Bestuurlijke boetes wegens diverse overtredingen
22-7-2004
De Autoriteit Financiële Markten (AFM) maakt thans, na volledige
heroverweging in bezwaar, op grond van artikel 48m, eerste lid van de
Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) bekend dat zij op 9
december 2003 aan Dexia Bank Nederland N.V. (Dexia), gevestigd te
Amsterdam, zes bestuurlijke boetes, ten bedrage van 9.075 euro per
afzonderlijke boete, heeft opgelegd wegens overtreding van de volgende
artikelen:
* artikel 35 Besluit toezicht effectenverkeer 1995 (Bte 1995)
junctoartikel 30, tweede lid Nadere Regeling toezicht
effectenverkeer 1999 (NR 1999) (afrekenprijzen);
* artikel 35 Bte 1995 juncto artikel 33, tweede lid NR 1999 juncto
artikel 7.5 bijlage 7 bij de NR 1999 (reclame-uitingen);
* artikel 35 Bte 1995 juncto artikel 26 NR 1999 (cold calling);
* artikel 35 Bte 1995 juncto artikel 28, eerste lid, NR 1999
(inwinnen van cliënteninformatie);
* artikel 36, tweede lid, Bte 1995 (cliëntenovereenkomst); en
* artikel 34, eerste lid, Bte 1995 juncto artikel 24 NR 1999 juncto
bijlage 4 bij de NR 1999 (administratieve organisatie en interne
controle).
In 2002 heeft de AFM onderzoek gedaan naar de mate waarin Dexia c.q.
haar rechtsvoorgangers haar zorgplicht vervulde alsmede naar de wijze
waarop Dexia de aan- en verkoop van onderliggende waarden van twee van
de door Dexia aangeboden effectenleaseproducten invulde.
De door de AFM opgelegde bestuurlijke boetes hebben betrekking op
overtredingen begaan in de periode tussen 9 december 2000 en 31
december 2001. Deze termijnbeperking houdt verband met de datum van
oplegging van de bestuurlijke boetes alsmede met de verjaringstermijn
overeenkomstig artikel 48k Wte 1995.
Afrekenprijzen
Gebleken is dat bij de afrekening van transacties ten behoeve van
effectenlease-cliënten regelmatig een opslag is gehanteerd boven op
de beurskoers. Deze opslag is doorberekend aan cliënten, waarbij de
beurskoers inclusief de opslag als 'aankoopkoers' op de
transactie-overzichten is vermeld. Dit betekent dat transacties van
cliënten niet in alle gevallen tegen de op dat moment geldende
beurskoers zijn afgerekend, hetgeen strijd oplevert met artikel 35 Bte
1995 juncto artikel 30, tweede lid, NR 1999.
Reclame-uitingen
Twee elementen die zijn opgenomen in de brochures van het product
Winstverdriedubbelaar en één element in de brochure van het product
KoersExtra (voorheen SpaarExtra genoemd) zijn in strijd met artikel 35
Bte 1995 juncto artikel 33, tweede lid NR 1999 juncto artikel 7.5
bijlage 7 bij de NR 1999. Beide brochures zijn in de jaren 2000 en
2001 aan het publiek verstrekt. De AFM acht de weergave van een
koersgrafiek in de brochures van de producten Winstverdriedubbelaar en
KoersExtra misleidend en inhoudelijk onjuist. Voorts is de AFM van
oordeel dat het gebruik van het woord 'verrekend' in de brochure van
het product Winstverdriedubbelaar consumenten op het verkeerde been
heeft kunnen zetten en aldus misleidend is. 'Verrekenen' in deze
brochure heeft betrekking op de optiepremie welke zou worden voldaan
uit toekomstige dividendopbrengsten en heeft geen betrekking op een
mogelijke restschuld als gevolg van tegenvallende verkoopopbrengsten
van de aandelenpakketten. De AFM is van oordeel dat de misleiding met
betrekking tot het woord 'verrekenen' haar grondslag vindt in het feit
dat er niet per definitie in alle gevallen iets verrekend kan worden
omdat opgebouwd dividend niet of niet in voldoende mate aanwezig was
en de premie dus op andere wijze diende te worden voldaan. Deze feiten
leveren een overtreding van artikel 35 Bte 1995 juncto artikel 33,
tweede lid NR 1999 juncto artikel 7.5 bijlage 7 bij de NR 1999 op.
Cold calling
Dexia heeft, in strijd met artikel 26 NR 1999, regelmatig
telefoongesprekken met consumenten over effectenleaseproducten
geïnitieerd zonder dat de consument daar vooraf uitdrukkelijk
schriftelijk dan wel elektronisch mee had ingestemd. Dit is in strijd
met artikel 35 Bte 1995 juncto artikel 26 NR 1999.
Inwinnen van cliënteninformatie
Het aanbod van effectenleaseproducten door Dexia betrof een
effectendienst van complexe aard op basis van een langlopend contract.
In dit kader heeft Dexia niet voldaan aan het vereiste dat
inlichtingen ingewonnen dienen te worden omtrent de financiële
positie, beleggingservaring en beleggingsdoelstellingen van
potentiële cliënten. Dit betekent dat Dexia niet heeft voldaan aan
de informatieverplichtingen als verwoord in artikel 28, eerste lid, NR
1999. Dit is in strijd met artikel 35 Bte 1995 juncto artikel 28,
eerste lid, NR 1999.
Cliëntenovereenkomst
De effectenlease-overeenkomsten die Dexia heeft gesloten met haar
cliënten zijn door de AFM getoetst aan de geldende regels voor
cliëntenovereenkomsten. De AFM heeft daarbij geconstateerd dat de
effectenlease-overeenkomsten van Winstverdriedubbelaar en KoersExtra
op een aantal punten niet voldoen aan de wettelijke vereisten. Zo zijn
geen bepalingen opgenomen die duidelijkheid geven over alle rechten en
verplichtingen uit hoofde van de geldlening van de lessee jegens de
lessor. In de overeenkomsten en bijzondere voorwaarden ontbrak tevens
een bepaling die erin voorziet dat de cliënt verklaart kennis te
hebben genomen van de verplicht door Dexia te verstrekken informatie
en van de risicoÂs die aan de beleggingen zijn verbonden. Daarnaast
was geen bepaling opgenomen inzake de wijze van beslechting van
geschillen tussen lessor en lessee. Tenslotte was geen bepaling
opgenomen die vastlegt onder welke voorwaarden de lessee de
effectenlease-overeenkomst kon ontbinden. Dit alles is in strijd met
artikel 36, tweede lid, Bte 1995.
Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC)
De AFM heeft geconstateerd dat de AO/IC van Dexia op een aantal
aspecten niet voldeed aan de eisen die bij of krachtens artikel 24 NR
1999 aan de AO/IC worden gesteld. Dit levert strijd op met artikel 34,
eerste lid, Bte 1995 juncto artikel 24 NR 1999 juncto bijlage 4 bij de
NR 1999.
De AFM merkt op dat voor Dexia een beroepsmogelijkheid openstaat tegen
de zes, door de AFM, opgelegde bestuurlijke boetes bij de
bestuursrechter te Rotterdam.
Autoriteit Financiële Markten