Erasmus


28-07-04: MRI-methode belangrijk bij opsporing erfelijke borstkanker in vroeg stadium

Rotterdam 28 juli 2004 - Vrouwen met een verhoogd risico op borstkanker als gevolg van een erfelijke aanleg worden regelmatig gecontroleerd om de ziekte in een vroeg stadium op te sporen. MRI (Magnetic Resonance Imaging) blijkt een meer adequate opsporingsmethode dan mammografie bij deze groep vrouwen. Dit blijkt uit een nationale studie, geleid vanuit het Erasmus MC. De onderzoeksresultaten worden morgen gepubliceerd in de New England Journal of Medicine.

In Nederland wordt elke jaar bij 11.000 vrouwen borstkanker vastgesteld. Bij ongeveer 3% wordt dat veroorzaakt door een aangetoonde verandering in de borstkankergenen BRCA1 en BRCA2 en in 5
- 10% wordt een sterke aanleg vermoed als gevolg van familiair vóórkomen. Vrouwen die erfelijk belast zijn met één van deze twee tot nu toe bekende borstkankergenen hebben een grote kans (50 - 85%) om borstkanker te ontwikkelen. Deze vrouwen zijn gebaat bij zorgvuldige controles om de ziekte in een zo vroeg mogelijk stadium op te sporen.

In het onderzoek zijn twee screeningsmethoden gedurende drie jaar met elkaar vergeleken: mammografie en MRI in combinatie met lichamelijk onderzoek. Uit deze studie, waarbij 1909 vrouwen met een familiaire of erfelijke belasting betrokken zijn, blijkt dat de sensitiviteit (gevoeligheid) van de MRI hoger is dan van de mammografie. Met MRI is de kans dat een afwijking wordt ontdekt twee keer zo groot als bij mammografie. Van de tien borstkankers worden er acht gevonden door middel van een MRI, terwijl er met mammografie vier van de tien worden gevonden. Ook waren de gevonden tumoren kleiner en in een gunstiger stadium dan tumoren bij vrouwen die niet gecontroleerd werden. Dit zou kunnen betekenen dat intensieve controle met behulp van MRI in combinatie met mammografie bij deze groep jonge vrouwen het aantal sterfgevallen aan borstkanker op den duur kan doen verminderen. MRI geeft wel een iets hoger percentage "vals - positief", dat wil zeggen dat nader onderzoek nodig is, terwijl het uiteindelijk om een goedaardige afwijking blijkt te gaan. MRI als standaardmethode De onderzoekers adviseren om de MRI toe te voegen aan de standaardscreeningsmethode met behulp van mammografie bij vrouwen met een sterke familiaire of erfelijke belasting voor borstkanker. Deze vrouwen ontwikkelen normaal gesproken snel groeiende tumoren voor het 50ste levensjaar die niet goed te zien zijn op de mammografie omdat het borstklierweefsel bij jonge vrouwen vaak nog heel dicht is.

De kans op genezing is groter als de tumor in een vroeg stadium ontdekt wordt.

Het onderzoek werd uitgevoerd in samenwerking met het NKI/Antoni van Leeuwenhoek-ziekenhuis en de Academische Centra van Nijmegen, Leiden, Groningen en de VU te Amsterdam. Het onderzoek werd financieel ondersteund door een subsidie van het College voor Zorgverzekeringen (CvZ).