Nederlands Uitgeversverbond

Digitale inhoud in Europa

De Europese Commissie heeft begin dit jaar een voorstel ingediend voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een meerjarenprogramma ter verbetering van de toegankelijkheid, het nut en de exploiteerbaarheid van digitale inhoud in Europa. Dit zogenaamde e-content plusprogramma bestrijkt de jaren 2005-2008 en is de opvolger van het e-content programma van 2001-2004. Doel van het programma is om digitale content in de EU toegankelijker en gebruiksvriendelijker te maken, waardoor de ontwikkeling en de verspreiding van informatie en kennis op terreinen van algemeen belang op Europees niveau kunnen worden vergroot. Om dit doel te verwezenlijken worden drie actielijnen voorgesteld: ten eerste het vergemakkelijken van toegang tot en gebruik en exploitatie van digitale content, ten tweede het verbeteren van de kwaliteit van digitale content en het stimuleren van best practices, en ten derde het bevorderen van samenwerking en het vergroten van de bewustwording met betrekking tot het bereiken van de hiervoor genoemde doelen. Het programma stelt de volgende doelgebieden vast: publieke sector informatie, plaatsbepalinggegevens, onderwijs en culturele content.

In een brief aan de Tweede Kamer van de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de heer A. Nicolai, over onder andere dit nieuwe commissievoorstel worden twijfels geuit over de financiering van dit programma, maar wordt het voorstel in algemene zin wel verwelkomd. Nederland betreurt het echter dat in het e-content plusprogramma geen duidelijke aandacht wordt besteed aan het in kaart brengen van de (digitale) informatiemarkt en de trends in marktontwikkelingen. Het is volgens Nederland essentieel om rekening te houden met de ontwikkelingen, indien men beoogt de toegang tot informatie te verbeteren. Nederland constateert dat het gebruikersperspectief te weinig aandacht krijgt in dit voorstel. Er wordt uitgegaan van de premisse dat aanbieders weten wat goed is voor de gebruikers, zonder dat duidelijk is op welke wijze de gebruikers hierbij betrokken worden. Er zou verder meer nadruk moeten komen op de vraagkant in plaats van op de aanbodkant: waar heeft de gebruiker behoefte aan?

Het NUV zal de ontwikkelingen rondom dit programma blijven volgen.