Unicef



Persbericht
Embargo tot dinsdagmorgen 13 juli 2004, 00.01 uur

Kinderen in Afrika ten zuiden van de Sahara zwaarst getroffen

Opvang aidswezen door familie steeds moeilijker

Den Haag/Bangkok, 13 juli 2004 - In slechts 2 jaar tijd is het aantal aidswezen in de wereld gegroeid van 11,5 naar 15 miljoen. De grootste meerderheid van hen woont in Afrika ten zuiden van de Sahara. In 2010 zullen alleen al in deze regio meer dan 18 miljoen kinderen - meer dan het huidige bevolkingsaantal van Nederland -een of beide ouders aan aids hebben verloren. Het rapport 'Children on the Brink 2004' dat Unicef in samenwerking met Unaids en Usaid uitbrengt, presenteert de nieuwste cijfers over kinderen die wees geworden zijn door aids en andere oorzaken. De nadruk ligt daarbij op kinderen wier ouders zijn overleden aan aids. De presentatie van het tweejaarlijkse rapport vindt vandaag plaats tijdens de internationale aids-conferentie in Bangkok, Thailand.

Uit het rapport blijkt dat de aids-epidemie op grote schaal gemeenschappen in delen van Afrika ten zuiden van de Sahara verwoest. Thuisland van tweederde van alle mensen besmet met hiv, is het percentage kinderen dat een of beide ouders verloren heeft aan aids hier gestegen van 2% in 1990 naar meer dan 28% in 2003. Negen van de tien aidswezen in deze regio wonen bij een overlevende ouder, broer of zus of bij een ander familielid. Deze families ontvangen geen hulp van buitenaf en hebben grote behoefte aan directe steun om aidswezen te kunnen opvangen. Zonder een beschermende familieomgeving lopen kinderen groot risico om uitgebuit, mishandeld, en gediscrimineerd te worden. Grote aantallen kinderen leven momenteel met chronisch zieke familieleden en zullen spoedig wees worden. Ook voor hen is opvang nodig.

Acties voor kinderen getroffen door hiv/aids
Het rapport omschrijft nauwkeurig wat het beste is voor kinderen. Carol Bellamy, internationaal directeur van Unicef: "We moeten hun ouders gezond en in leven houden, ervoor zorgen dat kinderen goed onderwijs krijgen en de wetten, het beleid en regels die kinderen beschermen tegen uitbuiting en misbruik versterken".

De Verenigde Naties hebben in samenwerking met een aantal partnerorganisaties een actieplan bekrachtigd om donor- en getroffen landen richtlijnen te geven in de steun aan kinderen. Het rapport benadrukt dat - in de strijd tegen aids - de directe betrokkenheid van kinderen en jongeren in de opzet en uitvoering van programma's een zeer belangrijke sleutel is.

Unicef werkt samen met andere organisaties om de opvang door familie voor kinderen die getroffen zijn door hiv/aids te versterken. De VN-kinderrechtenorganisatie zorgt er bijvoorbeeld voor dat families de middelen hebben om te kunnen zorgen voor aidswezen. Deze steun varieert van het betalen van schoolgelden en het voorzien in medische zorg tot het bieden van een beroepsopleiding aan familieleden. Om ouders langer in leven te houden, zet Unicef zich bovendien in voor toegang tot goedkope aids-remmers voor mensen met hiv/aids.

Hoewel kinderen in Afrika ten zuiden van de Sahara het zwaarst getroffen zijn door de gevolgen van aids, besteedt het rapport ook aandacht aan andere regio's. Zo waarschuwt Peter Piot, directeur van Unaids: "Azië zal, met 60% van de wereldbevolking, spoedig geconfronteerd worden met ernstige aidswezen problematiek als het niet onmiddellijk stappen neemt om de aids-epidemie te stoppen. Om te voorkomen dat ook daar miljoenen kinderen wees worden vanwege aids, moeten landen alles op alles zetten om op de eerste plaats te voorkomen dat mensen geïnfecteerd raken".