Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Resultaten peiling aantal
opzeggingen naar aanleiding van
verzending beschikking en factuur
voor de eigen bijdrage thuiszorg

Enschede, 13 juli 2004
WD/04/1774/ebt

ir. G. Vernhout
drs. W. Dragt

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

Inhoudsopgave

Samenvatting .................................................................................3

1. Inleiding ........................................................................................4 1.1 Doel......................................................................................4 1.2 Werkwijze..............................................................................5 1.3 Respons ................................................................................5

2. Resultaten......................................................................................7 2.1 Ontvangst beschikking en factuur..............................................7 2.2 Volledige opzeggingen.............................................................7 2.3 Gedeeltelijke opzeggingen........................................................9 2.4 Hernieuwde aanmeldingen ..................................................... 10

3. Conclusies.................................................................................... 12 3.1 Conclusie volledige opzeggingen ............................................. 12 3.2 Conclusie gedeeltelijke opzeggingen ........................................ 13 3.3 Conclusie hernieuwde aanmeldingen........................................ 13

BIJLAGE
Bijlage 1: Vragenlijst thuiszorgorganisaties................................................ 14

HHM/WD/04/1774/ebt, © HHM 2004 Pagina 2 van 14

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

Samenvatting
In de periode maart ­ april 2004 hebben thuiszorgcliënten, waarvan de inkomensgegevens over 2002 bekend zijn en de zorguren door de thuiszorginstelling zijn aangeleverd, van het Centraal Administratiekantoor (CAK) een beschikking en factuur ontvangen. Cliënten weten vanaf dat moment het bedrag (op basis van de ontvangen zorguren) dat zij feitelijk moeten betalen op basis van de Eigen bijdrage regeling zorg zonder verblijf 2004. Mogelijkerwijs leidt deze wetenschap tot een tweede fase met opzeggingen.1 Om dit vast te kunnen stellen is gepeild of er opzeggingen zijn als directe reactie op het verzenden van de beschikking en de factuur door het CAK in de periode maart ­ april 2004.

Deze rapportage bevat de resultaten van voornoemde peiling. De rapportage geeft inzicht in het aantal cliënten dat n.a.v. de verzending van de beschikking en de factuur:
1. de thuiszorg volledig heeft opgezegd, inclusief het type zorg en de omvang; 2. de thuiszorg gedeeltelijk heeft opgezegd, inclusief het type zorg en de omvang van het opgezegde deel;
3. zich hernieuwd heeft aangemeld nadat ze voor 1 februari 2004 thuiszorg hadden opgezegd, inclusief het type zorg en de omvang van de zorg.

De resultaten zijn gebaseerd op telefonische interviews onder een steekproef van 54 thuiszorgorganisaties. De steekproef is getrokken uit de instellingen die aan het eerste verkennende onderzoek hebben meegewerkt. De respons bedraagt 76%, oftewel 41 instellingen hebben gegevens ten behoeve van de peiling verstrekt.

Op basis van de peiling blijkt dat landelijk circa 6.547 cliënten de thuiszorg volledig hebben opgezegd n.a.v. de verzending van de beschikking en de factuur. Dit is 1,6% van het totale aantal thuiszorgcliënten. Het overgrote deel (97%) van de volledige opzeggingen heeft betrekking op huishoudelijke verzorging.

Tevens blijkt dat landelijk circa 1.258 cliënten de thuiszorg gedeeltelijk hebben opgezegd n.a.v. de verzending van de beschikking en de factuur. Dit is 0,3% van het totale aantal thuiszorgcliënten. Nagenoeg alle gedeeltelijke opzeggingen hebben betrekking op huishoudelijke verzorging, waarbij gemiddeld genomen de omvang wordt gehalveerd.

Op basis van de peiling blijkt dat landelijk circa 327 cliënten zich weer hebben aangemeld n.a.v. de verzending van de beschikking en de factuur. Dit is minder dan 0,1% van het aantal thuiszorgcliënten begin 2004.

1 De eerste fase betrof verkennend onderzoek naar de groep mensen die de thuiszorg hebben opgezegd na bekendwording van de eigen bijdrage regeling zorg zonder verblijf 2004, nog voordat zij een beschikking of factuur hadden ontvangen.
HHM/WD/04/1774/ebt, © HHM 2004 Pagina 3 van 14

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

1. Inleiding

In de week van 16 december 2003 heeft het Centraal Administratie Kantoor (CAK) alle thuiszorgcliënten geïnformeerd over de Eigen bijdrage regeling zorg zonder verblijf 2004. De brief had - noodzakelijkerwijs - een algemeen karakter waardoor het voor cliënten niet direct duidelijk was wat de verhoging van de eigen bijdrage precies voor hun individuele situatie zou gaan betekenen1. De thuiszorgorganisaties kregen te maken met cliënten die vanwege de aan- gekondigde verhoging van de eigen bijdrage de thuiszorg opzegden.

Bureau HHM heeft verkennend onderzoek gedaan naar de groep mensen die vervolgens de thuiszorg hebben opgezegd: het aantal cliënten, de kenmerken van deze cliënten en het gebruik van alternatieven. Dit is in kaart gebracht over de periode die liep van 16 december 2003 tot 1 februari 2004. Dit betrof deel 1 van het onderzoek.2

In de periode maart ­ april 2004 hebben alle thuiszorgcliënten, waarvan de inkomensgegevens over 2002 bekend zijn en de zorguren door de thuiszorginstelling zijn aangeleverd, van het CAK een beschikking3 en factuur4 toegezonden gekregen. Cliënten wisten vanaf dat moment het bedrag dat zij feitelijk moeten gaan betalen ten gevolge van de Eigen bijdrage regeling zorg zonder verblijf 2004 (op basis van de ontvangen zorguren). Mogelijkerwijs zou deze wetenschap tot een tweede fase met opzeggingen kunnen leiden. Om hierop zicht te krijgen heeft bureau HHM een peiling uitgevoerd. Deze peiling betreft het (aangekondigde) tweede deel van het verkennend onderzoek naar opzeggers thuiszorg in verband met de verhoging van de eigen bijdrage.

1.1 Doel
Het doel van de peiling is in kaart te brengen of er opzeggingen zijn als directe reactie op het verzenden van de beschikking en de factuur door het CAK in de periode maart ­ april 2004.
In het eerste deel van het onderzoek is het aantal volledige opzeggers in kaart gebracht. Het bleek dat er eveneens sprake was van gedeeltelijk opzeggen van de thuiszorg. Dit is toen niet onderzocht. Deze peiling richt zich naast volledige opzeggingen eveneens op eventuele gedeeltelijke opzeggingen. Tijdens het eerste deel van het onderzoek is de verwachting uitgesproken dat cliënten zich weer zouden aanmelden, als de definitieve factuur hen meevalt. Ook hier wordt aandacht aan besteed in de peiling. De vragen in de peiling hebben betrekking op het aantal volledige- en gedeeltelijke opzeggingen en tevens het aantal hernieuwde aanmeldingen (ook wel `spijtoptanten' genoemd).

1 Cliënten konden met de informatie in deze brief de voor hen geldende verhoogde Eigen Bijdrage berekenen.
2 Voor een weergave van het eerste deel van het onderzoek wordt verwezen naar de rapportage `verkennend onderzoek naar opzeggers thuiszorg in verband met de verhoging van de eigen bijdrage in 2004', 30 maart 2004, kenmerk: HHM/TV/04/0884/ebt. 3 Met de maximale eigen bijdrage op basis van het verzamelinkomen in 2002. 4 Met het exacte bedrag dat zij in 2004 per periode moeten gaan betalen voor thuiszorg op basis van de geleverde zorguren.
HHM/WD/04/1774/ebt, © HHM 2004 Pagina 4 van 14

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

1.2 Werkwijze
Begin mei 2004 is gestart met de peiling `tweede fase opzeggingen' met een aankondiging gericht aan alle thuiszorgorganisaties. In dit bericht werd vermeld dat een steekproef van instellingen zou worden benaderd door onderzoekers van bureau HHM.

STEEKPROEF
Om een verantwoorde uitspraak te kunnen doen over een mogelijke tweede fase van opzeggingen is de helft van de deelnemers (responsgroep) uit het eerste deel van het onderzoek in de steekproef opgenomen. De responsgroep uit het eerste deel van het onderzoek bestond uit 103 instellingen. Uit deze groep is een a-selecte steekproef getrokken van 54 instellingen.1

VRAGENLIJST
Met de instellingen uit de steekproef is een telefonische interview gehouden aan de hand van een vragenlijst. De vragenlijst is weergegeven in bijlage 1. In de vragenlijst wordt gevraagd naar volledige- en gedeeltelijke opzeggingen ten gevolge van de verzending van de beschikking en de factuur in de periode maart ­ april 2004. Om te kunnen bepalen of de opzeggingen in die periode daadwerkelijk zijn toe te schrijven aan de te betalen eigen bijdrage in 2004 (weergegeven in de beschikking en factuur van het CAK) is aan de thuiszorg- organisaties gevraagd aan te geven wanneer hun cliënten de beschikking en factuur hebben ontvangen (het CAK stuurt daarvan altijd een bericht naar de betreffende organisatie waarin wordt vermeld gedurende welke periode de facturen worden verzonden).
In de vragenlijst wordt tevens gevraagd naar het aantal hernieuwde aan- meldingen (`spijtoptanten') dat oorspronkelijk voor 1 februari 2004 thuiszorg heeft opgezegd, maar zich vervolgens (als reactie op de verzending van de factuur en beschikking) weer heeft aangemeld voor thuiszorg. Dit betreft een mogelijke groep mensen die in januari (een korte periode) thuiszorg heeft gehad, heeft opgezegd, en voor de in 2004 ontvangen thuiszorg een beschikking en factuur heeft ontvangen. Deze beschikking en factuur zouden de betreffende mensen hebben kunnen doen besluiten om alsnog in 2004 thuiszorg te willen ontvangen.

1.3 Respons
54 instellingen zijn telefonisch benaderd met de vraag om antwoord te geven op de vragen. De meeste thuiszorgorganisaties hadden enige tijd nodig om de vragen te beantwoorden en deden dat schriftelijk. De bereidheid om mee te werken aan het onderzoek was goed, ondanks het feit dat er op relatief korte termijn moest worden gereageerd.

Hieronder staat een overzicht van de respons (tabel 1).

1 Bij deze 54 instellingen kunnen instellingen met en zonder opzeggers uit het eerste deel van het onderzoek zijn (de totale responsgroep van 103 instellingen tijdens het eerste deel van het onderzoek bestond uit 93 instellingen met opzeggingen en 10 instellingen zonder opzeggingen). HHM/WD/04/1774/ebt, © HHM 2004 Pagina 5 van 14

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

Situatie Aantal instellingen Non respons: kan niet (tijdig) reageren of geen reactie 13 (24%) Geen opzeggingen 6 (11%) Wel opzeggingen 35 (65%) Totaal 54 (100%) Tabel 1. Respons peiling thuiszorgorganisaties

De responderende thuiszorgorganisaties blijken qua omvang en ligging representatief voor de totale groep thuiszorginstellingen (n=138) in Nederland.

HHM/WD/04/1774/ebt, © HHM 2004 Pagina 6 van 14

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

2. Resultaten
In dit hoofdstuk staan de resultaten van de vragen die aan thuiszorgorganisaties zijn gesteld. In totaal hebben 41 thuiszorgorganisaties de vragenlijst geheel of gedeeltelijk beantwoord. Deze 41 organisaties hebben in totaal ruim 36% van het landelijke aantal thuiszorgcliënten in zorg.

2.1 Ontvangst beschikking en factuur Op basis van de vragenlijsten geven de responderende thuiszorgorganisaties aan dat de beschikking en facturen aan de cliënten van de betreffende instellingen in de periode van week 8 tot en met week 18 zijn verzonden. Er is gevraagd aan de thuiszorginstellingen om alleen de opzeggingen en (hernieuwde) aanmeldingen door te geven die na de verzending zijn binnen- gekomen. Alleen deze opzeggingen en aanmeldingen zijn meegeteld.

2.2 Volledige opzeggingen
In onderstaande tabel staat een overzicht van het aantal cliënten dat in zorg is en het aantal volledige opzeggers (tabel 2). Deze aantallen worden vergeleken met de landelijke cijfers. Bij elk onderdeel staat op hoeveel thuiszorg- organisaties het resultaat betrekking heeft en - indien bekend - wat de spreiding is (minimumwaarde­maximumwaarde).

Het landelijke aantal heeft betrekking op 138 thuiszorgorganisaties. De ge- gevens over de thuiszorgorganisaties die hebben deelgenomen aan de peiling, zijn gebaseerd op de antwoorden op de vragen in de vragenlijst.

Rij Onderdeel Totale aantal Landelijke Gem. aantal Gem. aantal in onderzoek aantal per instelling per instelling (n=41) (globaal) in onderzoek landelijk (n=138) (n=41) (n=138) 1 Aantal cliënten in zorg begin 2004 151.6001 420.0002 3.698 3.043 (36%) (100%) 2 Aantal volledige opzeggers naar 2.373 6.5743 58 48 aanleiding van verzending beschik- (0-428) king en factuur
(periode maart 2004 t/m april 2004,
na verzending van factuur)
3 Aantal opzeggers als percentage 1,6% van het aantal cliënten (rij 2/rij 1)
Tabel 2. Overzicht aantal volledige opzeggers naar aanleiding van verzending van de beschikking en factuur.

1 Bron: CAK, Actuele cijfers zorgjaar 2004. 2 Bron: CAK, Actuele cijfers zorgjaar 2004. 3 Geëxtrapoleerd naar 100% van het totaal aantal thuiszorgcliënten begin 2004. HHM/WD/04/1774/ebt, © HHM 2004 Pagina 7 van 14

Resultaten peiling aantal opzeggingen naar aanleiding verzending beschikking en factuur voor eigen bijdrage thuiszorg

TYPE ZORG EN OMVANG VOLLEDIG OPGEZEGDE ZORG
2.373 cliënten hebben bij 35 thuiszorgorganisaties uit de steekproef de thuiszorg naar aanleiding van de verzending van de beschikking en de factuur volledig opgezegd. De overige instellingen uit de steekproef hadden geen volledige opzeggingen (zie tabel 1). In tabel 3 staat welke zorg de cliënten volledig hebben opgezegd en hoeveel uren per week deze cliënten gemiddeld ontvingen vóór de opzegging.

Betekenis van de productcodes:
HV = huishoudelijke verzorging (inclusief alphahulp). PV = persoonlijke verzorging.
VP = verpleging.

Volledig Aantal producten Gem. aantal Gem. aantal opgezegd (n=41) uren/week/cliënt uren/week/cliënt product (opzeggers per zorg instelling in (landelijk) onderzoek) (n=41) HV 2.307 2,9 3,5 (97%) (1,7-4,5) PV 53 2,7 4,0 (2%) (2,4-3) VP 16 at maar liefst 4% van de Nederlanders zich ervan bewust is dat zij onnodig gebruik maken van huisartsenzorg. Dit is gelijk aan 3 miljoen contacten met de huisarts op jaarbasis. Hierdoor ontstaat oneigenlijke werkdruk bij de huisarts, waardoor deze minder aandacht kan schenken aan die patiënten, voor wie een beroep op de huisarts wel noodzakelijk is. Het aantal van 3 miljoen contacten is

1Vliet, R.C.J.A. van (1998), Schatting verzekeringseffecten op basis van de CBS Gezondheidsenquête ten behoeve van Ramingsmodel Zorgsector, Erasmus Universiteit Rotterdam Vliet, R.C.J.A. van en H.G. van der Burg (1996), Verdelingsfuncties voor kosten van zorgvoorzieningen, iBMG, Erasmus Universiteit Rotterdam

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Blad
7
Kenmerk
DBO-CB-U-2491791

waarschijnlijk nog een onderschatting, daar huisartsen volgens het RVZ-rapport zelf hebben aangegeven dat 14% van de zorgvraag waar zij mee te maken krijgen onnodig is. Ten tweede is het gebruik van de huisarts het meest evenwichtig over de verschillende bevolkingsgroepen verspreid. Het niet meenemen van de huisarts leidt zodoende tot een financieel zwaardere belasting van de veelgebruikers van zorg. Ik wil dit voorkomen. Ten derde leidt het uitzonderen van de huisarts tot een budgettaire derving en minder kostenbewustzijn bij burgers. De budgettaire derving zal elders gedekt moeten worden in de gezondheidszorg.

3. Conclusie
Het RVZ-advies `Gepaste Zorg' had als doel een bijdrage te leveren aan de discussie over het belang van (financiële) prikkels in de zorg. Ik stel vast dat `Gepaste Zorg' weinig voortbouwt op eerdere RVZ-adviezen én er zelfs op een aantal punten op gespannen voet mee staat. In eerdere adviezen wordt actief gepleit voor de invoering van eigen betalingen in de zorg. Dit vanuit het oogpunt van financiële opbrengst maar ook van gedragseffect op burgers, aanbieders en verzekeraars.

De RVZ is kritisch op de solidariteitseffecten van eigen betalingen. Ik ben van mening dat via de invoering van een no-claimteruggaveregeling de toegankelijkheid van de zorg voor alle burgers gewaarborgd blijft. Tevens zal deze regeling een positief effect hebben op de betaalbaarheid van de zorg en zal het bijdragen aan het kostenbewustzijn van burgers. Ten slotte sterkt het RVZ-advies mij in de overtuiging dat het uitbouwen van financiële prikkels goed aansluit bij internationale ontwikkelingen.

De Minister van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport,

H. Hoogervorst

(506) 141.000 (66%) 1881 (81,5%) · Alpha (507) 72.000 (34%) 426 (18,5%) · Totaal huishoudelijke verzorging 213.000 (100%) 2.307 (100%) Tabel 4. Verdeling huishoudelijke verzorging door thuiszorg/alpha-hulp

2.3 Gedeeltelijke opzeggingen
De thuiszorginstellingen kregen de vraag voorgelegd op welke zorg eventuele gedeeltelijke opzeggingen betrekking hebben, in welke omvang de betreffende cliënten de gedeeltelijk opgezegde zorg oorspronkelijk ontvingen, en hoe groot het deel is dat is opgezegd. Totaal 454 cliënten hebben bij 25 instellingen uit de steekproef de thuiszorg gedeeltelijk opgezegd. Zie tabel 5a.

Rij Onderdeel Totale aantal Landelijke Gemiddeld bij instellingen aantal aantal bij in onderzoek (globaal) instellingen met (n=41) (n=138) gedeeltelijke opzeggingen


---- --