CBS

Economie West-Nederland minst gekrompen

West-Nederland (Noord- en Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland) is het minst getroffen door de economische teruggang in 2003. De economieën in Gelderland en Overijssel en vooral in Noord-Brabant en Limburg laten een sterkere krimp zien dan nationaal. In Groningen, Friesland en Drenthe is de economische ontwikkeling sterk beïnvloed door de aardgaswinning. Dit blijkt uit recent onderzoek van het CBS.

In 2003 is de Nederlandse economie gekrompen ten opzichte van het voorgaande jaar. In volume gemeten is een half procent minder toegevoegde waarde voortgebracht. De groei in de Randstad-provincies zat rond de nullijn, terwijl de economieën in Noord-Brabant en Limburg meer dan een procent krompen. Ook Overijssel (-1,0) en Gelderland (-0,7) zaten onder het nationale cijfer.

West-Nederland presteert bovengemiddeld

De economische groei van alle provincies is, na de topjaren 1998 en 1999, flink teruggelopen. De westelijke provincies blijken het minst last te hebben gehad van de economische teruggang.

De economieën van Noord-Holland en Zuid-Holland zijn in 2003 weliswaar iets gekrompen, maar presteren toch bovengemiddeld. Utrecht en Zeeland tonen een bescheiden groei. In recente jaren profiteerde Utrecht van de groei van de zakelijke dienstverlening, zoals computerservice bedrijven. Nu zijn het voornamelijk de groothandel, de banken en de verzekeringsmaatschappijen die in deze provincie krimp voorkomen. In Zeeland vervult vooral de chemische industrie deze rol.

Flevoland, en vooral Almere, blijft doorgroeien (0,8 procent). Voor het nationale groeicijfer is de invloed van Flevoland beperkt. Het aandeel van de toegevoegde waarde van deze provincie in de nationale economie is nog geen twee procent.

Het Zuiden en Oosten blijven achter

De economische groeicijfers van Noord-Brabant, Limburg, Overijssel en Gelderland blijven achter bij het nationale cijfer. Deze provincies produceren samen ruim een derde van de nationale toegevoegde waarde. Het zijn vooral de mindere prestaties van de industrie (met name de sectoren voeding, metaalproducten, elektrotechniek en machines) die ervoor zorgden dat de economische groei in deze provincies in 2003 achterbleef bij de nationale ontwikkeling.

Aardgaswinning beïnvloedt beeld noordelijke provincies

De economische groei van de provincie Groningen ligt met 1,5 procent fors boven het nationale cijfer. De cijfers van de provincies Drenthe (-2,0 procent) en Friesland (-1,2 procent) komen daarentegen ruim onder het groeipercentage voor geheel Nederland uit.

Deze uitkomsten worden sterk beïnvloed door de aardgaswinning. Wijzigingen van de gewonnen hoeveelheden aardgas per provincie hebben grote invloed op de toegevoegde waarde terwijl er slechts een beperkte relatie is met de lokale economie. Wanneer de aardgaswinning buiten beschouwing wordt gelaten dan laat Groningen een lager groeicijfer zien. In Friesland en Drenthe was de productie van aardgas in 2003 fors lager dan in 2002. Als deze sterk negatieve ontwikkeling voor deze provincies buiten beschouwing wordt gelaten dan resteert voor deze economieën een minder negatief beeld. De ontwikkeling ligt dan in de buurt van het nationaal gemiddelde.

Technische toelichting

De Regionale Economische Jaarcijfers 2003 sluiten aan bij de Nationale rekeningen 2003, die op 1 juli zijn gepubliceerd.

Economische groei voor de provincies in dit persbericht is de groei van de bruto toegevoegde waarde gecorrigeerd voor prijsveranderingen. De toegevoegde waarde is gewaardeerd tegen basisprijzen. Nationaal wordt de economische groei uitgedrukt in volumemutatie van het bruto binnenlands product (BBP) tegen marktprijzen. Het verschil bestaat uit de productgebonden belastingen en subsidies en het verbruik van toegerekende bankdiensten die geen deel uitmaken van het basisprijzenbegrip.

Voor het jaar 2003 is de meest recente raming van de volumemutatie BBP tegen marktprijzen voor Nederland -0,9 procent terwijl de volumemutatie van de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen) uitkomt op -0,5 procent. Voor de vergelijkbaarheid worden in dit persbericht de provinciale cijfers afgezet tegen nationale cijfers volgens dezelfde waardering (basisprijzen).

PB04-116

22 juli 2004

9.30 uur

Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht