Ministerie van Buitenlandse Zaken

Raad begroting

Kamerbrief Verslag Ecofin Raad begroting

Aan de Voorzitter van de

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Binnenhof 4

Den Haag

Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

21 juli 2004

Behandeld

Marjan Schippers

Kenmerk

DIE-359/2004

Telefoon

(0)70-3484246

Blad


1/6

Fax

(0)70-3484086

Bijlage(n)

marjan.schippers@minbuza.nl

Betreft

Verslag Ecofin Raad (begroting)


16 juli 2004

Zeer geachte Voorzitter,

Graag bied ik u hierbij het verslag aan van de Ecofin Raad (begroting) van 16 juli 2004.

De staatssecretaris voor Europese Zaken,

Atzo Nicolaï

Verslag Ecofin Raad (begroting) van 16 juli 2004


1. Conciliatie met het Europees Parlement

Op 16 juli kwam de Ecofin Raad (begroting) bijeen ter bespreking van de ontwerpbegroting voor 2005. Voorafgaand aan de eerste lezing van de begroting door de Raad is traditiegetrouw een delegatie van de begrotingscommissie van het Europees Parlement (EP) ontvangen. Daar deze delegatie niet vooruit wenste te lopen op de onderhandelingsinzet van het inkomende EP, beperkte de inhoudelijke discussie over de begroting 2005 zich vooral tot het uitwisselen van wederzijdse standpunten, bijvoorbeeld over het externe beleid, de administratieve uitgaven en de betalingskredieten. Raad en EP bereikten overeenstemming over de volgende onderwerpen:

a) landbouw

Raad en EP hebben kennisgenomen van het voornemen van de Commissie om rekening te houden met de prioriteiten van het EP bij het landbouwbeleid en deze mee te nemen in de Nota van Wijziging in het najaar en aan te geven wat er met deze prioriteiten is gedaan. Omdat de Commissie in het najaar een beter inzicht heeft in de stand van zaken met betrekking tot de internationale visserij-akkoorden, zal deze Nota van Wijziging eveneens worden aangegrepen om opnieuw te kijken naar de (werkelijk) benodigde middelen hiervoor.

b) verklaringen meerjarenprogrammering

Over meerjarenprogrammering zijn twee verklaringen aangenomen. De eerste betreft een door het EP ingebrachte verklaring waarin de Commissie wordt opgeroepen om voor de resterende looptijd van de huidige Financiële Perspectieven (2000-2006) een beter inzicht te verschaffen in de programmering bij het interne (Categorie 3) en externe (Categorie 4) beleid. Hiertoe moet de Commissie twee keer per jaar de stand van zaken presenteren van de bestaande en voorgenomen wetgeving. Doel is de begrotingsautoriteit een beter inzicht te verschaffen in programmering, onder andere ten behoeve van de bespreking van de begroting tijdens de trilogen.

Op initiatief van de Raad werd overeenstemming bereikt over een verklaring waarbij de Commissie wordt opgeroepen om bij de financiële programmering voor 2006 rekening te houden met middelen voor Irak. Dit om te zorgen dat de programmering voor Categorie 4 (extern beleid) binnen het plafond zal blijven.

c) verklaring over informatievoorziening tijdens de onderhandelingen over de nieuwe Financiële Perspectieven

Op voorstel van het EP werd een verklaring aangenomen waarbij het EP, de Raad en de Commissie overeenkwamen informatie uit te wisselen tijdens het proces van de totstandkoming van de nieuwe Financiële Perspectieven.


2. Eerste lezing door de Raad van het Voorontwerp van de Begroting
2005 en vaststelling van de ontwerpbegroting

De Raad heeft in eerste lezing de ontwerpbegroting voor 2005 vastgesteld. Alle lidstaten konden zich vinden in het op ambtelijk niveau voorbereide compromis.

Op totaalniveau zijn de resultaten van het bereikte compromis dat er voor 2005 116 miljard euro aan vastleggingskredieten (4,1% stijging ten opzichte van 2004) beschikbaar is. De betalingskredieten bedragen in het compromisvoorstel 105,2 miljard euro. Dit is een stijging van
5,4% ten opzichte van 2004 in plaats van de door de Commissie voorgestelde 9,8%. De totale marges onder de Financiële Perspectieven zijn voor 2005 vastgesteld op 3,6 miljard aan vastleggingskredieten en
9 miljard aan betalingskredieten. Het totaal aan betalingskredieten komt overeen met 0,99% van het EU-BNI.

De Ecofin Raad vond dat met een stijgingspercentage van 5,4 (in 2004
2,3%) de betalingen als gevolg van de uitbreiding en het wegwerken van de betalingsachterstanden gefinancierd kunnen worden. Mochten onder Categorie 1a (landbouw), 2 (structuurbeleid) of 7 (pre-accessie) additionele kredieten nodig zijn, dan kan de Commissie een aanvullende begroting hiervoor indienen. Een verklaring met die strekking is onderdeel van de Raadsconclusies.

De belangrijkste wijzigingen in het Voorontwerp van de Begroting (VOB) 2005 van de Commissie zoals door de Raad vastgesteld worden hieronder weergegeven, per categorie van de Financiële Perspectieven.

· Categorie 1a (GLB)

In Categorie 1a (marktmaatregelen landbouw) is een horizontale korting bij de marktordeningen doorgevoerd van 1 miljard euro in totaal. Dit is gedaan om de marge die met meer dan 1,7 miljard geslonken was ten opzichte van de begroting 2004 te verhogen en in het kader van het restrictieve begrotingsbeleid van de Raad. De lidstaten willen met de korting bovendien duidelijk maken dat de Raad niet alleen wil korten op niet-verplichte uitgaven waarover het EP het laatste woord heeft, maar ook de verplichte uitgaven (eindverantwoordelijkheid Raad) niet ontziet. Het betreft een horizontale korting op marktordeningen die meer dan 800 miljoen bedragen. De directe inkomenssteun die ten goede komt aan de nieuwe lidstaten is uitgezonderd.

Op basis van de traditionele Nota van Wijziging van de Commissie in het najaar kunnen de ramingen voor de verschillende landbouwmaatregelen aangepast worden. Deze Nota van Wijziging in het najaar van 2004 zal een duidelijker beeld geven van de werkelijk noodzakelijke middelen voor 2005. Op dat moment worden immers de landbouwuitgavenramingen geactualiseerd aan de hand van de recente marktontwikkelingen en de euro/dollar koers. In het huidige voorstel heeft de Commissie, conform regelgeving, gerekend met een wisselkoers van 1 EUR = 1,25 USD, 11,6 procent hoger dan de voor de begroting 2004 gebruikte koers (1 EUR = 1,12 USD). De huidige koers ligt rond de 1 EUR = 1,24 USD.

Door genoemde maatregelen is de marge in Categorie 1a verhoogd van 0,76 miljard euro naar 1,76 miljard euro ( 4% van het sub-plafond voor Categorie 1a). Deze marge zal na de verwerking, door de Raad in tweede lezing, van de Nota van Wijziging kunnen worden ingezet indien marktontwikkelingen of de euro/dollar pariteit daar aanleiding toe geven. Daarnaast is het mogelijk dat extra aanpassing nodig is in verband met additionele uitgaven voor onverwachte gebeurtenissen die grote budgettaire gevolgen kunnen hebben, zoals uitbraken van dierziekten.

· In Categorie 1b, Plattelandsontwikkeling

Er zijn geen wijzigingen ten opzichte van het VOB 2005 van de Commissie aangebracht. De Raad neemt derhalve de voorstellen van de Commissie in het ontwerp van de begroting over.

· Categorie 2 (structuurbeleid)

In Categorie 2 is per saldo een korting op de betalingskredieten van 3 miljard euro overeengekomen. Deze korting is gebaseerd op uitvoeringsgegevens uit het verleden waarbij de door de Commissie veronderstelde uitputting te hoog voorkomt en derhalve door de Raad naar beneden is bijgesteld. Bij de structuurfondsen (doelstelling 1, 2 en 3) gaat de Raad uit van een gemiddeld uitputtingspercentage van 86% van de jaarlijkse vastleggingstranche en bij de innovatieve maatregelen van 70%. Ook de raming van de Commissie voor de afsluiting van programma's van vóór 2000 is neerwaarts bijgesteld.

De beschikbare betalingskredieten voor 2005 zijn hiermee 32,4 miljard euro, een toename van 5,1 procent ten opzichte van 2004 in plaats van de door de Commissie voorgestelde 14,8 procent.

· Categorie 3 (Intern Beleid)

In Categorie 3 is overeenstemming bereikt over een door het Voorzitterschap voorgesteld pakket aan kleine kortingen. Deze zijn gericht op onderdelen van programma's die met de uitvoering achterlopen (Civil Protection, informatie), programma's die in het verleden sterk verhoogd zijn, maar waarvoor de rationale nu minder is (voorlichting invoering euro) of waar sprake is van nieuw en nog niet door de Raad goedgekeurd beleid waarvoor al wel door de Commissie middelen in de begroting waren opgenomen (European Police College). Per saldo is een akkoord bereikt over 55,2 miljoen aan kortingen waarbij de grootste korting te zien valt bij het Maritiem Agentschap (17,8 miljoen). Reden voor deze korting is dat de Commissie middelen beschikbaar wilde stellen voor de huur van schepen door dit Agentschap voor de bestrijding van olierampen op zee. Aangezien de lidstaten primair verantwoordelijk zijn voor rampenbestrijding en het Maritiem Agentschap deze taak niet zou moeten overnemen is dit bedrag gekort. Wel is in de notulen opgenomen dat de situatie tijdens de begrotingsprocedure opnieuw zal worden bekeken in het licht van aanvullende informatie. De Raad kan op basis hiervan in tweede lezing hierop terugkomen. Een aantal landen legde een unilaterale verklaring van deze strekking af (Portugal, Spanje, Griekenland, Slovenië en België).

Voorts is besloten om de bestaande agentschappen ten opzichte van 2004 een maximale stijging toe te staan van 2,2% (inflatie). De nieuwe agentschappen die zich nog in een startfase bevinden zijn hiervan uitgezonderd; hun budgetten mogen in 2005 met maximaal 60% stijgen.

De vastleggingskredieten voor het Intern Beleid komen hiermee op 8,9 miljard euro en de betalingskredieten op 7,69 miljard euro. De marge bedraagt 108,7 miljoen.

· Categorie 4 (Extern Beleid)

In Categorie 4 is overeenstemming bereikt over een horizontale korting van ongeveer 2,85% met uitzondering van de co-decisieprogramma's, internationale overeenkomsten en Irak. In totaal bedragen de kortingen 129,4 miljoen. Het GBVB budget is weer gelijk getrokken aan het bedrag van 2004, namelijk 62,6 miljoen. Met dit pakket heeft de Raad de negatieve marge van 115 miljoen omgebogen tot een bescheiden positieve marge van 14,4 miljoen. Hiermee is de door de Commissie voorgestelde inzet van het flexibiliteitsinstrument niet nodig.

De totale omvang aan vastleggingskredieten bedraagt 5,1 miljard euro. De betalingskredieten komen op een bedrag van 5 miljard euro.

· Categorie 5 (Administratieve Uitgaven)

De Raad besloot tot een pakket met de volgende elementen: het vrijwel geheel honoreren van uitbreidinggerelateerde uitgaven, een algemene korting omdat niet alle functies permanent bezet zijn en niet alle nieuw te werven ambtenaren meteen in dienst komen, alsmede een horizontale taakstelling van 1,5% die mogelijk is door de aanzienlijke investeringen in informatietechnologieën en betere inter-institutionele samenwerking.

Het bovenstaande compromisvoorstel betekent dat de Raad een marge heeft gecreëerd in Categorie 5 van 51,9 miljoen euro. Het totaal aan vastleggingskredieten en betalingskredieten voor 2005 komt hiermee uit op 6,3 miljard.

· Categorie 7, Pre-accessiesteun

De vastleggingskredieten voor de verschillende programma's vallend onder deze Categorie zijn vastgesteld conform het Voorontwerp van de Commissie. Dit voorstel behelst 1,86 miljard euro voor het jaar 2005. Bij de betalingskredieten is een korting overeengekomen van 110 miljoen euro op de SAPARD-programma's voor Roemenie en Bulgarije. Inschatting van de Raad is dat mede vanwege het trage op gang komen van de certificering van de ontvangststructuren in deze twee kandidaat-lidstaten de verwachting van de Commissie voor de uitvoering te rooskleurig is. Verder hebben de lidstaten de sterke verhoging van de betalingskredieten voor Turkije (56,8%) teruggebracht tot een stijging van 10%. De Commissie is naar hun mening veel te optimistisch over het wegwerken van de achterstanden, die zijn ontstaan in eerdere jaren.

Voor de betalingskredieten is hiermee in deze Categorie een bedrag van bijna 3 miljard euro beschikbaar.

Conclusie

De twee takken van de begrotingsautoriteit hadden een constructieve bijeenkomst, waarbij afspraken werden gemaakt over de verbetering van de begrotingsdiscipline en informatievoorziening. Bij de verdere behandeling van de begroting in de tweede helft van het jaar werkt de Raad samen met het nieuwe EP. De tweede lezing van de begroting 2005 door de Raad zal op 25 november 2004 plaatsvinden.