misbruikt om geld af te persen en fungeerde als rechtvaardiging van geweld en mishandeling van daklozen en migranten door de politie. De twintig jaar oude regeling werd afgeschaft nadat in maart 2003 een man in detentie door medegevangenen was doodgeslagen. De zaak kwam uitgebreid in de media wat resulteerde in een massale verontwaardiging en petities voor afschaffing van de regeling.125
De lokale overheid moet nu op vrijwillige basis onderdak bieden aan migranten en daklozen. De detentiecentra moeten worden omgevormd tot opvangcentra. De verantwoordelijkheid voor opvang ligt niet langer bij de politie maar bij het ministerie van Sociale Zaken.126
Situatie in gevangenissen en detentiecentra
De Chinese autoriteiten laten weinig tot geen onafhankelijke inspecteurs toe tot gevangenissen en heropvoedingskampen. In 2003 bevonden zich volgens de Chinese autoriteiten 1.540.000 personen in de gevangenis, waarvan ongeveer 123 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003; Foreign and Commonwealth Office, Human Rights Annual Report 2003. 124 Human Rights in China, Reassessing re-education through labour, China Rights Forum no. 2, 3003; ANP, Peking werkt aan ingrijpende hervorming justitie, 19 januari 2004. 125 Human Rights in China, Kidnapping by police: Custody & Repatriation, China Rights Forum, no.2, 2003; Amnesty International, Abolition of `Custody and Repatriation' welcomed, but more needs to be done (ASA 17/028/2003), 27 juni 2003; South China Morning Post, Detainee's death spurs debate over residence permit system, 15 juni 2003.
126 Xinhua, China adopts regulations to help urban vagrants, beggars, 22 juni 2003; Xinhua, China's Xinhua carries procedures for assisting, supervising homeless beggars, 22 JUNI 2003; Reuters, Kinder China to provide shelters for vagrants, 23 juni 2003.
45

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

70.000 vrouwen. Tijdens de SARS-crisis was het verboden voor familie om gevangenen te bezoeken. De omstandigheden in politiecellen, detentiecentra, gevangenissen en heropvoedingskampen zijn zwaar. Gevangenissen zijn vaak overvol en er is een gebrekkige sanitatie. De gezondheids- en voedingssituatie in gevangenissen is slecht.127
Psychiatrische instellingen
Human Rights Watch rapporteert dat tenminste 3.000 dissidenten, met name aanhangers van de Falun Gong en mensen die in het openbaar kritiek hebben geuit over politieke vervolging of misdragingen van overheidsdienaren, gedurende de afgelopen twintig jaar voor gedwongen psychiatrische behandeling zijn opgenomen. Sinds de start van de campagne tegen de Falun Gong in 1999 zou er van een toename van het aantal opnames sprake zijn.128 Ook het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken meldt dat personen, met name Falun Gong- aanhangers, veroordeeld worden tot opname in een psychiatrische instelling.129 3.3.8 Mishandeling en foltering
Volgens de wet is foltering verboden. In de praktijk echter komen mishandeling en foltering door autoriteiten veel voor. Het gaat onder meer om verdachten in strafzaken, omstanders bij protesten, migrantarbeiders, landlopers en prostituees. Methodes zijn schoppen, slaan, elektrische schokken, ophanging bij de armen, boeien in pijnlijke posities, slaap- en voedselonthouding.130 Het recht van de verdachte om te zwijgen is in het Chinese recht niet ingevoerd hetgeen tot verhoogd risico op gedwongen bekentenissen en foltering leidt. De politie gebruikt vaak excessief geweld om bekentenissen te verkrijgen. Door foltering overlijden verdachten in detentie. De overheid erkent het probleem van foltering en afgedwongen bekentenissen, maar lijkt onvoldoende maatregelen te nemen om dit tegen te gaan.131 Met name tijdens strike hard campagnes, waar processen onder grote tijdsdruk staan en quota worden gehanteerd, wordt gebruik gemaakt van foltering om bekentenissen af te dwingen, hoewel dat officieel verboden is.
127 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.44/5.45), oktober 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 128 Human Rights Watch, Dangerous minds, augustus 2002. 129 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 130 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Amnesty International, China Report 2003 (covering 2002). 131 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004.
46

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Het ministerie van Openbare Veiligheid en het ministerie van Justitie hebben in augustus 2003 nieuwe regels uitgevaardigd waardoor politie onder striktere controle staat om geweld en mishandeling tegen te gaan. De regels gaan ook tegen dat onder dwang verkregen bewijs en bekentenissen worden gebruikt bij niet- strafrechtelijke (administrieve) zaken.132 Indien foltering wordt geconstateerd, wordt de betrokken gevangenisbewaarder gestraft. Een aantal politieagenten is veroordeeld wegens marteling. Het is niet bekend om welke aantallen het gaat en hoe hoog de straf is.
3.3.9 Verdwijningen
Het komt geregeld voor dat personen worden opgepakt of gearresteerd zonder dat familie hiervan op de hoogte wordt gesteld.133 Zo werd in augustus 2003 bekend dat een sinds april 2003 vermiste internetdissident, Yan Yun, gearresteerd was.134 3.3.10 Buitengerechtelijke executies en moorden Door de Chinese staatsmedia werd een aantal buitengerechtelijke executies gerapporteerd. Er zijn echter geen statistieken beschikbaar.135 3.3.11 Doodstraf
Discussie over hervorming van de doodstraf is nog steeds gaande in de gespecialiseerde pers, academische en overheidskringen. Voorstellen worden besproken om het aantal misdrijven waar de doodstraf op staat te verminderen (bijvoorbeeld economische misdrijven), en om bij elke opgelegde doodstraf een tweede beoordeling te laten plaatsvinden door de Chinese Hoge Raad, eventueel in samenwerking met de hoogste rechtbank uit de betreffende provincie. Een andere overweging is om de lagere rechtbanken hun macht te ontnemen om doodstraffen te kunnen uitspreken.136
132 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003; The Guardian, China bans police torture of suspects, 11 september 2003. 133 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 134 Reuters, Chinese dissident arrested for subversion, 6 augustus 2003. 135 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 136 Dui Hua Foundation, Will 2004 see human rights reforms in China? in: Dialogue, winter 2004; Reformatorisch Dagblad, China streeft naar minder doodstraffen, 11 maart 2004. 47

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Het Chinese wetboek van strafrecht noemt 73 misdrijven waar mogelijk de doodstraf op staat, waaronder:

- politieke misdrijven als het verraden van militaire geheimen en contra- revolutionaire activiteiten;

- delicten als moord, drugssmokkel, handel in vrouwen en kinderen, brandstichting, smokkel, verspreiding van bijgeloof, vandalisme, het exploiteren van prostituees, en groepsgevechten;
- economische overtredingen als diefstal, omkoping, corruptie, verduistering, belastingontduiking, vervalsing, bankfraude met gebruik van valse documen- ten en het indienen van valse verzekeringsclaims. Voltrekking van de doodstraf is uitgesloten voor personen die tijdens het plegen van een vergrijp nog minderjarig of zwanger zijn.
De Chinese overheid maakt het aantal gevallen waarin de doodstraf werd opgelegd en/of uitgevoerd niet openbaar. De voorzitter van het Hooggerechtshof verklaarde in maart 2003 dat er in de afgelopen vijf jaar 819.000 mensen ter dood werden veroordeeld (inclusief `uitgestelde' doodstraffen137), veroordeeld tot levenslang of tot straffen langer dan vijf jaar.138 De jaarcijfers van Amnesty International over 2001 geven aan dat er ten minste 4.015 mensen ter dood zijn veroordeeld en 2.468 gerechtelijk geëxecuteerd.139 In het jaar 2002 zijn ten minste 1.921 personen ter dood veroordeeld en vonden er 1.060 gerechtelijke executies plaats.140 In 2003 noteerde Amnesty International 726 executies.141 De aantallen betreffen grotendeels berekeningen op basis van berichtgeving in de media van individuele zaken. Volgens mensenrechtenorganisaties als Amnesty International is het werkelijke aantal gerechtelijke executies waarschijnlijk veel hoger.142 Een Chinees parlementslid sprak in maart 2004 over bijna 10.000 executies per jaar.143 China executeert jaarlijks meer mensen dan andere landen in de rest van de wereld tezamen.144
137 Het is in China mogelijk de `doodstraf met uitstel van twee jaar' op te leggen. In de praktijk wordt deze doodstraf, bij goed gedrag, na twee jaar omgezet in levenslang. 138 Foreign and Commonwealth Office, Human Rights Annual Report 2003, juli 2003. 139 Amnesty International, China Report 2002 (covering 2001). 140 Amnesty International, China Report 2003 (covering 2002). 141 Amnesty International, Death penalty: latest worldwide statistics released, 6 april 2004 (ACT 50/012/2004). 142 In het boek `China's new rulers: the secret files' van Andrew Nathan en Bruce Gilley (tweede herziene druk 2003) wordt gesproken over 15.000 doden per jaar (gerechtelijke en buitengerechtelijke executies door de politie). Dit aantal is gebaseerd op interne documenten van de CCP. 143 ANP, "Jaarlijks 10.000 executies in China", 15 maart 2004; DPA, China executes 10,000 people annually, lawmaker says, 15 maart 2004.
144 Volgens Amnesty International werden in 2001 ten minste 3.048 gevangenen gerechtelijk geëxecuteerd in 31 landen en 5.265 mensen veroordeeld tot de doodstraf in 69 landen (Amnesty International website against the death penalty: Facts and Figures on the Death Penalty). 48

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Executies vinden soms al enkele uren na de veroordeling plaats. Soms worden groepen misdadigers gelijktijdig geëxecuteerd, samenvallend met belangrijke bijeenkomsten van de CCP of bijvoorbeeld op de anti-drugs dag. De meeste executies vinden plaats door middel van een nekschot. De laatste jaren is het gebruik van dodelijke injecties toegenomen. Deze injecties worden onder andere toegediend in mobiele executiekamers die het mogelijk maken ook in kleinere gemeenschappen de doodstraf uit te voeren.145 3.4 Positie van specifieke groepen
3.4.1 Vrouwen
Sociaal-economische positie
Chinese vrouwen maken 46% uit van de werkende bevolking in China. Vrouwen zijn vaak werkzaam in de laagst betalende sectoren. In het algemeen bekleden mannen hogere posities. Met de liberalisering van de arbeidsmarkt neemt de inkomensongelijkheid tussen mannen en vrouwen toe. Met name bij de privatisering van staatsbedrijven zijn veel vrouwen werkloos geworden. Ook in hogere politieke en ambtelijke functies zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. In het onderwijs wordt de genderongelijkheid kleiner. Steeds meer meisjes gaan naar school.
Er gelden voor Chinese vrouwen geen bijzondere gedrags- en kledingcodes. Wel zijn de rolpatronen en verwachtingen nog traditioneel. Het aantal zelfmoorden onder vrouwen, en dan met name onder plattelandsvrouwen, is groot. Volgens berekeningen van de WHO is 56% van het aantal vrouwen in de hele wereld dat zelfmoord pleegt, Chinees.146 Handelingsbekwaamheid
Vrouwen in China zijn volgens de wet gelijk aan mannen, en zijn derhalve vanaf hun achttiende jaar ook handelingsbekwaam.147 Er is geen onderscheid tussen gehuwde en ongehuwde vrouwen.148 Een vrouw kan zelfstandig een identiteitsdocument of paspoort aanvragen zonder dat daarvoor toestemming nodig is van bijvoorbeeld haar echtgenoot.
145 Amnesty International, Continuing abuse under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003; DPA, China's pre-Spring Festival execution toll rises to 40, 19 januari 2004; ANP, China zet mobiele executiekamers in, 18 december 2003; Straits Times, China's death on wheels, 13 maart 2003. 146 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 147 Grondwet van de Volksrepubliek China, Art. 33, 34 en 48. Law of the People's Republic of China on the Protection of Rights and Interests of Women, 1 oktober 1992, Ch. VIII, Legal Responsibility, Artt. 48-52 en General Principles of the Civil Law of the People's Republic of China, 1 januari 1987, Ch. II, Artt. 9-11. 148 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan. 1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch. III, Art.13 49

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Traditioneel huwelijk
Met name op het platteland komt het regelmatig voor dat een echtpaar trouwt volgens een traditionele huwelijksceremonie of gaat samenwonen omdat bijvoorbeeld de huwbare leeftijd nog niet is bereikt. 149 In de praktijk worden deze samenlevingsvormen door de omgeving en lokale autoriteiten geaccepteerd als zijnde getrouwd. Echter, om voor de wet rechtsgeldig te zijn moet een huwelijk zijn geregistreerd bij het huwelijksbureau.
Scheidingen
Onder de huwelijkswet (zie 3.1.2) kunnen ook vrouwen gemakkelijk een scheiding aanvragen. Het aantal echtscheidingen stijgt. Elk jaar scheiden 1,2 miljoen echtparen. Scheiden is maatschappelijk geaccepteerd in China, maar pakt vaak financieel nadelig uit voor vrouwen. De mate van acceptatie hangt echter mede af van de sociale omgeving.150
Ongehuwde moeders
Na een scheiding blijft een kind vaker bij de moeder. In de Chinese wet is vastgelegd dat als het kind bij de moeder blijft, de vader aan de opvoeding moet blijven meebetalen.151 Ongehuwde moeders zijn in China een vrijwel onbekend fenomeen. In China is vrijwel iedereen die kinderen heeft getrouwd (of gescheiden). Vrouwen die buiten het huwelijk zwanger worden zullen al snel wegens sociale druk besluiten tot een abortus. Naast de sociale druk vanuit de omgeving, is er ook nog de financiële druk. Voor een kind dat zonder toestemming geboren wordt, moet een social compensation fee worden betaald voordat het kind kan worden geregistreerd. Het kind kan worden geregistreerd in de hukou van de moeder. Vrouwen met een in het buitenland geboren kind danwel kinderen kunnen terugkeren in de Chinese maatschappij.152 In China bestaan geen opvanghuizen voor alleenstaande (minderjarige) moeders. Bij terugkeer naar China kunnen zij hulp vragen bij het buurtcomité in de plaats van herkomst. Via het buurtcomité kan een bijstanduitkering (dibao) worden aangevraagd. Behalve een uitkering kan een ongehuwde moeder ook sociale ondersteuning krijgen. Het buurtcomité is uiteindelijk verantwoordelijk voor zorg en begeleiding. Kinderen van ongehuwde moeders die jonger zijn dan 16 jaar kunnen eventueel ook worden opgevangen in een kindertehuis.
149 Chinese marriage customs and Chinese wedding traditions (www.warriortours.com/intro/marriage.htm, geraadpleegd op 10 februari 2004). De leeftijd waarop men mag trouwen is 22 jaar voor mannen, en 20 jaar voor vrouwen.
150 Trouw, Scheidingen horen bij de `gelukkige generatie', 7 januari 2004; People's daily, Chinese women have more choices in marriage, 25 augustus 2003, UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.333), oktober 2003.
151 Trouw, Chinees kind blijft na scheiding vaker bij moeder, 7 januari 2004. 152 Dit geldt overigens ook voor Chinese echtparen die in het buitenland één of meer kinderen hebben gekregen die buiten de gezinsplanningsregels zijn geboren (zie bijvoorbeeld AP, Chinese couple with two children lose bid for refugee protection in Australia, 20 februari 2004). 50

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Militaire dienst153
Op grond van de noden van het leger, kunnen vrouwen worden opgeroepen voor militaire dienst vanaf hun achttiende jaar. Op basis van vrijwilligheid kunnen jongens en meisjes die nog geen 18 zijn eveneens dienst nemen. Ook vrouwen kunnen dienst nemen als beroepsmilitair.
Geweld tegen vrouwen
Mishandeling en verkrachting van vrouwen is strafbaar volgens het Chinese strafrecht.154 Toen in 2001 de huwelijkswet werd herzien, kreeg de discussie over huiselijk geweld een nieuwe impuls. In de krant en op televisie werd veel aandacht geschonken aan dit verschijnsel. Volgens een onderzoek van de All China Women's Federation (ACWF) komt in 30% van de 270 miljoen huishoudens in China huiselijk geweld voor. Het werkelijke percentage kan zelfs nog hoger liggen, omdat een taboe rust op het naar buiten brengen van `de vuile was'.155 Chinese vrouwen kunnen volgens de wet voor hulp terecht bij de nationale en lokale ACWF en bij buurtcomités, dorpscomités, werkeenheden en de politie.156 Daar zal men proberen de problemen door bemiddeling op te lossen, en mocht dat niet slagen, de zaak doorverwijzen naar de rechtbank.157 In de huwelijkswet is nu opgenomen dat huiselijk geweld en mishandeling, wanneer bemiddeling niet slaagt, wettelijk erkende redenen zijn voor echtscheiding.158 Voorts zijn er telefonische hulplijnen en privé-organisaties die vrouwen gratis juridische bijstand verlenen en advies geven. Het probleem hierbij is echter dat veel vrouwen, vooral op het platteland, niet weten waar ze voor advies moeten zijn.
In dertien provincies in China zijn lokale wetten aangenomen tegen huiselijk geweld. De aan de overheid gelieerde Werkgroep tegen Huiselijk Geweld in China en de ACWF sporen misbruikte en mishandelde vrouwen aan om de daders aan te klagen. Daartoe zijn tevens speciale kantoren opgezet die de vrouwen kunnen helpen met het verzamelen van bewijs. In sommige gebieden zijn opvanghuizen voor vrouwen opgericht.159
153 Zie ook paragraaf 3.4.4.
154 De strafmaat voor verkrachting is niet minder dan 3 jaar en niet meer dan 10 jaar. Seksuele omgang met een meisje jonger dan 14 jaar wordt beschouwd als verkrachting. Straffen voor verkrachting van meisjes jonger dan 14 jaar zijn zwaarder (Criminal Law of the People's Republic of China, 14 maart 1997, Ch.IV, Artt. 236 en 237).
155 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 156 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 43. 157 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 45. 158 Marriage Law of the People's Republic of China, 1 jan.1981, geamendeerd op 28 april 2001, Ch.V, Art. 32-2. 159 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.34), oktober 2003; Wereldbank, China Country Gender Review, juni 2002.
51

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Abortus
Wereldwijd gezien staat China met 24 abortussen op de 1.000 vrouwen in de middengroep.160 Gedwongen abortus is bij de wet verboden. Hoewel geen berichten hierover bekend zijn, is het echter niet uitgesloten dat in sommige gebieden gedwongen abortus of gedwongen sterilisatie incidenteel nog wel voorkomen.161 Door de nieuwe gezinsplanningswet is er hernieuwde aandacht voor het geboortebeleid. Er is meer aandacht voor het maken van keuzes in geboorteplanning op basis van informatie. Burgers en ambtenaren zijn beter op de hoogte van hun rechten en plichten. De verwachting is dat daardoor minder excessen zullen voorkomen.
Gezinsplanning in de praktijk
Het Chinese gezinsplanningsbeleid (zie 3.1.2) lijkt te zijn ingeburgerd.162 Veel gezinnen wensen slechts één kind, vaak omdat het hebben van meer kinderen zwaarder en duurder is. De social compensation fee wordt op lokaal niveau vastgesteld en vaak soepel toegepast. Er wordt bijvoorbeeld gevarieerd in de hoogte van het bedrag, er wordt een afbetalingsregeling getroffen, of er vindt kwijtschelding plaats.163 Redenen hiervoor kunnen zijn dat arme families de social compensation fee niet kunnen betalen, omdat er hoge kosten verbonden zijn aan het opleggen van de boete en omdat gezinsplanningsambtenaren geen belang meer hebben bij het innen van de boete nu de boete naar een centrale kas gaat. Elke provincie heeft eigen regelgeving opgesteld wat betreft gezinsplanning. De implementatie is gedelegeerd aan de districten en ligt voor een groot deel bij de lokale gezinsplanningsambtenaren. De nadruk is meer komen te liggen op kwaliteit van de zorg en voorlichting. Wat betreft handhaving van het gezinsplanningsbeleid meldt de Chinese overheid dat er minder illegale praktijken voorkomen. In het verleden kwam het bijvoorbeeld voor dat beslag werd gelegd op huis of land als een familie de boete niet kon betalen. Volgens de wet kunnen burgers gezinsplanningsambtenaren aanklagen die hun bevoegdheden hebben overschreden.
Op elke 100 meisjes worden in China 117 jongens geboren Volgens de State Commission for Population and Family Planning is met name op het platteland en in achtergebleven gebieden de genderverhouding verstoord. Het is volgens de 160 UN Economic and Social Council, Commission on Population and Development, Concise Report on world population monitoring, 14 december 2001.
161 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004; Human Rights Watch, Overview of human rights issues in China, 1 januari 2004. 162 Catholics for a Free Choice, The United Nations Population Fund in China: a catalyst for change. Report on an interfaith delegation to China, november 2003. 163 Catholics for a Free Choice, The United Nations Population Fund in China: a catalyst for change, november 2003.
52

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

nieuwe gezinsplanningswet verboden om via een echo het geslacht van het kind te bepalen. Artsen zijn echter tegen betaling van een extra vergoeding vaak wel bereid dergelijke echo's uit te voeren, en ook om selectieve abortus toe te passen op basis van het geslacht. China tracht met een campagne een einde te maken aan het aborteren van vrouwelijke foetussen. Via geboorteklinieken wordt de boodschap van gelijkheid tussen meisjes en jongens verspreid.164 3.4.2 Homoseksuelen
Geschiedenis van de homoseksualiteit in China China kent een lange geschiedenis van homoseksualiteit. In vroegere dynastieën vanaf de Shang Dynastie (16e-11e eeuw v. Chr.) kwamen keizers, ministers, vorsten en kunstenaars openlijk uit voor hun homoseksualiteit en zolang de traditionele familiewaarden (huwelijk en kinderen krijgen) in ere werden gehouden was er niets aan de hand. Pas in 1740 werd voor het eerst een `anti- homo' decreet uitgevaardigd waarin het vrijwillig aangaan van homoseksuele contacten als illegaal werd bestempeld. In de periode 1949-1997 beschouwde de overheid homoseksualiteit als een sociale schande en een geestesziekte. Homoseksuelen werden regelmatig opgepakt, maar omdat er geen wetgeving was die homoseksualiteit verbood, werden homoseksuelen beschuldigd van straatschenderij en het verstoren van de openbare orde.165 In 1997 werd straatschenderij geschrapt uit het strafrecht166 en daarmee werd ook homoseksualiteit gedecriminaliseerd.167
Huidige situatie
De situatie voor homoseksuele mannen en vrouwen is de laatste decennia aanzienlijk verbeterd. De Chinese overheid tolereert homoseksualiteit zolang homoseksuelen niet openlijk kritiek uiten op het regime en niet al te openlijk voor hun seksuele geaardheid uitkomen.168 In april 2001 is homoseksualiteit geschrapt van de lijst van geestesziektes, hoewel het nog wel wordt aangemerkt als psychische stoornis of identiteitscrisis. Voor homoseksuelen is het niet eenvoudig om openlijk uit te komen voor hun geaardheid. Het is sociaal niet geaccepteerd dat personen van hetzelfde geslacht 164 Reuters, Chinese women confront gender ratio imbalance, 24 augustus 2003; AFP, China tegen aborteren ongeboren meisjes, 15 augustus 2003. 165 http://en.wikepedia.org/wiki/homosexuality_in_china, geraadpleegd op 9 februari 2004. 166 Criminal law of the People's Republic of China, van kracht geworden op 1 augustus 1997. 167 Chinese Society for the Study of Sexual Minorities (CSSSM), Homosexuality Depathologized in China, 5 maart 2001 (www.csssm.org geraadpleegd op 9 februari 2004). 168 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.373 t/m 6.376), oktober 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 53

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

een relatie met elkaar aangaan. De gemiddelde Chinees ziet homoseksualiteit weliswaar niet langer als crimineel gedrag, maar beschouwt het wel nog steeds als een ziekte. Maatschappelijk bezien, overheerst het Confucianistische idee dat een Chinees uit piëteit aan de ouders en trouw aan de familiestamboom moet trouwen en voor nageslacht moet zorgen. Het komt daarom nog veel voor dat homoseksuelen onder druk van de familie een heteroseksueel huwelijk aangaan en kinderen krijgen.169
Er zijn in China een aantal `homohotlines' waar homoseksuelen terecht kunnen voor hulp en advies. Verder zijn er ongeveer 250 websites die als onderwerp homoseksualiteit hebben. In veel grote steden zijn homobars en cruiseplekken te vinden. Een aantal bekende popsterren komt openlijk uit voor hun homoseksualiteit. Zolang eigenaars en klanten van homobars de wetten niet overtreden, worden zij in het algemeen met rust gelaten door de politie. Er is nauwelijks sprake van een zichtbare lesbische gemeenschap. De vrouwen durven niet openlijk naar buiten te treden uit angst voor represailles en voelen zich ook niet thuis in de setting van een bar. Lesbiennes zijn in het algemeen minder te vinden in homobars en geven de voorkeur aan chatten via internet en privé- salons.170 In Shanghai zijn een aantal uitgaansgelegenheden voor vrouwen te vinden.
Omdat homoseksualiteit sociaal nauwelijks geaccepteerd is, stellen homoseksuelen mogelijke discriminatie niet aan de kaak en durven ze ook de hulp van de politie niet in te roepen in geval van discriminatie. 3.4.3 Minderjarigen171
Beleid minderjarigen
Sinds 1992, het jaar waarin werd gestart met de uitvoering van het National Programme of Action (NPA) for Child Development in China in the 1990's, hebben de Chinese overheid en organisaties voor kinderen veel bereikt op het gebied van de promotie van kinderrechten en ontwikkeling van kinderen. De staatsraad heeft inmiddels een nieuw NPA for Child Development voor de periode 2001-2010 goedgekeurd. Aandachtspunten daarbij zijn het verminderen van de ongelijkheid in de ontplooiing van kinderen in de diverse regio's, het creëren van een betere leefomgeving, gezondheidszorg, opleiding en bescherming van de 169 De Standaard, Homoseksualiteit bestaat niet in China, 4 januari 2003; Chinese Cultural Studies: Homosexuals in modern China: four recent press reports (http://acc6.its.brooklyn.cuny.edu/~phalsall/texts/c- gays.html, geraadpleegd op 9 februari 2004). 170 Reuters, China's first lesbian film quietly tests limits, 9 augustus 2002. 171 Deze paragraaf betreft een actualisering van het ambtsbericht "minderjarigen in China; zelfredzaamheid, opvang en terugkeer" van 9 april 2001 (DPC/AM-709612). 54

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

bevolking, en het beteugelen van de verdere verspreiding van HIV/aids onder kinderen.
Onderwijs
De leerplicht geldt in principe vanaf zes jaar. In sommige gebieden mag dit uitgesteld worden tot het kind de leeftijd van zeven jaar heeft bereikt.172 Ieder kind in China heeft een leerplicht voor de duur van negen jaar.173 Volgens de Chinese overheid volgt 98 procent van de kinderen de verplichte zes jaar lagere school en 90 procent de verplichte drie jaar middelbare school.174 Zeker voor arme gezinnen zijn de legale en illegale extra schoolkosten een grote belasting. Het komt voor dat kinderen niet toegelaten worden op scholen ondanks het feit dat in artikel vier van de leerplichtwet neergelegd is dat overheid, scholen en ouders ervoor moeten zorgen dat het recht van de kinderen om onderwijs te volgen wordt gewaarborgd. Uitsluiting van onderwijs gebeurt in het geval dat ouders hun kind niet hebben geregistreerd175 of in geval van migrantenkinderen, die in een andere woonplaats wonen dan waar hun huishoudregistratie staat geregistreerd. De term migrantenkinderen verwijst hier naar kinderen van ouders die van het platteland naar de stad zijn verhuisd, veelal vanuit economische overwegingen, en veelal zonder dat hun huishoudregistratie is aangepast. De overheid uit de woonplaats, waar het kind geregistreerd is, wordt verantwoordelijk geacht voor het verschaffen van de verplichte negen jaar onderwijs.176 Onder de huidige regelgeving kunnen migranten hun kinderen slechts naar school laten gaan in hun feitelijke woonplaats, indien zij beschikken over de juiste vergunningen en indien er plek over is in de klassen.177

Het is voorgekomen dat geboorteplanningsbureaus scholen die niet-geregistreerde kinderen aannamen een boete gaven.178 Ook komt het veelvuldig voor dat openbare scholen allerlei extra gelden heffen voor migrantenkinderen of niet- geregistreerde kinderen. Niet-geregistreerde kinderen kunnen overigens alsnog geregistreerd worden na betaling van de social compensation fee. Ook komt omkoping van ambtenaren wel voor met als resultaat dat kinderen toch geregistreerd kunnen worden of toch naar school kunnen. 172 Compulsory Education Law of the People's Republic of China (1 juli 1986), Art. 5. 173 Idem Art. 2 en Education Law of the People's Republic of China (1 sep. 1995), Art. 18. 174 South China Morning Post, 98 pc of children attend primary school, 2 juni 2003. 175 Het komt voor dat ouders hun kind niet of pas later registeren. Vaak gaat het om `ongeplande' (niet binnen de regels geboren) kinderen.
176 Human Rights in China, Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City Schools, China Rights Forum, No. 2, 2002, pp. 4.
177 Idem, pp. 6.
178 Idem, pp. 7.

---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Veel migranten en ouders van niet-geregistreerde kinderen laten hun kinderen naar privé-migrantenscholen gaan die vaak goedkoper maar ook minder van kwaliteit zijn (zowel voor wat betreft niveau van het onderwijs als van de huisvesting). Diploma's van deze (veelal illegale) scholen worden echter niet erkend waardoor de kinderen niet verder kunnen leren. De Chinese autoriteiten sluiten geregeld deze illegale scholen omdat de voorzieningen niet adequaat (zouden) zijn.179 In deze gevallen gaat de overheid over tot het slopen van de gebouwen en geregeld vindt arrestatie van de schoolleiding plaats.180 In sommige grote steden worden steeds meer migrantenkinderen toegelaten op openbare scholen. Bijvoorbeeld in Shanghai mogen migrantenkinderen niet meer worden uitgesloten van openbare scholen, en mag geen hoger schoolgeld gevraagd worden. Migranten die het schoolgeld niet kunnen betalen kunnen voor kwijtschelding in aanmerking komen. Studeren in het buitenland
Een goede opleiding heeft in China een hoog aanzien. De plaatsen aan universiteiten in China zijn echter beperkt en de toelatingseisen zijn vaak hoog. Chinese ouders zijn bereid tot zware offers om hun (enig) kind toch te laten studeren. Studeren in het buitenland is daarom een alternatief. Er zijn in China vele bemiddelingsbureaus die reclame maken voor studies in het buitenland en bemiddelen bij het verkrijgen van visa. Een meerderheid daarvan is illegaal. De Chinese overheid waarschuwt tegen bemiddelingsbureaus die studenten grote sommen geld afhandig maken door hen in te schrijven voor niet bestaande studies. Ook wordt vaak ten onrechte een verblijfsvergunning in het vooruitzicht gesteld. Leeftijdsopgave Chinese minderjarigen
Het leeftijdsverschil dat kan bestaan tussen opgave van leeftijd volgens de westerse of volgens de Chinese telling heeft niet te maken met de Chinese kalender, maar is een traditioneel gebruik.181 Het verschil zit in het feit dat Chinese kinderen bij hun geboorte reeds als één jaar oud worden beschouwd. Iedere Chinees wordt voorts op Chinees Nieuwjaar een jaar ouder. Wanneer een kind dus een dag voor Chinees Nieuwjaar geboren is, kan het voorkomen dat wanneer het een dag oud is volgens westerse telling, het volgens de Chinese telling reeds twee jaar oud is.182
179 De school heeft bijvoorbeeld geen stromend water, het gebouw is onveilig of de leraren zijn niet gekwalificeerd.
180 Human Rights in China, Privately Run Migrant Schools in Beijing, Vital Community Resources Existing on Sufferance, China Rights Forum, No. 2, 2002, pp.18-19. 181 Zie ook paragraaf 2.1.1 voor de Chinese kalender in het algemeen. 182 Lee Siow Mong, Spectrum of Chinese Culture, Petaling Jaya Malaysia, 1986. 56

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Meerderjarigheid en handelingsbekwaamheid
Een Chinees burger is meerderjarig vanaf 18 jaar.183 Volgens de Chinese wetgeving, zijn burgers vanaf de leeftijd van 16 jaar strafrechtelijk aansprakelijk. Kinderen tussen de 14 en de 16 jaar oud die een zware misdaad hebben begaan (zoals moord of verkrachting), zijn eveneens strafrechtelijk aansprakelijk.184 De Chinese burger is handelingsbekwaam vanaf 18 jaar. Minderjarigen tussen de 16 en 18 jaar die door werk grotendeels in eigen onderhoud voorzien, worden geacht volledig handelingsbekwaam te zijn in het maatschappelijk verkeer. Een kind van 10 jaar of ouder heeft beperkte handelingsbekwaamheid. Een kind jonger dan 10 heeft geen handelingsbekwaamheid.185
Opvang
Minderjarigen die alleen komen te staan, worden in China in eerste instantie opge- vangen door familieleden of (als er geen familie meer is) door goede bekenden uit de directe omgeving. Alleen in die gevallen dat een kind helemaal alleen staat, komt overheidsopvang aan de orde. Alleenstaande jongeren onder 16 jaar worden als regel ondergebracht in een weeshuis in de regio van herkomst. Alleenstaande jongeren van 16 of 17 jaar zullen eerder geplaatst worden in een verzorgingste- huis. Onderwijs of beroepstraining wordt vanuit die tehuizen gevolgd. Bij het be- reiken van de leeftijd van 16 jaar kan desgewenst bemiddeld worden voor het vin- den van werk of zelfstandig onderdak. In landelijke gebieden zorgt het dorpscomi- té tezamen met de lokale gemeenschap voor onderdak en begeleiding. Volgens het ministerie van Sociale Zaken zijn er in China 190 staatsweeshuizen of Child Welfare instituten. Het is de bedoeling dat het aantal instituten niet veel meer toe zal nemen. De Chinese overheid streeft er namelijk naar om kinderen via de zogenaamde community based approach bij familie of pleegouders in lokale gemeenschappen onder te brengen. Verder bestaan er in kleinere gemeenten verzorgingstehuizen, de Social Welfare instituten, waar zowel senioren als weeskinderen of gehandicapte kinderen worden opgevangen. Deze instituten staan onder toezicht van de lokale overheid. Er bestaan tevens veel particuliere opvanghuizen.
Het algemene beeld dat ontstaat naar aanleiding van bezoeken door medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China en telefoongesprekken met weeshuizen en Social Welfare instituten is dat de Chinese autoriteiten de laatste 183 Law on the Protection of Minors, Ch. 1, Art. 2. en website voor Chinees recht. 184 Criminal Law of the People's Republic of China, Ch. II, Art.17. 185 General Principles of the Civil Law of the People's Republic of China, 1 jan. 1987, Ch. II, Artt. 11 en 12 en artikel 34 van de grondwet van de Volksrepubliek China. 57

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

jaren veel aandacht besteden aan opvang van weeskinderen.186, 187 Dit beeld wordt bevestigd door UNICEF. Deze organisatie is in veel van de weeshuizen actief, en assisteert ook bij het vinden van alternatieve opvang voor minderjarigen, bijvoorbeeld in gastgezinnen. Het voor kinderopvang verantwoordelijke ministerie van Burgerzaken werkt intensief samen met UNICEF, maar ook met veel andere internationale en nationale NGO's. De instituten voor kinderopvang moeten voldoen aan een basisstandaard.
Terugkeer
In het ambtsbericht van 9 april 2001 over de positie van minderjarigen in China wordt een beschrijving gegeven van de behandeling van illegale emigranten bij terugkeer in China (pagina 22). Minderjarigen worden bij terugkeer niet gestraft wegens illegale emigratie. Het beginsel van niet-bestraffing van minderjarigen is vastgelegd in de wet op de bescherming van minderjarigen (Law on the Protection of Minors) van 4 september 1991, van kracht vanaf 1 januari 1992. Ingevolge artikel 38 van deze wet dienen minderjarigen vooral te worden opgevoed, overtuigd en verbeterd, en wordt opvoeding door de samenleving (ouders etc.) beschouwd als belangrijkste aanpak, en straf als een secundaire. Bij aankomst op het vliegveld van Beijing wordt de minderjarige opgevangen door de immigratiedienst. Betrokkene wordt daarna overgedragen aan zijn (naaste) familieleden die reeds tevoren gewaarschuwd zijn en als regel naar het vliegveld komen. Indien de familie armlastig is, zal het ministerie van Burgerzaken zorgdragen voor begeleiding naar de plaats van herkomst. Ditzelfde geschiedt indien er geen familieleden meer zijn. Betrokkene wordt in dit laatste geval door het ministerie van Burgerzaken begeleid naar zijn plaats van herkomst en door bemiddeling van dat ministerie aldaar ondergebracht in een weeshuis of verzorgingshuis of overgedragen aan het dorpscomité. 186 In 2001 werden door medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China bezoeken afgelegd aan staatsweeshuizen en Social Welfare Institutes in de volgende plaatsen: Beijing; Chongqing; Fuzhou (provincie Fujian); Guangzhou (provincie Guangdong); Nanchang (provincie Jiangxi); Ningbo, Qingtian en Wenzhou (provincie Zhejiang); Shanghai; Wuhan (provincie Hubei). Sommige tehuizen zijn meerdere malen bezocht. Verslagen van deze bezoeken zijn opgenomen in het Ambtsbericht Minderjarigen in China van 9 april 2001.
In 2002 werden door medewerkers van de Nederlandse vertegenwoordigingen in China bezoeken afgelegd aan weeshuizen in de volgende plaatsen: Guangzhou (provincie Guangdong), Leshan (Sichuan provincie), Tianjin en Urumqi (provincie Xinjiang). Telefonisch contact om informatie te verkrijgen werd in 2002 opgenomen met weeshuizen en Social Welfare Institutes in de volgende plaatsen: Changchun (provincie Jilin), Changsha (provincie Hunan), Guiyang (provincie Guizhou), Huiyang (provincie Anhui), Kunming (provincie Yunnan), Lanzhou (provincie Gansu), Nanning (autonome regio Guangxi), Shijiazhuang (Hebei provincie), Xi'an (Shaanxi provincie), Yinchuan (Ningxia autonome regio), Zhengzhou (Henan provincie). 187 Zie teven het ambtsbericht "minderjarigen in China; zelfredzaamheid, opvang en terugkeer" van 9 april 2001 (DPC/AM-709612).
58

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

3.4.4 Dienstplichtigen
Militaire dienst
Er bestaat dienstplicht voor alle mannen tussen 18 en 22 jaar.188 De duur van de militaire dienst was voorheen drie jaar in de landmacht en vier jaar bij de marine en luchtmacht. In december 1999 is de diensttijd teruggebracht tot twee jaar voor alle militaire onderdelen. Tevens worden mannen aangemoedigd een aantal jaren als vrijwilliger dienst te nemen. Reserve-eenheden zijn oproepbaar in tijd van oor- log. De dienstplicht wordt als regel niet vervuld in het gebied waar een dienstplichtige vandaan komt, maar elders in China. Mannelijke en vrouwelijke leerlingen en studenten die doorleren na de negen jaar leerplicht krijgen verplicht militaire training op school. De duur varieert van één tot enkele weken. De jongeren leren onder andere marcheren en schieten. Toetreden tot het leger is voor jongeren op het platteland een manier om het rurale leven te ontvluchten en een van de weinige mogelijkheden voor een opleiding en werk. Een baan bij het leger biedt veiligheid, prestige en carrièrekansen en is daarom gewild. In het kader van modernisering en herstructurering wordt het leger de komende jaren ingekrompen.
Registratie, keuring en oproep
In het jaar dat mannelijke burgers de leeftijd van 18 jaar bereiken zijn zij oproepbaar voor militaire dienst. Zij blijven oproepbaar totdat zij de leeftijd bereiken van 22 jaar. Werkeenheden dienen ervoor te zorgen dat alle mannelijke 18-jarigen worden geregistreerd. Het ieder jaar op te roepen aantal dienstplichtige rekruten wordt vastgesteld door de Central Military Commission (artikel 11). Vanwege het grote aantal beschikbare kandidaten wordt slechts een klein percen- tage van de geregistreerde en medisch goedgekeurde mannelijke burgers daadwerkelijk opgeroepen. Volgens de geldende regels kunnen jonge vrouwen van 18-22 jaar opgeroepen worden als en voor zover daaraan behoefte bestaat (artikel 12). In de praktijk wordt ongeveer 10% van degenen die beschikbaar zijn voor militaire dienst daadwerkelijk in dienst genomen. Dienstplichtigen krijgen een speciale identiteitskaart. In het Chinees heet deze: junren shengfenzhen, wat letterlijk betekent: identiteitskaart voor dienstplichtigen. Er zijn geen aparte paspoorten voor dienstplichtigen; ze gebruiken het reguliere paspoort.
188 Een Nederlandse vertaling van de dienstplichtwet uit 1984, gewijzigd 1998, is te vinden op: www.law.kuleuven.ac.be/chineesrecht/staatsrecht/staatsinrichting/leger/leger2.htm (geraadpleegd op 9 februari 2004); UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (5.53 t/m 5.56), oktober 2003.
59

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Uitstel en vrijstelling
Uitstel van militaire dienst is mogelijk, indien de betrokkene studeert of kostwinner is (artikel 15). Vrijstelling van militaire dienst wordt verleend, indien de betrokkene een ernstig fysiek gebrek heeft (artikel 3). Uitgesloten van militaire dienst zijn diegenen van wie conform het wetboek van strafrecht de politieke rechten zijn ontnomen (artikel 3).189 Ook worden dienstplichtige burgers die worden vastgehouden voor onderzoek of strafvervolging niet gerekruteerd, evenmin als dienstplichtige burgers die een gevangenisstraf uitzitten of onder toezichtstelling staan (artikel 16).
Alternatieve dienstplicht
De mogelijkheid vrijstelling te verkrijgen wegens gewetensbezwaren bestaat niet. Een alternatieve dienstplicht bestaat evenmin.190
Dienstplichtontduiking
Dienstplichtontduiking (ontduiking van registratie of keuring of het niet opkomen in daadwerkelijke dienst na te zijn geselecteerd) wordt ingevolge artikel 61 van de Military Service Law van 1 oktober 1984191 gestraft met een boete, terwijl betrokkene door de lagere overheid alsnog opgeroepen wordt om de dienstplicht te vervullen. Indien men na goedkeuring niet opkomt voor militaire dienst of weigert militaire oefeningen te doen, wordt men gedurende twee jaren uitgesloten van werk bij de overheid of een staatsbedrijf, van buitenlandse reizen, of hoger onderwijs.192 In de grote steden onttrekken dienstplichtigen zich in toenemende mate aan selectie. Een aantal daarvan slaagt daarin door diverse redenen aan te voeren verband houdend met familieomstandigheden of fysieke gesteldheid. 189 De artikelen 54-58 van het Chinese wetboek van strafrecht regelen het ontnemen van politieke rechten. Het gaat hier om het recht te stemmen en te worden verkozen, de vrijheid van meningsuiting, en een verbod tot functies bij de overheid of staatsbedrijven (artikel 54). De straf kan worden uitgesproken als iemand de staatsveiligheid in gevaar bracht (artikel 56); schuldig is aan moord, verkrachting, brandstichting, een ontploffing, vergiftiging, roof of ernstige verstoring van de sociale orde (artikel 56); of veroordeling tot levenslang of de dood (artikel 57).
190 War Resisters' International 1998, p. 80 onder 2. Achterliggende bron is het Amnesty International rapport `Conscientious objection to military service' van 1991. 191 Zoals gewijzigd door artikel 10 van de Military Service Law Amendment Decision van 29 december 1998. 192 Artikel 61 (nieuw) luidt:

- In the event that the citizen obliged to perform military service (1) refuses or evades military service regis- tration and physical examination; or (2) being eligible for military service refuses or evades drafting; the county-level government shall issue a reprimand for correction within a limited time.
- Where it is not remedied within the time limit, the county-level government shall enforce him to perform his military service and may impose a penalty fine.
- Those who commit the act (2) and refuse to remedy the situation shall, for a period of 2 years, be rejected to be recruited as a civil servant or an employee of a state enterprise, or to go abroad, or be enrolled in higher education.
60

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Omdat gekozen kan worden uit een groot aantal oproepbare dienstplichtigen, nemen de autoriteiten weinig maatregelen om dit tegen te gaan of te bestraffen. Dienstweigering en desertie
Dienstweigering of het verlaten van de legereenheid wordt in vredestijd administratief gestraft. In oorlogstijd is het een strafrechtelijk delict.193 Ingevolge artikel 428 van het Chinese wetboek van strafrecht wordt het niet opvolgen van een dienstbevel door een officier gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaar, en indien dit gedrag leidt tot zware militaire verliezen, met ten minste vijf jaar. Het verlaten van de post of het verwaarlozen van de opgedragen taak wordt ingevolge artikel 425 bestraft met ten hoogste drie jaar gevangenis. Desertie (het verlaten van de troepen) is ingevolge artikel 435 in ernstige gevallen strafbaar met een vrijheidsstraf van ten hoogste drie jaar, in oorlogstijd met ten minste drie en ten hoogste zeven jaar. Desertie naar het buitenland wordt ingevolge artikel 430 bestraft met ten hoogste vijf jaar gevangenisstraf, in ernstige gevallen met ten minste vijf jaar.194
Minderheden
In de Military Service Law staat dat burgers van de Volksrepubliek China, ongeacht hun nationaliteit, ras, beroep, familiale herkomst, godsdienstige overtuiging en opleidingsniveau, de plicht hebben hun militaire dienst te vervullen (artikel 3).
In het algemeen worden militairen gerekruteerd uit de grootste bevolkingsgroep in China, de Han. Over de oproep tot dienstplicht bij etnische minderheden is geen informatie beschikbaar. Er zijn geen aanwijzingen dat leden van etnische minderheden vanwege hun etnische achtergrond vaker gerekruteerd of bij overtredingen extra zwaar bestraft worden.
193 Artikel 62 van de Military Service Law stelt terzake: Military servicemen in actual service who refuse to per- form duty or flee the armed forces with the aim of evading performance of military service shall be sanc- tioned with administrative punishments in accordance with the provisions of the Central Military Commission. Fleeing the armed forces during wartime shall constitute a criminal offence and shall be investigated for criminal responsibilities according to law. 194 Artikel 435: A serviceman who violates the draft laws and regulations by deserting his troop, if the circum- stances are serious, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than three years or criminal detention. A serviceman who commits the crime in the preceding paragraph during wartime shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not less than three years and not more than seven years. Artikel 430: A serviceman who leaves his post without permission, flees the country or defects to a foreign country while outside the country during the course of performing official duties, undermines the national military interests and shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not more than five years or criminal detention. Where circumstances are involved, the sentence shall be fixed-term imprisonment of not less than five years. A serviceman who uses an aircraft or a ship to desert or if other exceptionally serious circumstances are involved, shall be sentenced to fixed-term imprisonment of not less than ten years, life imprisonment or death.
61

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

3.5 Situatie in specifieke gebieden
3.5.1 Tibet
Bevolking
Het aantal Tibetanen, één van China's 55 minderheden, wordt geschat op zes miljoen. Iets minder dan de helft van de Tibetanen is woonachtig in de `Autonome Regio Tibet' (hierna: Tibet), maar veel Tibetanen wonen ook in de ongeveer twaalf kleinere autonome Tibetaanse gebieden die zijn gelegen in de Tibet omringende provincies Sichuan, Qinghai, Gansu en Yunnan. Veel Han-Chinezen zijn de afgelopen decennia naar Tibet gemigreerd, daartoe aangemoedigd door overheidssubsidies. Meer dan de helft van de bevolking in Lhasa is Han-Chinees. Volgens de Chinese overheid is slechts acht procent van de bevolking in Tibet Han-Chinees, maar in dat percentage worden de grote aantallen Han-Chinese militairen en hun families niet meegerekend.195 Politieke ontwikkelingen en veiligheidssituatie Sinds 2002 zijn enige positieve ontwikkelingen zichtbaar in de relatie tussen de Dalai Lama en de Chinese autoriteiten. In 2002 werden zeven Tibetaanse politieke gevangenen vervroegd vrijgelaten door de Chinese autoriteiten. De broer van de Dalai Lama, Gyalo Thondup, bracht in juli 2002 voor het eerst sinds 1952 weer een bezoek aan Lhasa. Het bezoek in september 2002 en juni 2003 van gezanten van de Dalai Lama aan Beijing en Lhasa wordt ook beschouwd als vooruitgang. Voor het eerst in negen jaar vond officieel contact plaats tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en de Chinese leiders. Deze stap werd toegejuicht door westerse regeringen en een aantal Tibetaanse NGO's. De contacten lijken sindsdien echter stil te liggen.
Ook de reactie van de Chinese autoriteiten op het bezoek van de Dalai Lama aan de Verenigde Staten, waar hij president Bush ontmoette, was anders dan voorheen. China protesteerde wel, maar het bezoek had noch negatieve gevolgen voor de huidige, kwetsbare relatie tussen China en de Dalai Lama, noch voor de relatie tussen China en de Verenigde Staten.
De Chinese strategie lijkt ook te zijn gericht op imagoverbetering. Onderdeel van de campagne is het vergemakkelijken van reizen naar Tibet voor toeristen, buitenlandse journalisten en diplomaten. Voor de laatste doelgroepen wordt tijdens strak geregisseerde bezoeken veel aandacht besteed aan de economische ontwikkeling van Tibet.
195 Reuters, influx of Chinese changes face of Tibet, 26 augustus 2003; US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2002, 31 maart 2003; Congressional Executive Commission on China Annual Report 2003, 2 oktober 2003.
62

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Naast bovenstaande positieve ontwikkelen blijft de mensenrechtensituatie zorgelijk. De Tibetaanse boeddhistische monnik en religieus leider Tenzin Deleg Rinpoche werd in 2002 gearresteerd en ter dood veroordeeld. Later werd bekend dat de uitvoering van zijn doodstraf werd uitgesteld met twee jaar. De tegelijkertijd met hem opgepakte Tibetaan Lobsang Dhondup werd echter direct na de veroordeling in hoger beroep op 26 januari 2003 geëxecuteerd.196 In november 2003 werd een militaire oefening gehouden in Tibet. Het ging om een anti-terrorisme oefening gericht tegen aan de Dalai Lama gelieerde separatisten.197
Economische ontwikkelingen
De Chinese regering steekt veel geld in de economische ontwikkeling van Tibet. De economische groei in Tibet was de afgelopen jaren hoger dan gemiddeld in de rest van China, en de levensstandaard van de Tibetaan is gemiddeld hoger geworden. De Chinese overheid voert enkele grootschalige projecten uit in Tibet die zijn gericht op de ontwikkeling van de infrastructuur. Een groot deel van de investeringen komt terecht bij het deel van de stadsbevolking, dat niet Tibetaans is. De meeste arbeiders die gerekruteerd worden zijn Han-Chinees. Het merendeel van de etnische Tibetanen leeft op het platteland en profiteert veel minder van het Chinese ontwikkelingsprogramma. Ook op het terrein van de verdeling van banen worden Tibetanen gediscrimineerd ten opzichte van de Han-populatie. Hoewel meer dan zeventig procent van het totaal aan overheidsambtenaren uit etnisch Tibetanen bestaat, is het percentage Han-Chinezen op invloedrijke posities relatief hoger.198
Tibetaanse identiteit en cultuur
Tibetanen bekritiseren de Chinese autoriteiten wegens het aantasten van de identiteit en cultuur van Tibet. Ontwikkeling van de regio gaat gepaard met destructie van oude wijken en tempels, waarvoor moderne gebouwen in de plaats komen. Het Chinees is steeds meer de gangbare taal op scholen. Recent is er iets meer aandacht gekomen voor het behoud van het cultureel erfgoed in Tibet, mede onder invloed van de toeristische belangstelling die vooral het oude Tibet betreft. Geboortebeleid
Als etnische minderheid zijn er voor Tibetanen geen quota wat betreft het aantal kinderen dat ze mogen krijgen. Deze quota bestaan wel voor Han-Chinezen in Tibet. Veel gezinnen op het platteland in Tibet hebben drie kinderen. 196 Zie hierna voor meer informatie over Tenzin Deleg Rinpoche en Lobsang Dhondup. 197 Voice of America, China calls military exercises in Tibet an `anti-terrorist drill', 18 november 2003; Reuters, Chinese troops stage anti-terror exercises in Tibet, 17 november 2003. 198 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2003. 63

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Vrijheid van godsdienst overtuiging
In principe is vrijwel iedere Tibetaan aanhanger van het Tibetaanse boeddhisme. Deze godsdienst kan openlijk worden beleden. Artikel 36 van de Chinese grondwet beschrijft vrijheid van normale religieuze activiteit. Vele traditionele religieuze handelingen en uitingen van het geloof zijn toegestaan. De Chinese autoriteiten handhaven strikte controles op alle religieuze activiteiten, en op de gang van zaken in tempels en kloosters. Het komt voor dat religieuze activiteiten, zoals festivals, door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede of onafhankelijkheidsstreven. Hiertegen worden dan maatregelen genomen. Geregeld worden activiteiten verboden. Ook worden kloosters gesloten en worden monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd worden van politieke gedragingen.199 Het is moeilijk om de grens aan te geven wat geoorloofd is en wat niet.
In bepaalde perioden is meer openbare religieuze activiteit toegestaan dan in andere. Sommige religieuze festivals zijn verboden, omdat ze gezien worden als politieke activiteiten. Net als in 2001 en 2002 werden in 2003 religieuze beperkingen voor leken iets minder streng gehandhaafd dan in de voorgaande jaren.200 In 2003 is er voor Tibetanen weinig veranderd. Er worden nog steeds beperkingen opgelegd aan religieuze activiteiten. Deze beperkingen verschillen per regio. Er worden minder beperkingen opgelegd in de kleinere autonome Tibetaanse gebieden die zijn gelegen in de Tibet omringende provincies Sichuan, Qinghai, Gansu en Yunnan dan in Tibet zelf.201
Veel Tibetanen hebben thuis afbeeldingen van de Dalai Lama aan de muur hangen. Soms komt men deze afbeeldingen ook tegen in kloosters en andere openbare plaatsen. Volgens de Chinese autoriteiten is het toegestaan een foto van de Dalai Lama te bezitten ter verering, maar niet om separatisme uit te dragen.202 In de praktijk blijkt het moeilijk onderscheid te maken tussen wat geoorloofd is en wat niet. In de Tibetaanse autonome gebieden Lithang en Ganzi in Sichuan zijn portretten van de Dalai Lama verboden.203
199 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003; US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
200 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003; US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
201 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003; US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003.
202 DPA, China jails three Tibetan monks for 12 years, 5 februari 2004. 203 AFP, Exiled Tibetans protest Chinese ban om Dalai Lama portraits, 21 november 2003. 64

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Het aantal Tibetaanse monniken en nonnen is volgens de Chinese overheid meer dan 46.000. 204 Deze cijfers zijn sinds 1996 niet meer aangepast, hoewel de zogeheten `patriottische onderwijscampagne', die door de overheid in kloosters werd gehouden van 1996 tot 2000, resulteerde in uitzettingen van vele monniken en nonnen uit de kloosters. In deze campagne die verplichte politieke training behelsde, werd de kloosterlingen gevraagd de Dalai Lama af te wijzen en Tibet te accepteren als onderdeel van China. Velen werden `politiek ongeschikt' bevonden en moesten hun kloosters verlaten. De patriottische onderwijscampagne wordt nog steeds voortgezet, hoewel minder intensief. 205
Aanstelling van hoge religieuze leiders vindt plaats na toestemming van de Chinese autoriteiten. De Chinese overheid houdt lijsten bij van monniken en nonnen, en controleert hun aantal. Indirect heeft de overheid invloed op het bestuur van ieder klooster via het Democratisch Management Comité (DMC). Ieder klooster heeft een DMC dat voornamelijk uit monniken en nonnen bestaat, maar waar ook altijd een vertegenwoordiger van het lokale overheidsbestuur in zetelt. De samenstelling van het DMC moet worden goedgekeurd door het lokale bestuur, evenals belangrijke besluiten. De vertegenwoordiger van het lokale overheidsbestuur speelt daarbij een cruciale rol. Inschatting is dat ongeveer vijftig procent van de Tibetaanse monniken en nonnen wordt betaald door de Chinese autoriteiten en aan hun kant staat.
Tibetaanse monniken in de provincies Sichuan, Gansu en Qinghai hebben meer vrijheid om hun religie te belijden.206 Maar ook daar vinden arrestaties en detenties plaats en worden monniken en nonnen onderworpen aan `patriottische educatie'. Religieuze leiders
De Dalai Lama is de hoogste boeddhistische leider van de Tibetanen. China erkent de Dalai Lama als religieus instituut, maar beschouwt de huidige Dalai Lama als een politiek activist die de onafhankelijkheid van Tibet voorstaat. Naar eigen visie is de Dalai Lama op zoek naar een oplossing waarbij Tibet weliswaar Chinese soevereiniteit accepteert, maar daar dan wel volledige autonomie en zelfbestuur voor terugkrijgt. De huidige Dalai Lama bevindt zich sinds 1959 in ballingschap in India.
De Panchen Lama is de tweede hoogste lama na de Dalai Lama. Na het overlijden van de vorige Panchen Lama in 1989, wees de Dalai Lama Gendun Choekyi Nyima aan als elfde Panchen Lama. In 1995 plaatsten de Chinese autoriteiten deze toen zesjarige jongen onder huisarrest. Aan China getrouwe monniken wezen vervolgens een eigen Panchen Lama aan, Gyaltsen Norbu. Er zijn daardoor twee 204 In de andere Tibetaanse autonome gebieden, waar een mindere strikte controle op het aantal monniken en nonnen bestaat, leven meer dan 100.000 boeddhistische monniken en nonnen. 205 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003. 206 US Department of State, International Religious Freedom Report 2003 China, 18 december 2003. 65

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

concurrerende Panchen Lama's. De `Chinese' Panchen Lama woont thans in Beijing. Over het lot van de Tibetaanse Panchen Lama is niets bekend.207 De derde hoogste lama is de Karmapa Lama. De huidige Karmapa Lama is de veertienjarige Urgyen Trinley Doje. Hij is de enige lama die zowel de goedkeuring heeft van de Dalai Lama als van China. De Chinese regering werd evenwel op 5 januari 2001 in verlegenheid gebracht door de heimelijke vlucht van deze zeventiende Karmapa Lama naar India.
Vrijheid van vereniging en vergadering
Voor zover bekend zijn er geen Tibetaanse politieke partijen actief binnen China. Tibetaanse boeddhistische monniken en nonnen zijn soms als politiek activist actief in China, in en rondom Tibet, waar veel etnische Tibetanen leven. Iedere politieke activiteit wordt door de Chinese regering onderdrukt en vaak worden pro-onafhankelijkheidsactivisten opgepakt.
Veel Tibetanen binnen en buiten Tibet bestrijden dat Tibet een provincie van China is en zijn gekant tegen de zo groot mogelijke etnische assimilatie van het gebied en zijn etnische bevolking door de Chinese autoriteiten. De Tibetaanse regering-in-ballingschap staat onder gezag van de Dalai Lama. In 2001 werd Samdhong Rinpoche door Tibetanen in ballingschap tot premier gekozen. De Tibetaanse regering in ballingschap streeft naar autonomie binnen China en recht op een Tibetaanse identiteit en cultuur.
Arrestaties en detenties
Door de repressie zijn protesten door Tibetanen sporadischer geworden. Volgens Tibet Information Network bevonden zich in januari 2004 zeker 145 Tibetaanse politieke gevangenen in detentie. Negen daarvan zijn vrouwen. Driekwart van deze gevangenen zijn monniken en nonnen.208 Veel rechtszaken vinden achter gesloten deuren plaats. Van de veroordeelde Tibetanen is weinig bekend over de aanklachten, waar ze worden vastgehouden, de lengte van de veroordelingen, de condities van hun opsluiting of hun gezondheidssituatie.209 Een invloedrijke Tibetaanse boeddhistische monnik en religieus leider, Tenzin Deleg Rinpoche, werd in april 2002 opgepakt op basis van de aanklacht betrokken geweest te zijn bij bomaanslagen in Chengdu, de hoofdstad van de provincie Sichuan. Hij werd opgepakt met de veel jongere Tibetaan Lobsang Dhondup. Op 2 december 2002 werden Tenzin Deleg Rinpoche en Lobsang Dhondup ter dood 207 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.294), oktober 2003. 208 Tibet Information Network, Current trends in Tibetan Political imprisonment. Increase in Sichuan; decline in Qinhai and Gansu, 6 februari 2003; AFP, 145 prisonniers politiques tibétains en Chine, 7 februari 2004. 209 Human Rights Watch, Tibetans lost in Chinese legal system. Activist released, but others still held, 15 juli 2003; Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003.

---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

veroordeeld wegens betrokkenheid bij genoemde bomexplosies. Tevens werden zij beschuldigd van verboden wapenbezit en het aanzetten tot afsplitsing van Tibet. De processen vonden plaats achter gesloten deuren. Volgens berichten van mensenrechtenorganisaties zou Tenzin Deleg Rinpoche vanaf zijn inhechtenisneming tot aan zijn proces in eenzame opsluiting hebben doorgebracht en zijn gemarteld. Begin januari 2003 werd bekend dat beiden beroep aan konden tekenen. De uitspraak van het beroep op 26 januari was echter dat de straffen niet werden verlaagd. Lobsang Dhondup werd op dezelfde dag geëxecuteerd. De doodstraf van Tenzin Deleg Rinpoche is met twee jaar uitgesteld, hetgeen in de praktijk veelal leidt tot omzetting in levenslang.210 Tserang Dondrup, die een petitie ter verdediging van Tenzin Deleg Rinpoche organiseerde, is veroordeeld tot vijf jaar cel. In juli 2003 werd hij vrijgelaten na een jaar in detentie te hebben gezeten.211 Een Tibetaanse leraar, Nyima Tsering werd in juni 2003 veroordeeld tot vijf jaar gevangenisstraf wegens het verspreiden van pamfletten waarmee hij het volk had aangezet tot separatisme.212
In februari 2004 werd bekend dat drie Tibetaanse monniken van het Khangmar klooster in Sichuan, Choedar Dargye, Gedun Thogphel en Jampa Choepel, tot twaalf jaar cel zijn veroordeeld. Zij hadden onder andere een Tibetaanse vlag geschilderd en waren in het bezit van afbeeldingen van de Dalai Lama. Twee andere monniken wachten nog op hun vonnis.213 In februari 2004 werd de Tibetaanse non Phuntsog Nyidron, na bijna vijftien jaar cel, vervroegd vrijgelaten. Zij was zover bekend de langstzittende vrouwelijke politieke gevangene. Haar straf liep oorspronkelijk tot maart 2005.214 Mishandeling en foltering
De meeste gevangenen binnen Tibet die vast zitten wegens separatisme, worden opgesloten in de Drapchi-gevangenis in Lhasa. Dit detentiecentrum heeft een notoir slechte reputatie met betrekking tot de behandeling van gevangenen. Ook 210 Voor meer informatie over Tenzin Deleg Rinpoche zie: Human Rights Watch, Trials of a Tibetan Monk: The case of Tenzin Deleg, 9 februari 2004 en Amnesty International, Miscarriage of Justice? The trial of Tenzin Deleg Rinpoche and related arrests (ASA 017/029/2003), 1 oktober 2003. 211 Human Rights Watch, Tibetans lost in Chinese legal system. Activist released, but others still held, 15 juli 2003; Human Rights Watch, Tibetan prisoners' health in jeopardy, 14 mei 2003. 212 Tibetan Centre for Human Rights and Democracy, Teachet sentenced to five years' imprisonment, Human Right Update, December 2003.
213 DPA, China jails three Tibetan monks for 12 years, 5 februari 2004; Reuters, China jails monks for possessing Dalai Lama pictures, 5 februari 2004. 214 AP, Activist: China releases last of Tibetan `singing nuns', 26 februari 2004; Reuters, China frees longest serving female political prisoner, 26 februari 2004. 67

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

recentelijk vrijgelaten gevangenen rapporteerden over de slechte condities en mishandeling na overtreding van gevangenisregels.215 Ook in andere gevangenissen zou foltering een veel voorkomende praktijk zijn.216 Soms overlijden Tibetaanse gevangenen in detentie. Nyima Drapka, Een Tibetaanse monnik, overleed in de gevangenis nadat hij veelvuldig was geslagen omdat hij zijn separatistische ideeën niet opgaf. In 2002 was hij veroordeeld tot negen jaar cel.217 Terugkeer
Er is een groeiend aantal Tibetanen dat vaker voor zakelijke of academische doeleinden naar het buitenland reist, en vrijelijk in en uit kan reizen. Echter, Tibetanen die het land hebben verlaten zonder de juiste procedures te volgen (bijvoorbeeld zonder paspoort of met een vals paspoort) zullen worden ondervraagd wanneer zij terugkeren naar China. Dit geldt ook voor Tibetanen waarvan de autoriteiten vermoeden dat zij politiek asiel hebben aangevraagd in het buitenland of die langere tijd in het buitenland hebben verbleven. Opgepakte Tibetanen lopen het risico te worden mishandeld of gefolterd in detentie. Mishandeling van Tibetanen die ongedocumenteerd de grens met Nepal proberen over te steken komt aan beide zijden van de grens regelmatig voor.218 3.5.2 Xinjiang
Achtergrond
In Xinjiang (voluit: Xinjiang Uighur Autonomous Region, XUAR) vormen de Oeigoeren met 8,6 miljoen inwoners de meerderheid van de bevolking. Tevens wonen in Xinjiang 1,2 miljoen Kazakken en een miljoen mensen uit andere etnische groepen (o.a. Oezbeken, Kyrgyzen, Tadzjieken en Mongolen). Oeigoeren zijn etnisch verwant aan Turkse volkeren. Zij wonen al eeuwen in Xinjiang en grensgebieden, onder diverse heerschappijen. Na het eind van de laatste keizerdynastie van de Qing riepen Oeigoeren in Xinjiang in 1933 en in 1944 de onafhankelijke staat Oost-Turkestan uit. Hieraan ging een periode van grote etnische onrust vooraf. In 1949 toen de communisten in China aan de macht 215 Amnesty International, Call for Accountability for Tibetan Deaths in Custody in Drapchi Prison, februari 2002; Tibet Information Network, Current trends in Tibetan Political imprisonment. Increase in Sichuan; decline in Qinhai and Gansu, 6 februari 2003. 216 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2002, 31 maart 2003. 217 AFP, A Tibetan monk jailed by Chinese authorities died in hospital after reportedly being beaten for his separatists beliefs, sources said, 4 oktober 2003. 218 Zie verder paragraaf 4.2 opvang in de regio. 68

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

kwamen, nodigden de Oeigoeren hen uit in Xinjiang en werd het gebied een autonome regio. Sindsdien spreekt de Chinese overheid van de `vreedzame bevrijding' van Xinjiang. Etnische onrust hield echter aan en leidde tot grote migratie van Oeigoeren en Kazakken naar de omliggende Centraal-Aziatische landen. Toen de grenzen begin jaren '60 door China werden gesloten bevonden zich ongeveer 300.000 Oeigoeren in de omringende landen. Vanuit cultureel en linguïstisch oogpunt hebben Oeigoeren een sterkere band met volkeren uit Centraal-Aziatische landen dan met de Han-Chinezen. De Oeigoerse taal is gelieerd aan het Mongools. De islam werd pas de overheersende Oeigoerse godsdienst vanaf de tiende eeuw, ervoor waren Oeigoeren voornamelijk boeddhisten. De identiteit van de Oeigoeren is dan ook niet met name gebaseerd op de islam, maar komt voort uit etniciteit en geschiedenis van het Oeigoerse volk. Er is een grote instroom van Han-Chinezen in de provincie. De Oeigoeren vrezen op den duur een etnische minderheid te worden in hun eigen regio. Het aantal Han-Chinezen (in 1949 slechts 6,3%) is nu 41% (7,5 miljoen). Grote aantallen legereenheden en Han-arbeiders die tijdelijk in Xinjiang gestationeerd zijn, zijn daarbij niet meegeteld. Grote infrastructurele projecten worden vaak uitgevoerd door Han-Chinese bedrijven, die eerder Han-Chinezen in dienst nemen. Oeigoeren voelen zich hierdoor achtergesteld. Oeigoeren die zich buiten Xinjiang vestigen hebben veel moeite om werk te vinden.
China voert in Xinjiang een beleid dat erop gericht is de Oeigoeren te laten assimileren. Al heel vroeg is het traditionele Arabische schrift afgeschaft en krijgen Oeigoeren op de lagere school Chinese les. Aan Oeigoerse namen van steden in Xinjiang zijn de Chinese namen toegevoegd. Onderwijs
Het onderwijssysteem in Xinjiang voorziet in onderwijs in de Chinese taal voor Han-leerlingen. Oeigoerse leerlingen krijgen tot hun vierde leerjaar les in het Oeigoers. Daarna wordt geleidelijk overgegaan op het Chinees als voornaamste instructietaal. Wanneer men afstudeert aan een Oeigoerse school heeft men vaak onvoldoende beheersing van de Chinese taal.219 Op universiteiten wordt onderwezen in het Oeigoers, maar in een beperkt aantal vakken. Veel traditionele boeken in het Oeigoers zijn vernietigd. Zo werden in juni 2002 duizenden boeken in het Oeigoers en over de geschiedenis en traditionele ambachten van de Oeigoeren publiekelijk verbrand in Kashgar.
Onafhankelijkheidsstreven
219 US Department of State, China Country Report on Human Rights Practices 2003, 25 februari 2004. 69

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Veel Oeigoeren streven naar een vrij Oost-Turkestan, zonder Chinese overheersing. De separatistische aspiraties zijn eerder gebaseerd op etnisch- nationalistische gronden dan op de islam. Met name na de vorming van de onafhankelijke Centraal-Aziatische staten na het uiteen vallen van de Sovjetunie begin jaren '90 werd de drang naar onafhankelijkheid groter. Diverse organisaties in het buitenland pleitten actief voor meer autonomie. Gevolg was een repressiever beleid van de Chinese regering. Daarop werden zowel binnen als buiten China incidenteel aanslagen gepleegd. Een kleine minderheid van de Oeigoeren grijpt naar geweld.
Oeigoeren voelen zich achtergesteld in vergelijking met de Han-Chinezen in Xinjiang. Veel van de protesten van Oeigoerse organisaties zijn gericht op de bevoordeling van de Han-bevolking in Xinjiang.
Politieke ontwikkelingen en veiligheidssituatie
De veiligheidssituatie in Xinjiang krijgt veel aandacht van de Chinese autoriteiten. China voert in Xinjiang een actief beleid tegen terrorisme, separatisme en religieus extremisme, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds. De Chinese overheid treedt hierbij hard op.220
De aanwezigheid van eenheden van de People's Liberation Army (PLA) en de People's Armed Police (PAP) in de regio is de laatste jaren versterkt. Zo zijn begin 2002, 40.000 soldaten van het volksbevrijdingsleger naar Xinjiang gestuurd. Na 11 september 2001 is het aantal arrestaties sterk toegenomen, waarbij naar schatting duizenden mensen zijn opgepakt en verscherpte controles hebben plaatsvonden bij moskeeën en universiteiten.
De positie van Oeigoeren in China vormt een belangrijk onderwerp in de bilaterale betrekkingen van China en zijn noordwestelijke buurlanden. Onderling wordt informatie uitgewisseld en van terrorisme verdachte personen (kunnen) worden uitgeleverd. De leden van de SCO hebben toegezegd geen steun te geven aan Oeigoerse separatistische bewegingen.221 In augustus 2003 werd een gezamenlijke militaire oefening van de SCO-landen in Xinjiang gehouden. In 2002 publiceerde het persbureau van de Staatsraad een lang artikel waarin wordt beschreven waaraan de Oost-Turkestan groepen zich schuldig maken. Volgens de Chinese autoriteiten hebben Oeigoeren, vertegenwoordigd door onder andere de East Turkestan Islamic Movement, East Turkestan Islamic Party, East Turkestan Liberation Organisation, The Shock Brigade of the Islamic Reformist Party en de East Turkestan Opposition Party zich schuldig gemaakt aan 220 Zie ook de algemeen ambtsberichten China van de afgelopen jaren. 221 Zie over de SCO paragraaf 2.2.
70

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

verscheidene terroristische activiteiten in dichtbevolkte gebieden. Tussen 1990 en 2001 zouden volgens dit artikel 200 terroristische acties zijn gepleegd waarbij 162 mensen zijn omgekomen en meer dan 440 personen gewond zijn geraakt. De belangrijkste terreurdaden waren explosies, moorden, aanvallen op overheidsinstanties, vergiftiging en brandstichting, het opzetten van geheime trainingskampen en het inzamelen van fondsen voor de aankoop en productie van wapens en munitie en het organiseren van ordeverstoring, opstanden en het creëren van een atmosfeer van terreur.
In augustus 2002 werd de East Turkestan Islamic Movement (ETIM) aan de VS- lijst van internationale terroristische organisaties toegevoegd. Vanaf september 2002 staat ETIM tevens op de VN-lijst van terroristische organisaties. Het persbureau van de Staatsraad publiceerde in 2003 in persberichten en in een staatsraadrapport opnieuw een overzicht van organisaties en terroristische aanslagen die door Oeigoeren in China zouden zijn gepleegd. Hierin werd aangegeven dat de Oost-Turkestan beweging uit meer dan veertig organisaties zou bestaan, die zich in verschillende mate, zowel openlijk als in het geheim, inlaten met terroristisch geweld. Van deze organisaties zouden er acht openlijk geweld bepleiten in hun politieke platforms. Deze organisaties zijn Eastern Turkistan Islamic Resistance Movement in Turkije, Eastern Turkistan Liberation Organization, Eastern Turkistan International Committee, United Committee of Uygur Organizations in Centraal-Azië, Central Asian Uygur Hezbollah in Kazachstan, Turkistan Party in Pakistan, Eastern Turkistan Islamic Movement in Afghanistan en Eastern Turkistan Youth League in Zwitserland. Daarbij werd ook een lijst van zeven aanslagen en explosies in Xinjiang genoemd die door de Chinese autoriteiten zijn geregistreerd, met de ervoor verantwoordelijke organisaties. Een soortgelijke lijst werd gepubliceerd met aanslagen in de regio.
Op 15 december 2003 publiceerde het Chinese Ministerie voor Openbare Veiligheid een lijst van 11 gezochte Oeigoeren met het verzoek ze uit te leveren aan China. De gezochte Oeigoeren zouden verantwoordelijk zijn voor aanslagen en liquidaties en zij zouden zich in Zuid- en Centraal-Azië en in Duitsland bevinden. Ook werd de internationale gemeenschap opgeroepen om vier organisaties, die zich volgens China schuldig maken aan terrorisme en religieus extremisme, te verbieden en hun banktegoeden te bevriezen. Naast ETIM werden de volgende organisaties genoemd: Eastern Turkistan Liberation Organization (gevestigd in Istanboel), World Uyghur Youth Congress en East Turkistan Information Center (beide gevestigd in Duitsland). Economische ontwikkelingen
71

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Om het westen van China te ontwikkelen investeert de overheid in Xinjiang. China gaat door met het economisch ontwikkelen van deze regio, onder meer door de aanleg van een spoorweg die de regionale hoofdstad Urumqi verbindt met de westelijk gelegen plaats Kashgar. Sinds een aantal jaren bestaat een autoweg door de voorheen ontoegankelijke Taklamakan-woestijn. Met de verbeterende transportinfrastructuur vestigen zich groeiende aantallen Han-Chinezen in de opengelegde gebieden. Meer dan 90% van de Oeigoeren in Xinjiang leeft onder de armoedegrens.
Vrijheid van godsdienst en overtuiging
De Oeigoerse bevolking is moslim. De uitoefening van hun religie en culturele gebruiken worden door de Chinese overheid slechts binnen nauwe kaders getolereerd. Het is moeilijk om de grens aan te geven tussen wat geoorloofd is en wat niet. De Chinese autoriteiten maken geen duidelijk onderscheid in de bestrijding van separatisme, terrorisme en religieus extremisme. Religieuze en volksgebruiken worden door de overheid extra gemonitord en geregeld verboden. Oeigoeren die zich te religieus gedragen lopen kans te worden opgepakt en lang vastgehouden of veroordeeld.
De bouw en renovatie van moskeeën is aan banden gelegd. In sommige gebieden mogen jongeren onder de 18 jaar geen religieus onderwijs ontvangen en vaak ook geen moskeeën bezoeken. Partijleden, ambtenaren, leraren en professoren mogen hun geloof niet in het openbaar belijden. Ambtenaren van Oeigoerse afkomst moeten vooraf schriftelijk toestemming verkrijgen als zij religieuze feesten of bijeenkomsten bij willen wonen. Imams in Xinjiang worden onderworpen aan patriottisch onderwijs en hun preken worden gecontroleerd. Alleen religieuze publicaties van het Bureau voor Religieuze Zaken zijn nog toegestaan. Illegale religieuze publicaties worden geconfisceerd.222
Arrestaties en detenties
In Xinjiang worden campagnes gevoerd tegen separatisme, terrorisme en religieus extremisme. Oeigoeren worden onder meer veroordeeld voor illegale religieuze activiteiten en het in gevaar brengen van de staatsveiligheid. Er wordt onvoldoende onderscheid gemaakt tussen vreedzame en gewelddadige uitingen van verzet.
Tijdens de in 1997 gestarte strike hard campagne zijn duizenden Oeigoeren in Xinjiang gearresteerd, gedetineerd en in sommige gevallen geëxecuteerd. Van 1 oktober 2003 tot en met Chinees nieuwjaar eind januari 2004 liep in Xinjiang een campagne om criminaliteit tegen te gaan. De campagne was bedoeld om gewelddadige misdaad, terrorisme en misdaad met gebruikmaking van 222 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003; BBC News, China's high-stakes war on terror, 3 november 2003; Human Rights Watch, Briefing to the 60th session of the UN Commission on Human Rights, januari 2004. 72

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

explosieven en wapens te bestrijden.223 Volgens Amnesty International zitten duizenden Oeigoeren vast in Xinjiang.224
Mishandeling, foltering en de doodstraf
Geregeld maken kranten en mensenrechtenorganisaties executies bekend van Oeigoerse, islamitische leiders. Sinds halverwege de negentiger jaren zijn enkele honderden Oeigoeren geëxecuteerd. Ook foltering komt volgens getuigenissen van diverse Oeigoerse vluchtelingen veelvuldig voor.
Eind oktober 2003 werd melding gemaakt van de executie, na een veroordeling door het gerechtshof van Xinjiang, van een door Nepal teruggestuurde Oeigoerse activist, Ujimamadi Abbas (ook bekend als Shirali). Hem was in Nepal reeds door UNHCR de vluchtelingenstatus toegekend.225 Terugkeer
Niet alle Oeigoeren worden ondervraagd wanneer zij na verblijf in het buitenland terugkeren naar China. Er is een groeiend aantal Oeigoeren dat vaker voor zakelijke of academische doeleinden naar het buitenland reist, en vrijelijk in en uit kan reizen. Echter, Oeigoeren die het land hebben verlaten zonder de juiste procedures te volgen (bijvoorbeeld zonder paspoort of met een vals paspoort) zullen worden ondervraagd wanneer zij terugkeren naar China. Dit geldt ook voor Oeigoeren waarvan de autoriteiten vermoeden dat zij politiek asiel hebben aangevraagd in het buitenland of die langere tijd in het buitenland hebben verbleven. Opgepakte Oeigoeren lopen het risico te worden mishandeld of gefolterd in detentie. Familie van naar het buitenland gevluchte Oeigoeren, of Oeigoeren die om andere redenen in het buitenland verblijven staan onder controle en worden soms onder druk gezet.
China legt geregeld verzoeken bij de omringende landen neer om Oeigoeren die zich op hun grondgebied bevinden terug te sturen.226 Hoewel onder de Centraal- Aziatische bevolking sympathie voor de Oeigoerse zaak bestaat, hebben de Centraal-Aziatische landen, waaronder ook Nepal, Pakistan en Afghanistan, grote belangen bij goede betrekkingen, rust in de grensregio en open grenzen met China, met name gezien de handelsrelaties. Om die reden werken deze landen mee aan het uitleveren van Oeigoeren aan China. Tientallen Oeigoeren zouden inmiddels 223 Reuters, China set to crack down on Muslim northwest, 24 september 2003; Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003. 224 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003.
225 BBC News, China separatist `executed', 24 oktober 2003; US Committee for Refugees, USCR condemns China's execution of Uygur refugee whom Nepal had forcibly returned, 27 oktober 2003. 226 AP, China accuses 11 people, four groups of Islamic separatism, 15 december 2003; Reuters, China issues wanted list of muslim separatist, 15 december 2003. 73

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

zijn uitgezet. Hieronder bevinden zich ook personen die door UNHCR erkend waren als vluchteling. Kazachstan en China hebben hiertoe een verdrag getekend. De Chinese veiligheidsdiensten zijn in deze landen actief betrokken bij de opsporing en repatriëring van Oeigoerse vluchtelingen en activisten. Internationale mensenrechtenorganisaties zoals Amnesty International en Human Rights in China roepen op om geen Oeigoeren naar China terug te sturen die verdacht worden van betrokkenheid bij pro-onafhankelijksgroepen of andere activiteiten die door de Chinese autoriteiten worden beschouwd als terrorisme, religieus extremisme en separatisme. Deze organisaties zijn bang dat teruggestuurde Oeigoeren terug in China mishandeling, foltering, en wellicht executie te wachten staat.227
3.5.3 Binnen-Mongolië
Achtergrond
In de zeventiende eeuw ontstond het onderscheid tussen Binnen- en Buiten- Mongolië, respectievelijk de gebieden ten zuiden en ten noorden van de Gobi woestijn. Het zuiden (De huidige Chinese Autonome Regio Binnen-Mongolië) kwam onder vrijwel direct Chinees gezag. Het noorden (de huidige staat Mongolië) behield een grote mate van politieke en culturele zelfstandigheid. Buiten-Mongolië verklaarde zich onafhankelijk bij de val van de Mantjoe-dynastie in 1911. De voornaamste godsdienst in Binnen-Mongolië is het boeddhisme. Het Mongools behoort tot de Oeral-Altaïsche talen. In navolging van de acties op het Tiananmenplein in Beijing en in andere steden in China in mei en juni 1989, vonden ook in Hohhot, de hoofdstad van Binnen- Mongolië, studentendemonstraties plaats voor democratie. In de jaren negentig is het nog een aantal malen voorgekomen dat de Chinese autoriteiten in actie kwamen tegen activisme vanuit Binnen-Mongolië. Zo traden zij in mei 1991 op tegen twee kleine Binnen-Mongoolse organisaties die de bevordering nastreefden van de traditionele Mongoolse cultuur en identiteit. Ook vonden tussen november 1991 en februari 1992 in een aantal steden in Binnen-Mongolië grootschalige demonstraties plaats voor onafhankelijkheid. Ontevredenheid over de steeds maar voortgaande toevloed van Han-Chinezen228 en het daardoor verloren gaan van de eigen identiteit leidde in 1995 tot een aantal geweldloze demonstraties in Hohhot. 227 Human rights Watch, US: don't send detainees back to China, 26 november 2003; AFP, Amnesty urges US not to return Uigur prisoners to China, 4 december 2003 Amnesty International, Continuing abuses under a new leadership-summary of human rights concerns, 28 oktober 2003. 228 De Mongoolse populatie in Binnen-Mongolie is nog maar 14% door migratie van Han-Chinezen naar het gebied. In 1940 maakten de Mongolen nog 86% uit van de bevolking in Binnen-Mongolië. 74

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Veiligheidssituatie
In de verslagperiode hebben zich voor zover bekend geen veranderingen voorgedaan in de veiligheidssituatie in Binnen-Mongolië. Activiteiten van Binnen-Mongolen die door de Chinese autoriteiten worden beschouwd als separatisme, zoals het bevorderen van de eigen cultuur en etnische identiteit, het bekritiseren van het regeringsbeleid en het aan de kaak stellen van de mensenrechtensituatie, worden niet geduld en kunnen leiden tot het opgelegd krijgen van een meerjarige gevangenisstraf. Protestbewegingen die openlijk streven naar een onafhankelijk Binnen-Mongolië zijn sinds 1995 niet of nauwelijks meer actief in Mongolië.229 Zowel de Binnen-Mongoolse Volkspartij (IMVP) als de Zuid-Mongoolse Democratische Alliantie (ZMDA) zijn verboden in China. Indien een dergelijke beweging in China actief naar buiten zou treden, kan verwacht worden dat de Chinese autoriteiten onmiddellijk daartegen optreden. In september 2003 werd in Binnen-Mongolië een landelijke politieoefening gehouden gericht tegen terroristische aanvallen.230 Economische situatie
De economische situatie is moeilijk in Binnen-Mongolië. Door de strenge winters en extreme droogte van de afgelopen jaren is veel vee omgekomen, en is er grote armoede ontstaan onder de nomadenbevolking. Ook heeft Binnen-Mongolië te kampen met overbegrazing. De afgelopen jaren heeft China meer dan 30.000 veehoeders in Binnen-Mongolië overgebracht naar gebieden met een betere ecologische conditie. De komende zes jaar zijn de Chinese autoriteiten van plan nog eens 650.000 veehoeders ergens anders te vestigen.231 Han-Chinezen worden aangemoedigd om zich in Binnen-Mongolië te verstevigen. Discriminatie
Er is geen sprake van discriminatie van de etnisch Mongoolse minderheid in Binnen-Mongolië. De meeste Binnen-Mongolen zijn, mede onder invloed van het onderwijs, `verchineest'. Voor een etnisch Mongoolse Binnen-Mongool die uit het buitenland terugkeert, lijken er geen redenen te zijn te vrezen voor discriminatie of vervolging wegens zijn etnische achtergrond.
229 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.231), oktober 2003. 230 Reuters, Hundreds of Chinese police stage anti-terror drill, 24 september 2003. 231 Xinhua, 7 december 2002; Trouw, Oprukkende woestijn, 2 januari 2004. 75

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

3.5.4 Hongkong
Staatsinrichting
Op 1 juli 1997 vond de soevereiniteitsoverdracht van Hongkong plaats, van het Verenigd Koninkrijk aan China. De burgerlijke en politieke rechten en vrijheden in Hongkong en China verschillen even wezenlijk van elkaar, zowel institutioneel als in de praktijk (one country, two systems), als voor de soevereiniteitsoverdracht. De burgerlijke en politieke rechten en vrijheden in Hongkong zijn gegarandeerd in de per 1 juli 1997 in werking getreden Basic Law, de Hongkongse grondwet en de schakel tussen het Hongkongse Common Law rechtssysteem en het rechtssysteem van China. Deze Basic Law garandeert Hongkong een hoge mate van autonomie. Alleen de integriteit van het grondgebied (defensie) en de buitenlandse politiek gereserveerd voor staten, vallen onder de centrale autoriteiten in Beijing. Daarnaast benoemt Beijing de Hongkongse regeringsleider en op diens voordracht ook de Hongkongse ministers. De Hongkongse autonomie vindt onder andere zijn weerslag in zijn eigen rechtssysteem, paspoort, toelatingsbeleid, munteenheid en deviezenreserves. Daarnaast is Hongkong een zelfstandige, aparte, douane- eenheid, zelfstandig lid van de WTO, APEC en andere internationale organisaties en zelfstandig partij bij vele multilaterale en bilaterale verdragen en overeenkomsten.

In overeenstemming met de bepalingen (en de geest) van de Sino-British Joint Declaration van 1984 heeft Hongkong na de soevereiniteitsoverdracht van 1 juli 1997, zijn eigen rechtssysteem behouden. Hongkong was en is een rechtsstaat. De rechterlijke macht is politiek onafhankelijk. Hongkong heeft ook een eigen politiek systeem. In Hongkong bestaan verschillende politieke partijen die vrijelijk hun mening kunnen verkondigen, zowel binnen als buiten het Hongkongse parlement. Hongkong is echter geen democratie. Het Hongkongse parlement, de Legislative Council (LEGCO), telt zestig leden. Daarvan zijn er vierentwintig direct gekozen door de voltallige kiesgerechtigde bevolking, dertig door en vanuit sectorale kiesgroepen en zes door een achthonderd leden tellende verkiezingscommissie. Aan de benoeming door Beijing van de Hongkongse regeringsleider, de Chief Executive, gaan lokale verkiezingen vooraf. Echter, slechts de achthonderd leden van de hiervoor genoemde verkiezingscommissie zijn daartoe kiesgerechtigd.
Volgens de Hongkongse grondwet, de Basic Law, kunnen na 2007, in casu tien jaar na de soevereiniteitsoverdracht, zowel de huidige selectiemethode van de Chief Executive als de verkiezingsmethodiek van de LEGCO worden gewijzigd indien de noodzaak daartoe bestaat. In april 2004 verklaarde de Chinese regering dat de toestemming van de centrale regering in Beijing nodig is om electorale hervormingen door te voeren.
76

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

De bevoegdheden van de wetgevende macht zijn geringer dan die in Nederland (executive led government).
Verdragen en protocollen
Hongkong is partij bij het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten en het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten. Hongkong is geen partij bij het Vluchtelingenverdrag. Wel is Hongkong partij bij het Verdrag tegen Foltering.
Mensenrechten algemeen
De mensenrechtensituatie in Hongkong heeft na de soevereiniteitsoverdracht aan China per 1 juli 1997 geen wezenlijke wijzigingen ondergaan. Dit is in overeenstemming met de bepalingen (en de geest) van de Sino-British Joint Declaration van 1984 en van de Basic Law.
Hervormingen Basic Law
Artikel 23 van de Basic Law, een voorstel voor de introductie van wetgeving ter bescherming van de nationale ­one country­ veiligheid, hield in 2003 de gemoederen bezig. De nieuwe wetgeving zou landverraad, opruiing en andere staatsondermijnende activiteiten moeten tegengaan en bijvoorbeeld de overheid in staat stellen organisaties omwille van de nationale veiligheid te verbieden. Mensenrechtenorganisaties, politieke activisten en vele burgers in Hongkong maakten zich zorgen dat hun vrijheid en democratische rechten beperkt zouden worden.
Op 1 juli 2003 demonstreerden rond een half miljoen mensen tegen de plannen voor de nieuwe veiligheidswetgeving. De Liberal Party trok zijn steun in. Daarop diende de veiligheidschef haar ontslag in. Later in het jaar werd het omstreden wetsvoorstel ingetrokken, nadat eerder de parlementaire behandeling daarvan voor onbepaalde tijd was opgeschort.232
Discussie is gaande over het tijdpad van constitutionele hervormingen. De Hongkongse grondwet, de Basic Law, staat in beginsel toe dat het openbaar bestuur tien jaar na de soevereiniteitsoverdracht, dat wil zeggen vanaf 2007, een groter democratisch gehalte krijgt. Volgens juridische deskundigen van het Chinese vasteland, onder wie een man die destijds de Basis Law mede heeft opgesteld, is nooit beoogd om al in 2007 democratische verkiezingen toe te staan. Veeleer zou bij de opstelling gedacht zijn aan de latere jaren in de periode van 232 UK immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.390/6.392), oktober 2003; Foreign and Commonwealth Office, Human Rights Annual Report 2003; Human Rights Watch, Overview of human rights issues in China, 1 januari 2004; Human Rights Watch, Hong Kong should reject subversion bill. Chinese legal standards will undermine fragile freedoms, 20 mei 2003; AFP/RTR, Hongkong trekt omstreden veiligheidswet in, 5 september 2003; AFP/RTR, Hoofd Hongkongse veiligheidsdienst treedt af, 16 juli 2003.
---

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

vijftig jaar waarin Hongkong het eigen kapitalistische systeem mag behouden en een hoge mate van autonomie mag genieten.
Op 1 januari 2004 demonstreerden rond de honderdduizend personen voor meer democratie in Hongkong. 233
Vrijheid van meningsuiting
In het politieke debat bestaat zowel binnen als buiten LEGCO volledige vrijheid van meningsuiting. Er worden, soms stevige, debatten gevoerd met de Chief Executive en/of zijn ministers en tussen de partijen onderling. De debatten zijn openbaar. Ook burgers kunnen hun mening vrij uiten. Sommigen menen dat de media in Hongkong minder kritisch zijn ten aanzien van China dan voorheen. Veel media zijn in handen van mediatycoons met zakelijke belangen op het vasteland in China. Deze tycoons willen de Chinese overheid niet tegen de schenen trappen, zo is de indruk. Demonstreren is mogelijk en er vinden regelmatig demonstraties plaats.
Vrijheid van vereniging en vergadering
In Hongkong bestaat geen verbod op politieke partijen en groeperingen. Er bestaan daarom alleen legale politieke partijen. In de huidige, 60 leden tellende, Legislative Council zijn 8 politieke partijen vertegenwoordigd. De grootste zijn:
· Democrats (bestempelt huidige structuur openbaar bestuur als ondemocratisch en is in oppositie tegen de Chief Executive c.s.)
· Democratic Alliance for the Betterment of Hongkong (geldt algemeen als pro- Beijing)

· Liberal Party (geldt als pro-grootkapitaal234) Er zijn in Hongkong op allerlei terreinen NGO's actief. Veel mensenrechtenorganisaties die de situatie op het Chinese vasteland volgen zijn in Hongkong gevestigd.
Vrijheid van godsdienst en overtuiging
In Hongkong bestaat vrijheid van godsdienst die ook in de praktijk wordt gerespecteerd.235 Er bestaan geen semi-legale of verboden spirituele bewegingen. De op het Chinese vasteland verboden, als evil cult aangemerkte Falun Gong, is in Hongkong een legaal geregistreerde organisatie die de naam Falun Dafa draagt. 233 Reuters, Tens of thousands in HK streets demand democracy, 1 januari 2004; South China Morning Post, Jurists leave no doubt: 2007 is out, 20 januari 2004; Reuters, HK democrats want answer from Beijing on reforms, 19 januari 2004; Far Eastern Economic Review, Hong Kong: Democracy: the heat is on, 24 juli 2003.
234 In het algemeen betekent dit ook "niet ingaand tegen de wensen/opinies van de centrale autoriteiten in Beijing", gezien de grote zakelijke belangen van dat grootkapitaal in het Chinese vasteland. 235 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003. 78

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Falun Gong-aanhangers kunnen vrijuit handelen en demonstreren. Vervolging doet zich niet voor. De bewegingsvrijheid van buitenlandse Falun Gong-aanhangers om in Hongkong tegen decentrale regering te ageren werd echter ingeperkt na het in januari 2001 in Hongkong gehouden internationale Falun Gong-congres en de zelfverbrandingen op het Tiananmenplein in Beijing in diezelfde maand. Sindsdien wordt buitenlandse Falun Gong-aanhangers regelmatig de toegang tot Hongkong ontzegd. De heersende opinie onder waarnemers is dat zowel de centrale autoriteiten als de regionale autoriteiten in Hongkong niet dulden dat Hongkong wordt gebruikt als internationale basis voor acties en propaganda tegen het regime in Beijing. In 2002 werden voor het eerst Falun Gong-aanhangers veroordeeld in Hongkong.236
In februari 2003 werd 80 Taiwanese Falun Gong-aanhangers toegang tot Hongkong geweigerd. Zij wilden een conferentie bijwonen. 380 andere Taiwanezen uit dezelfde groep werden wel toegelaten.237

Een Canadese Falun Gong-aanhanger werd in februari 2004 de toegang tot Hongkong ontzegd. Hij wilde naar Hongkong komen om zijn boek over de Falun Gong te promoten.238
Bewegingsvrijheid
Hongkong heeft een eigen toelatingsbeleid en een eigen paspoort, dat houders daarvan tot de meeste landen in de wereld, waaronder de EU-lidstaten, toegang verschaft.239 Houders van Chinese paspoorten hebben een visum voor toelating tot Hongkong nodig. Er is een streng bewaakte fysieke grens tussen Hongkong en het Chinese vasteland, met immigratie- en douanevereisten. Sinds juni 2003 kunnen Chinezen woonachtig in Beijing, Shanghai en een achttal steden in de provincie Guangdong nu ook op individuele basis Hongkong en Macau bezoeken, en niet alleen meer in groepsverband.
Illegale migratie
Veel Chinezen afkomstig van het vasteland trachten naar Hongkong te emigreren. Velen hebben er familie of trachten er werk te vinden. De autoriteiten van Hongkong hebben een streng toelatingsbeleid. Met grote regelmaat worden illegale grensoverschrijders opgepakt en direct teruggestuurd naar het vasteland. 236 De zestien Falun Gong-aanhangers werden veroordeeld wegens het versperren van een overheidsgebouw bij een demonstratie in maart 2002.
237 US Department of State, International Religious Freedom Report China 2003, 18 december 2003. 238 Reuters, Hong Kong bars Canadian Falun Gong members-friends, 19 februari 2004. 239 Een houder van een Hongkong S.A.R. paspoort (het eigen paspoort van Hongkong) heeft geen visum nodig voor de EU, zolang het voorgenomen verblijf de drie maanden niet overschrijdt. 79

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


4 MIGRATIE
4.1 Migratiestromen en ­motieven240
4.1.1 Migratie uit China
Bestaande traditie
In drie zuidelijke provincies in China, de provincies Fujian, Zhejiang en Guangdong bestaat al eeuwen een migratietraditie. Generaties familieleden bevinden zich in het buitenland, en van jongeren die afkomstig zijn uit de migratiegebieden (bepaalde regio's in de genoemde provincies) wordt vaak verwacht dat ze naar het buitenland zullen gaan. Jongeren zijn doorgaans flexibel en maken een grotere kans om het te redden in het buitenland. Ouders sturen hun kinderen weg met als doel geld te verdienen en een verblijfsvergunning of paspoort te verkrijgen. Men doet aan risicospreiding binnen de familie. Vaak blijft één van de kinderen in China om voor de ouders te zorgen. Het kind in het buitenland zorgt voor inkomsten.
Het familielid dat zich in het buitenland bevindt, geniet groot aanzien bij de thuisgemeenschap. Aanzicht of aanzien is van groot belang in China. Hoewel de situatie in het buitenland voor de illegale migrant niet altijd even rooskleurig is, geeft men dit niet altijd toe (vanwege `gezichtsverlies') en zal het familielid dat hulp vraagt als potentiële illegale migrant, vaak worden aangemoedigd om eveneens de stap te wagen.
Economische situatie en vooruitzichten in China De slechte economische situatie in het noordoosten van China maakt dat meer mensen de risico's van illegale emigratie voor lief nemen en vertrekken. Vanuit de provincies Liaoning, Heilongjiang en Jilin vertrekken veel mensen naar Zuid- Korea en Japan. De Chinezen uit de zuidelijke provincies die naar Europa vertrekken als migrant behoren niet tot de armste lagen van de bevolking. De zuidelijke provincies zijn juist de rijkere provincies, waar mensen zich de dure reis naar het buitenland kunnen veroorloven. Wat lokt is nog steeds het idee dat in het Westen meer geld te verdienen valt. Dit wordt ook bevestigd door familieleden die altijd terugkeren met veelbelovende verhalen en veel aanzien genieten bij de achterblijvers.
240 Bij deze paragraaf is onder meer gebruik gemaakt van Frank N. Pieke (IOM), Recent trends in Chinese Migration to Europe: Fujianese Migration in Perspective, maart 2002 en UK Immigration and Nationality Directorate, China extended Bulletin 4/2002, Looking for the Golden Country, augustus 2002. 80

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Het onderwijssysteem is rigoureus in China. Er moet hard gewerkt worden met hoge scores om op een goede school terecht te komen. Toelating tot een goede school, na zware examens, is een voorwaarde voor een goed betaalde baan. Wanneer niet geïnvesteerd wordt in een hogere opleiding rest voor jongeren het vooruitzicht om te gaan werken in fabrieken. De arbeidsomstandigheden zijn daar slecht en de salarissen laag. Is er in China geen kans op een goede opleiding (en dus goedbetaald werk) dan is het buitenland een voor de hand liggende keuze, of voor studie of voor werk.241
Mensensmokkelnetwerken
Gezien de lange migratietraditie bestaat in China en daarbuiten een groot netwerk van mensensmokkelaars, de zogeheten `slangenkoppen'. Zij bieden allerlei reispakketten aan, waarbij vaak het organiseren van een paspoort en visum, illegaal transport, opvang bij aankomst etc. wordt gecombineerd. De potentiële migrant betaalt een fikse reissom, maar krijgt daarvoor een georganiseerde reis tot de eindbestemming terug. De `slangenkoppen' variëren van verre familieleden tot professionele internationale smokkelnetwerken, en alles wat daar tussen zit. In dorpen wordt vaak door reisagenten geadverteerd, gespecialiseerde bureaus bieden uitnodigingsbrieven of valse diploma's aan en in veel kranten en tijdschriften wordt (studenten)visabemiddeling aangeboden.
Legale uitreis
Door het wegnemen van een aantal administratieve obstakels begin 2001, heeft de Chinese overheid de legale uitreis van Chinese staatsburgers aanzienlijk eenvoudiger gemaakt. Zo is de procedure voor paspoortafgifte versoepeld en is de controle op de eerste uitreis, die voorheen geschiedde door middel van een systeem van uitreisvergunningen, afgeschaft. Een uitnodigingsbrief is niet meer nodig om een paspoort te verkrijgen. De uitreis van de illegale migrant uit China geschiedt dikwijls legaal. Men reist daarna onder een valse naam verder. De reis eindigt veelal zonder papieren. Door de Chinese autoriteiten worden deze mensen niet als illegale emigranten beschouwd; zij hebben China immers legaal verlaten. Vrijwel alle ambassades en consulaten in China hebben te maken met een groei van het aantal visumaanvragen. Chinezen reizen steeds meer, niet alleen zakelijk, maar ook als toerist.
Beleid Chinese autoriteiten
China kampt met tientallen miljoenen werklozen en arme boeren. Deze aantallen zullen de komende jaren toenemen. De Chinese autoriteiten hebben er om die reden op zich geen bezwaar tegen als hun burgers het land verlaten om zich ergens anders te vestigen. Bovendien brengen de overzeese Chinezen harde valuta terug 241 Nederlands Dagblad, Chinese student gaat niet stappen, 22 oktober 2003. 81

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

het land in, door investeringen in hun oorspronkelijke woonplaatsen. Steden als Changle en Wenzhou, waar veel Chinese migranten uit afkomstig zijn, zijn daardoor rijk geworden. Op sommige plaatsen (in Fujian bijvoorbeeld) stimuleert de lokale overheid illegale migratie zelfs, om met de terugkomende valuta de lokale economie te stimuleren.

Anderzijds geeft China, sinds in 2000 in Dover 58 Chinezen in een container om het leven kwamen, meer prioriteit aan het bestrijden van illegale migratie. Men beschouwde deze tragische gebeurtenis ook als gezichtsverlies voor de Chinese overheid, wat reden was om veel publiciteit te geven aan een voortvarende aanpak van de illegale migratieproblematiek. Straffen op mensensmokkel zijn verhoogd. Illegale migranten die voor vertrek uit China opgepakt worden, worden soms voor korte tijd heropgevoed of krijgen een boete. De overheid houdt op diverse plaatsen propagandacampagnes om mensensmokkel tegen te gaan. Series van televisieprogramma's en krantenartikelen zijn vervaardigd over de risico's van illegale migratie. Ook zijn controles op luchthavens, aan de grenzen en in de grenswateren toegenomen.
4.1.2 Migratie naar China
Vluchtelingen
Eind 2002 verbleven er meer dan 396.000 vluchtelingen en asielzoekers in China. De meesten (296.000) komen uit Vietnam (voornamelijk etnische Chinezen). Een onbekend aantal, wellicht honderdduizenden, Kachin-vluchtelingen uit Birma verblijven in de provincie Yunnan. 242
Noord-Koreaanse vluchtelingen
In de grensstreek met Noord-Korea in het noordoosten van China houden zich naar schatting tussen de 100.000 en 300.000 Noord-Koreanen op. Velen reizen heen en weer om in China geld te verdienen of voedsel te kopen. Hoewel China jaarlijks veel Noord-Koreanen oppakt en terugstuurt, was de situatie tot 2002 relatief stabiel te noemen. Activiteiten in de grensstreek, waar veel gehandeld wordt, werden door de Chinese autoriteiten oogluikend toegestaan. Er werd niet al te hard opgetreden, zeker niet in vergelijking met eerdere periodes. Alleen als een Noord-Koreaan een overtreding beging, werd hij door de Chinese autoriteiten teruggestuurd.
In 2002 forceerden verschillende groepen en individuele Noord-Koreanen, met behulp van activisten uit verschillende landen, zich toegang tot verschillende ambassades in Beijing. Het aantal Noord-Koreanen dat (alleen of in groepjes) in 242 US Committee for Refugees World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003. 82

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

2002 het terrein van buitenlandse missies in China, waaronder die van Canada, de VS, Duitsland en Zuid-Korea, invluchtten om asiel aan te vragen is ruim 200. Ongeveer 150 Noord-Koreanen zijn in 2002 op deze wijze, via een derde land in Zuid-Korea aangekomen.243 Ook in 2003 vluchtten vele Noord-Koreanen ambassades en consulaten in Beijing binnen. In 2003 werden 1285 Noord- Koreanen in Zuid-Korea opgenomen. De meeste van hen zijn via China naar Zuid- Korea gereisd.244
In oktober 2003 zouden zich 120 Noord-Koreanen in het Zuid-Koreaanse consulaat bevinden.245 In februari 2004 vluchtten acht Noord-Koreanen een Duitse school in Beijing in. Zij konden in maart 2004 naar Zuid-Korea doorreizen.246 De officiële positie van China is dat de Noord-Koreaanse migranten op zoek zijn naar betere leefomstandigheden.247 Volgens UNHCR gaat dit inderdaad op voor ongeveer 65 procent van degenen die de grens met China oversteken. Ongeveer 15 procent blijft iets langer in China, maar keert eveneens terug naar Noord-Korea. De resterende 20 procent wil definitief het land uit en tracht via China verder te reizen.
China heeft een overeenkomst met Noord-Korea dat de in China opgepakte Noord-Koreanen naar Noord-Korea worden teruggezonden. Het Chinese beleid ten aanzien van Noord-Koreanen die illegaal in China verblijven is verhard. China is tevens overgegaan tot het arresteren en berechten van personen die verdacht worden van hulp aan de Noord-Koreaanse vluchtelingen. De Chinese autoriteiten zouden ook premies uitkeren aan burgers die Noord-Koreaanse vluchtelingen en degenen die hen daarbij behulpzaam zijn (zoals zendelingen en ontwikkelingswerkers) aangeven. De gevluchte Noord-Koreanen op hun beurt zouden direct gevangen worden gezet en net zo lang ondervraagd totdat zij vertellen wie in China hen daarbij heeft geholpen. China heeft in 2002 tienduizenden Noord-Koreanen teruggestuurd.248
Twee Zuid-Koreaanse journalisten werden gearresteerd bij het vergezellen van een groep Noord-Koreaanse vluchtelingen die een Japanse school in Shanghai 243 Human Rights Watch, World Report China and Tibet 2003. 244 AP, North Korean defectors numbers up 10 percent ­ minister, 17 december 2003; Ministry of Unification, overview of intra-Korean exchanges & cooperation for december 2003 (www.unikorca.go.kr), geraadpleegd op 23 februari 2004.
245 AP, South Korean consulate in Beijing to close because of North Korean refugees inside, 6 oktober 2003; Reuters, Asylum deal nears for S.Korea's consulate in Beijing, 18 oktober 2003. 246 AFP, China to handle North Korean asylum seekers "humanely", 24 februari 2004; DPA, China lässt Nordkoreaner aus Deutscher Botschaft ausreisen, 12 maart 2004. 247 Xinhua, China says illegal North Korean immigrants are not refugees, 25 november 2003. 248 US Committee for Refugees World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003. Over 2003 zijn geen cijfers bekend.
83

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

wilden binnengaan om asiel te vragen. De zeven asielzoekers (waaronder twee kinderen) werden ook opgepakt.249 4.2 Opvang in de regio
Onderhandelingen over een terugnameovereenkomst tussen de EU en China zijn gaande. Met Hongkong is in 2002 een terugnameovereenkomst gesloten. Er bevinden zich veel Tibetaanse vluchtelingen in Nepal en India. Met deze landen zijn door Nederland geen overnameovereenkomsten gesloten voor wat betreft personen afkomstig uit China.
Tussen de 30.000 en 35.000 Tibetaanse vluchtelingen hebben zich in Nepal gevestigd.250 In 2002 vluchtten bijna 2.000 Tibetanen naar Nepal.251 Nepal draagt deze Tibetanen gewoonlijk over aan UNHCR.252 Mishandeling van Tibetanen die ongedocumenteerd de grens met Nepal proberen over te steken komt aan beide zijden van de grens regelmatig voor.253 Het is China eraan gelegen om illegale migratie van Tibetanen naar Nepal tegen te gaan.254 In mei 2003 werd een groep van 18 Tibetanen, waaronder acht minderjarigen, door Nepal, waarschijnlijk op verzoek van China, uitgewezen naar China. Drie andere kinderen uit deze groep werden overgedragen aan UNHCR. De groep was op doorreis naar Dharamsala in India. De groep stond bloot aan mishandeling door Chinese autoriteiten. Volgens de Chinese autoriteiten werden alle achttien uiteindelijk vrijgelaten. Andere berichten wijzen erop dat nog twee personen vastzitten.255
249 CPJ, South Korean journalists realeased, deported from China, 28 augustus 2003. 250 AFP, Chinese envoy calls for halt flow of Tibetans into Nepal, 14 november 2003. 251 US Committee for Refugees, World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003. 252 AP, Nepal hands detained Tibetans over to UN refugee agency, 2 juli 2003; AFP, Nine Tibetans arrested in southeast Nepal, handed to UNHCR, 16 juli 2003; UNHCR, UNHCR gravely concerned about deported Tibetans, 31 mei 2003.
253 Congressional Executive Commission on China, Annual report 2003, 2 oktober 2003; Tibetan Centre for Human Rights and Democracy, New border post to restrict the flow of Tibetan escapees, Human Rights Update, December 2003.
254 AFP, Chinese envoy calls for halt flow of Tibetans into Nepal, 14 november 2003. 255 AFP, China releases eight out of 18 Tibetans deported from Nepal, 25 juli 2003; Reuters, Tibetan escapees now farmers, nomads again-China, 25 augustus 2003; BBC News, China defends Nepal deportations, 4 juni 2003; BBC, Nepal denies change in policy on Tibetan asylumseekers, 3 juni 2003; UNHCR, UNHCR gravely concerned about deported Tibetans, 31 mei 2003; Amnesty International, Forcible return of Tibetans to China unacceptable (ASA 31/021/2003), 2 juni 2003. 84

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

In India zouden zich 100.000 tot 130.000 Tibetaanse vluchtelingen bevinden (ook tweede en derde generatie).256 Tibetaanse vluchtelingen worden daar zonder problemen opgevangen. Er zijn geen berichten dat Tibetaanse vluchtelingen door India worden teruggestuurd. UNHCR helpt Tibetanen die naar Nepal zijn gevlucht om door te reizen naar India.257
4.3 Activiteiten van internationale organisaties UNHCR heeft geen toegang tot Noord-Koreaanse vluchtelingen die zich in China bevinden. China beschouwt deze Noord-Koreanen niet als vluchtelingen maar als economische migranten.
UNHCR helpt naar Nepal gevluchte Tibetanen om door te reizen naar India, waar de meerderheid van de Tibetaanse vluchtelingen leeft. UNHCR heeft op 13 november 2003 laten weten dat het standpunt ten aanzien van de terugkeer van afgewezen Chinese asielzoekers onveranderd is gebleven ten opzichte van het standpunt zoals verwoord in het ambtsbericht China van november 2001. Het standpunt luidt dat terugkeer van een afgewezen asielzoeker naar China in beginsel mogelijk is, maar dat in ieder individueel geval voorzichtig te werk moet worden gegaan. Het aanvragen van asiel in het buitenland leidt op zichzelf niet tot vervolging.
4.4 Beleid van andere westerse landen
Het aantal Chinese asielzoekers in België bedroeg in 2002 197. In 2003 vroegen 286 Chinezen asiel aan in België. Het overgrote deel van de asielverzoeken komt van Tibetanen en heeft te maken met de reeds aanwezige, relatief grote groep Tibetanen in België. Verder ontvangt België asielverzoeken van Falun Gong- aanhangers en Oeigoeren. België heeft goede ervaringen met terugkeer naar China op vrijwillige basis. Er wordt uitgezet naar China.

In Denemarken wordt elk asielverzoek individueel beoordeeld. Asielverzoeken worden ontvangen van leden van verboden vakbonden en Falun Gong-aanhangers. Er vindt uitzetting plaats naar China, waarbij geen beleidsmatige problemen worden ondervonden. In 2002 waren er 50 aanvragen van Chinese asielzoekers. In 2003 waren dat er 77.
256 UK Immigration and Nationality Directorate, China Country Report (6.315), oktober 2003. 257 US Committee for Refugees, World Refugee Survey 2003-China (including Tibet), 29 mei 2003. 85

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

In Duitsland waren er in 2002 1.738 asielaanvragen van Chinese asielzoekers. In 2003 waren er 2.395 asielaanvragen uit China. De aanvragen komen onder meer van Falun Gong-aanhangers en personen uit de democratiseringsbeweging. Elk jaar vinden er tientallen uitzettingen plaats.
Het Verenigd Koninkrijk stuurt afgewezen asielzoekers terug naar China. AMA's die niet terug kunnen keren naar familie krijgen een vergunning tot verblijf voor een periode van maximaal drie jaar tot uiterlijk hun 18e verjaardag. In 2002 werden 3.679 asielaanvragen ingediend door Chinezen. In 2003 waren er 2.589 asielaanvragen afkomstig van Chinezen.
In Zwitserland worden alle aanvragen individueel beoordeeld. Uitwijzing van afgewezen asielzoekers naar China wordt voor alle etnische groeperingen mogelijk geacht en vindt ook plaats. Identificatie en het verkrijgen van de benodigde reisdocumenten vormen een probleem. In 2002 hebben 398 Chinezen in Zwitserland asiel aangevraagd. In 2003 waren er 256 asielaanvragen van Chinezen. Tibetanen die direct uit China komen, worden in de regel voorlopig opgenomen.

86

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


5 SAMENVATTING
In maart 2003 volgde Hu Jintao Jiang Zemin op als president van de Volksrepubliek China. De voornaamste zorgen van de huidige regering zijn het handhaven van het primaat van de Chinese Communistische Partij, het bewaren van de territoriale eenheid, het vermijden van sociale onrust, het scheppen van werkgelegenheid en het reduceren van de kloof tussen rijk en arm. De huidige president en premier leggen meer nadruk op sociale problemen en hebben meer aandacht voor het volk.
Een geleidelijke liberalisering van de economie wordt nog steeds voortgezet. Er wordt echter niet geduld dat de machtspositie van de Chinese Communistische Partij wordt aangetast. De Chinese regering is gevoelig voor (grote) goed georganiseerde groeperingen die, ongeacht hun aard, het gezag van de communistische partij aan zouden kunnen tasten. Het kan hier bijvoorbeeld gaan om een vakbeweging, een godsdienst, een democratiseringbeweging of een spirituele beweging. Een andere bedreiging voor het gezag van de communistische partij is corruptie.
De afgelopen jaren zijn er kleine verbeteringen zichtbaar op mensenrechtengebied. Verbetering van het rechtssysteem krijgt veel aandacht van de Chinese autoriteiten. Op veel deelgebieden is afgelopen jaren wet- en regelgeving ingevoerd. Een duidelijk voorbeeld is de aankondiging van het voornemen in de grondwet bescherming van mensenrechten op te nemen. In academische kringen is het mogelijk om over hervormingen te spreken. Een vorm van administratieve detentie, custody and repatriation, werd in augustus 2003 afgeschaft.

Burgers krijgen steeds meer individuele vrijheid. Sociale onderwerpen kunnen worden besproken en regelmatig worden sociale misstanden via de pers aan de kaak gesteld. De bewegingsvrijheid neemt toe. Ook door de aanpassing van de huwelijkswet hebben Chinezen meer individuele vrijheid gekregen. Men kan nu makkelijker trouwen en scheiden.
In de nieuwe wet op de gezinsplanning is het geboorteplanningsbeleid voor het eerst landelijk vastgelegd. Iedere provincie heeft complementair aan de wetgeving eigen regelgeving opgesteld over bijvoorbeeld het krijgen van een tweede kind. Daarnaast worden in China nog steeds de mensenrechten op verschillende terreinen geschonden. Persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting zijn aan aanzienlijke beperkingen onderworpen. Het gebruik van internet wordt gecensureerd. Met betrekking tot door Chinese autoriteiten als niet-politiek gevoelig beschouwde onderwerpen, is het mogelijk om in China zonder 87

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

consequenties kritiek te uiten. Het is (vooraf) echter niet altijd duidelijk waar de grens ligt tussen wat wel en niet geoorloofd is. Het is niet toegestaan om onafhankelijke partijen op te richten die zich kritisch tegenover de CCP opstellen. Pleiten voor meer democratie wordt niet geduld. Arrestanten en gevangenen lopen de kans mishandeld en gefolterd te worden. Het aantal doodstraffen in China is hoger dan in de rest van de wereld bij elkaar opgeteld. Het rechtssysteem vormt nog steeds een middel voor de CCP om macht uit te oefenen en het recht is ondergeschikt aan de politiek. Veel wetten zijn vaag geformuleerd en verdachten hebben slechts zeer beperkt toegang tot een advocaat. Met grote regelmaat vinden processen achter gesloten deuren plaats. Verdachten zitten vaak lang vast voordat hen iets ten laste wordt gelegd of de zaak voor het gerecht komt.
Religieuze stromingen in China zijn verplicht zich te registreren, worden aan strikte regels gebonden en worden streng gecontroleerd. De mogelijkheid tot godsdienstbeoefening van niet-geregistreerde kerken is in de praktijk afhankelijk van de opstelling van de lokale autoriteiten en varieert per regio. De controle op en aanpak van niet-geregistreerde kerken lijkt in 2003 te zijn verscherpt. De Falun Gong is een verboden sekte en aanhangers worden door de Chinese autoriteiten zeer actief vervolgd.
Sinds 2002 zijn enige positieve ontwikkelingen zichtbaar in de relatie tussen de Dalai Lama en de Chinese autoriteiten. Voor het eerst in negen jaar vond in 2002 en 2003 officieel contact plaats tussen de Tibetaanse regering in ballingschap en de Chinese leiders.
De Chinese autoriteiten handhaven strikte controles op alle religieuze activiteiten, en op de gang van zaken in tempels en kloosters in Tibet. Het komt voor dat religieuze activiteiten, zoals festivals, door de overheid worden gezien als uitingen van politieke onvrede of onafhankelijkheidsstreven. Hiertegen worden dan maatregelen genomen. Geregeld worden activiteiten verboden. Ook worden kloosters gesloten en worden monniken en nonnen opgepakt die beschuldigd worden van politieke gedragingen. De religieuze vrijheid van Tibetanen buiten de Tibetaanse Autonome Regio is groter dan daarbinnen. China voert in Xinjiang een actief beleid tegen terrorisme, separatisme en religieus extremisme, waarbij onvoldoende onderscheid wordt gemaakt tussen vreedzame uitingen van protest enerzijds en gewelddadige anderzijds. De Chinese overheid treedt hierbij hard op. De uitoefening van Oeigoeren van hun religie en culturele gebruiken worden door de Chinese overheid slechts binnen nauwe kaders getolereerd. Oeigoeren die zich te religieus gedragen lopen kans te worden opgepakt en lang vastgehouden of veroordeeld.
88

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Activisme gericht op afscheiding van Binnen-Mongolië wordt niet geduld. Protestbewegingen die openlijk streven naar een onafhankelijk Binnen-Mongolië zijn sinds 1995 niet of nauwelijks meer actief in Binnen-Mongolië. De mensenrechtensituatie in Hongkong heeft na de soevereiniteitsoverdracht aan China per 1 juli 1997 geen wezenlijke veranderingen ondergaan. Gezien de lange migratietraditie bestaat in China en daarbuiten een groot netwerk van mensensmokkelaars. De uitreis van de illegale migrant uit China geschiedt vaak legaal. De reis eindigt veelal zonder papieren. Andere westerse landen achten het verantwoord afgewezen Chinese asielzoekers naar het land van herkomst terug te sturen. Ook UNHCR is van mening dat terugkeer van een afgewezen asielzoeker naar China in beginsel mogelijk is, maar dat in ieder individueel geval voorzichtig te werk moet worden gegaan.

89

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004


6 GERAADPLEEGDE BRONNEN
Amnesty International (www.amnesty.org)

· China Report 2003 (covering 2002)

· China: continuing abuses under a new leadership ­summary of human rights concerns, 28 oktober 2003

· China: Control tightens as Internet activism grows, 28 januari 2004 (ASA 17/001/2004)

· Miscarriage of Justice? The trial of Tenzin Deleg Rinpoche and related arrests,
1 oktober 2003 (ASA 17/029/2003)

· Persberichten
Catholics for a Free Choice (www.catholicsforchoice.org)
· The United Nations Population Fund in China: A catalyst for change. Report of an interfaith delegation to China, november 2003

Central Intelligence Agency (CIA) (www.odci.gov/cia/publications/factbook)
· The World Factbook 2003 China, updated 1 augustus 2003 Committee to Protect Journalists (www.cpj.org)
· Attacks on the press 2002, China

· News Alerts
Congressional-Executive Commission on China (www.cecc.gov)
· Annual Report 2003, 2 oktober 2003 (executive summary en hoofdstuk Tibet) Dui Hua Foundation (www.duihua.org)

· Dialogue, lente 2003 tot en met winter 2004 Economist Intelligence Unit (EIU) (www.eiu.com)
· China Country Profile 2003

· China Country Reports, maart 2003 tot en met februari 2004 European Union (www.europa.eu.int)

· The EU's relation with China, updated november 2003 Falun Dafa (www.clearwisdom.net)

· Nieuwsberichten
Foreign and Commonwealth Office (www.fco.gov.uk)
· Human Rights Annual Report 2003

· Country Profile China, updated 30 mei 2003 90

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Freedom House (www.freedomhouse.org)

· Freedom in the World 2003: China (updated 12 juni 2003) Human Rights in China (www.hrichina.org)

· The Falungong Phenomenon, China Rights Forum, No.4, 2003
· Walking the Tightrope: Civil Society Organizations in China, China Rights Forum no. 3, 2003

· Reassessing Re-education through Labor, China Rights Forum no. 2, 3003
· Kidnapping by Police: Custody & Repatriation, China Rights Forum, no.2, 2003

· Shutting out the Poorest, Discrimination against Migrant Children in City Schools, China Rights Forum, No. 2, 2002

· Privately Run Migrant Schools in Beijing, Vital Community Resources Existing on Sufferance, China Rights Forum, No. 2, 2002 Human Rights Watch (www.hrw.org)

· World Report China and Tibet 2003

· Overview of human rights issues in China, 1 januari 2004
· Nieuwsberichten
International Organisation for Migration (www.iom.int)
· International Migration, vol. 41 (3) 2003
Ministerie van Buitenlandse Zaken (www.minbuza.nl)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 maart 2003 (DPV/AM-784116)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 november 2001 (DPC/AM-733856)
· Ambtsbericht minderjarigen in China, 9 april 2001 (DPC/AM-709612)
· Algemeen ambtsbericht China, 28 augustus 2000 (DPC/AM-665588) Persberichten en (kranten)artikelen uit onder andere: Far Eastern Economic Review, Reuters, AP, ANP, AFP, DPA, BBC News, Xinhua, China Daily, South China Morning Post, Volkskrant, Trouw Reporters sans Frontières (www.rsf.fr)

· China ­2003 Annual Report

· Living dangerously on the Net; censorship and surveillance of Internet forums, 12 mei 2003

· Nieuwsberichten
Southern Mongolian Human Rights Information Center (www.smhric.org)
· Nieuwsberichten
91

Algemeen Ambtsbericht China | april 2004

Stratfor Strategic Forcasting (www.stratfor.com)

· China: Corruption and Half-Measures, 26 augustus 2003
· Hu Strikes Populist Pose over Beidaihe Retreat, 6 augustus 2003
· Chinese Communist Party Signals Possible Political Reforms, 18 juli 3003
· China Still Cautious on Reforms, 2 juli 2003 Tibetan Centre for Human Rights and Democracy (www.tchrd.org)
· Human Right Update and Archives, update januari tot en met december 2003
· Education in Tibet. A Briefing Paper for the Special Rapporteur, juni 2003
· Annual Report 2002 (executive summary)
Tibet Information Network (www.tibetinfo.net)

· Current trends in Tibetan political imprisonment. Increase in Sichuan; Decline in Qinghai and Gansu, 6 februari 2004
Transparency International (www.transparency.org)

· Global Corruption Report 2003
UNICEF (www.unicef.org)

· At a glance: China
UK Immigration and Nationality Directorate (www.ind.homeoffice.gov.uk)
· China Country Report, oktober 2003

· China extended bulletin 1/2003, Double jeopardy and the Chinese Government/legal system, januari 2003

· China extended bulletin 2/2003, Legal system, appertaining to criminal law, of the People's Republic of China, februari 2003

· China extended bulletin 3/2003, Industrial unrest, april 2003 US Committee for Refugees (www.refugees.org)

· World Refugee Survey 2003, 29 mei 2003
US Department of State (www.state.gov)

· China Counry Report on Human rights Practices 2003, 25 februari 2004
· China Counry Report on Human rights Practices 2002, 31 maart 2003
· China International Religious Freedom Report 2003, 18 december 2003
· Background Note Hong Kong, december 2003

· Background Note China, maart 2003
Wereldbank (www.worldbank.org.cn)

· China Half Yearly Update, 16 oktober 2003

· Country Assistance Strategy for China 2003-2005, 22 januari 2003 92


---- --