Nieuwe uitspraken van de Belastingkamer van het Gerechtshof te Amsterdam (week 28)

Bron: Gerechtshof Amsterdam

Datum actualiteit: 7-07-2004


1. Hof Amsterdam 30 juni 2004, 02/06220, MK 3. Gefingeerde futuretransacties en kasopname zijn aan te merken als dividenduitkeringen aan belanghebbende als aandeelhouder. Artikelen 29a IB en 12 LB moeten tijdsevenredig worden toegepast. De materieel verschuldigde belasting dient ten laste van het vermogen te komen, ondanks de intentie van belanghebbende deze niet te betalen. Omkering bewijslast. Redelijke schatting van het inkomen en het vermogen.

Tekst uitspraak: 'AP8454'


2. Hof Amsterdam 2 juni 2004, 04/00082, EK 10. Bh heeft niet aannemelijk gemaakt dat hij als gevolg van overmacht niet heeft kunnen voldoen aan de verplichtingen die hem bij artikel 52 van de Awr zijn opgelegd. Zijn in dit verband gegeven verklaring - dat hij vanwege de diefstal van zijn kluis op 30 april 2001, waarin naar zijn zeggen onder andere zijn "financiële administratie, grootboek, en journaalposten van de jaren 1997 t/m 2000" lagen, niet aan deze verplichtingen kon voldoen - ongeloofwaardig. De navorderingsaanslag mocht met omkering van de bewijslast worden opgelegd; een boete van fl 4.435 is passend en geboden.

Tekst uitspraak: 'AP8444'


3. Hof Amsterdam 30 juni 2004, 02/07282, MK 3. Verzoek fiscale eenheid vennootschapsbelasting. Bezit aandelen. In casu heeft de moedervennootschap op de gewenste voegingsdatum de juridische noch de economische eigendom van de aandelen in de dochtervennootschap en tevens heeft de periode tussen de economische en de juridische economische eigendomsoverdracht ruim zes maanden beslagen. Geen voeging per gewenste datum.

Tekst uitspraak:
url(''AP8440'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP8440)


4. Hof Amsterdam 2 juni 2004, 03/02380, EK 10. Bh en zijn BV zich ervan bewust zijn geweest dat privékosten ten onrechte als zakelijke kosten bij de BV zijn geboekt. Derhalve heeft bh een uitdeling genoten van f 19.597, en heeft hij willens en wetens een onjuiste aangifte inkomstenbelasting gedaan door de uitdeling niet aan te geven. Het is aan opzet van bh te wijten dat de aanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld. De inspecteur heeft derhalve terecht op basis van artikel 67e van de Awr een vergrijpboete van 50% opgelegd.

Tekst uitspraak:
url(''AP8403'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP8403)


5. Hof Amsterdam 2 juni 2004, 03/04086, EK 10. Hof acht het bezwaarschrift te laat ingediend en acht voor wat betreft de datum van terpostbezorging van het bezwaarschrift de poststempeldatum doorslaggevend. Het hof passeert het getuigenbewijsaanbod van bh, nu het Hof ervan uitgaat dat ook al zou juist zijn wat de getuige over de postverwerking bh zou verklaren, dit niet tot het oordeel zou leiden dat het bezwaarschrift ontvankelijk zou zijn.

Tekst uitspraak:
url(''AP8429'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP8429)


6. Hof Amsterdam 2 juni 2004, 03/03434, EK 10. Insp verlangt op basis van art 3.120 Wet IB 2001 dat bh met schriftelijke bescheiden aannemelijk maakt dat de lening die hij in 1995 sloot, is aangegaan i.v.m. met de eigen woning verband houden. Naar het oordeel van het Hof werkt genoemde bepaling niet terug. Voor wat betreft het causaliteitsvraagstuk gaat het hof van de zgn verruimde historische methode uit. Bh maakt niet aannemelijk dat sprake is van een eigen-woning-krediet.

Tekst uitspraak:
url(''AP8402'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP8402)


7. Hof Amsterdam 2 juni 2004, 03/03681, EK 10. Insp verlangt op basis van art 3.120 Wet IB 2001 dat bh met schriftelijke bescheiden aannemelijk maakt dat het doorlopend krediet dat hij in 1983 sloot, is aangegaan i.v.m. met de eigen woning. Naar het oordeel van het Hof werkt genoemde bepaling niet terug tot voor 2001. Nu ter zitting is komen vast te staan dat het een eigen-woning-krediet is, rust op de insp de last aannemelijk te maken dat bh heeft afgelost en weer voor consumptieve uitgaven gelden bijgeleend heeft. Onvoldoende is dat zulks normaal is bij doorlopende kredieten.

Tekst uitspraak:
url(''AP8393'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP8393)


8. Hof Amsterdam 30 juni 2004, 03/01894, MK 3. De aanslag is niet naar belanghebbendes adres toegezonden. Belanghebbende heeft adreswijziging niet doorgegeven aan de Belastingdienst. De inspecteur hoefde het aanslagbiljet niet aan de gemachtigde toe te zenden. De inspecteur treft geen verwijt. De aanslag is op voorgeschreven wijze bekendgemaakt. Belanghebbende is niet-ontvankelijk.

Tekst uitspraak:
url(''AP8285'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP8285)


9. Hof Amsterdam 7 juni 2004, 02/07236, EK 17. De echtgenote van belanghebbende betaalt premies voor lijfrenten en kan die niet zelf daadwerkelijk in aftrek brengen. De door haar betaalde premies lijfrenten zijn niet aftrekbaar bij belanghebbende. Dit is niet in strijd met het Europese Recht.

Tekst uitspraak:
url(''AP7158'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP7158)


10. Hof Amsterdam 16 juni 2004, 03/03829, EK 10. Gebruikelijke loon is niet hoger dan het overeengekomen salaris. Uit de kwaliteit van een aantal tot de gedingstukken behorende geschriften, die door belanghebbende zijn opgesteld, valt af te leiden dat belanghebbendes capaciteiten beperkter zijn dan in de fiscale branche gebruikelijk is voor een belastingadviseur. Bovendien stond bh onder voortdurend toezicht.

Tekst uitspraak:
url(''AP7122'',../../uitspraak/showdetail_homepage.asp?ljn=AP7122)


11. Hof Amsterdam 4 mei 2004, 03/04118, EK 13. Inspecteur legt onrechtmatig een boete op aan overledene. Erven vragen terecht kostenvergoeding voor de bezwaarfase. Waarde per punt in boetezaken EUR 322.

Tekst uitspraak: 'AP2874'