Onderzoek nodig eindafrekening kinderopvang

Uitspraak Raad van State blijkt Pyrrusoverwining voor Gemeente Den Haag

DEN HAAG, 20040711 -- De Gemeente Den Haag wordt dit jaar bij de eindafrekening van de Rkb kinderopvang ( waarbij honderden miljoenen euros vooruitontvangen rijksmiddelen moeten worden verantwoord ) geconfronteerd met de landelijke werking van de uitspraak d.d. 14 mei 2003 van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State. Die uitspraak werd vooralsnog door de Gemeente Den Haag beschouwd als een overwinning in de juridische strijd met Vill'ABB, een niet gesubsidieerde particuliere organisatie in de kinderopvang. Het ging in die jarenlange strijd om beantwoording van de vraag of een BBL-er ( leerling groepsleidster ) een 'functionaris ' is.


Nu blijkt, dat deze strijd heeft geleid tot een pyrrusoverwinning, waarbij de Gemeente Den Haag zichzelf in eigen vlees snijdt en tegelijkertijd andere gemeenten en de landelijke kinderopvang in grote moeilijkheden brengt. Vanuit de gemeenteraad is hierover inmiddels een aantal kritische vragen gesteld. Die zijn nog niet door het college van B&W of de verantwoordelijk wethouder beantwoord.

De Raad van State volgde tot nu toe in inmiddels meer dan 10 uitspraken het standpunt van de Gemeente Den Haag : een BBL-er is geen ' functionaris ', tenzij een BBL-ontheffing is verleend overeenkomstig de gemeentelijke BBL-regeling. Die werd per 1 augustus 2001 ingevoerd.

Het gaat bij de eindafrekening van de Rkb om de telling en de verantwoording van gerealiseerde kindplaatsen met de daarbij behorende personele en organisatorische voorzieningen gedurende de uitbreidingsoperatie in de kinderopvang, die met rijksmiddelen werd gesteund.

Daarbij zijn landelijk en vooral in de grote steden vele duizenden groepsleidsters met opleidingsniveau W en BBL-ers ( overeenkomstig de BBL-regeling in de CAO Kinderopvang per 1 januari 2001 ) ingezet. Ook bij de drie gesubsidieerde Haagse koepelorganisaties DAK, Triodus en 2Samen, die gezamenlijk een monopoliepositie hebben met 80% van alle kindplaatsen.

Als andere gemeenten en hun controlerende accountants gedwongen zijn het standpunt van de Gemeente Den Haag bij de eindafrekening van de Rkb te volgen, omdat de landelijke werking van de uitspraak van de Raad van State hen daartoe nu eenmaal dwingt, zullen de honderden miljoenen reeds ontvangen en doorgesluisde euros niet verantwoord kunnen worden en zullen deze moeten worden terugbetaald. Hierdoor dreigt in de kinderopvang landelijk een groot probleem met onvoorspelbare negatieve maatschappelijke gevolgen.

De Vereniging Kinderopvang Bouwsom heeft per brief van 1 juli 2004 bij de hiervoor verantwoordelijke Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Mr. A.J. de Geus aangedrongen op een zo spoedig mogelijk ingrijpen van zijn kant in deze kwestie en op een onderzoek naar de juridische en financiele effecten van het standpunt van de Gemeente Den Haag.

Tevens is het Ministerie van Binnenlandse Zaken gevraagd direct een onderzoek in te stellen naar de onrechtmatige verdeling van staatssteun in de Haagse kinderopvang en de landelijke effecten van de uitspraken van de Raad van State.