VERENIGING VNO-NCW



VNO-NCW: voorstel voor WTO-akkoord biedt perspectief

Den Haag, 23 juli 2004 - 'Geen etappezege, maar wel een bruikbare startpositie voor de komende rit.' Zo typeert ondernemingsorganisatie VNO-NCW het voorstel van de WTO-organisatie voor een zogeheten raamakkoord, waarover de 147 lidstaten van de wereldhandelsorganisatie het volgende week eens proberen te worden. Het voorstel, dat is opgesteld door directeur-generaal Supachai van de WTO, is bedoeld om de onderhandelingen over nieuwe regels voor de wereldhandel in het kader van de Doha-ronde nieuw leven in te blazen.

Supachai wil onder meer dat de Europese Unie haar exportsubsidies op landbouw afschaft en dat andere landen hun exportsteun voor landbouw eveneens flink verminderen. Hij stelt ook een werkprogramma voor om de tarieven wereldwijd verder omlaag te brengen. Daarnaast moeten onderhandelingen worden geopend over vereenvoudiging van douaneprocedures en liberalisering van de dienstenhandel. Over investeringen, mededingingregels en transparantie bij overheidsaanbestedingen daarentegen wil hij niet meer onderhandelen tijdens de Doha-ronde.

VNO-NCW vindt dat in het conceptakkoord nog veel onduidelijkheden zitten, die nader moeten worden uitgewerkt. Tegelijk ziet de ondernemingsorganisatie het document echter als een 'bruikbaar instrument om het gestrande proces weer los te trekken'. Bij exportsteun voor landbouw is een doorbraak bereikt, onderhandelingen over diensten en vereenvoudiging van douaneprocedures kunnen het Nederlands bedrijfsleven veel voordeel opleveren en ook de verbetering van anti-dumpingprocedures blijft op de agenda staan.

VNO-NCW meent wel dat de voorstellen voor tariefverlaging niet ver genoeg gaan. Daarnaast vindt de organisatie het 'onverstandig' dat in het conceptakkoord wordt voorgesteld dat alle honderd ontwikkelingslanden - dus ook de verst gevorderde - eenzelfde aanspraak mogen maken op 'speciale behandeling', waardoor ze niet aan alle WTO-verplichtingen hoeven te voldoen. Zulk 'oneigenlijk gebruik' door rijkere ontwikkelingslanden zal volgens VNO-NCW als een boemerang werken op de armste landen. De industrielanden zullen dan minder bereid zijn de ontwikkelingslanden als groep tegemoet te komen bij verzoeken om speciale behandeling.

Dat investeringen, mededinging en transparantie in overheidsaanbestedingen van de agenda verdwijnen was volgens VNO-NCW onvermijdelijk: de onderwerpen stootten nog op te veel weerstand bij ontwikkelingslanden. Wel meent VNO-NCW dat het analytische werk van de WTO op deze onderwerpen moet worden voortgezet. Vroeg of laat zal de WTO zich erover moeten buigen.

Volgens VNO-NCW is het cruciaal dat de WTO volgende week overeenstemming over de tekst bereikt. Zo niet, dan zal het WTO-proces voor langere tijd stilliggen. Dat schaadt de wereldeconomie. En Nederland is daarvan afhankelijk.


---

Meer informatie van VNO-NCW is te vinden op: www.vno-ncw.nl

De afdeling Media & Parlement is tijdens kantooruren te bereiken op telefoonnummer 070-3490167

23 jul 04 09:51