VNG
Europese richtlijn beschikbaarheidsdienst betreft arbeidstijden
De VNG maakt als werkgeversorganisatie voor gemeenteambtenaren, en dus
ook de brandweer, bezwaar tegen de onjuiste berichtgeving over het
vermeende verband tussen arbeidstijden en beloning. Het betreft het
streven van minister de Geus voor een aanpassing van de Europese
richtlijn 'betreffende een aantal aspecten van de arbeidstijd', zodat
deze beter aansluit op de Nederlandse situatie en op de huidige
praktijk in andere Europese lidstaten. Met deze door de minister
voorgestelde aanpassing, waar de VNG achter staat, wordt beoogd dat de
huidige praktijk met betrekking tot de beschikbaarheidsdienst kan
worden gehandhaafd. In de media wordt ten onrechte de indruk gewekt
dat het Jaeger-arrest betrekking heeft op de beloning van wacht- en
slaapuren. Het arrest heeft echter alleen betrekking op de maximale
arbeidstijd.
Het Jaeger-arrest houdt een uitspraak in van het Hof van Justitie van
de Europese Gemeenschappen. Het Hof heeft op 9 september 2003 in deze
zaak bepaald dat de tijd die een werknemer doorbrengt in een
beschikbaarheidsdienst volledig als arbeidstijd aangemerkt moet
worden. Daarbij is beslissend dat de werknemer fysiek aanwezig moet
zijn op een door de werkgever aangewezen werkplek en zich daar ter
beschikking moet houden om, indien nodig, onmiddellijk werkzaamheden
te verrichten. Doorvertaald naar de situatie bij de brandweer betekent
dit dat de tijd die brandweerpersoneel doorbrengt in wacht- en
slaapdiensten volledig als arbeidstijd aangemerkt moet worden en niet
als rusttijd gezien mag worden. Deze uitspraak kan grote gevolgen
hebben voor de arbeidstijden bij de brandweer.
Het onverkort aanpassen van de dienstroosters aan de uitspraak van het
Hof leidt tot een bezettings- en een financieringsprobleem bij
gemeenten. Niet het individuele inkomen van de brandweerman zal
stijgen, maar het aantal benodigde brandweermensen bij de gemeenten
zal moeten toenemen. Dit zal uiteraard leiden tot meer kosten voor de
gemeenten.
De uitspraak is gebaseerd op Europese regelgeving, meer specifiek op
de 'richtlijn betreffende een aantal aspecten van de organisatie van
de arbeidstijd'.
Den Haag, 7 juli 2004