Dienstenbond CNV

Leden stemmen in met voorstellenbrief SRG
29-07-2004

Op 15 juni 2004 legden wij onze leden bij SNS de voorstellenbrief voor de CAO voor. Een grote meerderheid van de leden heeft aangegeven in te stemmen met de voorstellen. Daarom zullen wij met deze voorstellen de CAO-onderhandelingen met uw werkgever ingaan.

In de reactieformulieren hebben veel leden extra aandacht gevraagd voor ouderenregelingen. De CNV Dienstenbond zal zich daarom inzetten voor een levensloopbeleid bij UWV waarin tevens afspraken voor de oudere werknemers worden gemaakt. Overigens wordt de discussie over een fatsoenlijk levensloopbeleid ernstig bemoeilijkt door de plannen van het kabinet die een pre-pensioenregeling feitelijk onmogelijk maken. Merkwaardig is dat de vertegenwoordiger van uw werkgever, de werkgeversvereniging VNO-NCW, de afbraak van de pre-pensioenregeling ondersteunt. In een brief en in een gesprek heeft de CNV Dienstenbond samen met collega-bond, FNV Bondgenoten SRG hier nogmaals op gewezen.

Enkele leden hebben vraagtekens gezet bij de voorgestelde korte looptijd. De CNV Dienstenbond kan op dit moment geen CAO afsluiten met een langere looptijd. De reden hiervan is dat er teveel onzekerheid bestaat over WW, WAO en de Vut- en pre-pensioenregelingen op landelijk niveau. Wij kunnen heel moeilijk CAO afspraken maken omdat veel CAO regelingen raakvlakken met deze wetten hebben. Het is dan beter om een korte looptijd af te spreken zodat wij betere afspraken kunnen maken wanneer die duidelijkheid er wel is.

Ook de werkgever heeft voorstellen ingediend. In het oog springende voorstellen zijn de afwezigheid van een structurele loonsverhoging, ook in 2005 en zijn wens om het 4*9 werken te beperken. De volledige voorstellenbrief van de werkgever treft u aan onder dit artikel.

Voor goede CAO onderhandelingen is een sterke achterban een vereiste. Om deze reden heeft CNV Dienstenbond behoefte aan leden die betrokken willen meepraten over hun positie bij SRG. Neemt u daarom contact op met uw bestuurder. Hij zal u informeren over de wijze waarop dit bij CNV Dienstenbond is geregeld. U helpt hiermee uzelf, maar ook uw collegas

Vragen en opmerkingen vernemen wij graag. U kunt hiervoor terecht bij uw bestuurder Martijn Donker, tel: (035)6460580 of email: hilversum@cnvdibo.nl.

Onderstaand treft u de voorstellen aan van de werkgever ten behoeve van het overleg over de CAO SNS Reaal Groep.

Inleiding
Het economisch herstel in Nederland komt op gang. Dit herstel gaat langzaam. Met name de snelle economische opkomst van de Aziatische landen heeft gevolgen voor Europa en Nederland. Vooral China laat gedurende een reeks van jaren een reële economische groei zien van bijna 10%. De stormachtige groei van de Chinese vraag drijft de vraag naar grondstoffen en derhalve de prijzen van olie, staal en steenkool op met alle inflatoire tendensen van dien.

Vele westerse bedrijven verplaatsen activiteiten naar China en India. Was het eerst de industrie die werkzaamheden overhevelde, steeds meer wordt zichtbaar dat ook bij de dienstensector deze trend is ingezet. China en India worden belangrijke economische spelers waardoor de wereld in economisch opzicht een ander perspectief krijgt. De globalisering krijgt een enorme stimulans, die ook Europa niet voorbij zal gaan. Continue aanpassingen aan de veranderingen die door ontwikkelingen elders worden opgelegd vragen om attentie. Dit geldt voor Nederland en ook voor SNS Reaal Groep.

Om internationaal concurrerend te blijven zal het onvermijdelijk zijn dat Nederlanders langer en harder gaan werken. Ook de vergrijzing heeft zijn invloed op de economische groei van Nederland. De prijs van de arbeid staat onder druk.

De Nederlandse arbeidsmarkt laat een groeiend aantal werklozen zien. De ontwikkelingen op de arbeidsmarkt weerspiegelen de slechte prestaties van de economie. Sinds 2000 blijft de groei achter ten opzichte van de Eurozone. Voor een deel is dit te wijten aan de snelle stijging van de kosten van arbeid aan het einde van de jaren negentig en begin van deze eeuw.

Door de hoge inflatie van de laatste jaren is de koopkracht van de consumenten onder druk komen staan. Onze verwachting is dat de koopkracht voor het jaar 2004 onder druk blijft staan.

In het afgesloten sociaal akkoord van het najaar 2003 is met name de nullijn afhankelijk gesteld van een akkoord over prepensioen en levensloop in het voorjaar 2004.

Wij achten het loslaten van de nullijn onverantwoord. Niet alleen vanwege de toenemende werkloosheid, maar ook vanwege onze concurrentiepositie.

Ook voor 2004 en volgende jaren streeft SRG naar een structurele waarde-ontwikkeling van het concern, met het oog op verdere groei van de groep en ter versterking van het vertrouwen van potentiële geldverschaffers. Structurele waarde-ontwikkeling betekent dat de beoogde groei gepaard dient te gaan met groeiende rentabiliteit.

Dit alles heeft zijn invloed op de komende onderhandelingen.

Onzerzijds bestaat de behoefte om de CAO op een aantal punten te wijzigen en tevens in de sfeer van SNS REAAL Groep te brengen.

Voorstellen

1. Looptijd
Voorgesteld wordt een looptijd van 12 maanden, d.w.z. tot 1 juni 2005.

2. Arbeidsongeschiktheid
SNS REAAL Groep moet sinds 1 januari jongstleden ook het tweede ziektejaar doorbetalen.
Via het VNO-NCW hebben wij ons gecommitteerd aan het najaarsakkoord. Wij willen dan ook voorstellen de doorbetaling in het tweede ziektejaar te beperken tot 70% van het laatstverdiende bruto salaris.
In lijn daarmee zal de aanvulling gedurende de verdere ziektejaren worden aangepast.

3. Functiewaardering
Zoals reeds besproken gaat SNS REAAL Groep over van het systeem Bakkenist naar de HAY-methode.
Gedurende de onderhandelingen zullen wij aandacht besteden aan dit proces en kijken of het noodzakelijk is om de tekst hiermee in lijn te brengen.

4. Uitzendkrachten
Sinds 1 april 2004 is de nieuwe ABU-CAO van kracht. Dit houdt in dat wij na 26 weken de uitzendkrachten gaan belonen volgens de SRG CAO voor wat betreft werktijden, meerwerk, salaris (inclusief periodieken) en vakantietoeslag. Tot die tijd willen wij voorstellen de ABU-CAO te volgen.
Teven willen wij in art 3, lid 3 opnemen dat de uitzendperiode die in het laatste halfjaar ligt voorafgaand aan de eerste arbeidsovereenkomst niet wordt meegeteld bij de vaststelling van het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
5. Beloningsregeling Buitendienst REAAL
In bijlage IV Criteria voor systemen t.b.v. meting van prestaties staat onder bullet 3 opgenomen dat, indien meer dan 20% van de werknemers op wie een performance gerelateerd beloningssysteem van toepassing is, in een jaar niet tussen 80% en 120% van de doelstellingen realiseert, bijstelling van de doelstelling plaatsvindt op basis van een analyse.
Medio 2003 is een nieuwe strategie binnen REAAL ontwikkeld. Deze heeft geleid tot een stabiele, zij het nog niet voltallige, bezetting en duidelijkheid over te behalen targets en de ondersteuning die hierbij vanuit de organisatie wordt geleverd. Het opnieuw onder de loep nemen van een aantal zaken leidt er ook toe dat wij van mening zijn dat de 20% regel achterhaald is en uit de CAO zou moeten worden verwijderd. Deze regel kan er toe leiden dat buitendienstmedewerkers niet die "drive" vertonen die van hen wordt verwacht. Terugkijkend blijkt dat noch over 2001 noch over 2002 aanspraak gemaakt hoefde te worden op deze regeling; de onrust die de veranderende organisatie in 2003 met zich heeft meegebracht, leidt ertoe dat de 20% regel daar wel toegepast zou worden, ware het niet dat alle buitendienstmedewerkers over het 1e kwartaal 2003 voor 100% zijn gecompenseerd. Een 20% regeling past wat ons betreft niet meer bij de nieuwe Verkoop organisatie.
Derhalve stellen wij voor deze regeling te verwijderen uit de CAO.
6. 4*9
In 1996 is de 36-urige werkweek ingevoerd. Daarbij is de mogelijkheid geboden om 4 dagen van 9 uur te gaan werken. De bedrijfsvoering komt meer en meer onder druk te staan doordat deze mogelijkheid op grote schaal gebruikt wordt. Door de gekozen formulering (de keuze van de medewerker wordt gevolgd, tenzij) heeft de medewerker de indruk dat het een recht is. Hierdoor heeft de discussie die een leidinggevende moet voeren indien het niet mogelijk is doorgaans een negatieve lading. En dat terwijl de internationale concurrentie ons dwingt langer te gaan werken, in het arboconvenant een maximum van 5 uur beeldschermwerk is opgenomen etc.
Gezien het feit dat wij werkzaam zijn in een periode die totaal anders is dan tijdens de invoering van de 4*9 uur in de bedrijfstak zijn wij van mening dat het toestaan van 4*9 eerder uitzondering dan regel dient te zijn. Dit houdt voor ons in dat wij de mogelijkheid willen hebben om functies aan te wijzen waarop de 4*9 variant kan worden toegestaan.

7. SRG-uitstraling/versimpeling
Zoals we bovenstaand al aangaven willen we de CAO meer identiteit van het huidige bedrijf mee geven. Dit kan ons inziens enerzijds door het herschrijven van de preambule en anderzijds willen we kritisch kijken naar de protocollen. Zijn de protocollen op deze manier noodzakelijk, komen ze wellicht op een andere plaats en met een andere formulering beter tot hun recht of kunnen ze verwijderd worden?
In ieder geval willen we de tekst inzake "emplooibaarheid" een meer prominente plaats geven in de CAO. Dit omdat het belang van opleidingen groot is om de toekomst met elkaar met vertrouwen in te kunnen gaan.
Daarnaast willen we in overleg kijken of er bepalingen geschrapt danwel opnieuw geformuleerd kunnen worden, zodat de inhoud beter leesbaar wordt en het "CAO boekje" dunner.

8. Keuzeregeling pensioen
In artikel 16 § 3 Aanwending pensioenpremie, is opgenomen dat naar keuze van de werknemer de standaardopbouw voor het ouderdomspensioen wordt verlaagd in ruil voor een beschikbare premie van de werkgever.

Wij stellen voor deze bepaling met ingang van 1 januari 2005 te laten vervallen.

De redenen voor dit voorstel zijn de volgende:

1. Financiële zorgplicht van de werkgever c.q. het pensioenfonds op grond van de nieuwe Pensioenwet;

2. De geringe deelname (minder dan 5%);

3. Hoge uitvoeringskosten in relatie tot een geringe inleg, zowel in totaliteit als per individu;

4. Administratieve bewerkelijkheid.

Per de beëindigingsdatum van de keuzeregeling wordt de beleggingsverzekering premievrij gemaakt. Hierdoor zal de risicodekking voor het nabestaandenpensioen komen te vervallen. De deelnemer zal in de gelegenheid worden gesteld om op een hem conveniërend moment, doch uiterlijk op de pensioendatum, met het pensioenkapitaal pensioenaanspraken in de standaardregeling in te kopen.

1. Technische aanpassingen


1. Opnemen van een trefwoordenregister

2. In artikel 3 is bij § 3 in lid 2 de proeftijd geregeld. Dit werkt verwarrend aangezien de paragraaf als titel Beëindiging heeft. We stellen voor om deze bepaling op te nemen in § 1, Aanstelling.
3. In artikel 17 Prepensioen is in § 7 een overgangsbepaling opgenomen. Ons inziens kan deze worden geschrapt, aangezien de werknemers geboren voor 1-07-1938 uiterlijk een maand na de ingangsdatum van de nieuwe CAO met pensioen zijn.
4. In protocol 2, 2.5 "Verlaging in functie" wordt bij de vierde bullet, tweede alinea, gesproken over slapersrechten. Deze bepaling heeft alleen betrekking op de 3e bullet en dient verplaatst te worden.

Vanzelfsprekend behouden wij ons het recht voor tijdens het overleg en/of naar aanleiding van door u in het overleg in te brengen voorstellen en/of naar aanleiding van besluiten die door de wetgever worden genomen, met aanvullende of gewijzigde voorstellen te komen,

Met vriendelijke groet,
SNS REAAL Groep

Thijs Beelen,
Directeur Personeel & Organisatie