Ingezonden persbericht


|Persbericht Halt Nederland                                    |
|                                                              |
Recordaantal verwijzingen naar Halt-bureaus

De Halt-bureaus hebben, ondanks hun financieringsproblemen, in 2003 een recordaantal verwijzingen verwerkt: het aantal Halt-verwijzingen is met 7% gestegen naar 20951, het aantal Stop-verwijzingen steeg met 17% naar 2304. Daarmee zet de stijgende lijn, vanaf 2002 ingezet, zich door. De Halt-sector heeft zich inmiddels bewezen als een volwaardige partner in de keten. De vaste deelname van de Halt-sector aan het Arrondissementaal Platform Jeugd maakt dat de sector haar positie heeft verstevigd. Dit uit zich onder andere in prestatieafspraken met de politie over het aantal verwijzingen. Ook veroorzaakt de invoering van het Landelijk Overdrachtsformulier (het LOF) bij enkele bureaus een snellere aanlevering.

Halt-sector ten onder aan eigen succes

Repressieve taak onder financiële druk

Ondanks de lage kosten (Halt is in de begroting van het ministerie van Justitie opgenomen voor circa E 10 miljoen) staat de financiering van de Halt-sector onder zware druk. Bureaus kunnen het repressieve deel van hun werk steeds minder goed uitvoeren omdat de budgetten sinds de invoering van de Halt-financiering structureel onder druk staan. Er dreigen binnenkort dan ook bureaus uit te vallen. Op dit moment gaat het nog om een paar bureaus maar als de financieringssystematiek niet wijzigt, voorziet Halt Nederland dat steeds meer bureaus het hoofd niet langer boven water kunnen houden. De permanente financiële druk is een gevolg van het door het ministerie van Justitie gekozen systeem van output-financiering. Zo'n systeem kan alleen werken als de output ook beïnvloed kan worden door de organisatie, wat voor de Halt-bureaus juist niet het geval is. Immers uitsluitend de politie bepaalt of een jongere al dan niet naar Halt wordt verwezen, de bureaus hebben daar geen enkele invloed op. Het is daarom van groot belang dat de Halt-bureaus op een andere wijze gefinancierd gaan worden, zodat een professionele uitvoering van de Halt-afdoening en Stop-reactie gewaarborgd blijft.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de heer Kees van Tilburg, algemeen directeur a.i., telefoon 071 750 21 00, e-mail kees.van.tilburg@hlt.halt.nl

Toelichting

Wat is Halt?

De Halt-sector staat borg voor buitenjustitiële afdoeningen van lichte vormen van jeugdcriminaliteit. In 2003 werden ruim 23.000 jongeren door de politie naar een Halt-bureau verwezen voor een Halt-afdoening of Stop-reactie. Met deze afdoeningen realiseert de sector een lik-op-stuk beleid in de samenleving, zonder dat daarvoor het justitiële apparaat ingeschakeld wordt. Door de relatief lage kosten voorziet de sector hiermee, naast een effectieve, ook in een kostenefficiënte aanpak van jeugdcriminaliteit. Naast de uitvoering van de Halt-afdoening en de Stop-reactie is de sector actief op het gebied van preventie van jeugdcriminaliteit. Deze taken worden gefinancierd door de gemeenten. Halt is daarmee niet alleen een organisatie van het ministerie van Justitie maar ook van het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Opvallende conclusies uit de jaarcijfers Halt-sector 2003 o Het aantal gestarte Halt-afdoeningen en Stop-reacties is sterk gestegen in vergelijking met 2002 (een toename van15%). o De verdeling over de seksen bij de Halt-afdoeningen is 80% jongens en 20% meisjes. Bij de Stop-reactie is het percentage meisjes gedaald naar 12%, het percentage jongens is 88%. o De gegevens over de Halt-afdoening en Stop-reactie naar delict vertonen een jaarlijks terugkerend beeld. Jongeren worden overwegend voor vernieling, winkeldiefstal, vermogendelicten en vuurwerkovertredingen naar een Halt-bureau verwezen. Meer dan 50% van de meisjes wordt voor winkeldiefstal, 49% van de jongens wordt voor vernieling en vuurwerkovertredingen verwezen. o De recidive van jongeren bij een Halt-bureau ligt na een niet-geslaagde Halt-afdoening of Stop-reactie beduidend hoger dan na een geslaagde. o De gemiddelde doorlooptijd tussen het eerste verhoor door de politie en de eerste werkdag bij het Halt-bureau is (tussen 2001 en 2003) met 10 dagen verkort van 73 naar 63 dagen, een gezamenlijke verdienste van de politie en Halt. De gemiddelde doorlooptijd tussen de ontvangst van het overdrachtsformulier van de politie bij het Halt-bureau en de eerste werkdag van de jongere is 43 dagen (exclusief afdoeningen voor vuurwerkovertredingen). Maar liefst 77% van de Halt-jongeren start binnen de voorgeschreven norm van 55 dagen.

---- --