Ingangsdatum herziening AOW-uitkering. Ambtshalve toekenning naar
aanleiding van telefonisch doorgegeven wijziging.
Bron: Centrale Raad van Beroep Utrecht
Datum actualiteit: 22-07-2004
Betrokkenen ontvingen sinds 1983 respectievelijk 1998 ieder een
AOW-pensioen voor een gehuwde. In 1999 is appellant wegens zijn
slechte gezondheid in een ziekenhuis opgenomen en aansluitend in een
verzorgingshuis. Van de laatste adreswijziging heeft appellante de Svb
op 10 april 2000 telefonisch op de hoogte gesteld. De Svb heeft een
herziening van de AOW toegekend per januari 2001. De Raad oordeelt als
volgt. Ingevolge artikel 14, eerste lid, AOW kent de Svb een
(verhoging van het) ouderdomspensioen op aanvraag toe. Het tweede lid
van dit artikel geeft de Svb de bevoegdheid ook ambtshalve toe te
kennen. Het doorgeven van een adreswijziging, zoals in casu op 10
april 2000 telefonisch is geschied, is een verplichting van de
verzekerde, omdat die het recht op AOW-pensioen kan beïnvloeden. Naar
het oordeel van de Raad had de Svb de telefonische mededeling door
appellante mede moeten opvatten als een signaal, dat aanleiding had
moeten zijn om te onderzoeken of reeds op dat moment de situatie van
"duurzaam gescheiden leven", als bedoeld in artikel 1, derde lid,
onder b AOW, zich voordeed en in het bevestigende geval toepassing te
geven aan artikel 14, tweede lid, AOW. Volgt vernietiging van de
bestreden besluiten en opdracht nieuwe besluiten op bezwaar te nemen.
Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AP4598
Zie het origineel