Openbaar Ministerie

Actuele berichten

9 juli 2004

Nederland heeft weinig rechters

Gemeten naar de kosten is de Nederlandse rechtspraak in Europa een goede middenmoter, zo blijkt uit de vergelijking van rechtssystemen in tien Europese landen. Gekeken naar het aantal rechters per 100.000 inwoners zit Nederland beduidend aan de lage kant.

De laatste jaren is er verhoogde aandacht voor het prestatieniveau van de rechtspraak. Vanuit die optiek stimuleert de Raad voor de rechtspraak studies waarin het functioneren van de rechtsvoorzieningen in ons land worden vergeleken met die van andere landen. Onlangs zijn er twee nieuwe studies voltooid.

De eerste studie is verricht door Ecorys-NEI en betreft een vergelijkend onderzoek naar de rechtspraak in Nederland en tien andere Europese landen. Zo blijken de uitgaven voor rechtspraak per hoofd van de bevolking in de verschillende Europese landen sterk uiteen te lopen. In Oostenrijk en Italië zijn de uitgaven het hoogst, in Denemarken het laagst. Nederland zit in de middenmoot. Als het gaat om het aantal rechters per hoofd van de bevolking lopen Duitsland en Zweden voorop, terwijl Denemarken, Engeland en vervolgens Nederland het minst aantal rechters per inwoner hebben. Het blijkt dat er in Nederland weinig zaken voor de rechter komen. Omdat veel eenvoudige zaken op andere wijze worden afgedaan, zijn de zaken die de rechter behandelt relatief zwaar. Nederland neemt hierdoor een middenpositie als het gaat om het aantal afgehandelde zaken per medewerker in civiele en strafrechtelijke zaken; Nederland scoort laag op dit criterium bij de afdoening van bestuursrechtelijke zaken.

De tweede studie betreft een meer diepgaande vergelijking tussen het rechtssysteem van Nederland en Denemarken door de hoogleraren P. Tak en J. Fiselier (Universiteit van Nijmegen). Er is bewust gekozen voor een vergelijking met Denemarken omdat de rechtspraak van dit land - in tegenstelling tot andere Europese landen - in sommige opzichten beter lijkt te presteren dan de Nederlandse rechtspraak. Voor wat betreft de rechtspraak zijn er tussen beide landen opmerkelijke verschillen. De afdoening van strafbare feiten wordt in Dene-marken met wezenlijk minder rechterlijke capaciteit verricht dan in Nederland. Dit heeft te maken met de aard van de criminaliteit die in Denemarken lichter is dan in Nederland. Daarnaast hangt het verschil nauw samen met de enkelvoudige afdoening van het overgrote deel van de strafzaken; zaken die in Nederland door drie rechters worden behandeld, worden in Denemarken vaak door één rechter afgedaan. In Denemarken geldt een lichtere procedure voor bekennende verdachten. Ook de participatie van leken levert een aanzienlijke besparing op voor de rechterlijke capaciteit. Daar staat tegenover dat afdoening door een meervoudige kamer of door een jurykamer veel tijdrovender is doordat alle handelingen, zoals het horen van getuigen, ter zitting plaats vindt.

Tak en Fiselier hebben naast de prestaties ook gekeken naar het vertrouwen van de bevolking in hun rechtspraak. Uit ander onderzoek is bekend dat binnen Europa het vertrouwen in de Nederlandse rechtspraak relatief hoog is. Denemarken is uitzonderlijk doordat het vertrouwen aldaar op een nog veel hoger niveau ligt dan in Nederland (80% versus 62%). De onderzoekers verklaren dit door te wijzen op het verschil in de mate waarin Denen en Nederlanders vertrouwen hebben in gezaghebbende instellingen. De Denen hebben ook een sterk gevoel dat ze greep hebben op de bestuurlijke gang van zaken in hun land. Bron: Raad voor de rechtspraak