European Commission

IP/04/939

Brussel, 16 juli 2004

Rechtstreekse belastingen: Commissie beslist België voor het Hof van Justitie te dagen in verband met de belasting van niet-Belgische dienstverleners

De Europese Commissie heeft besloten België voor het Europese Hof van Justitie te dagen in verband met de belastingen die het land oplegt aan aannemers die een beroep doen op buitenlandse onderaannemers voor dienstverlening in de bouwsector. België verplicht hoofdaannemers tot de inhouding van 15% belasting op betalingen aan onderaannemers en tot hoofdelijke aansprakelijkheid voor de fiscale verplichtingen van de onderaannemer indien deze niet in België is geregistreerd. Deze maatregelen vormen een schending van de bepalingen van het EG-Verdrag met betrekking tot de vrijheid van dienstverlening (artikelen 49 en 50).

Volgens de Belgische wet is een hoofdaannemer die voor bepaalde bouwwerkzaamheden een beroep doet op de diensten van een onderaannemer die niet in België geregistreerd is hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van de belastingen van de onderaannemer (beperkt tot 35% van de totale prijs zonder BTW) (artikel 402 CIR92). Bovendien moet de hoofdaannemer wanneer hij bepaalde bouwwerkzaamheden betaalt aan een onderaannemer die ten tijde van deze betaling niet in België geregistreerd is 15% inhouden van het betaalde bedrag (zonder BTW; artikel 403 CIR92). De uitbestede werkzaamheden waarop deze verplichting van toepassing is zijn hoofdzakelijk de bouw, verbouwing of herstelling, alsmede het onderhoud en de afbraak van onroerend goed.

Volgens de Commissie ontmoedigt deze wetgeving aannemers om een beroep te doen op de diensten van onderaannemers die niet in België zijn gevestigd. Terzelfdertijd vormt deze wetgeving een belemmering voor de dienstverlening in België door onderaannemers die niet in België zijn gevestigd. De Belgische overheid voert aan dat de maatregelen noodzakelijk zijn om de belastingfraude in de bouwsector te bestrijden. De Commissie oordeelt evenwel dat de gekozen maatregelen buiten verhouding zijn aangezien er andere mogelijkheden zijn om fraude te voorkomen bijvoorbeeld door wederzijdse bijstand en uitwisseling van informatie met andere lidstaten van de EU in het kader van Richtlijn 77/799/EEG en door wederzijdse bijstand bij de invordering van schuldvorderingen in het kader van Richtlijn 2001/44/EG.
De meest recente informatie over inbreukprocedures tegen de lidstaten is beschikbaar op de volgende site:

http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h tm