Ministerie van Buitenlandse Zaken


http://www.minbuza.nl

Advies: Falende staten, een wereldwijde verantwoordelijkheid

Persbericht AIV en CAVV
Datum: 14 juli 2004
Embargo 15 juli 2004, 00.00 uur

ADVIES AIV EN CAVV: 'Falende staten, een wereldwijde verantwoordelijkheid'

'Falende staten, een wereldwijde verantwoordelijkheid'

Er moet een gespecialiseerde commissie van de Veiligheidsraad worden ingesteld om het probleem van falende staten het hoofd te bieden, aldus het vandaag verschenen advies van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) en de Commissie van Advies voor Volkenrechtelijke Vraagstukken (CAVV). Op verzoek van de ministers van Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Defensie hebben beide adviesorganen een advies uitgebracht dat ingaat op de omschrijving, gevolgen, oorzaken en aanpak van het probleem.

Omschrijving
Een falende staat heeft niet langer het monopolie op geweld in handen. Zij kan het recht niet meer handhaven en de burgers geen diensten meer bieden. Staten die deze mogelijkheden wel hebben maar bewust hun burgers onderdrukken, vallen hier niet onder.

Gevolgen
Het falen van een staat heeft niet alleen gevolgen voor de eigen burgers. Elders in de wereld kan het leiden tot instabiliteit, criminaliteit, terrorisme, chaotische vluchtelingenstromen, verspreiding van ziekten en milieuproblemen.

Oorzaken
Het advies noemt drie oorzaken van het falen van staten: moeilijke omstandigheden, frictie tussen moderne staatsinstellingen en lokale tradities, en machthebbers die misbruik maken van hun positie. Uiteindelijk is het falen mensenwerk, aldus het advies.

Aanpak
Er is een wereldwijde verantwoordelijkheid, zowel uit het oogpunt van solidariteit als van eigen belang, om het falen van staten te voorkomen, af te wenden of terug te draaien. Hierbij moeten middelen van buitenlands beleid,, ontwikkelingssamenwerking, economisch beleid en defensie op geïntegreerde wijze worden ingezet. Deze inzet is alleen zinvol binnen internationale samenwerking. Voor succes is een blijvende betrokkenheid bij de problematiek van de diverse falende staten noodzakelijk.

Militair ingrijpen kan nodig zijn om eerst orde en rust te herstellen. Een beslissing hierover is voorbehouden aan de Veiligheidsraad. Deze kijkt niet of een staat faalt, maar of er sprake is van een bedreiging van de vrede en veiligheid. Door creatieve interpretatie van het Handvest heeft de Veiligheidsraad op ad hoc-basis inmiddels reeds veel ruimte geschapen voor een VN-rol zowel bij crisispreventie, als bij het ingrijpen in concrete gevallen, als ook bij de opbouw van staten. Het advies benadrukt dat de Veiligheidsraad de verantwoordelijkheid heeft om zó alert en effectief op te treden dat ingrijpen buiten de Veiligheidsraad om (anders dan voor zelfverdediging) geen optie hoeft te zijn. De VN zou beter toegerust moeten worden om deze taken aan te pakken.

Een permanente commissie van de Veiligheidsraad voor VN-Bestuur en Bestuursbijstand zou hierbij volgens de AIV en de CAVV een positieve rol kunnen vervullen. Dit 'Committee on UN Administration and Governance Assistance' kan worden opgezet naar het zelfde model als het in 2001 opgerichte Counter-Terrorism Committee. De nieuw op te richten commissie krijgt, namens de Veiligheidsraad, de verantwoordelijkheid voor bestuurstaken in de falende staat. Een gespecialiseerd onderdeel van het VN-secretariaat ondersteunt dit werk. De uitvoering van de bestuurstaken in het land zelf wordt, als gebruikelijk, gedelegeerd aan een lokaal opererende VN-functionaris met sterke bevoegdheden.

Om de onderdelen van het VN-systeem de mogelijkheid te geven snel en slagvaardig te reageren dient er volgens het advies een snel aanspreekbare internationale financieringsbron te komen voor postconflictbeleid.

Alleen in een sterk coalitieverband kan Nederland de bovenstaande voorstellen uitwerken en gestalte geven. Naar de mening van de AIV en de CAVV is het eerst aangewezen forum de EU, die de problematiek van de falende staten al expliciet in haar Strategisch Concept van december 2003 heeft opgenomen. Bij gebleken steun kan het debat worden voortgezet op VN-niveau.

Het advies is voorbereid door een commissie van de AIV en de CAVV onder leiding van prof. mr. N.J. Schrijver. De AIV staat onder voorzitterschap van mr. F. Korthals Altes, de voorzitter van de CAVV is prof. dr. K.C. Wellens.

Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met P.J.A.M. Peters, secretaris van de AIV.
Tel. 070-3485335
e-mailadres: paul.peters@minbuza.nl
Desgewenst kunt u de electronische versie van het advies opvragen.

+++++++

15 jul 04 00:00