Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
- Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 21 juli 2004
Behandeld
Axel Kenes
Kenmerk
- DIE-349/04
Telefoon
- 070-3484182
Blad
- 1/1
Fax
- 070-348 6381
Bijlage
- 1
E-Mail
- axel.kenes@
minbuza.nl
Betreft
- Beantwoordingvragen van het lid Van Dijk (CDA) over de toepassing van de Europese vrijwaringsmaatregelen voor de nieuwe toetreders
- Zeer geachte Voorzitter,
Graag - bied iku hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen van - het lid Van Dijk (CDA) over de toepassing van de Europese vrijwaringsmaatregelen voor de nieuwe toetreders. Deze vragen werden ingezonden op 28 juni jl. met als kenmerk 2030416590.
De staatssecretaris voor - Europese Zaken,
Atzo Nicolaï
Antwoorden van de heer Nicolaï, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen van Kamerlid Van Dijk (CDA) over de toepassing van de Europese vrijwaringsmaatregelen voor de nieuwe toetreders
Vraag 1
Kent u het artikel "Kans op claims bij import uit nieuwe lidstaten Unie"? (Financieel Dagblad, dd. 17 juni jl.)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Onderschrijft u de constatering van de in het artikel aangehaalde onderzoeker dat 35% van de bedrijven uit de Centraal-Europese lidstaten niet voldoen aan de EU eisen rond consumentenbescherming en productaansprakelijkheid en dat dit voor 40% van de bedrijven uit het midden- en kleinbedrijf geldt?
Antwoord
De in het artikel aangehaalde onderzoeker baseert zich op resultaten van de CAPE survey uit 2003, een enquete die in februari en maart 2003 voor de derde keer door de Europese associatie van Kamers van Koophandel EUROCHAMBRES werd uitgevoerd onder bijna 4000 bedrijven in de tien Centraal-Europese (kandidaat-)lidstaten van de EU.
De CAPE survey van 2004, met een nog hoger percentage MKB-bedrijven onder de ondervraagden, toonde een aanzienlijke vooruitgang in het voldoen aan de relevante bepalingen van het acquis. Het best voorbereid was men in de financiële dienstverlening, de landbouw en de maakindustrie, onder meer op het gebied van consumentenbescherming en producentenaansprakelijkheid. Enquetes als deze zijn behulpzaam om de stemming te peilen, maar de conclusies blijven voor rekening van de uitvoerende organisatie.
De handhavingsinformatie waarover de Voedsel en Waren Autoriteit beschikt wijst er niet op dat de producten uit deze landen een specifiek risico zouden inhouden in vergelijking met andere landen binnen de EU. De Voedsel en Waren Autoriteit heeft overigens gepland zich in de toekomst te buigen over de voldoening door bedrijven aan de Europese voorschriften inzake productveiligheid, maar dan in de EU als geheel.
Vraag 3
Hoe worden de huidige vrijwaringsclausules gehandhaafd?
Vraag 4
Is bij het instellen van de huidige vrijwaringsclausules voldoende gecontroleerd of de EU-regels niet alleen in wetgeving zijn overgenomen, maar ook in de praktijk worden toegepast?
Vraag 5
Zijn de huidige vrijwaringsclausules volgens u voldoende of is er reden de lijst van bedrijven die niet voldoen aan de EU-regels te vergroten zodat er geen onveilige producten op de Nederlandse markt komen?
Antwoord
In de RAZEB van november 2003 werd mede op aandringen van Nederland overeengekomen dat de Commissie de Raad regelmatig zou blijven informeren over de voortgang van de toetredende landen. De Commissie gaf hier gevolg aan door in de Raad van april 2004 een toelichting te geven op de vorderingen.
De Commissie verklaarde dat de nieuwe lidstaten volgens plan gereed waren bij toetreding en dat de Commissie geen enkel gebied had kunnen vinden waar er vanaf 1 mei vrijwaringsmaatregelen nodig waren. Alleen op het terrein van voedselveiligheid, heeft de Commissie op 15 april jl. extra overgangstermijnen voor voedselverwerkende bedrijven aangekondigd, die bijgevolg alleen voor de binnenlandse markt mochten produceren.
De Commissie zal zich onverkort blijven inzetten om de uitvoering van het EU-beleid vlot te laten verlopen. Het monitoringproces met het oog op de uitbreiding per 1 mei is afgerond, maar na de toetreding zullen reguliere monitoringactiviteiten, zoals inspectiemissies op het gebied van voedselveiligheid, blijven plaatsvinden, net als in de huidige lidstaten. De Commissie zal, wanneer daar aanleiding toe bestaat, passende maatregelen nemen (bijvoorbeeld het starten van inbreukprocedures of het
opleggen van vrijwaringsmaatregelen) ter bescherming van het goed functioneren van de interne markt, zulks overeenkomstig het acquis, waaronder de bepalingen in het toetredingsverdrag, zoals de vrijwaringsclausule voor de interne markt. Op basis daarvan mag de Commissie tot drie jaar na de toetredingsdatum gepaste maatregelen nemen wanneer een nieuwe lidstaat heeft verzuimd zijn verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de toetredingsonderhandelingen, en die een inbreuk of dreigende
inbreuk op het functioneren van de interne markt, inclusief grensoverschrijdend economisch beleid betekent.
===
Ministerie van Buitenlandse Zaken