Gemeente Utrecht


2004 SCHRIFTELIJKE VRAGEN
65 Vragen van de heer D. Wismeijer
(ingekomen 12 juli 2004)


Uit diverse signalen kan worden opgemaakt dat de fusie tussen het Utrechts Centrum voor de Kunsten (U.C.K.) en Muziekschool Vleuten-De Meern is mislukt. In de raadsvergadering van 13 november 2003 heeft de Raad unaniem besloten om de bezuiniging van EUR 300.000,-- op de post UCK/ kunstencentrum Nieuwe Vaart te verminderen met EUR 150.000,-- om zodoende voor het lopende seizoen cursussen te kunnen afmaken.
Ook heeft de Raad in haar overwegingen aangegeven dat het tot een fusie zou dienen te komen.

Door het mislukken van de fusie dreigt Muziekschool Vleuten-De Meern het kind van de rekening te worden. Zonder extra subsidie voor huisvesting en overhead zal zij de deuren moeten sluiten. Een eventuele sluiting zal grote gevolgen hebben voor de gemeente Utrecht. Bij sluiting van de Muziekschool Vleuten-De Meern wacht de gemeente een wachtgeldclaim. Uit de rapportage van Bereschot "Gevolgen bezuiniging SKV Vleuten- De Meern en UCK" van maart 2004 blijkt dat de wachtgeldclaim is berekend op EUR 798.000,--. Dit wordt veroorzaakt door het feit dat een deel van de werknemers voormalige ambtenaren van de gemeente Vleuten-De Meern zijn die bij ontslag nog steeds recht hebben op wachtgeld. De sluiting van Muziekschool Vleuten-De Meern leidt dus niet alleen tot een achteruitgang van het culturele onderwijsaanbod in Vleuten-De Meern, het leidt ook tot een financieel nadeel voor de gemeente Utrecht.

Dit brengt de VVD fractie Utrecht tot de volgende vragen:

1. Klopt het dat een fusie tussen het U.C.K. en Muziekschool Vleuten-De Meern feitelijk is afgeketst?
2. Klopt het dat er sprake zal zijn van een wachtgeldclaim van EUR 798.000,-- indien Muziekschool Vleuten-De Meern moet sluiten? Zo nee, hoe hoog zal die claim dan uitvallen?
3. Hoe groot acht het college de kans dat Muziekschool Vleuten-De Meern door de ontstane situatie daadwerkelijk zal moeten sluiten? Waarop is dat oordeel gebaseerd?
4. Hoeveel extra subsidie is er naar de mening van het college nodig om Muziekschool Vleuten-De Meern financieel overeind te houden indien er geen fusie met het U.C.K. mogelijk is?
5. Welke andere mogelijkheden dan een hogere subsidie ziet het college om Muziekschool Vleuten-De Meern open te houden?
6. Deelt het college de mening van de VVD dat een sluiting van Muziekschool Vleuten-De Meern een fors financieel nadeel oplevert voor de gemeente Utrecht?
7. Hoe denkt het college het gat in de begroting te dekken dat ontstaat bij sluiting van Muziekschool Vleuten-De Meern?
8. Deelt het college de mening van de VVD dat het los van de maatschappelijke voordelen ook financieel aantrekkelijk kan zijn om te voorkomen dat Muziekschool Vleuten-De Meern moet sluiten?
9. Welke maatregelen gaat het college treffen om te voorkomen dat Muziekschool Vleuten-De Meern moet sluiten?


Antwoorden van Burgemeester en wethouders
(verzonden 24 augustus 2004)

Inleiding:
De beleidslijn niet langer subsidie te verstrekken voor het kunsteducatieve aanbod op de vrije (particuliere) cursusmarkt lag ten grondslag aan de bezuinigingen op Kunsteducatie. Een mogelijke fusie tussen het UCK en de SKV Vleuten-de Meern stond los van de argumentatie voor de korting. Er is destijds wel een wens uitgesproken door de Gemeente Utrecht om te komen tot één subsidieloket, maar de wijze waarop dat vormgegeven zou worden, was en is aan de instellingen zelf.

Na besluitvorming over de bezuinigingen heeft Berenschot B.V. een onderzoek naar de consequenties uitgevoerd en mogelijke toekomstscenario's beschreven. Dit rapport is aan de Commissie MO gezonden.

Het beperken van de subsidie tot het kunsteducatieve aanbod voor scholen, heeft voor de SKV Vleuten-de Meern geleid tot het stopzetten van de subsidie. Dit komt omdat deze instelling alleen de vrije cursusmarkt bediende en geen rol had in het aanbod voor scholen.

1. Na de samenvoeging van de gemeenten Vleuten-de Meern en Utrecht, heeft de Gemeente Utrecht de wens uitgesproken tot één subsidieloket voor kunsteducatie te komen. Mede op basis van die wens zijn de afgelopen jaren intensieve gesprekken gevoerd, op zowel bestuurs- als directieniveau, tussen de SKV en het UCK. Deze gesprekken hadden de insteek te komen tot een verregaande samenwerking tussen beide instellingen. De uiteindelijke vorm van die samenwerking blijft aan de instellingen zelf. Gesprekken over samenwerking zijn na de bezuinigingen stopgezet. Eerst moest duidelijk worden wat de gevolgen van deze ombuigingen voor beide instellingen zouden zijn. Hiertoe heeft Berenschot een onderzoek uitgevoerd. Uit het rapport van Berenschot is duidelijk geworden dat één van de consequenties van de bezuinigingen is, dat een fusie tussen beide instellingen, zowel financieel als rechtspositioneel, niet haalbaar is.
2. Wachtgelden ontstaan wanneer overheidspersoneel ontslag wordt aangezegd en er geen alternatieve bron van inkomsten is. De betreffende overheidsinstelling is dan verantwoordelijk voor de uitkering van die wachtgelden. Na overleg met de afdeling POI van de Gemeente Utrecht is duidelijk geworden dat in deze specifieke situatie dergelijke aanspraken niet meer geëffectueerd kunnen worden. De rechtspositieregeling van gemeenteambtenaren geeft namelijk aan dat deze aanspraken na een bepaalde termijn verlopen; als ijkpunt geldt de datum van het privatiseringsontslag, hier is dat 1 januari 1990. Dit betekent dat het personeel van de SKV niet langer een beroep kan doen op de wachtgeldregeling van overheidspersoneel. Het personeel van de SKV valt onder de CAO Kunstzinnige Vorming (KV). Deze CAO formuleert een wachtgeldregeling indien ontslag direct voortvloeit uit overheidshandelen (bijv. stopzetten van subsidie). De werkgever, de SKV, is verantwoordelijk voor deze wachtgelden.
3. De SKV levert een aanbod op de vrije cursusmarkt. Door het wegvallen van de subsidie, vervalt een belangrijk deel van de inkomsten. Uit het Berenschot-rapport blijkt dat het erg moeilijk, zo niet onmogelijk, zal zijn voor de SKV zonder subsidie te blijven bestaan. SKV heeft overigens zelf aangegeven in enigerlei vorm door te willen gaan met de huidige medewerkers.
4. Het is niet exact aan te geven hoe hoog die subsidie zou moeten zijn. Hierbij moet namelijk ook in ogenschouw worden genomen dat het UCK dan om subsidie voor de vrije cursusmarkt zal verzoeken. Tevens is onduidelijk hoe hoog de lasten voor overhead en huisvesting zullen zijn, zodra de SKV zijn intrek neemt in de Cultuurcampus. Duidelijk is wel dat die lasten hoger zijn dan wat er nu voor de huisvesting in Vleuten-de Meern wordt berekend.
5. Door het inzetten van een overgangsbudget heeft de SKV het cursusjaar goed af kunnen sluiten en is een redelijke overgangstermijn in acht genomen. De Gemeente Utrecht ziet verder geen andere mogelijkheden de SKV bij te staan.
6. En 7. Door het verlopen van wachtgeldaanspraken ontstaat geen financieel nadeel voor de gemeente Utrecht.
8. Voordelen op korte termijn worden tenietgedaan door nadelen op de wat langere termijn. Dit komt onder meer voort uit een te verwachten claim van het UCK voor subsidie voor de vrije cursusmarkt wanneer wordt besloten tot het verstrekken van een dergelijke subsidie aan de Muziekschool VdM.
9. De Gemeente Utrecht blijft bij het besluit geen subsidie uit te keren voor het aanbod op de vrije cursusmarkt en zal dan ook geen nadere actie ondernemen. Uiteraard blijven wij openstaan voor elk gewenst overleg vanuit de SKV.


---- --