MONUMENTENZORG

RDMZ-ROB-DLG: Overheidsdiensten slaan handen in elkaar

P E R S B E R I C H T

Gezamenlijk persbericht van Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en Dienst Landelijk Gebied

Zeist, 9 juli 2004

Extra aandacht voor stedelijk cultureel erfgoed Overheidsdiensten slaan handen in elkaar

Vandaag 9 juli 2004 ondertekenen de directeuren van de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ-OCW), Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB-OCW) en de Dienst Landelijk Gebied (DLG-LNV) een samenwerkingsovereenkomst. Niet alleen in de stad, maar ook in het landelijk gebied bevinden zich vele historisch waardevolle landschappen, gebouwen en monumenten. Deze drie diensten hebben elkaar opgezocht om met name de steden te ondersteunen bij het ontwikkelen, behouden en versterken van deze erfenissen uit het verleden; zowel in de stad, als in het omliggende landelijk gebied. DLG heeft het landelijk gebied als werkterrein. De RDMZ richt zich vooral op de cultuurhistorisch waardevolle bouwwerken en structuren. De ROB is de vormgever van de zorg voor het archeologisch erfgoed. De samenwerking wordt voorlopig voor de periode tot 2010 aangegaan en jaarlijks geëvalueerd.

De drie diensten richten zich op de steden, omdat de dertig grote steden van het Rijk in het kader van het Grote Stedenbeleid (GSB) en het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV) geld krijgen om voor de periode 2005 tot 2010 een zogenaamde Cultuurimpuls en Groenimpuls tot stand te brengen. De Cultuurimpuls bedraagt in totaal 40 miljoen euro en de Groenimpuls bedraagt 22 miljoen euro. Iedere stad maakt in 2004 een Meerjaren-ontwikkelingsprogramma (MOP), waarin de concrete activiteiten voor de periode 2005-2010 worden beschreven. Dit betekent dat het groen in en om de steden flink zal kunnen veranderen door bijvoorbeeld (her)inrichtingsprojecten of bouwactiviteiten. Om de steden met de uitvoering van deze nieuwe ontwikkelingen te ondersteunen, hebben DLG, RDMZ en ROB besloten hun krachten te bundelen.

De samenwerking van de diensten voor de grote steden wordt heel praktisch gericht op drie punten:

- De drie diensten gaan Geografische informatiebestanden (GIS) uitwisselen op het gebied van natuurontwikkeling, cultuurhistorie en archeologie. Deze informatie kunnen steden benutten bij visievorming, planontwikkeling, inspraak, besluitvorming, onderzoek, etc.


- De diensten gaan gezamenlijk met gemeenten ontwerpateliers opzetten voor herinrichting van stad/land gebieden. In deze ontwerpateliers worden verschillende ontwerpen voor het stad/land gebied gemaakt en doorgerekend. De gezamenlijke kennis en ervaring op het gebied van cultuurhistorie, landschap, en archeologie levert bij deze processen waardevolle input.


- Per stad worden teams gevormd uit de drie diensten ter ondersteuning van gemeentelijke plannen.

De directeuren die de samenwerkingsovereenkomst ondertekenen zijn:
- de heer ing. H.J.W. Mulder (Directeur DLG)
- de heer prof. drs. A.L.L.M. Asselbergs (Directeur RDMZ)
- mevr. drs. S.G. van Dockum (waarnemend Directeur ROB)