Gemeente Oirschot

Wet voorkeursrecht gemeenten

Vestiging voorkeursrecht

Betreft: Vestiging Voorkeursrecht gebied Strijpsche Kampen

Inzage- en bezwarentermijn m.b.t. het collegebesluit: 22 juli 2004 t/m 2 september 2004
Wie kan bezwaar maken: belanghebbenden, schriftelijk bij het college van burgemeester en wethouders (zie Toelichting) Inzage- en inspraaktermijn m.b.t. de bekrachtiging door de raad van de aanwijzing van de gronden: 22 juli t/m 12 september 2004 Wie kan zienswijzen indienen: belanghebbenden, mondeling of schriftelijk bij de gemeenteraad. De zienswijze kan schriftelijk gericht worden aan de raad van de gemeente Oirschot, Deken Frankenstraat 3, 5688 AK Oirschot. Mondelinge zienswijzen kunnen kenbaar gemaakt worden via mevrouw I.J.W.H. Biemans, beleidsmedewerker grondzaken, bereikbaar via telefoonnummer 0499-583 333.

Aanvullende informatie: Burgemeester en wethouders van Oirschot stellen de raad van de gemeente Oirschot voor om op grond van de artikelen 6 en 2 van de Wet voorkeursrecht gemeenten gronden aan te wijzen waarop de artikelen 10 tot en met 24, 26 en 27 Wvg van toepassing zijn. De gronden zijn gelegen in het gebied gelegen tussen Beatrixkanaal, Eindhovensedijk, de Erica en Zonnedauw. De vestiging van het voorkeursrecht houdt in dat eigenaren, wanneer deze die gronden wensen te vervreemden, deze eerst aan de gemeente Oirschot te koop moeten aanbieden. De eigenaren hebben één dezer dagen afzonderlijk bij aangetekende brief bericht over de inhoud van het besluit en de gevolgen hiervan ontvangen. Het voorstel van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad treedt in werking één dag na publicatie in de Nederlandse Staatscourant van 21 juli 2004. Het voorstel ligt inclusief bijlagen en overige relevante gegevens ter inzage bij de centrale balie. Belanghebbenden kunnen hun bezwaren schriftelijk kenbaar maken bij het college (zie hiervoor ook de Toelichting).
Binnen 5 maanden dient de gemeenteraad de aanwijzing van de gronden te bekrachtigen. In het kader van een zorgvuldige voorbereiding van het door de raad te nemen besluit tot aanwijzingen van gronden worden belanghebbenden, gelet op artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht, in de gelegenheid gesteld om voor 13 september 2004, schriftelijk of mondeling hun zienswijzen ten aanzien van het raadsvoorstel naar voren te brengen.