CDA

CDA

09-07-04
Europa als de Toren van Babel?
De Europese Unie begint steeds meer trekken te vertonen van de Toren van Babel. Het zomernummer van CDV het kwartaalblad van het Wetenschappelijk Instituut voor het CDA registreert ook binnen de christen-democratie groeiend onbehagen over de vormgeving van Europa.

Zelfs idealistische christen-democraten erkennen dat de problemen zich opstapelen. CDA-senator Jos van Gennip bijvoorbeeld:. "In ieder geval is er iets heel erg fout aan het gaan met wat wel het meest succesvolle politieke project van de twintigste eeuw wordt genoemd." In de nieuwste uitgave van Christen Democratische Verkenningen, die op
10 juli verschijnt, staan Europa, de Europese eenwording, Euro-optimisme en Euroscepsis centraal. De teneur van de bijdragen in CDV is dat christen-democraten de Euroscepsis veel serieuzer dienen te nemen dan veelal gebeurt.

De eerste reden tot zorg en scepsis over Europa is gering enthousiasme en betrokkenheid van burgers bij Europa zowel in de oude als in de nieuwe lidstaten. In twee bijdragen uit Estland (van voormalig parlementlid Mari-Ann Kelam) en Tsjechië (de onderzoeker Europese Intergratie Petr Fiala) wordt ingegaan op het wantrouwen en het geringe enthousiasme bij de afgelopen verkiezingen. Volgens de Tsjech Fiala zijn de nieuwe burgers uit Midden- en Oost Europa helemaal niet zo enthousiast over de historische hereniging; ze zijn op zijn best onverschillig en wantrouwend en vrezen onder meer inwisseling van de ene centralistische superstaat voor de andere. Het slechtste wat men kan doen, is om het huidige onbehagen in de net toegetreden landen over Europa achteloos terzijde te schuiven.
De tweede reden tot zorg is de huidige institutionele inrichting van Europa.
Volgens de filosoof Verbrugge bekennen wij ons zonder enige geestdrift tot de huidige van bovenaf bepaalde (en vooral door overwegingen van efficiency gestuurde) inrichting. Echte discussie over waar we met Europa heen moeten, vindt onvoldoende plaats en heeft in sterke mate een taboekarakter. Volgens hem dreigt er een nieuwe opstand der burgers omdat de huidige vormgeving van Europa totaal geen culturele basis heeft.
Ook volgens de Franse denker Rosanvallon is de huidige inrichting van Europa problematisch en te veel geënt op de inrichting van een nationale staat. Van Europa een soort imitatiedemocratie maken is naar zijn oordeel de verkeerde weg. Daarom past volgens hem een Handvest veel beter bij Europa dan een Europese grondwet. De derde reden tot zorg is het gegeven dat Europa zich met de verkeerde zaken dreigt bezig te houden. Zo is er een tendens om de EU een rol te geven op het terrein van het arbeidsmarkt en sociaal beleid. Ten onrechte, zo menen De Mooij en Tang van het Centraal Planbureau. Sociaal beleid is een zaak van de lidstaten en ook de Lissabon doelstelling op het terrein van arbeidsparticipatie kan maar beter verlaten worden. Er zijn andere zaken waar Europa zich nu niet mee bemoeit, die daarentegen wel belangrijk zijn (zoals de harmonisatie van de Vennootschapsbelasting).
Een vierde reden tot zorg ligt in de grenzen van Europa. Hoeveel uitbreiding kan de EU aan? Hoort Turkije bij de Unie of niet? In bijdragen van Bult, Oostlander, Ernst Hirsch Ballin en Jan Willem Sap wordt op deze kwestie ingegaan. Ook een andere actuele kwestie, het onbehagen van Nederland in het licht van het EU voorzitterschap, wordt nader toegelicht in een bijdrage van Van Grinsven.

In dit nummer vindt u ook antwoorden van christen- democraten op de Euroscepsis. Volgens christen- democratische denkers als Ernst Hirsch Ballin en Jan Willem Sap, Frank van den Heuvel en Arie Oostlander dient Euroscepsis zich niet te vertalen in een sterk naar binnen gekeerde houding of in de neiging Europa tot een belangengemeenschap terug te brengen. Niet de huidige institutionele inrichting, de geografische grenzen of religieuze gronden zijn bepalend voor de identiteit van Europa. Europas missie zou veel meer dan nu het geval is bepaald moeten worden door de betrokkenheid op de vormgeving van waarden als democratie, rechtsstaat en solidariteit. Ook treft u in dit nummer de integrale versie van de beruchte lezing van Bernard Bot in Berlijn waarin hij pleit voor een Europees maatschappelijk contract en een duidelijke toepassing van het subsidiariteitsbeginsel. Jos van Gennip stelt in zijn bijdrage dat we in ieder geval niet net moeten doen alsof er niets aan de hand is. Volgens hem dreigt het Europees project betekenisloos te worden en is een Europees antwoord op de globalisering nodig. De makke van Europa is het ontbreken van echte Europese politieke formaties, bewegingen en partijen. De tijd is volgens Van Gennip rijp voor het optillen van het politieke discours tot werkelijk het Europese niveau, buiten de tienduizend daarbij professioneel betrokken 'eurocraten'. Volgens hem moet de EVP systematisch de hoog urgente vraag aan de orde stellen wat voor soort Europese, samenleving bevorderd moet worden als antwoord op de globalisering en zal ze hiertoe de reflectie over de invulling van de interne en externe identiteit dienen te stimuleren. Een aanzet tot deze herbezinning en vernieuwende gedachtevorming over Europa als waarden gemeenschap vindt u in De Toren van Europa. Zonder een degelijke herbezinning zal het immers niet lukken de Europese Toren tot een Europees huis om te bouwen. Als zodanig kan deze uitgave ook dienen als opmaat voor de door Balkenende in Europees verband aangekondigde discussie over dit thema.