Ministerie van Algemene Zaken

Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Persbericht ministerraad
9 juli 2004

MEER LANDELIJKE STURING OP POLITIE

De ministers van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) en Justitie krijgen de mogelijkheid om op hoofdlijnen sturing te geven aan het beheer en het beleid voor de taakuitoefening van de regionale politiekorpsen. Ook komen er regels voor de samenwerking tussen politiekorpsen op bepaalde beheersterreinen, bijvoorbeeld bij het gebruik van informatie- en communicatietechnologie. Daarbij kan de minister van BZK korpsen verplichten deel te nemen aan een samenwerkingsverband. Dit staat in twee wetsvoorstellen, waarmee de ministerraad op voorstel van minister Remkes van BZK heeft ingestemd. Beide wetsvoorstellen worden ingediend bij de Tweede Kamer. De veranderingen waren in september vorig jaar al aangekondigd in een brief aan de Tweede Kamer.

De burgemeesters houden in hun gemeente het gezag over de politie waar het gaat om de handhaving van de openbare orde en de hulpverlening. De officieren van justitie houden het gezag over de politie waar het gaat om de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde. Hierdoor blijft regionaal en lokaal maatwerk mogelijk. Maar de ministers van BZK en Justitie stellen de hoofdlijnen vast, met een uitwerking per politieregio. Hiermee krijgen de ministers meer invloed op het beheer, de taakuitoefening en het prestatieniveau van de politie. De korpsbeheerders moeten over de uitvoering van de hoofdlijnen ook verantwoording afleggen aan de ministers, in plaats van alleen aan de andere burgemeesters in de politieregio en de hoofdofficier van justitie (de regionale colleges). Als het nodig is kunnen de ministers ingrijpen. In het uiterste geval kan een burgemeester als korpsbeheerder worden vervangen of kan er een waarnemer komen. De korpsbeheerders zullen volgens het voorstel bij Koninklijk Besluit worden benoemd, geschorst of ontslagen, op voordracht van de minister van BZK. Nu is de burgemeester van de centrumgemeente in een politieregio nog automatisch korpsbeheerder.

De versterkte sturing door de ministers geldt voor typische beheerszaken als de bedrijfsvoering van de korpsen. Een duidelijk voorbeeld hiervan is de inzet van informatie- en communicatietechnologie, die nu nog veel te versnipperd en verschillend is. De versterkte sturing geldt ook voor de hoofdlijnen van het politiebeleid, bijvoorbeeld het aanpakken van veelplegers, het aantal verdachten dat de politie bij de officier van justitie aanlevert of het aantal boetes en transacties uit zogenoemde staandehoudingen (dus niet uit de flitspaal of uit registratie van kenteken).

Het tweede wetsvoorstel bevat regels over de beheersmatige samenwerking tussen politiekorpsen, eventueel ondergebracht in publiekrechtelijke organisaties. Hiermee wordt de basis gelegd voor nauwere samenwerking en voor het instellen van een gemeenschappelijke organisatie, die bijvoorbeeld kan zorgen voor gezamenlijke inkoop of gezamenlijk ict-beheer.

RVD, 09.07.2004