Ministerie van Economische Zaken

Berichtnaam: Pieken in de Delta

Datum: 12-7-2004


Datum: 12 juli 2004


Pieken in de Delta: Staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken zet in
op versterking concurrentiekracht van álle regios

Pieken in de Delta de economische onderlegger en uitwerking van de Nota Ruimte
- vormt een koerswijziging in het regionaal beleid, mede in reactie op het IBO-rapport
Regionaal economisch beleid in de toekomst. Het kabinet wil economische kansen
in alle regios benutten door regiospecifieke knelpunten van nationaal belang
weg te nemen. Dat is de kern van de beleidsnotitie Pieken in de Delta: Gebiedsgerichte
Economische Perspectieven, die EZ-staatssecretaris Karien van Gennip namens het
kabinet vandaag heeft aangeboden aan de Tweede Kamer. De gebiedsgerichte economische
agenda levert een bijdrage aan de kabinetsinzet op een meer concurrerende en dynamische
Nederlandse economie.

Het kabinet benoemt de kansen in alle regios die het samen met andere overheden
en bedrijven wil realiseren. Het zijn scherpe keuzes om versnippering van overheidsmiddelen
te voorkomen en bestuurlijke energie gericht in te zetten. Het nationale economische
rendement vormde de leidraad voor deze keuzes. De keuzes sluiten aan bij de bestaande
comparatieve voordelen van alle regios.

Het kabinet herbevestigt het grote economische belang van de twee mainports,
de A2 kennisas van Amsterdam tot Maastricht en de hoofdverbindingsassen tussen
de stedelijke gebieden in Nederland, Duitsland en Belgie, en daarbinnen met name
de triple A-verbindingen (A2, A12, A4). Daarnaast kiest het kabinet voor 50-topprojecten
bedrijventerreinen (waarvan 65% buiten de Randstad ligt, budget 23 mln. euro per
jaar), vier innovatieregios en het beleidsonderdeel Economie binnen het Grotestedenbeleid.


Het kabinet tornt niet aan bestaande afspraken met regios. Het Langmanakkoord
dat het kabinet met het noorden heeft gesloten bevat verschillende afspraken.
Het Kompas voor het Noorden heeft een looptijd van 2000-2006. Hiervoor stelt het
Ministerie van Economische Zaken jaarlijks 61 miljoen Euro beschikbaar. Daarnaast
is er een investeringspakket (ICES) voor met name infrastructuur dat loopt tot
2010 (met een omvang van circa ¬ 550 miljoen) en de aanleg van een snelle treinverbinding,
waarvoor het kabinet ¬ 2,7 miljard heeft uitgetrokken. Het kabinet komt al deze
afspraken na.

Na 2006 wordt in het Noorden net als in alle andere regios bekeken welke economische
potenties en knelpunten er zijn met een nationaal belang. De relatief geringe
welvaartsverschillen en de verwachte geringe effectiviteit van additioneel beleid
na 2006 op deze welvaartsverschillen leiden tot deze keuze. Over de omvang en
de verdeling van middelen tussen regios na 2006 zal in 2005 worden beslist, mede
afhankelijk van de uitkomst van de discussie over EU-structuurfondsen. Ook blijft
het noorden profiteren van generieke maatregelen, zoals de verlenging van de TROS-regeling
voor de scheepsbouw, het generieke innovatie-instrumentarium en het ICES-KIS programma
voor de kennisinfrastructuur, waaruit ¬ 52 miljoen voor het Lofar project in het
noorden beschikbaar is gesteld.


Pieken in de Delta beschrijft de rijksagenda voor zes economische gebieden in
ons land.

1 Noord-Nederland: schakel tussen de Randstad en Noordoost-Europa
Het Noorden heeft de afgelopen jaren behoorlijk economisch gepresteerd. Bovendien
zijn de verschillen in productiestructuur met de rest van het land afgenomen.
De economische ontwikkelingen langs de A6/A7 en de A28 zijn gunstig, onder andere
dankzij de bundeling van economische activiteiten in kernzones. Het economisch
perspectief voor dit gebied ligt in het verder versterken van bestaande sectoren
(bijvoorbeeld door het creëren van meer spin-off uit energie-activiteiten via
het Energy Valley-concept) en het behoud van landschappelijke kwaliteiten (versterking
toerisme). Een nieuw perspectief voor het Noorden is een grotere oriëntatie op
Duitsland en de Oostzeelanden.

2 Oost-Nederland: kennisconcentraties benutten

In Oost-Nederland bieden kennisclusters rond de universiteiten in Twente, Nijmegen
en Wageningen belangrijke aanknopingspunten voor kennis- en productiviteitsontwikkeling.
Veelbelovend is het Valley-concept: Food Valley rond Wageningen en de Gelderse
Vallei, Health Valley rond Arnhem/Nijmegen en Technology Valley in Twente. De
aanleg en herstructurering van bedrijventerreinen in deze gebieden ondersteunen
deze potenties

3 Noordvleugel Randstad en regio Utrecht: verdere uitbouw internationale
dienstverlening

Kern van het economische perspectief van dit gebied is de verdere uitbouw van
de positie van de Noordvleugel als centrum voor internationale zakelijke dienstverlening
en hoogwaardige internationale logistieke activiteiten. Ruimte voor de verdere
groei van Schiphol is daarvoor een vereiste. Op de Zuidas liggen goede kansen
voor een internationaal concurrerend vestigingsmilieu voor de zakelijke dienstverlening.
Utrecht is een centrum voor nationaal georiënteerde dienstverlening en moet -
als draaischijf voor het nationale verkeer en vervoer - goed bereikbaar blijven.
Amsterdam en de kuststreek fungeren als trekker van buitenlandse toeristen naar
Nederland.

4 Zuidvleugel Randstad: werken aan nieuw economisch elan
De Zuidvleugel moet de huidige sterktes behouden en tegelijkertijd de productiestructuur
versterken door productie en diensten beter op elkaar te laten aansluiten. Dat
is een ingewikkelde sociaal-economische opgave. Het scheppen van een aantrekkelijk
vestigingsklimaat voor ondernemingen én burgers staat in dit gebied centraal.
Het nieuwe HSL-station in Rotterdam moet het vestigingsklimaat in deze stad verbeteren.
Het verder uitbouwen van traditionele sterkten vraagt extra fysieke ruimte, zowel
in de haven (aanleg Tweede Maasvlakte) als daarbuiten (Hoekse Waard) voor activiteiten
die met de haven samenhangen.

5 Zuidwest-Nederland: profiteren van strategische ligging
Zuidwest-Nederland moet nog beter profiteren van de strategische ligging tussen
de wereldhavens in Rotterdam en Antwerpen. Dit gebied zou daarom moeten mikken
op de vestiging van bedrijven die belangrijke relaties met deze havens onderhouden.
Het versterken van de relaties van het MKB met grote internationale bedrijven
biedt mogelijkheden om de productiviteit van deze regio te verhogen. Er liggen
bijzondere economische kansen in de Moerdijkse Hoek en het Sloehaven-Kanaalzone-gebied
(Zeeland).

6 Zuidoost-Nederland: naar een technologische topregio
Zuidoost-Nederland moet, in samenwerking met het Belgische en Duitse grensgebied,
de sterke technologische positie van het gebied verder uitbuiten. Dit Euregionale
gebied blijft kansrijk voor hoogwaardige kennisintensieve industrie. Het innovatiebeleid
moet zich richten op betere samenwerking tussen bedrijven en kennisinstellingen.
De ruimtelijke en infrastructurele knelpunten op de A2 (Den Bosch, Eindhoven,
Westelijke Mijnstreek) vragen bijzondere aandacht, net als de verdere ontwikkeling
van Venlo Tradeport (in relatie tot de mainport Rotterdam).
Pieken in de Delta sluit aan bij de bevindingen van het interdepartementaal beleidsonderzoek
(IBO) regionaal beleid. De IBO-werkgroep concludeert dat met het regionaal beleid
voor het noorden de economische achterstand niet zal worden weggewerkt als gevolg
van de economische krachten (schaalnadelen van het noorden). De achterstand is
bovendien in Europees perspectief beperkt. De IBO-werkgroep geeft daarentegen
aan dat er wél aanleiding is voor voortzetting van het regionaal economisch beleid
op een ándere leest, gericht op álle regios. Niet altijd kan immers worden volstaan
met generiek rijksbeleid of beleid van decentrale overheden. Regionaal-economisch
beleid zou met name regiospecifieke knelpunten met een nationaal belang moeten
wegnemen. De IBO werkgroep bestond uit ambtenaren van de betrokken departementen,
medewerkers van het Centraal Planbureau en het Ruimtelijk Planbureau en twee hoogleraren.




Ministerie van Economische Zaken